Een Familievloek. ALKMAARSCHE COURANT. BUITEN LAND. FEUILLETON. BINNENLAND. Gemengde ïïededeelingen. ROMAN Enfemia Gravin van Adlersfeld-Ballestrem. Nieuwst ij dingen. No. 118. Honderd en Zesde Jaargang. 1904. Vrijdag 30 Sept. 1904 Tweede blad. Ben tweede Haagschc Vredes-conferentie. Aan de gedelegeerden van hel interparlementair Con gres te St.-Louis heeft president Roosevelt, in antwoord op de mededeeling der besluiten van dat Congres, in hoofdzaak hut volgende geantwoord Door de Regeering der Vereenigde Staten zijn reeds stappen gedaan om arbitrage-verdragen te sluiten met alle naties, die daartoe geneigd zjjn en de diplomatieke vertegenwoordigers van de Unie in de hoofdsteden der verschillende landen zijn reeds in dit opzicht met bedacht zaamheid opgetreden, Maar ik begroet n met groot ge noegen als de vertegenwoordigers in zekeren zin eener groote internationale strooming, om te komen tot vrede en welwillendheid onder de volken. Wjj deden reeds stappen om te komen tot arbitrage verdragen met andere naties. Maar binnen niet al te langen tijd hoop ik de overige naties uit te noodigen om deel te nemen aan een tweede Congres van 's-Gravenhage. Ik ben van oordeeldat onze pogingen den vorm moeten aannemen van eene voortzetting van hetgeen te 's Gravenhage is begonnen. Te 's-Gravenhage zjjn vele quaesties onopgelost geble ven on het was te voorzien, dat een tweede conferentie noodzakelijk zou worden. Er is nu een aanzienlijke tijd verloopen en ik ben met u van meening, dat thans het oogenblik gekomen geacht mag worden, om stappen te doen ter voltooiing van het werk, op de eerste Conferentie begonnen. Het zou te veel verlangd zjjn, reeds nu een onmiddel lijk slagen te verwachten van de groote zaak, waarvoor gjj strijdt. Maar toch kan eene daadwerkelijke vooruit gang worden verkregenwanneer wij met beslistheid en overleg afgaan op het doel, om onder de naties, evenals onder de onderdanen van elke natie, een juist begrip van de verantwoordelijkheid jegens elkander te wekken en een rechtvaardige erkenning van ieders rechten. Recht en verantwoordelijkheid moeten hand aan hand gaan en ons streven moet wezen bij elke natie een juist begrip op te wekken der rechten van de andere naties, Met dat doel zal ik binnenkort eene Conferentie bijeen roepen, als gij mij verzoekt. De Duitschers in Zuidwest-Afrik a. Ge neraal von Trotha heeft den 19en eenige berichten over den opstand der Herero's geseind. De verbindingslijnen der verst vooruitgeschoven posten met de basis zijn zoo lang geworden dat het zeer moeilijk is, proviand enz. op tijd te zenden, vooral omdat de trekdieren schaarech zijn en er veel sterven. Er hebben verscheiden scher mutselingen plaats gehad met de Herero'sde Duitschers leden daarbij geen verlies. Er worden weder eenige sterfgevallen aan typhuB gemeld. Het vorstelijk huweljjk. Het huwolijk van den Duitschen kroonprins met hertogin Cecilie van Meck lenburg zal waarschijnlijk in Mei a.s. worden voltrokken. Het jonge paar zal dan het Marmor-Palais te Potsdam betrekken en tegen den winter naar het Stadtschlosz verhuizen. De Vesuvius. De werking van den Vesuvius ver mindert geen oogenblik in hevigheid. Het voornaamste station van den spoorweg der heeren Cook staat in brand. Een verbazend groote steen ma sa, die door den vulkaan omhoog geslingerd was, kwam neer op het Atrium del Qavallo. De lavastroomen houden aan. Men heeft 1844 ontploffingen geteld in 13 uur tjjds. Een anarchistische aanslag in een tun nel. De Milaansche bladen vernemen uit Domo d'Ossola, dat een anarchistische aanslag ontdekt is in het binnenste gedeelte van den Simplon-tunnel. De machinist van een zwaar beladen goederentrein bemerkte, gelukkig bjjtijds, dat sterke ijzeren staven op de rails gelegd waren. Nadat VAN 25) »En ook de keurvorsteljjke en vroeger koninklijk Pool» sche opper-jagermeester graaf Orsinsky is gestorven, en heeft niets dan schalden nagelaten," vertelde de oude dame. »Heel treurig," zeide Frederik Leopold, yverkeljjk diep getroffen, want deze opperjagermeester was zeer bevriend geweeBt met zijnen vader. »Wat is er van zjjne familie geworden »Nu, zjjn dochters leven hier in een abominabel kleine woning natuurlijk slechts van datgene, wat zijn keur- vorsteljjke genade haar geeft. Maar daarbij doen zij zoo orgueilleuses, als kwamen de middelen om haar ellendig leven te rekken alleen uit hare propres dépenses »Zij willen zich waarschijnlijk liever niet door allerlei menschen met medeljjden laten aanzien," meende Frederik Leopold. »Dat zijn bêtises, als toch tout le monde woet hoepauvre zij leven." »Hm Ik zal de dames natuurlijk mijn compliment gaan maken", zei de jonker nadenkend, waartegen de hofmeesteres volstrekt niets wist in te brengen, slechts raadde zjj haren zoon aan, met politesses niet al te splendide te zijn, daar de beide comtessen Ursinsky toch slechts gevallen grootheden waren een wenk, die, hoewel geheel in overeenstemming met de algemeene opinie, toch zeer met de gevoelens van den jonker in strijd was, die van 't ridicule idee uitging, dat vrienden nu eenmaal vrienden bleven, of zij arm of rijk waren. »Maar mon fils zijn in zijn oud uilennest van een slot de aanslag ontdekt was, zijn 4 anarchistische arbeiders naar Zwitserland gevlucht. Trouwen op proef. Ter voorkoming van ongeluk kige huwelijken heeft de bekende Engelsche romanschrij ver George Meredith zich veiktaard voor verbintenissen voor een bepaald aantal, b.v. vijf, jaren, bij wjjze van proef. Na dien tijd zon 't huwelijk, indien 't niet ver nieuwd wordt, vanzelf, zonder eenige formaliteit, ont bonden zijn. De kinderen zouden worden opgevoed met behulp van een fonds, waarvoor de huwenden door den Staat verplicht worden zich te verzekeren. Ietwat griezelig. Te Manchester wordt eene tentoonstelling gehouden betrekking hebbende op het begrafenis-wezen en georganiseerd door de vereenigirg der aansprekers in Noord-Engeland. Hier is alles bijeen gebracht wat tot het vak behoortverbeterde doodkisten, ontsmettingstoestellen, enz., tot prentkaarten toe. Er worden technische lezingen gebonden en een feest maal zal alles besluiten. Het Koninklijk Echtpaar te Amsterdam. H. M de Koningin verleende Dinsdag voormiddag audiëntie aan vele officieren van leger, vloot en schut- terjj en te 1 uur aan civiele autoriteiten. Onder ben waren nagenoeg alle Commissarissen der Koningin in de verschillende provinoiën en een groot aantal leden der rechterlijke macht. Voorts professoren, predikanten en geestelijken van andere dan de Herv. gezindte j dan tal van burge meesters, uit vele steden en dorpen des lands allen in ambts-gewaad. Daaronder ook uit Alkmaar. Verder vele leden der Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal, Gedeputeerde Staten van Noord-Holland en andere provinoiën, Provinciale Staten van Noord- Holland, vele depntatiën van wetenschappelijke col leges, als ook van kunst- en liefdadige instellingen, te zamen meer dan 1000 personen. Op het oogenblik, dat H. M. de Koningin in de audiëntie- (Mozes-) zaal was verscheneD, plaatste de adjudant zich op een verhevenheid aan den ingang van de audiëntie zaal en riep de namen af van hen, die aan de beurt waren om aan H. M. buigend voorbjj te gaan, enkelen om een kort woord tot H. M. te richten. De burgemeester van Amsterdam stelde de Raadsleden aan H. M. voor en hield daarbjj eene korte toespraak, luidende als volgt Het is mjj een groot voorrecht Uwe Majesteit en H. D. Gemaal thans gezond in ons midden te mogen zien en ik geef U de verzekering, dat Amsterdams burgerjj zeer teleurgesteld was, toen het bezoek in Mei om ge zondheidsredenen moest worden uitgesteld. Ik zal niet trachten U de gevoelens te vertolken, want de geestdrift, waarmede Uwe Majesteit allerwege wordt begroet, zegt dit dnideljjker dan ik dit vermag te doen. De groote belangstelling, die Uwe Majesteit steeds aan den dag legt voor do geschiedenis der hoofdstad, ontslaat mij van de verplichting aan Uwe Majesteit een uitvoerig overzicht te geven vau den toestand van Amsterdam op dit oogenblik. Het is Uwe Majesteit bekend, hoe hier gedurende 4 maanden strijd geheerBcht heeft in de Diamant-Industrie, waarbjj duizenden burgers rechtstreeks of zijdelings waren betrokken, en die eindigde op een w|jze, welke verwachten doet, dat Amsterdam in de eerste jaren van zulk een ramp zal verschoond bljjven aangenaam is het m|j u te kunnen mededeelen, dat de toestand der dia mant-industrie op dit oogenblik reden geeft tot tevreden heid. Daarbjj mag ik echtor niet verhelen, dat Amsterdam thans moeielijke tijden doormaakt, aangezien nuttige, zelfs noodzakelijke uitgaven langer moeten uitgesteld worden dan wenscheljjk is. Toch laat Amsterdam den moed niet zakken en bejjvert het zich om handel, scheep vaart en nijverheid, waarvan Uwe Majesteit ook thans weer bij Haar bezoek aan verschillende inrichtingen een indruk heeft ontvangen, tot grooter bloei te brengen. Ons streven, besloot spr., is, om vereenigd door liefde voor Oranje, saam te werken voor de grootheid van de hoofdstad van Haar Rijk. zulke points de vue vreemd geworden, en daar hjj hals starrig is als alle Ulmenrieds moet men hem voorloopig daar wat in toegeven, dat sljjt mettertijd in onze kringen wel wat af," had de jonkvrouw er vertrouwelijk bij een vriendin aan toegevoegd. Eu zoo ging Fredetik Leopold op een goeden dag naar 't kleine huisje aan de Oude Markt, in hetwelk de dochters van den overledeu vriend zijns vaders woonden, en toen hjj aan de deur klopte met den ouderwetechen koperen klopper, opende hem de oud ste dochter zelve een lange, schrale verschjjning met een streng gezicht, dat voor haren leettjjd oud scheen, want ze moest op zijn hoogst dertig jaar zijn, lerwjjl zij er als veertig uitzag. Zij keek den bezoeker een oogenblik onderzoekend aan, daarop kwam er een vriendelijke trek op haar gelaat. »Gij, Frederik Leopold vroeg ze hartelijk. »Wat brengt n hierheen Wat aardig, dat gij de oude vrien den niet hebt vergeten." »Ik vergeet niemand en nooit, gravin Casimira", ant woordde Frederik Leopold, terwjjl hij de hand der dame, die van ruwen arbeid getuigde, aan zijne lippen bracht. >Welk een zeldzame eigenschap," merkte zij zonder eenige bitterheid op. »De oude vrienden van mjjn vader hebben ons bijna allen vergeten, omdat wjj arm zjjn." >Mjjne moeder ook vroeg hij verwonderd. »Neen, niet geheel," antwoordde Casimira aarzelend, »maar maar zij herinnert zich onzer op zulk eene wijze, die ja, kunt g|j begrjjpen wat bedelaarstrots is Gij moet nwen gerechtvaardigden trots niet aldns noemen, gravin." »Ja, maar men vindt m|jn aikeer van aalmoezen onge rechtvaardigd," antwoordde zij»zoo is de wereld nu eenmaal en het zal wel nooit beter worden. Maar kom binnen, lieve vriend ik heb u inderdaad tot nu toe aan den ingang laten staan." Frederik Leopold volgde Casimira in het kleine, uiterst zindeljjk verzorgde kamertje, waarin nog eemge kostbare meubelen, erfstukken uit eenen beteren tijd, naast een voudige stoelen en tafels stonden, en het werd hem wee- H. M. zeide met groote belangstelling de crisis in de diamant-indastrie te hebben gevolgd en het einde daarvan met groote genoegdoening te hebben vernomen, alsmede dat die industrie thans bloeit. De hartelijke sympathie, waarmede Zjj en Haar Gemaal ook nu weer door de be volking was ontvangen, was haar een bljjk van gehecht heid aan Haar hnis. H. M. besloot met de beste wen- schen voor Amsterdam. Van 4.30 tot 5.30 werd een rij toer gemaakt, en daarbjj een bezoek gebracht aan »Art,i et Amicitlae" waar voor dit hooge bezoek eene tentoonstelling georganiseerd was van schetsen en studies van leden der maatschappij. I H. M. de Koningin verleende Woensdagmorgen audiëentie aan vele commissi! n. De voorzitter der Kamer van Koop handel te Amsterdam, de heer S. P. van Eeghen, sprak zjjn vreugde uit over de komst der Koningin, ten teeken ook van Haren verbeterden gezondheidstoestand. Moge de toestand van handel en njjverheid te Amsterdam den laatsten tjjd geen aanleiding geven tot blijdschap, er is daarom geen reden aan de toekomst te wanhopen. Amster dam verwacht in deze veel van de verbetering van het Noordzeekanaal, waaraan de hand is geslagen. Trouwens, de laatste statistische cjjfers wjjzen alreeds op vooruitgang. H, M. antwoordde, dat het Haar een voldoening is geweest, Haren wensch om de hoofdstad te bezoeken toch ook dit jaar nog in vervulling te hebben mogen brengen. Want al wat de stad betreft, maakte Haar be langstelling gaande. De laatBte mededeeling van deu heer van Eeghen heeft Haar met bljjdschap vervuld. Voorts dient vermeld, dat twee dames van het Natio naal Comité in zake wettelijke regeling van den vrouwen arbeid, H. M. een in fraaien omslag vervat adres aan boden, waarbjj om vernietiging wordt verzocht van het Kon. Beslnit, dat aan gehuwde vrouwen verbiedt rijksbe trekkingen te bekleeden. De dames, die het adres aanboden, waren mevrouw SchöfferBunge en mejuffrouw Hoitsema. Zjj boden het adres aan met een korte toespraak, waarop de Koningin antwoordde, dat Zjj het verzoek in ernstige overweging zou nemen. Van 's middags drieën tot vjjven deden Koningin en Prins een rjjtoer, waarbjj o.a. een bezoek werd gebracht aan de Willemstraat, die ditmaal uithoofde van het 10- jarig bestaan van Oranje's Vriendenkring, welke hier zijn zetel heeft, feestelijk getooid was. In de straat was een rnime tribune opgericht, waarop meer dan 400 kinderen uit scholen in deze volkrijke buurt het Koninkljjk Echt paar vaderlandsche liederen toezongen. Hier werd dan ook eenige minuten halt gehouden. Daarna ging het naar de Portug. Israël. Synagoge. Uitnoodigingen om bjj het Vorsteljjk bezoek tegenwoor dig te zijn, waren uitsluitend gezonden aan de leden van den kerkeraad de ouderlingen met hunne dames, terwjjl aan een aantel leden der gemeente bij loting toegang was verleend. Bjj de ontvangst werd aan H. M. een bonquet aan geboden door mej Alb. I. E. Vita Israëls. Aan weerszijden van den ingang van het kerkgebouw stonden weesmeisjes geschaard. Twee strooiden bloemen voor de Koningin en den Prins uit een mand door een weesjongen voor haar uitgedragen. Bjj de wandeling door de ruime Syna goge zongen weesjongens van de godsdienstschool een Welkomstlied, en »Gezegend zjj Uw intrede", uitPs. 118. Toen men aan de mot kostbare tapijten versierde Boeken-Mozes-kast genaderd was, las de voorlezer, de heer Vega, een gedeelte voor uit de oude kostbare wetsrol, die nog uit Portugal stamt. Hierna werden verschillende kostbaarheden dienst- kleeden antieke vaatwerken enz. getoond, al welke zaken met groote belangstelling werden bezichtigd. Ten slotte werd bjj de geopende arke, door den voorlezer Blanes het gebed voor het Kon. huis uitgesproken en aan het Kon. Echtpaar een afschrift van het gebed aangeboden in een door mej. R. R. Mendes da Costa ontworpen en gebordnurden boekband, met een hoofdmotief de Vredes palm, voorts het koninkljjke wapen afgesloten door een groene ljjnversiering en op de hoeken oranje-appelen. Een opschrift in 't Hebreenwsch geeft de bostemming van het boek aan. Alvorens het kerkgebouw te verlaten, traden de Koningin en de Prins naar de verhevenheid, waar de voorlezers de gebeden opzeggen en teekenden in het gulden gedenkboek* wi imtkih 11 hjiii imi—n—m—n» moedig te moede, toen hjj er aan dacht, hoe de over leden opperjagermeester geleefd en gewoond had op geheel andere wjize dan zjjne dochters, hjj moest wel slecht huisgehouden hebben, de oude heer. »Eu gjj leeft hier zoo met uwe zuster, gravin Melanie aldus bxak hij zjjne reflexies af. »Neeü, Melanie is gelukkig gehuwd en goed bezorgd, ginder in Polen," zeide Casimira, >maar mjjne jongste zuster is bjj mjj, gjj znlt haar evenwel nooit gezien hebben, want zjj is pas vjjftien jaar oud." Daphné", riep zjj iu de daarnaast gelegen kamar, Daphné, de jonker van Ulmenried is hier." Het duQide niet lang of de geroepene verscheen een klein, aardig figuurtje als van Meisznur porselein, met een hoofdje, waarvan Wattoan een goed portret had kannen maken, goudblond haar, een kuiltje in de wangen, een wipneusje, een kleinen, rooden mond en groote, lachende blauwe oogen. De kleine gravin Daphné maakte eene buiging en legde met een half schnchter, half vertrouweljjk »Goeden dag", haar zacht en blank handje in zjjn groote knokige vnist. Maar Frederik Leopold zeide niets. Met wjjd geopende oogen zag hjj bewonderend naar de kleine elfengestalte voor hem, tot 't het jonge meisje lang genoeg toescheen en zjj met een fijn blosje hare hand nit de zjjne trok. »U komt zeker niet aan 't bof zeide zjj ondeugend. »Maar Daphné 1" riep Casimira verschrikt. De beurt om te blozen was thans aan Frederik Leopold, die iets onverstaanbaars stotterde en met geweld einde- ljjk zichzelf weder meester wordende, eenvoudig ant woordde »Gjj hebt geljjk, gravin ik hoor niet aan 't hof thuismaar in mjjn stil slot ziet men geene menschen, die op u geljjken." »Is 't groot, uw slot vroeg zjj nieuwsgieiig. »0 ja, groot en vol herinneringen aan mjjne voor vaderen," antwoordde hij, in gedachten verzonken. Maar Daphné sehndde lachend het mooie kopje. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 5