taal aif 2 Van Week tot Week Honderd en zesde jaargang. 1904. VRIJDAG 16 SEPTEMBER. Nationale Militie. Bïï I TE NL AN D. NO. 111. Eerste blad. Zij, die zich met ingang van 1 October a.s. op de Alkmaar- sche Courant abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. Algemeen Overzicht. ALKMAARSCHE COI BAAT. Deze Oonrant wordt Olnsdag-, Doaderdag- 82 XaterdagaT oid uitgegeven, Abonnementsprjjs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele rjjk f 1, 8 Nnmmers t O,OH. Afzonderlijke nummers 8 cts. BB Telcfoonnui aer 3. Prjjs der gewone advertentlën Per regel fj©,13, Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER k ZOON, Voordam 0 9. BURGEMEESTER eu WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat het register der ln 1904 voor de lichting der Matlonale Militie van 1903 Ingeschrevenen en de alplia- betlsche naamlijst, ter gemeente-secretarie ter In zage znllen liggen van 16 tot en met 24 September e.k., van des voormiddags 9 tot des namiddags 2 nur, binnen welken tijd daartegen bezwaren kunnen ingediend worden bij den heer Commissaris der Koningin in deze provincie, door middel van een door de noodige bewijs stukken gestaafd verzoekschrift, op ongezegeld papier, onderteekend door hem die ze inbrengt. Het verzoekschrift wordt tegen bewijs van ontvang ingebracht bij den Burgemeester der woonplaats, die het terstond opzendt. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 14 Sept. 1904. DONATH, Secretaris. De Abattoir-quaestie. (Vervolg.) Alles, waarnaar menstreeft kan men bereiken, als men 't maar niet opgeeft en tegen geen moeite opziet. Grieksche spreuk, aangehaald door Br. O. Blokhuisbij de plechtige opening van het Gymnasium te Alk maar Wjj eindigden ons vorig overzicht van de geschiedenis der Abattoir-quaestie met do mededeeling, dat de door de heeren De Groot, Vonk en Loomau uitgebrachte rap porten in behandeling kwamen in de Raadszitting van den 16en Augustus 1899. De Voorzitter had de beleefdheid den heeren dank te brengen voor de wijze, waarop zij zich van hun taak hadden gekweten dat was het eenige mooie moment in de besprekingen. Want dadelijk daarop kwam de heer Kraakman met een vernieuwde poging tot nitstel. Behalve de gebruikelijke argumenten over gemis aan tij 1 voor nauwgezette studie bepleitte de heer Kraakman zijn voor stel om de verdere behandeling te verdagen tot na 1 October op grond van de aanstaande vernieuwing van het Dageljjksch Bestuur nit dezen tijd dateert de benoeming van den heer G. Ripping tot burgemeester en op grond van de overweging, dat de Raadsleden dan gelegenheid zonden hebben kennis te nemen van het kort te voren gehouden Congres van Openbare Gezondheids regeling, waar ook de vleesehkenring was ter sprake ge bracht. Wat baatte 't, of de heer Vonk krachtig hiertegen zijn stem verhief en wees op den langen tjjd, dien de zaak al aan de orde was geweestWat hielp 't, of dit Raadslid de zeer logische opmerking maakte, dat 'tjnist bjjzondere aanbeveling verdiende om de zaak tot een op lossing te brengen onder het bestaande dageljjksch be- stuur, dat zich immers ingeworkt had in het vraagstuk en het van alle kanten had bekeken De tegenstanders van een abattoir, vermeerderd met de beslniteloozen, wisten zich juist een meerderheid te verschaffen de mo tie-Kraakman werd met 9 tegen 8 stemmen aangenomen, 't Is met het oog op de nn weer te wachten debatten wel interessant om te vermelden, dat zich tegen de motie verklaarden de heeren De Groot, Vonk, Preijer, Brelmans ter Spill, De Wit, De Lange, Bosman en Bruinvis (de voorzitter). Inmiddels begreep de Alkmaarsche-Slagers-vereeniging, dat 't tijd werd om ook weer wat van zich te doen hooren. Den I9en September 1899 zond haar bestuur een adres aan den Raad, waarin andermaal werd aangedrongen op verwerping van het voorstel tot oprichting van een abafc toir. Dit adres werd in de Raadszitting van den llen October gesteld in handen van de speciale commissie, bestaande, zooals men weet, nit de heeren De Groot en Vonk. Deze commissie liet van het adres niet veel heel. Zij verweet den adressanten het wijselijk verzwijgen van het hoofdmotief, zij voegde hun toe, dat zjj de cijfers behen dig hadden gegroepeerd en niet met waardigheid en ernst daarbij hadden gehandeld. Hare conclusie luidde, dat de becijfering en de vergelijking der Slagersvereoniging op valschen grondslag berustten, zoodat zij persisteerde bij haar voorstel om tot de oprichting van een abattoir over te gaan. In de Raadszitting van den 28an Februari 1900, thans voorgezeten door den heer G. Ripping, werd al evenmin op waardeerende wijze over het adres gesproken. Het voorstel van B. en W. was dan ook, te handelen in overeenstemming met het rapport der speciale raads commissie, evenwel onder voorwaarde, dat do kosten voor een eventueel te stichten slachthuis de som van f75000 niet zonden overschrijden. Weer werd dus tot den Raad de nitnoodiging gericht om met een »ja'' of »neen" te antwoorden. Maar ook weer was de heer Kraakman op zijn post om 't niet tot znlk een uitspraak te laten komen. Thans had hij er het volgende op gevondenDen Raad gaf hij in over weging te besluiten 1 alle stukken, betrekking hebbende op het gemeentelijk abattoir, opnienw te stellen in han den van B. en W. ter fine van nader advies en voor dracht hnnnerzjjds 2°. B. en W. nit te noodigen, dat bij nadere voordracht het terrein voor den eventneelen bouw zon worden aangewezen en de kosten van den bonw zonden worden voorgedragen, beperkt tot een bedrag van ongeveer t 50.000, met dien verstande, dat de aard van het terrein en van de bouwplannen latere uitbreiding zonden mogelijk maken. De heer Vonk kwam natuurlijk daartegen in ver zet. Als praclisch man van zaken, wien al dat uit stel een gruwel was, Led hij uitkomen, dat 't veel doelmatiger was zich eerst over de weuscheljjkheid van een abattoir nit te spreken en dan te discussiëren over terrein, kosten en inrichting, welke opvatting stenn vond bij den voorzitter en bij de heeren Bosman en De Wit. De stemming bracht echter de in deze materie gebrui kelijke uitkomst het voorstel-Kraakman werd aange nomen met 9 tegen 7 stemmen. Tegen stemden ditmaal de heeren Boelmans ter Spill, De Groot, De Lange, Yonk, Prejjer, Bosman en De Wit. B. en W. konden dns voor de zooveelste maal aan het werk gaan. Den 12en Januari 1901 verscheen van hnnue hand een gemotiveerd voorstel, eenigszins verkort luidende als volgt »Wij hebben de eer uwe vergadering voor te stellen, A. over te gaan tot de oprichting van een openbaar slachthuis op de wijze als in het schrjjven van den ge meente-architect d.d. 10 Jnli is aangegeven B. te nemen het volgende besluit de Raad, Overwegende, dat, ten behoeve der oprichting van een openbaar slachthuis, er noodzakelijkheid bestaat om over te gaan tot aankoop van gronden, opstanden en terrein afscheidingen, voor zoover die aan den Staat toebehooren en deel uitmaken van het zoogenaamde afgesneden kanaal vak; Volgt nadere omschrijving.) Overwegende, dat Z.E. de Minister van Financiën zich heeft bereid verklaard bedoelde gronden, nadat taxatie door twee deskundigen was voorafgegaan, aan deze gemeente in eigendom over te dragen voor f 10.000 Beslnit de bovenaangeduide gronden enz. aan te koopen voor eene som van f 10.000," De kosten van een slachthuis zonden, volgens het plan van den gemeente-architect, bedragen f 62970, met dien verstande, dat daaraan voorshands geen koel-inrichting zon zijn verbonden. B. en W. overtuigden er zich bovendien van door ad vies te vragen bij Dr. J. D. Boeke, of er ook bezwaren waren verbonden aan de plaatsing van het abattoir in de nabijheid van boterfabriek en gasfabriek, waarop zij ten antwoord ontvingen, dat het bedoelde terrein in alle opzichten als uiterst geschikt mocht worden beschouwd en geen nadeelige gevolgen van de beide genoemde fa brieken waren te duchten. Zon men dan er nn eindeljjk toe overgaan om spijkers met koppen te slaan P 't Mocht wathet lijdelijk verzet van den heer Kraak man was nog lang niet uitgeput. In de Raadszitting van den 31en Jannari 1901 wist hij andermaal een decisie te verhinderen. Ditmaal nam hjj daartoe te baat een voorstel om alle stukken nog maar weer eens te stellen in handen van een raadscommissie ter fine van advies, 't Wordt wat eentonig om weer mel ding te maken van het verzet daartegen, te meer daar 't ook thans weer niet baattehet voorstel-Kraakman toch werd aangenomen met 9 tegen 8 stemmen. Tot leden dezer speciale commissie werden benoemd de heeren Kraakman, Stoel, (helaas eenigen tijd later overleden) Van den Bosch, Glinderman en Luiting. Vier heeren, van wie men niet kon aannemen, dat zjj veel haast met de zaak zonden maken. Wat zij dan ook niet deden. Even kwam de abattoir-qnaestie nog om den hoek glu ren in de Raadszitting van den 27en Maart 1901, toen de heer Boelmans ter Spill, benoemd tot voorzitter der commissie, ter sprake bracht een door den Hoogen Raad gewezen arrest, waarbij een slager te Groningen, die buiten het aldaar bestaande abattoir had geslacht, werd ontslagen van rechtsvervolging en toen ging de deksel weer voor gernimen tjjd op den doofpot. Het aanhooren van dit alles eisoht al veel geduld hoe moet 't dan B. en W. wel te moede zijn geweest bjj znlk een slakkengang 1 We zjjn er nog lang niet, maar de rest bewaren we liever voor een volgend nummer. Wanneer men zoo dag aan dag zjjn aandacht heeft te schenken aan gekibbel over een étalage-wedstrijd, aan een abattoir-quaestie waarover ook nog lang niet het laatste woord is gesproken, aan een school qnaestie, die ook maar niet zoo een-twee-drie is op te lossen, aan tal van andere plaatselijke aangelegenheden, dan zjjn er twee onfeilbare middelen om eens op andere gedachten te komen. Het eerste is een rondwandeling door onze mooie stad en de lachende landouwen, die haar omgeven de stad geeft altjjd weer verheuging door haren schat van her inneringen aan »den goeden, ouden tjjd" de natnnr wjjst nooit onbevredigd af hemdie haar zoekt. Maar er is nog een ander middel, dat ook nitmnntend helpt en dat is: bet rondkjjken in het buitenland. Dat laatste middel hebben wij ditmaal aangegrepen en wjj hopen, dat onze lezers ons willen volgen, waar wij ons eenige oogen- blikken in den geeste willen verplaatsen naar Paraguay 't Is daar anders ook verre van rustig. Woelingen zjjn er aan de orde van den dag. En zooals 't altjjd gaat, uit al die verdeeldheid wordt niets goed geboren. De opstand in Paraguay schijnt zich eer nit te breiden dan aan 't afnemen te zijn. De opstandelingen worden er steeds driesternog maar enkele dagen gele den hebben zij Villa-Concepcion in bezit genomen en daar 400 man met wapenen en munitie krijgsgevangen gemaakt. Van eene schikking met de Regeering willen zjj niet hooren en men verwachtte een nieuwen aanval te land en ter zee op Ascuncion. Alle scholen zjjn gesloten. De Argentijnsche republiek heeft geweigerd de opstan delingen als oorlogvoerenden te erkennen en naar men nit Bnenos-Ayres schrijft zjjn de drijfveeren tot den op stand van een niet al te nobel karakter. Met zegt, dat die op touw gezet is en betaald wordt door den bankier Gnillermo de los Rios, ond-minister van Financiën en gewezen candidaat voor het presidentschap als mededinger van den tegenwoordigen President, kolonel Ezcurra, die in 1902 tengevolge van een militairen opstand, die presi dent Aceval ten val bracht, gekozen werd. Uitgeweken Paragnayers die vroager in Argentinië bij leger en vloot in dienst waren getreden, hebben hnn ontslag genomen om mee te doen en de gebroeders Lopez, zoons van wjjlen den dictator van dien naam, steunen de beweging, welke aangevoerd wordt door den gewezen profeet van Ascun cion kolonel Elias Garcia en een advocaat nit Bnenos Ayres Ferreyra. De eerste opereert ter zee, de ander te land. De opstandelingen verwijten President Ezcnrra een gelukzoeker te zijn en dat hij allen beschaafden van ambten en bedieningen uitsluit ten gunste van de »colo- rados", een onbekwaam en nienw militair bestuur heeft ingevoeld ten koste van 't bnrgerlijk element. De vroegere Presidenten en invloedrijke partijhoofden generaals Cnballero en Escobar daarentegen hebben zich met de Regeering verzoend en plaats genomen in een nienw ministerie. Het ongelukkige Znid-Amerika is van ai die tweespalt maar de dope. Het land is ook in het zuideljjk eu het centrale deel ijjk genoeg, maar de hnlpbronnen kunnen niet tot ontwikkeling gebracht worden door de einde- looze twisten. De Vereenigde Staten van Noord-Amerika zjjn hier een navolgenewaard voorbeeld. Een algemeene klacht van alle oorlogecorrespondenten in OoBt-Azië is, dat zij zoowel door de Russen als door de Japanners zoozeer in hnn taak bemoeiljjkt worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 1