Van Week tot Week, 122Tweede blad. Honderd en zesde jaargang. Zondag 9 October 1904. BUITENLAND. Gemengde Mededeelingen. Al,kil SCHE COURANT. De abattoir meeting. De Arbeiders-Kiesvereeniging heeft met het beleggen der Abattoir-meeting op Dinsdagavond j.l. in »de Har monie" een mooi [voorbeeld gegeven aan andere kies- vereenigingen hier ter stede. Zij heeft gedaan, wat in andere en grootere gemeenten zeer gebruikelijk isde gelegenheid geopend om, nu in een belangrijk vraagstuk door onzen Gemeenteraad eene beslissing staat genomen te worden, een inzicht te krijgen in de beteekenis der aanhangige zaak. De voormannen der arbeiders hebben aldus getoond levendige belangstelling te bezitten voor wat er in onze stad omgaat en daarmee is opnieuw het bewijs geleverd, dat de Alkmaarsche arbeiders 't waard zijn aan de stedelijke groene tafel medezeggen-schap te hebben. De voorzitter, de heer Uitenbosch, heeft 't zoo terecht gezegdbelangrijke gemeente-zaken moesten meer besproken worden in openbare vergaderingen. De toelichting, gegeven door den heer P. L. Tak den man, die 't door zijn arbeid zoo ver heeft weten te krijgen, dat vriend noch vijand twijfelt aan zijne be kwaamheden was sober, wat niet wegneemt, dat soms terdege de puntjes op de i's werden gezet. De heer Tak, zooals hij daar sprak tot de verzamelde me nigte, was als de man der wetenschap, zich diep bewust van de waarheid zijner stellingen en 't stipt vermij dende om door rhetorische wendingen of bombastische beweringen de hoorders op zijne hand te krijgen. Zijn betoog klonk zoo logisch en wie het bij zichzelf over legde moest met hem komen tot de gevolgtrekking dat een Abattoir is een eisch van het gezond verstand, een gebod der volksgezondheid. De tweede spreker, de heer E. A. L. Quadekker, di recteur van het Abattoir te Nijmegen, was de man van de practijk. In eene werkelijk zeer vlot voorgedragen improvisatie gaf hij een duidelijke schets van de manier, waarop 't in een abattoir toegaat't was hem blijkbaar een genoegen te getuigen van al de voordeelen daarvan, die hij immers dag aan dag met eigen oogen aanschouwt. Zij, die 't nog niet wisten, moeten door den heer Qua dekker wel doordrongen zijn van de noodzakelijkheid eener strenge keuring om te ontkomen aan de gevaren, waarmee het gebruik van niet nauwkeurig onderzocht vleesch den eter bedreigt. Een keuring, die zoo precies en veelomvattend moet zijn, dat zij in de particuliere slagerijen, waar dikwijls het vereischte heldere licht en bovendien de noodige hulpmiddelen ontbrekenzeer zeker niet volkomen tot haar recht kan komen. Zoowel de heer Tak als de heer Quadekker brachten de financieele zijde van het vraagstuk met enkele woorden ter sprake, waarbij zij onomwonden deden uitkomen, dat de exploitatie- en oprichtingskosten van een Abattoir door de slagersjmoeten betaald worden Dit is echter geen onoverkomelijk bezwaar, omdat de slagers nu toch ook huur moeten betalen voor hunne slachtplaatsen, die dan kan worden bespaard. Maar nog afgezien daarvan, deslacht- kosten in een Abattoir het cijfer van f 3.— voor een rund van 250 K.G. werd genoemd zijn niet zoo hoog, of dit is terug te bekomen door de duurste vleesch- soorten 2J 'cent per Kilo in prijs te verhoogen en het gewone vleesch op den ouden prijs te laten. Trouwens, was dit bezwaar overwegend, dan zou men niet op zoo vele plaatsen in binnen- en buitenland tot de oprichting van een Abattoir zijn overgegaan. Hetgeen B. en W. van Alkmaar thans voorstellen is allerminst een sprong in het duisterhet vindt steun in de elders opgedane ervaring. De rede van den heer Quadekker werd hier en daar afgewisseld door leuke opmerkingen, die hare uitwerking op het publiek niet misten. Zij waren echter van dien aard, dat zij aan het degelijke gehalte van het betoog geen schade deden. En de spreker zorgde wel, dat zijn humor hem niet verleidde om beweringen ten beste te geven, die geen beschouwing op den keper konden verdragen. Waar beide sprekers hun taak aldus hadden opgevat was 't zeker een moeilijke opdracht om de aangevoerde argumenten op even serieuse wijze te bestrijden. De Alkmaarsche Slagershond, die tot debat was uitgenoo- digd, had zich als woordvoerder de hulp weten te ver zekeren van den heer S. van der Geest te Amsterdam, die reeds meermalen blijk heeft gegeven van zijn weerzin tegen Abattoirs en zich ook geregeld op de hoogte houdt van alles wat er op dit gebied voorvalt. Desondanks stond 't te vreezen, dat de heeren Tak en Quadekker voor hem geen portuur zouden zijn. Onder die omstandigheden zou de heer van der Geest zeker het verstandigst hebben gedaan, wanneer hij zich had bepaald tot onopgesmukte mededeelingen uit zijn ervaring als vakman. Waarschijnlijk zou hij dan ook het pleit wel niet gewonnen hebben, maar zijn betoog zou toch tot nadenken hebben gestemd een ernstig woord vindt altijd overweging. De heer van der Geest deed echter anders. Hij streefde naar bijval door het onophoudelijk herhalen van zinne tjes als: »Waarvoor een luxueus abattoir?» en door verwijten, die toch werkelijk in zijn mond wel wat misplaatst waren. Die verwijten hadden vooral hierop betrekking, dat de beide eerste sprekers niet genoeg licht hadden laten vallen op de financieele quaestie, dat zij niet hadden aangetoond, of de belasting-betalenden dan wel de vleesch-eters de kosten van een Abattoir moesten betalen (wat overigens niet geheel juist was, want in ons aanteekeningboekje noteerden wij wel degelijk de woorden van den heer Quadekker, dat een Abattoir de gemeente geen lasten oplegde), dat zij de cijfers in de voordracht van B. en W. niet aan kritiek hadden on derworpen. Vooral die laatste réprimande was wel schro melijk onbillijk. Immers, wanneer werkelijk de bere keningen van B. en W. geflatteerd zijn geweest, dan had 't toch zeker op den weg van den heer van der Geest, den bestrijder van het Abattoir, gelegen om dat aan de vergadering voor te rekenen. Al had hij al het andere voor zich gehouden en hij had onweerlegbaar aangetoond, dat de cijfers niet deugden, dan zou de hier gevestigde Slagershond heelwat meer voldoening ervan hebben gehad, dat deze spreker was overgekomen. Wel-is-waar excuseerde de heer van der Geest zich door te zeggen, dat de tijd te kort was geweest om de be rekeningen na te gaan en dat hij alsnog zou trachten dit te doen om dan zijn resultaat in de Alkmaarsche Courant te zetten de heer van der Geest bedoelde natuurlijk, dat hij daarvoor op onze gastvrijheid een beroep zou doen maar daarmee maakte hij zijn zaak niet beter. Vooreerst zijn de in de voordracht van B. en W, voor komende cijfers niet zoo overvloedig, dat 't, bijaldien werkelijk de waarheid onder de fantasie ware bedolven, 't voor (een (vakman ondoenlijk zou zijn om in eenige uren enkele onjuistheden te voorschijn te halen, terwijl de Alkmaarsche slagers die cijfers toch (zeker |wel a te te reposée zullen hebben bestudeerd en hem eventueel op verkeerde voorstellingen zouden hebben attent gemaakt. Maar wat nog meer klemt is ditsedert de heer van der Geest had erkend, dat hij het financieele deel der voordracht niet had bestudeerd, verloor hij het recht om financieele argumenten daartegen te gebruiken, ver loor hij vooral het recht om zonder eenig motief de burgerij te voorspellen, dat hun belasting-biljet tóch zou verhoogd worden. In eiken strijd is het eerste ver eisch te om aanhang te vinden, d»t men fair zij. Waar de heer Van der Geest zich eenmaal op den gladden weg bevond om alles dienstbaar te maken aan zijn betoog, zonder zijne argumenten aan de waarheid te toetsen, daar gleed hij nog wel eens meer uit. Zoo betoogde hij, dat de financieele resultaten van het Abat toir te Nijmegen verre van gunstig waren. Niet waar, kon de heer Quadekker, die zelf directeur daarvan is, antwoorden, die resultaten zijn zoo gunstig, dat, wijl de Gemeente geen winst op deze inrichting mag be halen, zij sommige tarieven heeft kunnen verlagen, ter wijl de heele inrichting aan de belasting-betalende bur gerij geen cent heeft gekost. Een anderen keer zei de heer van der Geest, dat te Naarden een slager woont, die zooveel vleesch in Amsterdam invoert, dat hij meer slacht dan de grootste slager van Amsterdam toe vallig zijn wij te Naarden nogal heel goed bekend en daarom zouden wij graag den naam van dien slager willen kennen. In het vuur der repliek hoorden we ook uit den mond van den heer van der Geest de woorden vloeien«Door abattoirs gaan de slagers naar den kelder» kom, kom, als hier te Alkmaar een Abattoir verrijst, zullen de goede slagers er zeker niet op aangezien willen worden, dat zij financieel zoo weinig weerstandsvermogen meer bezitten. En waar door een der eerste sprekers de autoriteit van Prof. Bollinger te Breslau was aangehaald, maakte de heer Van der Geest geen bezwaar om over dezen hoogleeraar te spreken als over »dat groote licht.» Wat door hem ten laste grief van de slagers, waaraan men dan ook te Roermond is tegemoet gekomen. Men kan vo o r een Abattoir zijn en toch ook de belangen van een groep nijvere burgers in het oog houden. Wanneer wij dan [ook aan de slagers (een goeden raad zouden mogen geven, is 't dezeIndien te Alk maar een Abattoir komt, breekt voor U eerst de tijd aan om |met goed gevolg U te weren. Aanvaardt het openbaar slachthuis als iets, dat nu eenmaal niet kon worden ontgaan. Maar zorgt, dat B. en W. en de ge meenteraad door U op de hoogte worden gesteld van datgene, wat Uw bedrijf onrechtmatig benadeelt. Tegen over de verplichtingen, die U worden opgelegd, behooren ook te staan maatregelen, waardoor Uwe werkelijke grieven zooveel mogelijk verholpen worden. Dit is z o o billijk, dat Gij daarvoor ongetwijfeld een willig gehoor zult vinden. gelegd werd aan de keurmeesters van het Abattoir te Amsterdam, die soms beestjes van f 40.goed-, en dure prachtige dieren afkeurden, moge deze opsomming besluiten. Zulk een betoogtrant kan geen goed doen aan de voorgestane zaak en het gevaar daarvan is nog boven dien, dat andere, betere argumenten niet meer het ge wicht in de schaal leggen, dat daaraan toekomt. Voor deze argumenten en ook voor de redevoeringen van de heeren Tak en Quadekker raadplege men overigens het uitvoerige verslag in ons vorig nummer, dat wij hier uit den aard der zaak niet kunnen herhalen. Wat wij maar willen zeggen is ditde wijze, waarop de heer van der Geest optrad, had te veel den schijn dat hij vocht voor een hopelooze zaak dan dat zijn be toog indruk kon maken op de toehoorders, die groote woorden weten te onderscheiden van argumenten, welke kunnen worden getbetst aan de waarheid. Met al zijn ijver gelooven wij niet, dat de heer van der Geest de belangenheeft gediend van die ingezetenen, welke tegen een Abattoir zijn. Toch heeft hij wel iets bereikt. Wat b.v. gezegd werd over den invoer van vleesch van buiten in een stad waar een Abattoir is gevestigd, is een volkomen billijke Een overval in PortugeeschW est-A frika. De Portageesche minister v. marine had in de Woensdag te Lissabon gebonden vergadering van de Kamer van Afgevaardigden de onaangename mededeeling te doen, dat een Portageesche troepenafdeeling, 499 man sterk, door oproerige Cnanamas is overvallen, toen zij de Cnnene, in Portugeesch Zuidwest-Afrika, wilde oversteken. Van de Portngeesche troepen werden 254 man gedood en vjjftig gewond. Deze afdeeling stond onder bevel van den kapitein der genie Coaognian, ond-gonvernenr van Mos- samedes. Onder de gedooden bevinden zich 15 officieren 13 onderofficieren. Da hoofdcolonne, waartoe het overvallen detachement behoorde, nam aan het gevecht deel, maar leed geen verliezen. De vorstelijke familie in Italië. De Koning van Italië heeft den datum van den doop van den jongen Italiaanschen erfgenaam nog niet vastgesteld, maar alge meen neemt men aan, dat deze plechtigheid, die overigens zeer eenvoudig zal zijn, plaats zal hebben te Rome, tegen het einde van November. De vorstelijke familie zal dan het kasteel San-Rossore betrekkengelegen vlak bij Pisa waar het klimaat veel zachter is dan dat te Rac- conigi. De gezondheid van Koningin Helena laat niets te wenschen over, zoodat prof. Marisani zijn verblijf ten paleize als geëindigd kon beschouwen. De opvoeding zal grootendeels door Hare Majesteit zelf geschieden. De wieg van den jongen prins bevindt zich in de kamer n de vorstin, met het kind gaat het voortreffelijk en het schijnt een flinke jongen te zijn. Naar alle waarschijnlijkheid zal de vorstelijke familie tegen 25 October uit Racconigi vertrekken om zich te San-Rossore te vestigen. Na den doop, zal de jonge vorstin zich naar het kasteel Oapodimonte, nabij Napels, be geven, waar zij den geheelen winter verblijf zal houden. De beambten, in dienst van het Koninklijke Huis, heb ben berekend, dat ongeveer acht honderd duizend brieven, geadresseerd aan de soevereinen, aangekomen zijn na de geboorte van den prins-erfgenaam. Chamberlain's hervormingen. De finan- ciëele en handelsstatistieken, die door het Engelsche mini sterie zijn gepubliceerd, zijn niet zeer bemoedigend. Ver scheidene bladen wijzen er dan ook op, dat op grond hiervan waarschijnlijk voor de handwerkslieden een zware winter te wachten is. Het is zeer moeilijk een goed overzicht van de cijfers van handel en financiën over zes maanden te krijgen, maar de bladen, die op de hand van Chamberlain zijn, maken van deze gelegenheid ge bruik om op den gunstigen invloed te wijzen, die zijn hervormingen zouden kunnen hebben. Een schandaal te Budapest. In de Hongaar- sche hoofdstad wordt druk gepraat over een diefstal, gepleegd door een ex-kapitein van een escadron huzaren en zijne vrouw. De man heet Alphonsus Mayer d'Eich- roch en was 't vorige jaar nog een van de meest ge vierde cavalerie officieren van het garnizoen te Budapest. Hg was een knap man en aan zijn uiterlijk had hij 't wel te danken, dat hij indruk maakte op een lief meisje te Weenen en met deze, Helena Mnller genaamd, in het huwelijk trad. Algemeen werd verteld, dat de officier een goede partjj deed, terwjjl ook hjj zelf niet onbemid deld was. Niemand verwonderde er zich dan ook over, dat het jonge paar zoo'n rijk leven leidde. De kapitein en zijn vrouw bezochten alle feesten, sloegen geen partij of andere feestelijkheden over. Zij waren bevriend met de aanzienlijkste families en gaven zelf diners en soirée's, bij welke gelegenheden een uitgelezen gezelschap ver- eenigd was. Toon hoorde men onverwacht, dat de schit terende officier vervolgd werd. Zeer belangrjjke schulden scheen hij gemaakt te hebben, die hij niet kon betalen en 't werd een wonder genoemd, dat hij niet voor den krjjgsraad werd geroepen. Sedert dien woonden de heer en Mevrouw Eichroch zeer armoedig op kleine gemeu bileerde kamers, ver van de kringen, waarin zij eens zoo gevierd waren geweest en niemand hoorde over hen spre ken. Eenige dagen geleden echter, meldde hun hospita zich aan bij 't bureau van politie, zeggende, dat het echtpaar vertrokken was en haar geld, edelgesteenten en zelfs haar kleederen had medegenomen. Oogenblikkelijk is een onderzoek ingesteld naar het voortvluchtige echtpaar. Spoorwegongelukken in de Vereenigde Staten. Tengevolge van spoorwegongelukken zijn in de Vereenigde Staten het laatste jaar omgekomen onge veer 10.000 personen, terwjjl het aantal bij deze onge lukken gewonden bedroeg 76.553. Het totaal der dooden en gewonden van 't nu loopende jaar zal waarschijnlijk deze cjjfers verre overtreffen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 5