Van Week tot Week
BTJ rTE NL AND.
Stedelijk Museum.
SCHETSEN.
No 119. Tweede wad; Mcmderd en zesde jaargang* Zondag 2 October 1904.
Gemengde Mededeelingen.
Het Stedelijk Museum is ZONDAG
2 October a.s. 's namiddags van 1—3 uur
te bezichtigen tegen betaling van 10 cents
per persoon.
ALKMAARSCHE COURANT.
daar licht tot rotting overgaat, de atmosfeer kan be
derven. Deze afval wordt in de abattoirs, voor zooverre
zij niet verwerkt kan worden, terstond onschadelijk
gemaakt.
3". Aan een abattoir mag niemand komen, die er
niets te maken heeft. Daardoor zullen kinderen en ook
groote menschen verschoond blijven van den demorali
seerenden aanblik van het slachten van dieren met al
de afgrijselijke geluiden en weinig stichtende tafereelen.
De hinder, thans door de omwonenden van slagerijen
ondervonden, waartegen de Hinderwet onvoldoende is
gebleken, zal worden weggenomen.
4". Een abattoir geeft waarborg, dat het slachten
geschiedt op de meest doeltreffende wijze en het lijden
der tot den dood veroordeelde dieren zoo kort mogelijk
duurt.
De meeste slagers, die de beide laatste voordeelen
gering tellen, wat een begrijpelijk gevolg is van hun
emplooi, verliezen daarbij uit het oog, dat juist het
verwaarloozen van deze beide factoren heel veel menschen
tot vegetariërs heeft bekeerd.
Vleesch-eten is nu eenmaal nuttig voor de mensche-
lijke constitutie, maar het gebruik daarvan wordt stellig
niet bevorderd door slacht-tooneelen, die sommigen tot
overpeinzingen leiden, welke ten gevolge hebben dat zij
voortaan laten staan, wat als menschelijk voedsel is
aangewezen.
Dit zijn algemeene waarheden en zij spreken genoeg
dan dat 't noodig zou zijn in details at te dalen.
Reeds op grond daarvan gelooven wij, dat 't geen
goede politiek zou zijn Alkmaar nog langer verstoken
te doen blijven van door de meest bevoegden erkende
voordeelen van een abattoir. Te meer niet, waar de
ondervinding elders leert, dat het verkrijgen van deze
voordeelen geen groote finaneieele offers vergt van de
burgerij. Immers kan er van verhooging van belasting
geen sprake zijn. Een openbaar slachthuis toch bedruipt
zichzelf. De kosten worden gedragen door de vleesch-
verbruikers, die onder de tegenwoordige omstandigheden
toch ook de kosten betalen van even zoovele kleinere
slachthuizen als er slagers in de gemeente zijn. De
kleinere slachthuizen worden opgeheven en er komt
één slachthuis, naar de eischen des tijds ingericht, voor
in de plaats. Bovendien krijgen de slagers voor hunne
vrijheidsbelemmering vergoeding door verbetering van
hun bedrijf, zoodat in steden, waar aanvankelijk door
hen tegen een abattoir geopponeerd is, zij nu niet gaarne
het slachthuis zouden zien opgeheven. Een koelhuis,
daarbij behoorende, is toch beslist in hun belang en
voorts wordt aan de unfaire concurrentie, waaronder de
goede slagers toch altijd eenigszins te lijden hebben
grootendeels de kop ingedrukt.
Deze punten zouden voor uitwerking vatbaar zijn,
maar wij zullen daarvan afzien, omdat feitelijk de ge-
heele abattoir-quaestie te Alkmaar thans wordt beheerscht
door deze vraagzal men vrijwillig overgaan tot de
stichting of vindt men 't aangenamer, dat men daartoe
door een Rijkswet gedwongen wordt.
De toestand is op het oogenblik deze wat de Raad
ook besluiten moge, een abattoir komt hier, vroeger of
later, toch.
Immers, zooals men dezer dagen heeft kunnen lezen
is. bij het Departement van Binnenlandsche zaken in
bewerking een wetsontwerp, waarbij verplicht wordt
gesteld de oprichting van openbare slachtplaatsen in
gemeenten boven 10,000 zielen. Dit ontwerp, geheel
liggende in de lijn der tegenwoordige zorg voor de
bevordering der volksgezondheid, zal zonder eenigen
twijfel tot wet worden verheven. Daardoor zou de
gemeente Alkmaar, indien haar gemeenteraad wederom
zou weigeren een afdoende beslissing te nemen in het
hem voorgelegde vraagstuk, gedwongen worden tot de
oprichting van een abattoir over te gaan.
Dit schijnt ons thans het cardinale punt.
"Want de zaak zelve is zoo van alle kanten bekeken
en zoo uitvoerig bestudeerd, dat verder talmen daarop
stellig geen nieuw licht zal kannen werpen. Als er ooit
een voordracht het College van ons Dagelijksch Bestuur
heeft verlaten, die in alie bijzonderheden is voorbereid
dan is !t zeker wel deze. De literatuur over het abat
toir-vraagstuk is afdoend geraadpleegd in het buitenland
heeft een Raadscommissie zich op de hoogtegesteld en met
haar ervaringen winste gedaan voor onze stad de meest
erkende deskundigen zijn geraadpleegd en hebben hunne
persoonlijke ondervinding beschikbaar gesteld, zoodat
thans vo rgesteld wordt hier toe te passen wat elders
proefhoudend is gebleken geen Raadslid zal kunnen
zeggen, dat hem de gelegenheid heeft ontbroken om
het voor en tegen te wikken en te wegen, 't komt
slechts aan op den moed der meening en dienovereen
komstig zijn stem uit te brengen.
Door twee vertegenwoordigers der burgerij is reeds
vroeger gezegd, dat het voortdurende uitstel schadelijk
is voor het prestige van den Raad hoeveel te meer
zou dat het geval zijn nu sedert alweer geruime tijd
is verloopen.
Defer no time, delays have dangerous ends
Iets, dat Alkmaarschen jongens ook
wel zou toelachen. Veertien dagen geleden heeft
KENNISGEVING.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te Alkmaar
brengtop grond van artikel 1 der Wet van 22 Mei
1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der ingezetenen
dat bij hem ingekomon en aan den Ontvanger der Rijks
directe belastingen biDnen deze gemeente ter invordering
is overgegeven
het kohier der Personeele belasting Ns. 9, voor het
dienstjaar 1904 executoir verklaard door den Directeur
der directe belastingen in Noordholland te Amsterdam
den 28 September 1.1.
dat ieder verplicht is zijn aanslag, op de bij de Wet
bepaalde wijze, te voldoen en dat heden ingaat de ter
mijn van zes weken, binnen welken daartegen bezwaar
schriften kunnen worden ingediend.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd,
Alkmaar, 30 September 1904. G. RIPPING.
Be Abattoir-quaestie. (Vervolg.)
Alles, waarnaar men streeft kan
men bereiken, als men 't maar
niet opgeeft en tegen geen moeite
opziet.
Grieksche spreuk, aangehaald door
Dr. G. Blokhuisbij de plechtige
opening van het Gymnasium, te Alk
maar
Alvorens onze aandacht te schenken aan de thans
door B. en W. bij den Raad ingediende voordracht in
zake een abattoir hier ter stede, willen wij eerst in
algemeene trekken mededeelen, wat de voorstanders van
een dergelijk slachthuis zoo met warmte daarvoor doet
pleiten. De niet te weerspreken voordeelen daarvan zijn
1°. Zekerheid omtrent voldoende keuring van het
slachtvee en van het vleesch, dus keuring zoowel vóór
als na den dood van het dier.
Daaronder is niet te verstaan, dat aan een abattoir
alleen het allerbeste vee wordt geslacht. De huismoeder
zal evengoed moeten blijven toezien op de qualiteit
van het vleesch, dat haar verkocht wordt. Het stempel
van het abattoir waarborgt echter, dat na onderzoek
bevonden is, dat het vleesch gezond is.
Dit is geen gering voordeel, waar sommige veeziekten,
zooals tuberculose, miltvuur, enz., zich ook op den
mensch kunnen overplanten.
2°. Verbetering van den sanitairen toestand in de
stad, omdat niet langer de afval van slagerijen, welke
nu veelal in de riolen en grachten terecht komt en
„SCHELP VISSERS" en. nog wat.
Rrrrr 1 Rrrrr 1
Daar rolt dof-hortend en stotond de hoge Schulpkar",
met haar vierkante bak langs Egmond's glad (I) bepla-
veide straatweg.
De wielen met dubbele vellingen, slechts half baband
en ruim-losjes om de as draaiende, wentelen met onregel-
matig-schommelende beweging om en om, elk ogenblik
de revolutionnaire neiging vertonende, haar ijzeren steun
punt te willen verlaten.
Als deemoedig slachtoffer van des sskulpers" gewoonte
sleept de lange stok van diens wapen achter de huppe
lende kar aan de ijzeren beugel met net, het hoofdbe
standdeel van dit schelp-vistuig, heeft zooveel genade
gevonden, dat het bjj de voerman op de kar mag rusten.
De arme stok echter ondervindt met onmeedogende con
sequentie de wetten der wrijving en telkens ziet men hem
dan ook met veerkrachtige sprongetjes omhoog springen,
als één der uit-stekende straatsteenen hem beduidt, dat
deze niet gediend is van »stokstrelingen".
De »skulper", met de donkere pet op één oor en ge
stoken in een korte blauwe kiel en een »turksleeren"
broek, welke volgens »oude sniet" op de zware klompen
valt, zit op een plank, midden over de kar gelegd.
Met stoïcjjnsche kalmte laat hij zich, op de rhythmus
van het hotsende voertuig, met korte schokjes op en neer
schudden, terwijl hij, soms zeer eigenaardig, zijn rossinant
tot spoed aanspoort. Nu eens klinkt het heel liefelijk
»Allo, m'n kindje 1" en zijn lieveling ontvangt een
stiiempje met de korte zweep. Dan weer dondert het
•Vooruit dan toch, knol!" en de »onde huzaar" of
»de magere hit" wordt gevoelig aan z'n plicht herinnerd.
Soms ook zit de baas stil in zich zeiven te rekenen over
de vermoedelike schelpenvangst en dan geniet de onaf-
scheidelike vriend een oogenblik rust.
Daar is de zijstraat bereikt, waarlangs naar en op het
strand wordt gereden. Er komt nu leven in de voerman.
Hjj gaat rechtop in de kar staan»allo, vooruit 1" klinkt
het en nu gaat het in galop door het mulle zand het
strand op naar het zilte nat Men kan zien, dat èn voer
man èn paard op hun terrein komen. In beide is onge
woon leven gevaren. De »skulper", met vaste voet staande
in zjjn hobbelende kar, klapt met de zweep, het paard
schudt met zjjn kop heen en weer, zodat de manen om
(1) In vereenvoudigde spelling.
zijn nek krullen. Het draaft een eind weegs door het wa
ter (deze dieren doen niet aan watervrees) tot het »Ho
klinkt. De voerman stapt af, de plank en de beugel
worden van de kar gelicht de »sknlper" begint
zich te verkleeden. Klompen en kousen gaan uit (som
migen houden deze ook wal aan, vooral in de zomer) de
turksleren" broek wordt door een van oliegoed of iets der
gelijks vervangen de vak-werkzaamheden" beginnen.
Met flinke stappen begeeft de man zich nu een eind
te water, soms bijna tot zijn middel toe en werpt zijn
beugel uit. Met korte rukjes trekt hjj deze langs de be-
spoelde strandbodem heen en, na enige tijd haalt hij
hem naar zich toe, gevuld met allerlei schelpen en schelp
jes, waaronder zowel de meest gewone als de grilligst
gevormde. Met oen buitengewone handigheid, door het
vele doen verkregen, ledigt hij die volle beugel in zijn
kar, om daarna opnieuw de visscherjj te beginnen. Dit
gaat zoo voort, tot de vierkante bak gevuld is, waarna
onze »skulper" zich van zjjn nat pakje ontdoet, om,
wederom »skulperisch'' uitgedost, met zjjn welverdiende
oogst huiswaarts te keren.
Sommigen, vooral zjj die voor anderen vissen, storten
de beugel eenvoudig op 't strand uit. De werkgever haalt
dan de »opgeviste schelpwaar" wel weg.
Het is een eigenaardig strandgezicht, een aantal dezer
•schelpvissers" bezig te zien vooral om deze tjjd, wan
neer het strand geen andere stoffering heeft dan juist
deze njjvere werkmensen. Als men staat aan de z. g.
werf en men laat dan zjjn blikken gaan over het voor
korte tjjd nog zo levendige, doch nu verlaten strand, op
welks achtergrond, vlak aan de met witte golfkuifjes
versierde zee, een aantal schelpvissers bezig zjjn, dan
treft u niet alleen die wjjde wereldruimte, daar voor u,
maar ook dat typies oud-hollandse strandgezicht, vaak zoo
meesterlik door onze grootmeesters in de schilderkunst
op 't doek gebracht.
Langzaam schuiven licht-grjjze watten-wolken aan de
hemel voorbjjeen frisse, westelike bries plooit de on-
meteljjke blauwgroene wateroppervlakte in krullende, kalm
voortrollende golfjes, welke, de kust naderende, witte
schuiai-kopjes vormen, als wilden zjj een blank bouqoet
van schuimlelietjes in de spelende branding werpen,
waarin die wind-kinderen haar dartel einde vinden.
En in die «speelzieke" branding ziet men nu die mannen-
gestalten bewegen, nu eens voor, dan weer achterwaarts
het bovenljjf buigende, om vaak tegelyk met een sprongetje
een al te dartel golfje te ontwijken.
Doch dit is de ïlittsraire" kant van het bedrijf.
'M *U 11 3^?aiaHB£«i3»BMBgaBBSRKggK.a^^
Als de koude, vochtige zuidwester blaast en de temperatuur
van het zeewater sterk is afgekoeld, dan is de schelpvisser
niet te benijden. Dan wordt het een zuur verdiend stukje
brood. Men kan dit dan den mensen aanzien, als zjj kond
en verkleumd op hunne karren zitten en hunne vangst
naar de Hoevervaart rijden, om ze daar te lossen en in
vletten naar de plaats van bestemming te varen of te
laten varen.
Dit laden van vletten geeft ook in het »Hoefje", op het
z.g. Mallegat, een gezellige drukte. Het kan daar soms,
op dat pittoresk oud-Hollandse wjjkje van het historiese
Egmond aan den Hoef vrjj levendig zijn, in varband met
dit typies Egmondse bedrjjf.
Gingen echter vroeger bjjna alle schelpladingen naar
de Alkmaaree kalkovens, tegenwoordig worden de meeste
door de Egmondse kalkovens van de heer G. Rnigewaard
van Egmond aan Zee betrokken. Dit is hier een pas
ontstane tak van njjverheid, waarop wij in dit schetsje
met voldoening kunnen wijzen. Lang genoeg is er gotalmd,
om deze nijverheidstak hier te vestigen. Waar het grond-
materiaal toeh hier zo overvloedig aanwezig was, daar
hoorde de daarbjj passende industrie. Gelukkig, dat dit
een ondernemend man heeft ingezien.
Wjj willen dan ook deze korte schets besluiten met de
welgemeende wens, dat de Egmonden, na aangesloten te
zijn met het grote wereldnet der stoomverbinding, met
reuzenschreden mogen vooruitgaan, opdat waar worde,
wat eens schrjjver dezes in gebonden stijl dit lieve plaatsje
toezong
Er was een tjjd, reeds vele, vele jaren her,
Dat Egmond blonk als ster aan Hollands glorietransen
Een Melis Stoke schonk ons zang'rige Rjjmekransen
Het slot ontsproot een heldenschaar, beroemd wijd en ver.
Daar volgde een lange tjjd van kwjjnend leven:
De bakermat van wetenschap en heldenrjj
Verviel tot »dode stad," van armoe ja wel vrij,
Maar ook van welvaartal kwam deez' langs ons zweven.
Doch zie, eeu licht, reeds vóór een twintig jaar ontstoken
Maar kort daarna helaas weer neergeslagen
Is nü. weer hel en hoog en krachtig doorgebroken.
Vooruit nu, Egmond 1 op des stoomtuigs maatgezang
Uw sluimerende kracht word' fluks weer wakker 1
Vooruit! ook hier betreed' historiebnan haar cirkelgang 1
E. a./d. H. J. M. S.