Kwadenaard.
ALKMAARSCHE COURANT.
BUITENLAND.
BIN NE NL AND.
KUN~ST'ËY LETTERÊnT
N i e u w s t ij d i n g e n.
No. 125. Honderd en Zesde Jaargang. 1904.
ffiomlag 16 Oct. 2904
Men gebeurtenis uit den oorlog van 18ÏO
voor de Rechtbank.
Voor de Kamer van Strafzaken te Mainz staat terecht
de directeur van de Maimer Volkszeitung, Friedrich DöUe,
ter zake van beleediging van de nog in leven zijnde offi-
ci'ren van het le Hessische garde jagerbataljon, die aan
den oorlog van 1870 deelnamen.
Deze in Dnitscbland veel gerucht wekkende zaak zit
aldus in elkaarzekere generaal Kretschmann had in
tal.ijke brieven aan zijne vrouw en kinderen >:ele bij
zonderheden geschreven over de handelingen der Duitsche
troepen in Frankrjjk, welke handelingen hij öt met eigen
oogen gezien, of uit den mond van ooggetoigen had
opgeteekend. Zoo had hij o. a, de plundering van het
Fransche stadje Sens door het genoemde Hossische batal
jon beschreven.
Generaal Kretschmsnn's dochter, Lily, die gehuwd is
met den soc.-democraat Braun, en als schrijfster en voor
gangster in de Vrouwenbeweging, niet onbekend is, gaf
na den dood baars vaders diens »Oorlogsbrieven" uit. De
uitgave baarde groot en pjjnlijk opzien, want bier was
een Duitseh generaal aan 't woord, die vaak over het
gedrag der troepen van zijn eigen land volstrekt geen
fraai oordeel velde. De blieven, handelend over do plun
dering van Sens worden door de Maimer Volkszeitung
overgedrukt en van commentaren voorzien. Door deze
commentaren achtten de oud offic'eren van 't bataljon
zich in hun eer getast en zjj dienden een aanklacht
wegens beleediging in.
De gedaagde partij zond twee personen naar Sens om
voor de juistheid van hare beweringen ter plaatse zelf
bewijsmateriaal te verzamelen, terwyl de Hessische mili
taire vereenigmgen alle vroegere manschappen van 't
bataljon beeft opgewekt om in bet proces als getuigen
te verschijnen en de beweringen van generaal Kretschmann
en van de Maimer Volkszeitung te weerleggen.
ïSezocb van de Koningin-Moeder aan
Oranje Kassau-eord.
Donderdag bracht H. M. de Koningin-Moeder met
gevolg een bezoek aan het bekende Oranje Nassau-oord.
Zij werd in het sanatorium ontvangen door den di
recteur, den heer dr. J. W. F. Donath, dr. W. J. W.
Huinink, 2e-geneesheer, en mej. R. Piebenga, directrice,
waarbij verder tegenwoordig waren de heeren E. Cuy-
pers, architect, AmsterdamJ. L. Labberté, tijd. ge
neesheer, en mej. G. Talma, boekhoudster.
Hare Majesteit bezocht achtereenvolgens alle zieken
zalen, iedere patiënt kreeg uit Hare handen een bloem,
evenals vorige malen. Alles werd bezichtigd, ook de
verschillende bijgebouwen, waarbij het machinegebouw,
dat thans eene vergrooting ondergaat.
Na afloop der wandeling werd een kopje thee ge
dronken, waarna H. M, zich naar de conversatiekamer
begaf, waar de pafiënten Haar Gezang 267 toezongen.
De heer dr. Donath sprak H. M. toehij stelde in
het licht de dankbaarheid van vele patiënten die hier
genezing hadden gevonden. Daardoor was er niet alleen
dankbaarheid bij hen, maar ook bij hunne familieleden,
die geliefde betrekkingen gezond zagen terugkeeren.
Helaas zijn er ook patiënten geweest, die niet hersteld
zijn. Toch was ook voor hen het sanatorium een zegen
daar zij er hadden geleerd, hoe zij hun leven behooren
in te richten en hoe zij hun familieleden voor de vree-
selijke ziekte kunnen vrijwaren.
*PaS3BWü(J».tCM»l 1IMMU—fllid» HUM. II MUI li W— MMIH'Hti n I mi iHIWI'ilW HMIHHIIIHHi 11 I I ullli'n
Dit in weilanden zoo lastige onkruid wordt ook ge
noemd hermoes, roobol, ruigebol, houtpijp, oneet, onijt,
lidrusch, kwaderaard, unjer, lidruske, aardeilers, paar
denstaart kattestaartenz., wel een bewijs hoeveel
schade het doet en hoe gehaat het is, want onschuldige
onkruiden hebben in vele streken meestal geen plaat
selijke namen. Wij mogen wel zeggen de algemeenheid
en de schadelijkheid van een onkruid worden gemeten
met het aantal plaatselijke namen, die het heeft.
Van de paardenstaarten bestaan meerdere soorten.
De meest algemeen voorkomende zijn de moeraspaarden
staart, in de wetenschappelijke wereld bekend onder
den naam van Equisetum palustre en de akkerpaarden
staart, die door de plantkundigen gedoopt is met den
naam van Equisetum arvense.
Oningewijden denken, dat de kwadenaard geen zaad
voortbrengt en dat zij alleen meer en meer terrein
verovert door haar snel voortkruipenden wortelstok. Dit
alles is waar en juist hierdoor, dat de plant een diep-
gaanden onderaardschen stengel (wortelstok) bezit, is
zij moeilijk uit te roeien.
Maar al brengt de plant geen zaden voort, daarom is
toch op eenigszins overeenkomstige wijze wel voor de
instandhouding van de soort gezorgd. Zij behoort na
melijk tot de bedektbloeienden (cryptogamen), zoo ge
noemd in .tegenstelling met de openlijk bloeienden of
zaadplanten (phanerogamen).
De bedektbloeienden brengen zoogenaamde sporen
voort en die van de kwadenaard vormen een lichtgeel,
zeer fijn poeder, dat gemakkelijk door den wind wordt
medegevoerd en oppervlakkig beschouwd wel eenigszins
lijkt op het stuifmeel van vele zaadplanten.
Minder nauwkeurig bezien, schijnt het, alsof de kwa
denaard geen bladeren bezit. Ze zijn er echter wel, maar
hebben weinig te beteekenen. Op de knoopen, waardoor
de stengel in leden of geledingen wordt verdeeld, dat
is op de plaatsen, waar spelende kinderen de stengels
wel doorbreken om ze in kleine kokertjes te verdeelen,
zit een getand vliezig kransje. Dit is niet anders dan
een stelsel van eenige samengegroeide bladeren.
Bij de kwadenaard onderscheidt men verder twee soorten
van stengels, te weten, vruchtbare en onvruchtbare. De
eerste dragen in het voorjaar aan hun top een zooge-
naamden knots.
Bij de moeraspaardenstaart dragen zoowel de vrucht
bare als de onvruchtbare stengels ter plaatse van de
knoopen een krans van zijstengels, maar bij de akker.
Hare Majesteit dankte voor het gesprokene en ver
klaarde een aangenamen dag te hebben doorgebracht.
Zij had met blijdschap gezien, hoe er bij de beide dok
toren en de directrice liefde bestaat waar liet betreft
patiënten te helpen.
Nadat vervolgens het Wilhelmus was gezongen, ver
trok H. M. te uur per open rijtuig naar Rhenen,
waar de trein Haar opnam voor de verdere reis naar
Soestdijk.
Men mislukte coöperatieve export slachterij.
De Achterhoek, althans het oostelijk deel daarvan wil
niet achterstaan, ondanks zijn naam, bij andere deelen
van ons vaderland. Het heeft ook zijne financieele,,Cause
célèbre."
Voor drie jaar ongeveer werd te Winterswijk opge
richt een vennootschapEerste Nederlandsche Coöpe
ratieve Exportslachterij. De leveranciers, tevens aandeel
houders, meenden hierdoor te kunnen ontkomen aan
den vermeenden druk der veekoopers, en dachten ook
betere prijzen voor hun waar le ontvangen. De exploi
tatie heeft echter laatstbedoelde verwachting teleurge
steld. De prijzen bleven zelfs vaak beneden de door de
kooplui betaalde. Ondanks den vleeschaanvoer ging het
de vennootschap niet naar den vleeze. En thans staat
men voor een gedwongene staking, want de slachterij is
stop gezet.
De directeur heeft zijn ontslag genomen, en ook de
afrekening met leveranciers, die reeds voor zes weken
hun waar aangebracht hebben, laat nog steeds op zich
wachten. Hee groot dit verschuldigde bedrag is, weet
men niet precies, doch er wordt hier en daar gemom
peld van f 30.000. Zoo ongeveer staan de zaken. Of de
leveranciers hun geld zullen krijgen, en zoo ja, hoeveel,
ziedaar vragen, waarop niemand een zeker antwoord
weet te geven. Ondertusschen houdt het bestuur ver
gaderingen, die tot geen bepaalde resultaten leiden en
komen ook de leden samen en bespreken hun belangen
en vallen dat bestuur terecht, of ten onrechte wegens
zijn wanbeheer op krasse wijze aan. Hoe het verder
hiermee af zal loopen, hopen we spoedig te kunnen
melden. {Tel.).
Bond van Kederlandsche Onderwijzers.
In de laatst gehouden Vergadering van het Hoofdbestuur
van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers werd o. in.
besloten, gevolg te geven aan de nitnoodiging van bet
„Landelijk Onderwjjs - Comité" tot bijwoning van de
vergadering van hoofdbesturen en gedelegeerden, ter behan
deling van de volgende punten:
a. Bespreking der vraag, welk belang de Arbeidersbewe
ging in Nederland heeft bjj de voorgestelde wijzigingen in
de Onderwijswet;
b. Bespreking der wenschelijkheid voor het honden van
een Onderwijs-congres, gewjjd aan de verdediging der
belangen van goed onderwijs.
Tot afgevaardigden naar deze vergadering werden gekozen
de heeren F.L Ossendorp, Ph. van der Vos en J. J. Lamers
te Amsterdam.
Daarentegen werd besloten niet in te gaan op een verzoek
van het ComitéJ' ter verkrijging van een wettelijk vast
gesteld slnitingsnnr voor winkels en magazijnen* en
adbaesie te "erleenen aan baar adres aan de Tweede Kiv
mer der Staten Generaal, teneinde het slnitingsnnr op 9
nur te bepalen.
Medegedeeld werd, dat nn reeds een derde oplaag van
10.000 exemplaren der brochure «Maakt front Voor de
Openbare School* is noodig geworden. De afdeeling Rot
terdam heeft o. a. alleen 10.000 stuks besteld.
Van het binnen korten tijd verschjjnende «Ondernum
mer* van «De Bode*, Orgaan van den Bond, zal de ver
moedelijke oplage 50,000 exemplaren zjjn.
Als lid der redactie van 'deze courant werd opnieuw
herkozen de Heer Th. M. Ketelaar, te Amsterdam.
paardenstaart is dit alleen met de onvruchtbare het
geval. Bij deze zijn de vertakte stengels groen en de
onvertakte vruchtbare, grijsachtig bruin.
De bovengenoemde knots aan den top der vruchtbare
stengels bestaat uit een as, waaromheen eenige kransen van
schildvormige lichaampjes zijn geplaatst. Beschouwt men
zoo'n afzonderlijk schildje met het gewapend oog. dan
zien wij aan den rand daarvan eenige zakjes. Hierin
bevinden zich de 'sporen, die met elkaar een op stuif
meel gelijkend poeder vormen.
Een spoor of spore blijkt, onder het microscoop be
zien, omgeven door een viertal op één punt aan de spoor
vastgehechte draden, zoogenaamde springdraden. Deze
spiraalsgewijs om de spoor gewonden springdraden vor
men om de spoor gerold, als 't ware een wandzij be
dekken te zamen de spoor geheel en precies. Bij vochtig
weder strekken de springdraden van de hier óf daar
door den wind gebrachte spoor zich uit, als gevolg der
aanwezigheid van het vocht, dat zij opgeslorpt hebben.
Bij droog weder verdampt dit vocht weer en winden
de draden zich als eerst spiraalsgewijze om de spoor heen.
Het uitstrekken geschiedt zoo plotseling, dat de spoor
door de beweging verplaatst wordt. Het is duidelijk, dat
de springdraden als verspreidingsmiddel dienst doen.
Zoo zorgt de natuur er voor, dat niet te veel indivi
duen van dezelfde soort zich op dezelfde plaats ontwik
kelen, waar zij het met velen zouden moeten doen met
een bepaalde hoeveelheid lucht, licht vocht en voedsel,
en in welken strijd om het bestaan vele, zeer vele, te
vele ten gronde zouden gaan.
Uit de spoor ontstaat onder voor haar ontwikkeling
gunstige omstandigheden niet, zooals men verwachten
zou, een jonge kwadenaard-plant, maar wat de plantkun
digen noemen een voorkiem. De voorkiemen zijn van
tweeërlei aardde eene soort draagt mannelijke, de
andere vrouwelijke voortplantingsorganen.
Komt een mannelijke bevruchtende cel in aanraking
met een vrouwelijke te bevruchten cel en dit kan
gemakkelijk, want de eersten kunnen zich verplaatsen
dan ontstaat op de vrouwelijke voorkiem een
bladachtig orgaantje een jonge paardenstaart, die zich
gedurende den eersten tijd ten koste van de voorkiem
ontwikkelt.
Na dit uitstapje op plantkundig gebied een en ander
over de bestrijding van de veel voorkomende kwaden-
aard. Dat uitstapje was noodig, want wie een vijand
wil bevechten, moet zijn eigenschappen, zijn eigenaar
digheden, zijn gewoonten en zijn zwakke zijde kennen.
Nu onze lezers weten, dat de kwadenaard een diep-
gaanden wortelstok bezit en ontzettend kleine sporen
Me ftoordhollandsclie zeekust.
Uit de waarnemingen, die nn gedurende twee jaar zijn
gedaan, is gebleken zoo deelt de minister van water
staat in de toelichting zjjner begrootiug mede dat het
nemen van voorzorgsmaatregelen noodig wordt tot ver
dediging van de zeekust in Noord-Holland.
De knst benoorden de strandhoofden te Callantsoog
toch is achteruitgaande. Wel werd voor vijf jaren in de
plaats van den verdwenen buitendninregel, tussehen de
strandpalen 10 en 7 X 590 M. een 75 M. breede zand
dijk gemaakt, met de buitenkrninlijn op 5 5 M. -|- N.
A. P., doch achter dezen zanddjjk ligt oene breede, lage
vlakte, het Botgat genaamd, slechts hoog 1.50 M. -|- N.
A. P., aan de zuidzijde begrensd door een enkele smalle
duinrij, waarachter het Koegras. Mocht genoemde zand
dijk bij storm wegslaan, dan zou gevaar kunnen ontstaan,
dat bedoelde smalle duinrij het zeewater niet meer zou
kunnen keeren, in welk geval het Koegras zon inundeeien.
Teans is gebleken, dat van dien zanddijk, waarvan de
teen ongeveer 30 M. uit den hoogwaterrand ligt, in de
laatste drie jaren eene breedte van 20 M. is weggeslagen,
waarvan in hot laatste jaar 11 M.
Een langer uitstel van de voorbereiding tot verdere
verbetering van de kust, noordwaarts van strandpaal 10,
door middel van strandhoofden, zou das niet geraden zjjn.
Wel is waar bestaat er nog geen bepaald gevaar voor
doorbraak on zonden de reeds in 1899 en 1901 gemaakte
duinverzwaringen, om dit gevaar te keeren, landwaarts
kunnen worden verbreed, maar het beginsel der wet van
13 Juli 1898 is om de knst zoodanig te verdedigen, dat
worde behouden wat men heeft, en dat achteruitgang
worde voorkomen. Dit doel nn zou niet worden bereikt,
indien men tot aanwending van het voorbedoelde hulp
middel zou overgaan.
De verdediging met strandhoofden behoort derhalve
ook benoorden strandpaal 10 te worden voortgezet. Ton
behoeve der daarvoor te verrichten werkzaamheden zal
het tevens noodig zjjn, om den werkspoorweg, loopeude
van don steiger aan het Noordhollandsch kanaal benoorden
de Zijpat schutsluis naar de Groote Keelen en van daar
Zuidwaarts naar Callantsoog, van de Groote Koeten noord-
waai ts door te trekken.
Hoewel het maken van eene eenigszins betrouwbare
raming hoogst moeilijk is, omdat de kosten van een strand-
hoofd in hooge mate worden beheerscht door de diepte
ter plaatse tijdens den aanleg, die, niet het minst onder
oe uitvoering zelve, veranderljjk is, zoo kan worden mede
gedeeld, dat de uitga /e, te doen voor de verdediging
van het geheele kustvak van strandpaal 10 tot aan de
Heldersche zeewering globaal op 21/2 millioen gulden zal
ziju te stellen.
Dit hooge bedrag moge tot verklaring strekken van
het door den Minister ingenomen standpunt om, alleen
indien de noodzakelijkheid der verbetering vaststond, tot
de uitvoering te besluiten.
Waar deze noodzakelijkheid thans vaststaat voor het
gedeelte van dit kustvak van strandpaal 10 tot halver
wege de strandpalen 7 en 8, daar ligt het in de bedoeling
om tot de uitvoering der voor dat gedeelte noodige voor-
ziecingswerken over te gaan, waarvan de kosten over
de dienstjaren 1905—1910 zullen zijn te verdealen.
Voor 1905 is een post van f 50,000 uitgetrokken, ten
einde met het doortrekken van den werkspoorweg en het
aanvoeren van materialen te kunnen aanvangen, waarna
in 1906 met den aanleg der hoofden kan worden begonnen.
Er worden naar Het Vad. meldt stappen gedaan
om een gedenksteen voor R. Hol tot stand te brengen.
Eec oommissie wotdt daartoe gevormd. Mr. J. G. Patjjn
heeft het eere-voorzitterschap daarvan welwillend aan
vaard, terwijl de heeren Jhr. J. W. C. Quarles van Uf-
ford en Hodenpyl tot Hodenpyl zich bereid hebben ver
klaard als secietaris en penningmeester te fnugeeren.
voortbrengt, zullen zij begrijpen, waarom het zoo moeilijk
is deze plant in weilanden uit te roeien. Verdeeling van
den wortelstok maakt de zaak nog erger, want een
wortelstok, als zijnde een stengel, bezit knoppen en elk
stukje wortelstok bezit, wanneer er ook maar één knop
aan voorkomt, het vermogen tot een zelfstandig levende
plant uit te groeien.
De ondervinding heeft velen, die met kwadenaard te
strijden hebben, al wel geleerd, dat zij alleen of" bijna
alleen voorkomt op gronden, waarin het water niet diep
genoeg kan wegzakken, hetzij omdat het peil te hoog
i.s, hetzij omdat zich in den grond een ondoorlatende
laag, een bank, bevindt. Van een bestrijding langs di-
recten weg is dan ook niets te verwachten. Drooglegging
door greppelen (in weiland) of draineeren (jn bouwland)
is een hoofdvereischte. Daarbij moet men sterk mesten,
opdat de grassen en andere gewaardeerde planten weliger
dan vroeger beginnen te groeien, waardoor de kw'aden-
aard, wat licht en lucht betreft, in ongunstige omstan
digheden komt te verkeeren. Aan sommige hulpmest-
stoffen, zooals chloorkalium, wordt bovendien een direct
ongunstige invloed op het leven der kwadenaard toe
gekend. Maar dezelfde meststof bevat helaas ook stoffen,
nadeelig voor het leven van cultuurplanten en kan dan,
in groote hoeveelheid gegeven, nadeelig worden voor de
nuttige planten. In ieder geval moet het voor den winter
uitgestrooid worden, zoodat het in het voorjaar diep is
weggezakt.
Veel succes heeft men hier en daar ook gehad met
een sterke najaarsbemesting van kaïniet. Deze is op de
lichtere gronden, die gewoonlijk arm aan kali zijn, te
gelijkertijd een bemesting in den vollen zin des woords,
als daarnaast kalk, beendermeel en chilisalpeter niet
vergeten worden. Alles te zamen genomen, moet dus
gezegd worden, dat alleen heil te verwachten is van
droogleggen, behandeling met kaïniet en sterke bemes
ting, vooral ook met chilisalpeter (in April—Mei).
Waar het mogelijk is, kan men, de weiden na een
paar jaren met kaïniet gewerkt te hebben, scheuren en
enkele jaren als bouwland gebruiken. Men tele dan bij
afwisseling veel schaduw gevende gewassen en hak-
vruchten. In de laatste kan men geregeld wieden. Door
de kwadenaard te beletten sporen voort te brengen,
voorkomt men haar vermenigvuldiging en door de bo-
venaardsche deelen geregeld af te steken, put men den
voorraad reserve-voedsel in den worstelstok langzamer
hand uit.
Alleen als het geduld van den landbouwer het in taai
heid wint van het leven der kwadenaard, is deze ten
-doode opgeschreven.