Een Familievloek,
ALKMAARSCHE COURANT.
Stedelijk Museum.
BUITENLAND.
BINNENLAN B.
FEUILLETON.
Gemengde Mededeelingen.
Nieuwst ij dingen,
liet Witte Kruis.
ROMAN
Eufemia Gravin van Adlersfeld--Ba lies trein.
No. 121. Honderd en Zesde Jaargang. 1904.
Vrijdag 7 Oct. 1904 Tweede blad.
Het Stedelijk Mnsenm is voor on vermogenden koste
loos te bezichtigen op Zondag O October a. s 's namid
dags van 1 3 uur, waarvoor toegangskaarten te verkrjjgen
zijn ter vergadering der commissie op Vrijdag 7 October
a. s 's namiddags van 2—3 nnr ten siadbuize.
Aan en voor kinderen beneden 13 jaar worden geene
toegangskaarten afgegeven,
Dultschlands koloniale oorlog.
De uitkomsten der pogingen tot onderdrukking van den
Kafferopstand in Dnitsch Z.W. Afrika zijn zoo wordt
aan de Times nit Berlijn geschreven tot heden bijna
even ontmoedigend als de economische toestand van deze
kolonie.
Iemand, die de expeditie van generaal Von Trotha bij
woont, schrijft d.d. 15 Augustus aan de Rheinisch-Westf.
Ztng.
Eergisteren begonnen de onzen de vervolging des vjjands.
Ongelukkig konden wij hem niet inhalen en moesten na
50 K.M. te hebben afgelegd in een oase rust, honden.
Gisteren keerden wij in jammerlijken toestand te Hamakari
terug. Wjj hadden 40 pet. van onze paarden verloren.
Er is hier water in overvloed, maar geen gras. De
paarden komen van honger om. De menschen eten groote
hoeveelheden vleesch. Aan vleeech is geen gebrek, daar
de overhaast vluchtende Herero's talrijke kudden achter
laten. Maar men walgt, op den dnur van die uitsluitende
vleesohvoeding. Vier dagen lang hebben wij geen kruimel
brood gehad. Bjj honderdeD, misschien ook wel bij dui
zenden, liggen rundergeraaraten op de wegen."
Sedert deze brieven geschreven werden, hebben de
Dnitsche troepen geen merkbare vorderingen op de Kaffers
behaald. De toestand is even ongunstig gebleven en fypheuse
koortsen dunnen de Dnitsche gelederen, die nit het moeder
land moeten worden aangevuld.
Vrede-stemmen uit Amerika. Te Boston
is, namens de Regeering der V. Sde Internationale
VredeB-Conferentie geopend. Het geschiedde met eene
redevoering van den heer Hay, Minister van Buiten-
landsche Zaken der Unie. President Roosevelt, dus bracht
spreker in herinnering, was op het oogenblik in onder
handeling over het sluiten van arbitrage-verdragen met
een aantal Europeesche Staten, die zich daartoe hadden
bereid verklaard. Nog dezen winter waarschijnlijk zullen
de hierop betrekking hebbende ontwerpen bij den Senaat
kunnen worden ingediend.
Wat de quaestie betreft van de bescherming van par
ticulier eigendom geen contrabande tegen inbeslag
neming op zee of vernieling door oorlogvoerenden, zeide
do Minister, dat met het oog op den strjjd in hetVavre
Oosten het onraadzaam zou wezen deze brandende quaestie
thans te bespreken. Doch de Regeering, ern^t'g den vrede
wenschende, twijfelde niet of in niet al te ver verwijder
den tijd zonden de volkeren wel aan deze zaak hun aan
dacht wjjden.
Doelt dit op de met zooveel ophef door President
Roosevelt aangekondigde tweede Haagsche Vredes-Con-
ferentie", die het volgend voorjaar, oorlog of geen oorlog,
heette te znllen geopend worden? Dan schijnt te worden
bevestigd wat sedert is bericht omtrent eene bekeeriog
van den President tot kalmere gevoelens door don Minister,
die eerst het eind van den oorlog wil afwachten, alvo
rens over den vrede te spreken. In een nader teleg am
wordt deze laatste vooronderstelling bevestigd.
Liebknecht als menschen-redder. lede
Petit Bleu komt voor een verhaal, hoe de Dnitsche socia
listenleider dr. Liebknecht zich bijzonder onderscheidde
bij de redding van een drenkeling. Een jonge man wilde
een eind aan zjju leven maken en sprong van de Fiie-
drichsbrug te Berlijn in de Spree. Liebknecht sprong
hem na en mocht erin slagen den ongelukkige levend
op het droge te brengen.
De mooie zomer en de gezondheid Dat
een mooie, zonnige zomer altijd nog geen gezonde zomer
is, blijkt uit, de Londensche gezondheidsstatistieken. Het
aantal sterfgevallen door slechts lucht, enz. te Londen
gedurende elf zomerweken van het regenjaar 1903 be
droeg 1983 en in hetzelfde tjjdperk van het zonnige jaar
1904 niet minder dun 4497. Dat is dns 2514 meer. Na
tuur ljjk zjjn er in een vochtig jaar weder meer sterf
gevallen door eenige andere oorzaken maar het nadeel
is toch groot genoeg aan den mooiweerskaut. Het stof
en de riolen der Engelsche hoofdstad spelen een voor
name rol bij die hooge sterftocjjfers.
Slagerknechts te Berljjn. Do slagersknechts
in de groote slachteryen te Bsrljjn willen niet meer op
Zondag werken. Er waren Zondag maar een klein getal
van de gezellen opgekomen, zoodat, slechts een tiende ge
deelte van de beesten geslacht konden worden. De patroons
willen den eisch van hun gezellen inwilligen, indien de
overheid een algemeen verbod tegen bet slachten op Zon
dag uitvaardigt.
Een kinder - beul. Te Hannover staat een majoor
terecht, die zijn twaalfjarig dochtertje zwaar mishandeld
beeft. Ten eerste heeft hij haar, toen zij een slecht rapport
van de school meebracht, met een rijzweep op het hoofd
geslageu, zoodat bet, kind over het tapijt heenkroop van
pijn. Verder heeft hjj haar, toeu zij eens te laat nit
school kwam, aan baai' vlecht omhoog getrokken en haar
toen met den bak van zjjn schoon getrapt. Toen zij eens
haar schooltasch niet vinden kon, heeft de vader het
kind vijftien zweepslagen op de vlakke hand gegeven.
De majoor heeft voor de rechtbank alles ontkend. Het
meisje was zeer leugenachtig, zeide bij, en slechts als hij
het op een leugen betrapte heeft hij het geslagen en hij
is daatin nooit te ver gegaan. Na een langdurig verhoor
is de aangeklaagde veroordeeld tot vier maanden gevange
nisstraf met ontslag nit den dienst.
Een aardige winkel-reclame. Het nieuwste
op het gebied der winkelreclame te New-York is bij een
fabrikant van fonntain-pennen te zien. Het is een pen,
die, door oen geheimzinnige onzichtbare hand bestuurd,
allerlei volzinnetjes op een vel papier schrijft,. Meestal
zijn het complimentjes aan het adres der dames die voor
de winkelkast staan te kijken, en die zich dan ook den
geheelen dag voor do étalage verdringen, om aanstonds
de vlucht te nemen, zoodra da pen persoonlijk wordt.
Het is iets nieuws en zeer aardig bedacht en men heeft
nog niet kunnen ontdekken waar da man zit dia de pen
b. stuurt. Maar de winkel maakt goede zaken en da naam
ven dan fabrikant is in aller mond.
De bacil der verliefdheid. De bacil der ver
liefdheid is door eenen dr. Cotton met behulp van een
bijzonder goed microscoop ontdekt. Hjj zetelt in de her
sens en zjjne uitwerking heett veel van die der krank
zinnigheid, zegt de geloeide. Iets dergeljjks had, lang
vóór de bacillenmoie, de schrjj ver van ♦Gil Bias" Le Sage
reeds beweerd ♦l'amour nous vient comma la raga aux
animanx," Doch dr. Oottou hoopt het zoover te brengen,
dat bjj door dooding van den bacil de patië iten zal
kannen genezen.
Dinsdag had in het American Hotel te Amsterdam de
46e algemeene vergadering der Noord-Hollandsche Ver-
eeniging »Het Witte Kruis" plaats. De vergadering
werd geopend door den voorzitter, den heer dr. P. J.
Barnouw, die in zijn openingsrede in het kort herdacht
het overlijden van het verdienstelijk medelid, den heer
dr. I. Teixeira de Mattos, aan wiens nagedachtenis spr.
eerbiedige hulde bracht. (Applaus.)
Daarop werd het woord gegeven aan den secretaris,
den heer P. J. van Eldik Thieme, tot het uitbrengen
van het jaarverslag.
Dit vermeldt dat de Vereeniging op 1 Jan.'1903 telde
74 afdeelingen met 15,498 leden en op 1 Jan. j.l. 76afdeelin-
VAN
27)
Dat ondervond ook Frederik Leopold en dikwjjls ver-
wenfehte hjj 't, dat bjj Daphcé in den familiegrafkelder
had doen afdalen, die voor hem niets ontzettends had,
maar integendeel het h8ehte bowjjs was voor zjjn stam
boom, op wolken bjj trotsch was. Doch om hem peheel-
en-al nit Ulmenried weg te troonen, daartoe was zelfs
Daphné niet in staat, want een onuitsprekelijke tegenzin
hield hem terug van de genoegens van de residentie,
welke hem niet nit het hoofd was te praten.
Toen kwam er plotseling een prachtig idee bij zijne
vronw op. Frederik Leopold zou voor haar in het park
een paviljoen doen bouwen, waarin zjj zou kunnen wonen
zonder door bet spookachtige slot voortdurend te worden
verontrust. De jonker begon te rekenen zulk een pa
viljoen kon toch de heele wereld niet kosten en vei heugd,
dat zijne vronw wat afleiding en bezigbe d gevonden had,
gaf hjj haar plein ponvoir om het gebouwtje in te richten
zooals zjj wilde, en het geheel naar eigen verkiezing te
versieren, waartegenover Dapbté hem liet beloven, dat
hjj niet eer zou komen kjjken vóór allee geheel en al
gereed was, wat Frederik Leopold, vergenoegd over den
jjver zjjner vrouw, gaarne inwilligde. Toen zijne moeder,
de opperhofmeesteres van de Kenrvorstin-Weduwe, had
te kennen gegeven, dat zjjn huwelijk met Daphné een
groote rekenfout zon bljjken to zijn, omdat hjj slechts
met zjjn eigen cjjfers en niet met die zijner vronw re
kende, had zjj onbewust een profetisch woord gesproken.
Dat hjj Daphné onmiddelljjk op den eersten dag naar den
familiegrafkelder had gevoerd, was zjjn eerste groote font,
waarvan de andere het gevolg waren, en dat hjj haar
vrijelijk voor den bouw van het paviljoen liet bestieren,
was de tweede groote fout, want Daphné had geen idee
van de waarde van het geld.
Zjj schreef aan een architect, met wien zjj urenlange
beraadslagingen hield, en eindelijk, nadat Frederik Leo
pold ♦op hoog bevel" gedurende vele maanden niet tsaar
den grooten v. ver had mogen gaan, bracht Daphné er
hem eindeljjk heen en toonde hem haar wonderwerk, dat
zjj bereids ♦Mon Caprice" gedoopt had.
Maar dat is een klein kasteeltje'', zeide Frederik
Leopold verschrikt, toon hjj het zag.
Daar lag het in den glans der zon, ombloeid door rozen
vlak bij den vijver, waarop zwanen statig heen en weer
zwommen, een bekoorljjk licht gebouwtje in barok stijl,
overladen met pleisterwerk, de vier hoeken gekroond
door kleine torentjes, van welke regenpjjpen met draken
koppen fot den grond reikten het spifs toeloopende
dak bedekt met verguld koper.
♦Precies zooals het Japansche paleis te Dresden", zeide
Daphné in verrukking. ♦En kom nu eens binnen 1 Een
keizer zon zich er niet over behoeven te schamen, Mon
Caprice te bewonen."
Inderdaad, alles was slechts in miniatuur, maar van
uitgelezen kostbaarheid. Daar was een klein voorvertrek
met spiegelwanden, witgelakte meubelen met blauw atlas
bekleed; dan kwam er een boudoir met wit zjjden ge
brocheerde tapjjten, met gouden bouquetten, vergulde
meubelen, met zjjden zittingen, goudbronzen tafelfjes en
kroonluchters van kristal, een vergulden haard en een
kostbaar beschilderd plafond. Daarnaast lag een slaap
kamer met een verguld ledikant, met gordijnen van het
teerste blauwe atlas. Dan kwam nog ♦slechts" een bad
kamertje met een kachel van Meiszenor porselein, een
garderobe en dan verder boven de kamers voor de be
dienden, en beneden een miniatuur keukentje, om voor
de bekoorljjke kasteelbewoonster daarin haar ochtend
chocolade te koken dat was alles. Den jonker zonk
de moed evenwel al dieper en dieper en toch vermocht
hjj geen woord nit te brengen tegenover de naïeve, kin.
gen met 17,256 ledenalzoo 1758 leden meer. Twee
nieuwe afdeelingen Abbekerk en Lambertschaag en
Andijk brachten te zamen niet minder dan 762 leden aan.
Van enkele afdeelingen nam het ledental afvan de
meesten toe. Van sommigen belangrijk, zooals Alk
maar, Bennebroek, Harenkarspel, HelderICoog a('d Zaan,
Krommenie, Langedijk, Nieuwe Niedorp, De Rijp, Ter
schelling, Venhuizen. Velsen won 149 leden. I.angedijk
telde op 1 Jan. j.l. het grootste aantal nl. 1042 leden.
Uit de verslagen van 70 afdeelingen blijkt dat, ook in
1903, het verstrekken van verplegingsmateriaal de hoofd
werkzaamheid is geweest en dat op dit gebied veel nut
is gesticht.
De natte zomer van 1903 was oorzaak dat er minder
gebruik werd gemaakt van de regenbakken dan anders
het geval is. Te Wieringerwaard echter vond het voor
treffelijke water nog veel aftrek.
Zeventien verslagen maken gewag van het verstrekken
van ijsUitgeest op groote schaal.
Het koude weêr in den zomer van 1903 was ook van
invloed op de badhuizenover het algemeen gaf de
exploitatie van 12 van deze inrichtingen geen schitterende
resultaten. Haarlem maakte eene uitzondering niettegen
staande een tweede badhuis verrees op het Leidsche
plein, nam het aantal baden aan den Koudenhorn met
pl. m. 3000 toe. De opening van dat tweede badhuis
moet voor deze afdeeling eene belangrijke gebeurtenis
worden geacht; het bestuur is zeer tevreden over de
resultaten.
Openlucht-tenten werden aangeschaft door de afdee
lingen Akersloot, Velsen, en Zuid- en Noordschermer.
Twaalf afdeelingen hielden zich met wijkverpleging
bezig of bereidden haar voor.
Op sHeideheuvel" werden in 1903 van de afdeelingen
62 personen verpleegd, tegen 56 in 1902.
Aan serum tegen diphteritis werd iets meer uitgegeven
dan in 1902.
Blijkens het verslag van de Amsterdamsche afdeeling
Ziekenverpleging werden in het afgeloopen jaar 117
personen toegelaten als verpleegster of verpleger11 als
kraamvrouwverpleegster en 37 voor het verplegen van
krankzinnigen.
Negentien verslagen maken gewag van het optreden
van bemettelijke ziektenvijftig afdeelingen maakten
van den ontsmettingsoven gebruik. Ongeveer tien ge
vallen van pokken kwamen in Dec. j.l. te Volendam
voor, waarvan vijf met doodelijken afloop. Met het oog
daarop werden in de gemeente Edam 1800 personen,
groot en klein, gevaccineerd en gerevaccineerd te Broek
in Waterland 550. Bedoelde gevallen van pokken hebben
van de kas der afdeeling Edam belangrijke offers geëischt.
A an deze gemeente werd de rijksoven te Zaandam in
bruikleen gegeven tot ontsmetting van goederen.
De secretaris herinnert dan aan het aftreden des heeren
M. A. Perk als lid van het hoofdbestuur, waarin hij 28
jaar lang penningmeester was, en brengt warme hulde
voor hetgeen hij voor de Vereeniging deed.
Woorden van diepgevoelde erkentelijkheid brengt het
verslag verder aan wijlen de heeren jhr. mr. J. W. M.
Schorer en ds. I. Teixeirad e Mattos.
De uitslag der stemmingen was, dat terTvoorziening
in de vacature door de periodieke aftreding van den
heer C. Bakker (herkiesbaar) en van de heeren A. B.
Dievenbach en G. Looman als leden van het hoofdbe
stuur, herkozen werd de heer C. Bakker en gekozen de
heeren L. van Cleeff J. Jzn. predikant te Aalsmeer, en
G. de Ven, apotheker te Den Helder.
De heer R. Ledeboer aan de beurt van aftreding, werd
herkozen als lid van de commissie van beheer van het
herstellingsoord xHeideheuvel".
Het dienstjaar 1903 sluit met een voordeelig saldo
van f 6955,38 bij suppletoire begrooting wordt voorge
steld, over een gedeelte van dit saldo, tot een bedrag,
geraamd op f 4400, te beschikken ten behoeve van den
dienst 1904.
Dit voorstel werd goedgekeurd, zoodat voor den dienst
1905 een restant saldo van f2555,38 blijft.
De algemeene begrooting voor 1905 sluit in ontvangsten
en uitgaven op een bedrag van f 26,985,23de begrooting
voor »Heideheuvel" geeft een totaalcijfer van f 15,386,30
die van den ontsmettingsoven met waschinrichting te
Alkmaar van f1284.
De begrooting werd goedgekeurd.
dorljjke vreugde van Daphné over haar wel gelukte ideeën,
over haar bekoorlijk paviljoen. Zjj had er ook zelfs niet
bet minste idee van, wat dit alles wel kon kosten, en
zjj vermoedde ook volstrekt niet, dat dit er iets toe
deed, maar zjj wist instinctmatig, dat zjj te midden van
haar, als een bonbonnière er uitziend verblijf, er be
koorlijk uitzag als de schaapherderin van Meiszener por-
celein, dat toenmaals tegen goud opgewogen werd.
Zonder er een woord over te spreken, betaalde Frederik
Leopold de «Caprice' zjjner vronw; hij had zich een
zomerhuisje voorgesteld, een klein paleis was het geworden.
Wat hem na voldoening van den architect, den décora
teur, den vergulder enz. overbleef, was nog wel voldoende
om bjj wijze spaarzaamheid op Ulmenried, met bewaring
van den uiterljjken sehjjn, deftig te blijven loven, maar
het gat in zijne financiën geslagen, was toch onherstelbaar
geworden, en de rjjkdommen van Ulmenried staken in
♦Mon Caprice."
Toen de jonker dit alles aan zjjne vrouw wilde ver
tellen, begon zjj te weenen als een kind, dat men met
den boeman bang wil maken en de arme Frederik Leo
pold voelde zich tegenover haar volkomen hulpeloos en
nog schuldig bovendien, want in zjjn rechtvaardigheids
gevoel maakte hij zich zei ven wjjs, dat hjj eene dwaas
heid had begaan door aan een kind, dat de waarde van
het geld niet kende en daarbjj van zijn financieelen toe
stand niets afwist, een zoodanige vrjjheid te verleenen.
Maar Daphné was overgelukkig door het bezit van haar
speelgoed, dat haar heelemaal scheen te verzoenen met
het sombere Ulmenried, eu dat ontnam veel voor den
jonker van de bitterheid van de pil, die hjj had moeten
slikken, terwijl bij zich voornam door spaarzaamheid alles
weder te herstellen, wat zijne vrouw door hare lichtzin
nigheid had bedorven. Hjj deed nog meer hij nam
de diamanten, welke de oorlog niet als offer geëischt had
en die grootendeels bestonden uit dm brnidschat van
zijne overgrootmoeder, en verkocht deze de opbrengst
dekte een deel van de som, die ♦Mon Caprice'1 had gekost
en dat bedroeg nog al het een en ander. Want, zeide hij,
waarvoor heeft Daphné diamanten op Ulmenried ncodig.
Wordt vervolgd