jlfMEll B UIT B I la A H ÖT B INNKNLADN- No. 94. Eerste blad. Honderd en zesde jaargang. 1904. ZONDAG 7 AUGUSTUS. Gemeenteraad van Alkmaar Kermis. Algemeen Overzicht. Gemengde Mededeelingen. N i e u w s t ij d i u g e n. 4LKMAARSCHE COURANT. Deze Oourant wordt Dinsdag-, Donderdag- bb Zaterdagavond uitgegeven, Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaab f 0,80franco door het geheels rjjk 1 1, 3 Nummers t 0,O0. Afzonderlijke nummers S ets. lelefoonnumner 3. Prf]g der gewone advertentlën Per "'regal f.O,15. Groote|lefeters naar plaatsruimte. Brieven francogaan de N/V."Boek- en Handelsdrukkerij r/h. HERMs. COSTER k ZOONYoordam C 9. op Woensdag, 19 Augustus 1904des namiddags te één uur. Punten van behandeling 1. Lezing en vaststelling der notulen van de vorige vergadering. Mededeelingen. Ingekomen stukken. 2. Voorstel van B. en W. tot oninbaarverklaring en verhaalbaarBtelling van belasting over vorige diensten. (Bglage No. 65). 3. Idem tot wijziging der verordening op het benoemen en ontslaan van sommige gem.-ambtenaren en be dienden. (Bijlage No. 66). 4. Idem, naar aanleiding van een adres van de afd. Ursern der Holl. Mg, van Landbonw. (Bglage No.67). 5. Idem idem van de aid. Schermeer der Holl. Mij. van Landbouw. (Bglage No. 68). 6. Idem naar aanleiding van een verzoek om verbete ring der bestrating van den Kennemersingelweg. (Bijlage No. 69). 7. Benoeming van tijd. leeraren aan de Burger-Avond school, voor den cursus 1904/5. (Bjjlage No. 70). 8. Voorstel van B. en W. tot het opmaken eener voor dracht tot benoeming van zetters voor's Rijks directe belastingen. (Bijlage No. 71). 9. Benoeming van onderwijzers, belast met de leiding van het herhalings-ouderwjjs. (Bijlage No. 72). 10. Idem van ambtenaren van den Burgerlijken Stand. (Bglage No. 73). 11. Voorstel van B. en W. tot vaststelling van het ko hier der straatbelasting, dienst 1904. (Bglage No. 74). 12. Idem, inzake de verdeeling der gemeente in stem- districten voor de verkiezing van leden der Tweede Kamer. (Bijlage No. 75). 13. Benoeming van een onderwijzer aan de 3e gem.- school. (Bijlage No. 77). 14. Idem van een leeraar in de wiskunde aan het gym nasium. (Bijlage No. 78). BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaab brengen ter algemeene kennis, dat de kerals dit jaar zal gehouden worden van 37 Augustus tot en net 4 Sept a.s. dat de regeling van staanplaatsen en van hetgeen verder met de kermis in verband staat, opgedragen blijft aan de gemeente-politie dat de loting voor de niet verpachte staanplaatsen zal plaats hebben aan het politie bureau op Woensdag 34 Augustus a.s., des voormiddags ten lO are dat de straatmuziek zooveel mogeljjk zal beperkt worden en niet meer dan vijf draaiorgels znllen worden toegelaten en dat op Maandag 3 September a.s., des morgens, een aanvang moet worden gemaakt met het afbreken en oprnimen der kramen, tenten en uitstallingen. Bnrgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 4 Ang. 1904. L. VAN DER VEGT, 1°. Secretaris De berichten van het oor1ogsterrein in Oost-Azië, zjjn nog altjjd in het voordeel van de Japanners. Generaal Koeropatkine bevindt zich nog steeds op den terugtocht, die met groote moeilijkheden gepaard gaat. Wij, die in deze dagen klagen over de hitte, kannen beseffen, wat 't zeggen wil, wanneer de zwaar bepakte soldaten voortdurend blootgesteld zijn aan een tempera tuur van minstens 100 graden Fahrenheit. In een tele gram van den opperbevelhebber wordt daaromtront het volgende medegedeeld Den 2den Augustus trokken onze troepen van Hai- tsjeng langs den weg naar Ansjan-tsjan terug. Ofschoon het een snikheete dag was, werd de marsch in goede orde volbrachtde vijand verontrustte ons niet. Alles is gedaan om onze infanterie verlichting te verschaffen. Aan elke compagnie zjjn een paar voertuigen toegevoegd, om de mantels en ransels er in te vervoeren. De hitte was intnsschen zoo groot dat, in weerwil van de genomen maatregelen, het aantal door zonnesteek getroffen soldaten aanzienlijk is. De correspondent van het Journal te Nice, heeft van een jongen brigadier, Belvigo genaamd, die krijgsgevangen gemaakt was door de Japanners, ontvlucht is en in genoemde stad is aangekomen, zeer interessante mede deelingen gekregen, waaraan wij het volgende ontleenen: »Wij wisten zoo vertelde hij, bijna nooit door welke landen wij eigenlijk trokken. Wij hadden noch kaart, noch kalender.'' Gedurende zijn gevangenschap heeft Belvigo opgemerkt, dat alle Japansche soldaten een kaart hadden, zoodat zij zich zeer gemakkelijk kannen orienteeren. Onze brigadier wist slechts, dat zijn regiment-tot het 13de legercorps behoorde, dat onder bevel was van generaal Rebhinder. De ontvluchte nam deel aan verscheidene gevechten. >De Japanners noodzaakten ons altijd om in een schans te vechten,'1 zei Belvigo. »Wjj konden ons nooit langer dan een kwartier onder hun vaar staande honden. Het zijn uitstekende schutters, die ons allen gedood zenden hebben, als wij ze hadden willen trotseeren. In den tijd dat wij drie of vier Japanners neerschoten, werden er aan onzen kant meer dan honderd gedoodWat betreft de qnaliteit van de kanonnen bij de Japanneis heeft Belvigo opgemerkt, dat deze veel vóór hebben bij die van de Rassenze dragen verder, schieten met meer juistheid en zijn veel lichter. »Drie paarden trekken oen Japansch kanon," vervolgde hij, »en om de onzen te verplaatsen zijn er wel zes noodig." Belvigo heeft generaal Koeropatkine slechts eenmaal gezien, toen zijn regiment in Manfsjoerjje aankwam. De generaal hield toen een revue over de troepen. Zijn inspectie ging zeer ving. Hij liep langs de gelederen en ging heen, nadat hij de olficieren galnkgewenscht had. Toen men Belvigo vroeg, wat zjjn olficieren van den af loop van den oorlog dachten, antwoordde hjj »Dat wij zullen winnen." Hierop vroeg men, wat de soldaten er van dachten, waarop 't antwoord was >Dat wij znllen verliezen." Op de volgende wijze verhaalde Belvigo, hoe hij ge vangen genomen was »Wij waren tegen middernacht met tien man cava lerie op verkenning uitgegaan. Omstreeks twee uur in den morgen waren we vlak nabij de Japanners, maar dachten nog binnen de linie onzer schildwachten te zijn. We zagen op een afstand eenige schildwachten en daar we ze niet duidelijk konden zien, riepen we: »Werda?" »Goed volk" antwoordden de schildwachten, die Japansche soldaten waren, in 't Russisch. Hierop vertrouwende gin gen we verder. Het was no bij drie unr geworden. Plot seling klonken geweerschoten achter ons en we werden door de Japanners aangevallen, 't Was te laat om te ontsnappen. Twee drie honderd man, die voor ons ver borgen hadden gelegen, kwamen nn ook te voorschijn »Geef je over", riepen zij ons toe, »of we schieten je neer 1" Wij gaven ons daarop over. De Japanners, die ons van allo kanten omringden, kwamen nu dichter bij en we gaven onze wapens over. Zij lieten ons onze paar den bohonden en brachten ons op ongeveer een unr mar- cheerens van daar. »Je znlt kameraden vinden om je te vermaken," zei men tot ons, en toen we afgestegen waren, brachten zij ons naar een plaats, waar zich een honderd- vijftigtal van onze makkers bevonden, die wat vroeger krijgsgevangen gemaakt waren. Er waren alleen soldaten, geen enkele officier. Vervolgens werd ons te eten gegeven, een uitstekend gerecht van visch bereid. Met het aan breken van den dag namen de Japanners ons verder mee naar Japan. Mijn makkers en ik waren ten zeerste verwonderd over de familiariteit tusschen de Japansche officieren en de soldaten. De soldaten offeren alles voor hun chefs op. 't Is een genot te zien met hoeveel regelmaat en juist heid de dienst wordt uitgevoerd. Bovendien zijn de Japan sche soldaten veel vlugger dan de Russische, omdat ze veel minder belast zijn dan deze. We hadden niet gedacht zoo goed ontvangen te worden. Vooral de Japansche dames schenen 't pleizierig te vin den, dat wij kwamen; zij dansten en zongen om ons heen. Geen enkelen keer is mij, tijdens mijn verblijf te Shi-ko-koe, verboden 't een of ander te doen. Mijn kame raden ook niet. Men had ons Shi-ko-koe als verblijfplaats aangewezen. Iedere groep in een afzonderlijke wjjk. De inwoners waren belast met 't zorgen voor ons onderhond, waarvoor ze schadeloos gesteld werden. In ieder hnis waren er drie van ons ingekwartierd en men zorgde zeer goed voor ons. We kregen gort, groenten en andere goed- voedende Japansche gerechten te eten. Over dag mochten wij vrjj door de stad loopen, want we behoefden niet te werken. Men had in den beginne ons gewaarschuwd, dat, als we ontsnapten en nogmaals in den oorlog krijgs gevangen gemaakt werden, men ons zon doodschieten. Ondanks de goede behandeling van da Japanners en dit dreigement, verveelden we ons zoo, dat eenige kameraden en ik besloten te ontvluchten, wat ons dan ook gelakt is." OverdelaatsteaanvallenopPortArthur loopen de berichten tamelijk uiteen. In één bericht heette het, dat de Rassen op hun laats te verdedigingswerken waren teruggeweken, maar volgens weer andere berichten zenden de gevechten om den Wolfs heuvel tot resultaat hebben gehad, dat de Russen dit belangrijke strategische pnnt weer op de Japanners her overd hadden. Volgens een bericht van nit de vesting ontkomen vreem delingen, waren de verdedigers overtuigd, dat de vesting nooit zon vallen, hoewel zjj verwachtten, dat geen huis zon blijven staan. Er is op het oogenblik geen vensterruit meer heel. Ook volgens Chineesche berichten moesten de Japanners twee forten, die zij aan de oostkust genomen hadden weer ontruimen, toen hun kameraden nit dichtbij gelegen stel lingen verdreven werden. De marineartillerie brengt de Japanners de zwaarste verliezen toe. Volgens de Echo de Paris, door zijn Peterburgschen correspondent ingelicht, zijn vooral de gevechten aan de oostelijke en noordooste lijke zijde van Port Arthur bloedig. By de aanvallen op de forten aan dezen kant, beweert ook dit blad, zonden de Japanners 18,000 man verloren hebben, tegen 4000 man van de Rassen, die meester van de forten bleven. De Japanners lieten daarbij drie stukken belegeringsgeschut achtervan generaal Stössel is geen enkel bericht door den staf ontvangen, die dit gerneht bevestigt. Beweging onder de Boeren. Uit Kaapstad wordt aan de Times geschreven, dat onder de Boeren een beweging gaande is om de deelnemers aan den strijd te vereereu. In de Kaapkolonie, Transvaal- en Oranjerivier kolonie worden gedenkplaten verspreid waarop teksten uit de Klaagliederen van Jeremia zijn gedrukt en waarin wordt opgewekt tot het gedenken van den oorlog. Daar mannen als generaal Botha deze beweging stennen wordt zij van belang en tevens voor de rust in de Engelsche Zuidafrikaansche Kolonies een gevaar geacht. De Ozar en zijn bevelhebber. De Ozar is, volgens een berichtgever van de Kölnische Volkszeitung, zeer mild jegens Generaal Koeropatkine, Op last des Keizers wordt diens traktement als Minister van Oorlog 30,000 roebel nog steeds aan het gezin van den Opperbevelhebber uitgekeerd. De Generaal ontvangt als opperbevelhebber 200,000 roebel per jaar, alsmede rjjke geschenken en toen hij naar Mantsjoerjje Vertrok schonk de Ozar hem als particulier vriendschapsblijk een som van 500,000 roebel. De Engelschen in Thibet. De nieuwste be richten over het voortrukken der Engelsche colonne berichten, dat de Ghambapas overschreden is, en dat het leger is aangekomen aan den oever van de Tsangpo. De correspondenten zijn verrukt over het heerlijke landschap aan de knst van het Schorpioenenmeer. De Tsangpo is bij de plaats, waar het leger overgestoken is, 135 meter breed, en bij de overvaart had men wel met eenige moeilijkheden te kampen, maar het ging toch gemakkelijker dan men gedacht had. De twee booten konden ieder 40 man bevatten. Er is ook een onde kettingbrug, maar die was onbruikbaar, daar de loop der rivier veranderd is. De overvaart zou in vier dagen plaats hebben, ge deeltelijk op vlotten. Deze schijnen echter niet zoo goed bruikbaar geweest te zijn het hoofd van den trein en intendancedienst, majoor Bretherton, een uitmuntend officier, heeft zijn leven bij de overvaart verloren. Met twee inboorlingen is hij jammerlijk verdronken.- In Chambapartschi werden groote graanvoorraden ge vonden en het geheele dal tot Shassa is bebouwd. Onder 1 de beschutting der witte vlag bracht den 24sten Jnli een bode een schrijven van den Nationalen Raad voor het Engelsche gezantschap, waarin verzocht werd niet in Lhassa, doch in een plaats, aan den weg daarheen gelegen, in Schoesehoel, te onderhandelen. Het antwoord op dit schrijven gegeven, is nog niet bekend. De droogte. Tengevolge van de droogte is in de Elbe boven Maagdenburg een merkwaardige steen voor den dag gekomen. De steen ligt in de bedding der rivier en men leest erop: »163I. Wanneer gij mij terugziet, zult gjj weenen", een zinspeling op de noodlottige gevol gen der droogte. Een soortgelijke steen Hnngersteine noemde het volk ze is bij Trebatsch in de Spree droog gelegd geworden. Hij draagt hetzelfde opschrift, maar dagteekent van rnim twee eenwen vroeger, nit het jaar 1407 namelijk. De Gemeenteraad van Schellinkhont heeft besloten de gemeente te verzekeren tegen geldelgke schadewelke voor haar hot gevolg kan zjjn van langdurige ongesteldheid van onderwijzers. Deze verzekering wordt gesloten bij de »Nederlandsche Maatschappij van Verzekering" te 's Graven hage, tegen een jaarlijksehe premie van 5 per onderwijzer. De Maatschappij verbindt zich daarvoor, uit te betalen de kosten der waarneming van ziekte tot een bedrag, bere- rekend naar ƒ500 per jaar. De oud hoogleeraar prof. Kooijker te Groningen is Donderdag plotseling overleden, terwijl hij voor particu liere zaken op een kassierskantoor vertoefde. Prof. dr. H. H. Kooyker was in 1832 te Amsterdam geboren en werd in 18/3 benoemd tot hoogleeraar in kliniek en diagnostiek te Groningen. Hij heeft veel ge ijverd voor de oprichting van sanatoria voor minver mogende longlijders. Door den minister van Marine is eene commissie be noemd om te onderzoeken, in hoeverre het denkbeeld uitvoerbaar zal blijken, om de beste, intelligente jongens van de matrozen-opleiding te plaatsen bij de opleiding van adspirant-machinist, ten einde hen voor machinist te doen opleiden. Als bewijs van belangstelling in de verkiezing der Eerste Kamer deelt men mede, dat het lid der Staten van Noord-Holland, de heer J. A. Laan te Wormarveer, nit Hamburg waar hg vertoefde, naar Haarlem

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 1