Personalia BURGERLIJKE STAND- LAATSTE TELEGRAMMEN. Dank moest bovendien gebracht worden aan Dr. M. N J. Moltzer, den man, die 18 jaren lang is geweest de drager van het klassiek onderwjjs hier ter stede, wiens inrichting voor hooger onderwjjs voor een deel de brng is geweest voor de stichting van het huidige Gymnasium Bij deze zinsneden werd door de aanwezigen luide ge applaudisseerd, een mooie hulde aan en erkenning van den arbeid van Dr. Moltzer. Het was echter ook een dag van hoop dus ging Dr. Blokhuis voort. Tot hoopvolle verwachtingen stemde het feit, dat Donderdag de lessen in alle zes klassen een aanvang zouden nemen met een onverwacht groot aantal leerlingen. Dit gaf recht om mot een gerust hart de toe komst tegemoet te gaan. Spr. behandelde daarna in algemeens trekken de vraag, wat naar zijne meening het doel en het karakter van het gymnasiaal onderwijs moest zijn en waarop dit behoorde te worden gericht. Hij deed daarbij uitkomen, dat het gymnasiaal onderwijs een produet is van geschiedkundige ontwikkeling, voortgekomen uit de oude Latijusche scholen. De moderne ontwikkeling is nog niet zoo heel oud, maar toch bestaat de kans, dat na verloop van jaren weder verschillende veranderingen zullen aangebracht worden en wellicht ook nog andere vakken zullen onderwezen worden. Wat evenwel zal blijven bestaan, dat is het onderwijs in de klassieke talen. Men meene intusschen niet, dat de vakken buiten het Grieksch en Latjjn als minderwaardig worden beschouwd aan het Gymnasium. Dat zjj verre Wanneer dit elders wel eens geschied is, dan lag bijna altijd de schuld hier van bij den docent en niet bij het vak, dat elk zijn eigenaardig organisme heeft. Wie zou b.v. durven verkleinen de waarde van da vaderlandsehe en algemeens geschiedenis, wanneer deze behandeld worden op de wijze zooals 't behoort te ge schieden, d.w z. door naspeuring van den samenhang der dingen en het vragen naar het waarom en hoe Boven dien, de geschiedenis is in hooge mate noodig voor een goed begrip der moderne kunstproducten. Dan zijn er de moderne talen. Dikwijls hoort man hot verwijt, dat zij stiefmoederlijk op het Gymnasium bejegend worden. Jnist is dit echter niet. Alleen moet men zich beter rekenschap geven van het doel, dat met dit onder wijs beoogd wordt. Er wordt naar gestreefd met dit onderwijs den geest te ontwikkelen en den leerling in staat te stellen de werken, voor zijne verdere vorming noodig, in de oorspronkelijke taal te lezen niet tracht men er vóór alles naar, 't den leerling mogelijk te maken zich in de vreemde talen vloeiend uit te drukken, wijl dit alleen door het reizen in vreemde landen te ver krijgen is. Met een enkel woord staat spr. hierna stil bij de wis kunde, die moet beschouwd worden als een ontwikkelend geestseherpend element. Desgelijks de natuurkunde, waar van ook een algemeen begrip wordt gegeven. En dan last not least onze moedertaal I Aan haar wordt speciale aandacht geschonken, opdat zjj, die hunne opleiding ontvangen aan bet Gymnasium, in staat zullen zijn de literaire producten van ons volk te genieten en zich gemakkelijk en goed zullen kunnen uitdrukken, waarvan het groote belang niet hoog genoeg kan worden geschat. Al deze opgesomde vakken zijn echter niet het ken merkende, het eigenaardige van het Gymnasium. Daarom staat spr. iets langer stil by het Grieksch en Litjjn. Met aanhaling van de hoogleeraren Mulder, Donders, Molenschott en anderen, schetst Dr. Blokhuis vervolgens do waarde eener klassieke opvoeding. Zij verleent geest kracht, die in staat stelt tot wetenschappelijke stndie, zij veredelt den smaak, zij vormt het karakter. Wie slechts één taal kent, kent eigenlijk geen taal Want slechts door de kennis van vele talen krijgt men het gevoel voor taalwetten. En tot dat doel leenon zich zoo uitmuntend het Grieksch en Latijn, omdat hier de taal het werktuig is om de fijnste nuances weer te geven. Spr. kan dan ook niet mes'aan met hen, die zoo afgeven op het ouderwijs in de grammatica. Door overdrijving is dit in miscrediet gekomeD, maar nu hoede men zich voor eon ander uitersteom bedreven te zijn in de literatuur moet deze wetenschap gebaseerd zijn op grammaticale kennis. Goed onderwijs streeft niet allsen naar net weten, maar ook naar het kunnen, naar het in praktjjk brengen van het geleerde. Dat geeft waarborg tegen overlading. Daarom moet de jeugd niet lastig gevallen worden met al te veel huiswerk, maar moet haar gelegenheid over blijven voor lectuur. Om die reden verheugt t spr. zeer, dat op de begrooting voor het Gymnasium ook een post is uitgetrokken voor een school bibliotheek. Spr. werkte vervolgens nog nader zijne stelling uit, dat de kennis van het Grieksch en Latjjn een gunstigen invloed heelt op den gooden smaak en den wil. Hij vond daarbij gelegenheid te roemen in het epos en erop te wjjzen dat ook den Gymnasium-leerlingen de wondere invloed niet ontgaat van de onsterfelijke zangen der Illias en Odyssee. Zij zjjn een bron van waar genot, ook voor het latere leven. Ter toelichting van zjjne meening haalde hij Horatins aan voor de lyriek, Sophocles voor het dramaHerodotus voor het proza, alsmede andere groote figuren der oudheid. Voor alle genres van litera tuur leverden die oude sehrjjvers en dichters voorbeelden, welke kannen dienen om de leerlingen van het heden te brengen in het rijk van het schoone en aldus de werken van den nienweren tijd voor hen genietbaar te maken. De stndie in de klassieke talen heeft nog meer voor- deelen. Van den omgang met de mannen en de vrouwen, zooals de Oudheid ons deze toont, moet uitgaan een in vloed tan goede op onze jeugd daardoor zullen vader landsliefde en burgerdeugden worden gekweekt. Spr. somde tal van figuren op, die den leerling voor oogen kannen worden gesteld en winste zullen opleveren voor diens karaktervorming. Voor spr. stond het vast, dat zonder klassieke studiën ook de cultuur vau onzen tjjd niet volkomen te begrjjpen is. En daarom kou hjj zich geheel vereenigen met den Dnitschen schrjjverdie betoogd heeft, dat deze studiën ook heden ten dage nood zakelijk zijn. Maar zoo wordt er vaak gevraagd waarvoor dient al dat Grieksch en Latjjn, een taal die niet ^espro ken wor-it, zoodat men de moeizaam verworven kennis toch weer vergeet Spr. antwoordde op deze verzuchting, dat de toekomstige dragers der wetenschap zich moesten ontwennen om bij alles te vragen naar het belang en het ant. Da wetenschap moet om haai-zelfs wille worden beoefend, gelgk door Helmholtz zoo voortreffaljjk is gezegd. Een ander verwijt is, dat het Gymnasium staat tegen- over den geest des tijds, die bovenal technische ontwik keling eischt. Dit is niet billijk. Men verlieze toch niet nit het oog, dat op het Gymnasium te Alkmaar vele uren per week worden gewjjd aan de wiskunde, de natuur kunde, de scheikunde en de natuurljjke historie. De er varing leert, dat men aldus voldoende kennis vergaart om de studiën aan de universiteit te volgen. Hier worden de toekomstige leiders van den Staat opgevoed en zjj leeren er dan vroegaren tjjd kennen, die beter is te over zien en dus ook beter te begrijpen dan den onze. Aan onsdocenten zoo liet dr. Blokhuis hierop volgen de schoone taak in dien zin te arbeiden, tot heif van het hoofd en het hart der Alkmaarsche jongens en meisjes Spr. bracht hierna, ook uit naam van zjjn mede docenten, dank aan curatoren, dat zjj ben ter benoeming hadden aanbevolen, alsmede aan B. en W. en aan den Raad, die volgens deze aanbeveling handelden. Allen mochten er verzekerd van zijn, dat rector en leeraren zich bewust zjjn van de groote verantwoordelijkheid, welke op hen rust en dat zjj hun best zullen doen om den bloei van het Gymnasium te bevorderen. In het bjjzonder bracht spr. hnlde aan mr. Van der Hoevenden president-curator, zoo bezield met liefde voor het klassieke. Op bet bezit van zoo iemand aan het hoofd mag menig ander gymnasium jaloersch zjjn. En wat de docenten aangaat, spr. herinnerde aan het oude »Concordia res parvao crescunt". In mjj znlt ge das sprak hjj iemand vinden, steeds bereid U te steu nen en te helpen, waar ik dat kan, maar ook Uw hnlp en steun heb ik vóar alles noodig. LateD wjj alles doen, opdat er tusschsn ons een aangename verstandhouding Zich wendende tot de ouders en verzorgers van de kinderen, riep spr. ook hunne medewerking iD, waardoor de moeilijke taak van rector en docenten aanmerkelijk zon worden vergemakkelijkt. Eindeljjk richtte Dr. Blokhuis zich tot de leerlingen Hjj bond hun op het hart leerlingen te zijn in den goeden zin des woords door jjverig te wezen eu bnn plicht te doen. Dan zonden zij begrjjpen, dat de docenten willen zijn hun oudere vrienden en allerminst hnnne plaaggeesten. Dan ook zal komen de band, die zoo geweuscht is tusschen leeraren en leerlingen. Deze woorden maakten onmiskenbaar indruk. Dr. Blokhnis eindigde met een Moge het Gymnasium worden een sieraad voor onze stad. Vivat jloreat crescat Gymnasium Alcmariensis Zijn toespraak vond levendige toejuiching. Mr. J. W. Mulder sloot hierna de bijeenkomst, allen nitnoodigende het gebouw, waar de gymnasiale lessen gegeven worden, te willen gaan bezichtigen. Aan den Gemeenteraad van Alkmaar geven met verschuldigden eerbied te kennen de onder- geteekenden, dat zjj met leedwezen vernomen hebben, dat in het prae-advies, uitgebracht over een voorstel van het Raads lid, den Heer H. J. Vonk, beoogende te komen tot eene reorganisatie van het onderwjjs aan de Openbare Burger school, het beginsel der go educatie, tot heden aan die school gevolgd, grootendeels wordt prjjs gegeven, welk beginsel door ondergeteekenden op paedagogische gronden ten zeerste wordt hoog gehouden en hetwelk zij alzoo gaarne bij alle onderwijs gehandhaafd zouden zien. Alkmaar 7 September 1904. Jacs, A. Vekkuyl, J. Oock. Me. J. W. Mulder. J. F. Teenooy Apèl. H. VAN DEK Hey. J. O. E. Müllemeistjk. Mr. J. Bruyn. W. A. Buekers, Mevrouw de Wed. L. Brunnek Brouwer. Mevrouw L. O. Koning Bootmkier. A. O. de Kegt. A. Buytendijk. W. Goetmakees. H. I. Bolman. E. M. van Soest. L. Holijn, De. J. C. Oveeduin. H. VAN DER SLEESEN. Me, A. Doebeck. P. J. 0. van Tooenenbuegh. Dit adres zal tot Maandagmorgen ter teekening liggen bij de boekhandels van de N. V. v/b Herm. Coster Zoon, Voordam, en van den heer Nederkoorn in de Schoutenstraat. Wie met het adres sympathiseert zal goed doen, daar van door zjjne handteekening blijk te geven. Het geldt hier een groot belang: de opvoeding der jengdl Kien krasse oude heer. Velen onzer lezers zullen zeker met belangstelling ver nemen, dat onze stadgenoot, de 85-jarige heer Querelle, dezer dagen nog alléén een rondreisje zal ondernemen door Frankrjjk en Luxemburg. Niet velen znllen hem dat zeker nadoen. Het nieuwe gebouw. Wanneer men de nieuwe deuren in den rechtervleugel van den gevel van het Burgerweeshuis binnentreedt, komt men in een nette vestibule, waar een eenvoudige, maar keurig afgewerkte en gemakkelijke trap naar de bovenverdieping leidt. Daar betreedt men langs het »claviger de kamer van den concierge, een lange gang, die met haar gestu- oadoorde muren en zoldering iets imponeerends heett. Ter weerszjjden van deze gaug beeft men de lokalen, voor de verschillende klassen bastemd, een kamer voor den reetor, een voor de leeraren en voorts de overige in iedere onderwijsinrichting noodzakeljjke appartementen. De lokalen, we zouden ze ook leerkamers kunnen noe men, zjju niet groot van afmeting, althans wat lengte en breedte betreft, doch onderscheiden zieh door iiinke hoogte en flinke verlichting. De meubileering mag eenvoudig heeten. Het nieuwste systeem banken vindt men er niet, ja in sommige klas sen dragen ze zeer goed zichtbare sporen van vroeger gebruik. In de hoogste, de 6e klasse, mist men de banken, daar staat voor eiken leerling een tafeltje met een stoel. Smaakvol, doch niet weelderig ingericht, is de rectors kamer, waarvan de wanden zgn versierd met tal van photografieën van Grieksche en Romeinsc'he beeldhouw werken. Deze kamer ziet nit op het kerkplein, terwijl aan de overzjjde de leeraarskamer ligt, met uitzicht op de binnen plaats en den tain van het Weeshuis. Ook deze is een voudig gemeubileerd, doch maakt evenals die vau den rector een aangenamen indruk. In 't kort samengevat, was onze indrnk bij de bezichti ging van gisteren deze Alkmaar heeft voor niet te hooge kosten een onderwijsinrichting, die zeer voldoende kan heat-en, die aan billjjke eischen ten voile beantwoordt. GETROUWD 7 Sept. Johannes Gerardus Brakenhoff, en Fenne Bouma. Albert Hofstee, en Aaltje de Graaff. 8 Petrus Pels, en Marytje Kabel. Frederik Sophines Wilhelm Verschuur, en Dina Maria Hulst. Tennis Veen, Wedn. van Elisabeth Musman, en Neeltje Maria Spierdjjk, Wed. Oornelis Kaai. GEBOREN 6 Sept. Martinus, z. van Tennis Kaagman en Alida Adriana Schut. 7 Johannes Bernardns, z. van Hendrik Johannes Geels, en Johanna Alida Wessels. Petronella Klasina, d. van Willem Stoop, en Engeltje Seholder. OVERLEDEN 6 Sept. Maria Geertruida Ibink Melonbrink, Echtgen. van Mr. Jacobus Petrns Kraakman, 60 jaren. 8 Jantje Schaper, Echtgen. van Oornelis Vlaar, 49 jaren. Tot hoofdingeland van het ambacht van West-Friesland (genaamdde Sehager en Niedorperkogge) is benoemd de heer K. Jonker, te Barsingerhorn. De heer J. Swan is benoemd tot bestuurslid der banne Haringhuizen. Voor de betrekking van onderwijzeres aan de openbare lagere school te Ursem hebben zich 13 sollicitanten aan gemeld. Tot tjjdeljjk onderwijzeres is aangesteld mej. G. v. Albada. Men verzoekt ons te meldendat de versiering van de groote zaal van de «Harmonie" was tot stand ge bracht door samenwerking van de heeren Gebre. Molenaar, decorateurs, Kenter, handelaar in '„apjjten enz. en Dogge- naar, bloemist. Tocht van versierde vaartalgen. Behalve den étalage-wedstrjjd tjjdens de a.s. landbouw- feesten, uitgeschreven door de vereeniging «Alcmaria", zal bovendien op Dinsdag 20 Sept., des namiddags van 8 5 nnr, een tocht van versierde vaartuigen woeden gehouden, waarvoor door de feestcommissie 3 a 4 prijzen (prachtige kunstvoorwerpen) worden uitgeloofd. De deel nemers aan dezen wedstrijd mogen des avonds met hunne vaartuigen, mits verlicht, het waterleest op het kanaal bjjwonen. De aangifte tot deelname staat open tot 15 Sept. bij den Socrt. der feestcommissie, den heer A. J. Stikkel. JDe Burgerschool en de Meisjesschool. De voordracht van B. on W. in zake de reorganisatie van de Burgerschool en de Meisjesschool, waarbjj grooten deels wordt prjjs gegeven het beginsel der co-aducatie is door velen in onze stad met leedwezen ontvangen. Zooala men zich herinneren zal, hebben wij in ons nummer van den 21en Augustus gemeend op de zwakke zijde van dit voorstel de aandacht te moeten vestigen, en wij kannen verklaren, dat wij zelden iets geschreven hebben, waar mee zoo van alle kanten sympathie word betuigd. Om te verhoeden, dat de bewuste voordracht ongewij zigd wordt goedgekeurd, zal, naar wjj vernemen, het volgenda adres aan den Raad worden gericht De jongste gevechten. LONDEN8 September. De correspondent n de Daily Mail bij het leger van Koeroki geeft een beschrjj- ving van de gevechten bjj Tongho op 23 en 26 Aug., welke voorafgingen aan de bezetting van Anping. De Japansche granaten, das schijjft hij, vielen onophoudeljjk, uur aan nnr, op de Rassen, die onbeweeglijk op hnn post bleven. De Japansche infanterie wierp bij het vooruit rukken de uniformjassen nit, ten einde zich vrijer te kunnen bewegen. Op die wijze bood zij den vijand een voortreffelijke witte schjjf. Toen zij op de loopgraven stieten verschenen de Ja pansche vlaggen als bjj too verslag op de berghellingen; de vaandeldragers heschen zich tegen de hellingen op, hunkerend naar de eer om het eerst op den top te zgn. De Rassen vonden voor het meerendeel den dood op hun post; er werden slechts drie gevangenen gemaakt. Da Japansche troepen gelooven van zich zelf, dat zjj, door den hemel gezonden, deel uitmaken van een altoos- overwinnend leger. LONDEN, 8 September. De correspondent van de Standard bij Koeroki's leger geeft een beschrjjving van den aanval op Anping; naar hij verzekert waren de var liezen van het Japansche centrum zeer groot. Ean batal- lon werd in de pan gahakt. De Japansche rechter vleugel had meer succesde Rassen deden geen enkele poging om een tegenaanval te ondernemen. Acht stukken veldgeschut, die door het rechter-legerkorps buitgemaakt werden, waren op een hoogte geplaatst, die zeer moeilijk te beklimmen was. De Rassan verdedigden deze batterij als wanhopigen, door steenen en rotsblokken naar be neden te laten rollen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 3