fèSliLg
Dit imr bestaat nlt 3 Hen.
No. 128.
Eoikderd en zesde Jaargang,
1904.
ZONDAG
23 OCTOBER.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Algemeen Overzicht.
Nieuwstijdingen.
Gemengd Nieuws.
ALKHAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt I> i n s da g-, Soiiirdig-
en IiterdtgtTOid uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar ff 0.80franco door het
rijk ff 1,
3 Nummers ff 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
SS
Telefoonnwnmer 3.
Prys der gewone adTertentlën
Per regel ff 0,16. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9.
In de dagentoen de felle oorlog woedde in Zuid-
Afrika de oorlog, die, naar meer en meer waarschijn
lijk wordt met het tractaat van Vereeniging zijn einde
niet gevonden heeft in die dagen hadden wij het
voorrecht, telkens weer een onderhoud te hebben met
Afrikaners, die, in het nauw geraakt, zich aan den over
weldiger hadden weten te onttrekken door naar ons gast
vrije Nederland uit te wijken. Wie toen kennis wilde
opdoen van de toestanden in Zuid-Afrika, van het leven
en denken van onze stamgenooten daarginds in het verre
Zuiden van het Donkere Werelddeel, hij had de gelegen
heid maar voor het grijpen.
De Afrikaners hadden iets goedigs, iets bezadigds over
zich, iets waaruit men aanstonds kon opmaken, dat zij
zich naar het oorlogsterrein hadden begeven, niet uit
woesten lust tot vechten, maar omdat zij moesten ver
dedigen hun dierbaarste goed, hunne vrjjheid. Maar aan
stonds verdween de zachtmoedige trek van hun gelaat
en fonkelde het oog van bitterheid en toorn, wanneer
daar werd genoemd een van de drie namen Cüamberlain,
Rhodes en Lord Milner. Zij wisten, dat hun ras geen
grooter vijanden had dan deze drie. En wanneer men
daarover dan verder sprak met hen, dan was 't niet
twijfelachtigwien van het drietal zij 't meest haatten
envreesdendat was niet Rhodes en ook niet
Chamberlaindat was Lord Milner. Wjj hooren 't
nog een dier brave Afrikaners tot ons zeggen «Milner
is onsBoeren te slimzoolang hjj aan het bewind
blijft is er voor ons weinig te hopen.''
Lord Milner is geweest de booze geest van gansoh den
oorlog.
En wij, die in den afloop van den Zuid-Afrikaanschen
oorlog niets anders hebben kunnen zien dan een geweld
pleging aan de zaak van recht en rechtvaardigheid, wjj
komen er nu rond voor uit, dat wij met genoegdoening
zien, hoe steeds meer de ure nadert, waarop Lord Milner
loon zal krijgen naar werken. Het geluk is nÏ8t bij hem
geweest zoo lang hij met groote macht te Johannesburg
zetelt. Van alle kanten is zijn bestuur togengevallen en
nunu schijnt hjj er ernstig over te denken uit
Zuid-Afrika heen te gaan. Op zjjn werk heeft geen zegen
gerust en vreezende den uitslag van de naderende alge-
meene verkiezingen in Engeland ziet hjj een smadelijke
terugroeping in het verschiet om daaraan te ontkomen
verlaat hjj den Zuid-Afrikaanschen bodem zoogenaamd
vrijwillig.
Maar ook in Engeland zal hij niet meer met gejubel
worden binnengehaald, men is er thans wjjzer geworden.
Wat Milner heeft gedaan of liever misdaan is dezer dagen
voortreffeljjk geschetst door Daily News, en 't zal zeker
ook het beleedigde rechtsgevoel onzer lezers streelen
daarvan een en ander te vernemen.
Vergelijkende den toestand in Zuid-Afrika vóór 1897,
toen Milner het eerst als Hooge Commissaris erheen ging
en dien van thans, schrijft het Engelsehe blad
»Ten spijt van Jameson's inval was Zuid-Afrika in
1897 nog steeds een land, waar twee rassen in vrede
naast elkander leefden. Een wanklank der tweedracht
was door de dwaasheid des heeren Rhodes aangeslagen;
de eerste plicht van een krachtig en wijs regeerder was
het, de uitwerking er van weg te nemen. Over het geheel
was het land voorspoedig en gelukkig. De Oranje-Vrijstaat
was eene modelrepubliek, met niet minder zuiver bestuur
dan Engeland zelf. Transvaal was ernstig ontrust geworden
door den inval, maar de vrijlating van de schuldigen door
Kruger had den vrede bevorderd. De mijnen to Johannes
burg leverden een fabelachtige hoeveelheid goud en het
gansche land deelde in den voorspoed. De Kaap was in
vrede en de kamp in het Noorden had de betrekkingen
tusschen Engelschen en Hollanders in de oude kolonie
nog niet verstoord. Kruger, na Rhodes voor Zuid-Afrika
het grootste gevaar was een oud man, wiens regeering
niet veel jaren meer had kunnen duren, en aan den anderen
kant kwam eene jonge partij van Boeren-hervormers met
snelheid op den voorgrond, die allengs het bederf, uit
's lands bestuur zou hebben verwijderd. Het eene noodige
was geduld.
Lord Milner gaf de voorkeur aan eene «heelmeesters-
operatie"; en wat is nu de uitkomst? De twee Noordeijjke
Republieken, het is waar, zjjn «koloniën" van hetBritsche
Rijk, maar in welken staat Het zijn zwart geschroeide
woestenijen j huizen, vee, en in vele gedeelten de bevolking,
zijn weggevaagd. De ovorgeblevenen, onlangs van lange
ballingschap op Ceylon, in Britsch- en West-Indië weder
gekeerd, loopen gevaar van tot het peil van bedeelden
te dalen. Het bestunr kost meer dan in Kruger's tijd
en is veel minder doeltreffend. De mijneigenaars, voor
wie al deze ellende bedreven werd, zjjn in hun jammer
klachten het luidst. Zij beweren dat zjj hun voorspoed
kwijt zijn en dat die niet zal terugkeeren.De Kaap
kolonie eindeljjk is niet langer een samenstemmend geheel,
maar bezit eene groote bevolking van Hollandscho Boeren,
wien 't kiesrecht ontnomen is en die nog altjjd de bittere
heugenissen koesteren van den krijg.
Ziedaar Milner's werk, dat het mode geweest is als een
«schitterende tentoonspreiding van scherpzinnige Rijks-
zucht" op te vijzelen. We laten het oordeel gaarne aan
alle verstandige lieden over. Het bloed van allen
die gedurende deze donkere jaren in Zuid-Afrika zijn
omgekomen de dapperen te velde, de zwakke vrouwen
kinderen in de kampen, spat op en verduistert deu
glans van 't Zuidafrikaansche goud. Wij benijden den
man niet, op wiens hoofd voor dit beleid er zijne uit
komsten de voornaamste verantwoordelijkheid rust. Hjj
heeft een zekere hardnekkige volharding aan den dag
gelegd bij 't zich vastklemmen aan zijn post, waaruit
gebleken is dat hjj eene soort van koppigen moed bezit.
Maar van Staatsmansgaven of vooruitzienden blik is nooit
eenig spoor geweest. Van 't begin tot het einde
heeft hij gehandeld, niet als vertegenwoordiger van 't
gansche Zuidafrikaansche volk, maar als het werktuig
van eene benda parasieten, wier aanwezigheid een vloek is
voor het land. Hij heeft zjjn loon in de verloochening
zjjner eigen vrienden en van zijn heengaan zal 't geschreven
staan, dat dit het eenige goede was dat hij ooit aan 't land
van zijn wanbestuur bewees."
't Schijnt wel, dat er op het oorlogsterrein
in Mantsjoerjjenada verwoede gevechten van de
laatste dagen een periode van stilstand is gekomen. Aan
beide kanten moeten de manschappen, van wier krachten
het uiterste gevergd is sommigen hebben dagen en
nachten aan één stuk gevochten wat op hun verhaal
komen. Voorts moeten in beide legers de opengevallen
plaatsen zooveel mogelijk worden aangevuld en moet ook
op den toevoer van nieuwe ammunitie en schiet-voorraad
worden gewacht. Waarschijnljjk zal degeen, die met dit
alles het eerst gereed is, opnieuw tot den aanval overgaan.
Want, hoe ontzagljjk ook de verliezen aan menschenlevens
zjjn, een feitelijk resultaat is aan geen van beide kanten
verkregen den Russen is 't niet gelukt hunne kameraden
te Port Arthar te ontzetten en de Japanners zjjn er niet
in gedaagd de Russen tot een verderen terugtocht te
nopen.
In afwachting van de dingen, uie komen zullen, houdt
de pers zich bezig met beschrijvingen van de gebeurte
nissen, die achter ons liggen. Zoo wordt aan de Temps
over hot verlies der Russische kanonnen in den nacht
van 14 October uit St. Petersburg het volgende geseind:
De voorhoede van het 2de legerkorps op den rechter
vleugel, bestaande uit 2 Europeesche regimenten (Kostof
en Woronesj) en uit 3 batterjjen artillerie, werden onop-
houdeljjk aangevallen. De twee regimenten geraakten in
wanorde en de Japanners konden tot op 300 stappen
naderen, daar de kanonniers ze voor Russen aanzagen.
Het vuur der Japanners doodde nu bjjna al de artilleristen
en de paaiden. Slechts twee officieren ontkwamen en de
24 kanonnen gingen verloren. De twee Russische officieren
beweren dat de Japanners van een krijgslist gebruik
maakten en Russische jassen en bonte mutsen droegen.
Dezelfde correspondent meldt dat de voorhoedebrigade
van het 12de legerkorps, ook op den rechtervleugel, den
12den October 22 kanonnen verloor. De oorzaak van
het mislukken van den Russischen aanval vindt de corres
pondent in de fouten van het beste troepengedeelte van
generaal Stackelberg, die op den Russischen linkervleugel,
ver van 't centrum, ietwat onbedacht in een bsrgengte
geraakte, die hjj niet vermeesteren kon. Voor de rest
had op de gansche Russische linie geen ernstige aanvals-
beweging plaats. Zeer belangrjjke strijdkrachten aan
menschen en kanonnen bleven ongebruikt, de bevelen
gingen door elkander en spraken elkander tegen, wat uit
liep op oen volslagen gemis aan samenhang.
Meer en meer wordt 't duidelijk, dat de Chinee-
z e n in Mantsjoerije openljjk partij trekken voor Japan.
Herhaaldeljjk werd op de Russen geschoten in dorpen
waar zjj doortrokken en onlangs werden vjjf mannen van
een verkenningstroep, door Generaal Sacharoff uitgezonden,
in een dorp gedood door bewoners, die uit de hutten op
hen schoten. Volgens een officieel bericht uit Peking
echter melden de onderkoningen der verschillende provin
ciën dat het volkomen rustig is in het land. Overal ba-
toont men sympathie voor Japanmaar er is niets te
vreezen zoolang het Hof te Peking afkeerig van eenige
inmenging in den oorlog bljjlt. Volgens andere berichten
zjjn geheime rooversgenootschappen, welke behooren tot
West Kwang-tong, bezig zich te vereenigen met het doel
een opstand te verwekkeu in de provincie Canton. De
rust kon das wel eens alleen in schjjn «volkomen" wezen.
Provinciale Staten van Noord-Holland.
Gedeputeerde Staten stellen voor toe te staan aan de
Maatschappij voor den werkenden stand te Amsterdam,
ten behoeve van hare dagteeken- en kunstambachtschool
voor meisjes over de jaren 1905, 1906 en 1907 een pro
vinciaal subsidie van f 1000; aan de avondvakteekenschool
voor scheepsbouw- en werktuigkunde «Da Eenheid" te
Amsterdam een subsidie van 1400 voor de jaren 1905,
1906 en 1907; aan de vereeniging «Vooruitgang" te Wjjdenes
voor de oprichting van een proefveld aldaar een subsidie
van f 200aan den omnibusdienst «De drie Egmonden"
voor het jaar 1904 een subsidie van f 300.
De voorzitter der Prov. Staten is voornemens in de
eerste bijeenkomst der Staten, te houden op Dinsdag 1
November 1904, des voormiddags te elf uur in het Prin
senhof te Haarlem, omtrent de in deze zitting te behan
delen onderwerpen het volgende voor to stellen
a. de stukken, voor zoover die onderzocht moeten wor
den, te stellen in handen van commission
b. de rapporten dier commissiën en de ingediende stuk
ken te doen behandelen in eene vergadering te beieggen
op Dinsdag 15 November 'svoormiddags te half elf uur,
zoo noodig voort te zetten op Donderdag 17 November,
mede 'svoormiddags te half elf uur.
Verder ligt het in zjjne bedoeling om voor te stellen
in de vergadering van Dinsdag 15 November in de
eerste plaats te behandelen de interpellatie van den heer
H. F. R. Hubrecht omtrent het heemraadschap van den
Amstel en Nieuwer-Amstel.
Tentoonstelling afdeellng Ursem.
De tentoonstelling de afdeeling Ursem en omstreken
van de H. M. van Lmdbouw, te Rustenburg gehouden,
slaagde uitstekend.
Niet minder dan 69 verschillende nummers telde de
lijst der inzendingen.
Bekroond werden de stierkalveren van de heeren D.
Schermerhorn, S. de Heer en K. Schermerhorn met den
eersten, tweeden en derden prijs.
Kuiskalverenle prjjs, de heer J. Plevier, 2e prjjs
de beer C. Brak 3e prjjs de heer K. Schermerhorn.
Hokkelingen le prijs, en zilveren medaille der jury
de heer J. Plevier2e prjjs de heer G. Kater, 3e prijs
de heer P. de Boer.
Melkvaarzen le prijs, de beer S. Laan, 2e prijs de
heer J. Boot, 3e prjjs de heer S. Laan.
Melkkoeien, atgewisseldle prjjs, de heer J, Koster,
2e prijs, dezelfde, 3e prjjs, de heer J. Wonder.
Ramlammerenle prjjs, de beer D. Schermerhorn,
2e prjjs, de heer C. Blom, 3e prjjs, de heer K. Scher
merhorn.
Fokschapenle prjjs, de heer D. Schermeihom2e
en 3e prjjs, de wed. G. Vet.
Daarenboven verwierven eene eervolle vermelding de
heeren A. J. Flokstra, te Stompetoren, voor de inge
zonden rjjtuigen, S. C. van Egmond, te Rustenburg voor
veevooder en J. Plevier voor een stier van 11/2 jaar oud.
De jury bestond uit de heeren W. Schermerhorn, te
Akersloot en de heeren P. Meijer en P. Vader PDz. te
Schermeer.
De voorzitter, de heer J. Koster te Ursem, feliciteerde
de heeren inzenders met de door hen behaalde prjjzen en
hoopte, dat door deze tentoonstelling bij de verschillende
exposanten de lust mocht gewekt worden in Ursems
omgeving eene veefokkerijvereeniging op te richten, welke,
daarvan was de spreker overtuigd, door de regeering zoo
noodig, gesteund zon worden, omdat deze hoe langer hoe
meer belang stelt in Hollands veestapel.
Brand te Wormerveer.
Vrijdagmorgen ruim 8 uur ontstond een felle brand in
de stoomoliefabriek «De Liefde", van de firma Jan Prins,
te Wormerveer.
De vlammen breidden zich zóó snel uit, dat spoedig de
geheele fabriek in vuur stond.
De stoomspuit en een groot aantal andere spuiten waren
spoedig op hat terrein aanwezig. Door het leggen van
slangen over de Zaan werden ook vjjf brandkranen in
werking gebracht. Door zeer lange slangen werden tevens
groote watermassa's uit de watertorens van de op korten
afstand en naast elkaar staande rjjstfabrieken «De Unie"
en de «Hollandia" aangevoerd, zoodat men het vuur om
halftien meester was.
De belendende gebouwen, nameljjk de aangrenzende
pakhuizen, de woning van den nachtwaker Blank en het
fabriekje «De Visscher" bleven alle gespaard.
De fabriek zelve is geheel eene ruïne geworden.
Als oorzaak van den brand Wordt genoemd het heet-
oopen eener machine.
Bij de ramp is gelukkig niemand gekwetst geworden.
ff erd ulstering.
Vrjjdag deed de krijgsraad te Haarlem uitspraak in de
zaak tegen Andries Mooy, tweeden luitenant van het 4e
regiment vesting-artillerie, laatst in garnizoen te Den
Helder, beschuldigd op 20 Juli 1904 zonder verlof zijn
korps en garnizoen f,e hebben verlaten, na uit de onder
zjjn berusting zijnde cantinekas zich opzetteljjk weder
rechtelijk toegeëigend te hebben een bedrag van ongeveer
f 815.
De krjjgsraad veroordeelde beklaagde wegens verduiste
ring tot 1 jaar militaire gevangenisstraf met ontzegging
om in krijgsdienst te treden voor den tijd van 5 jaren.
Van den Hangedijk.
Aan de afvoerljjn te Broek op Langedjjk werden in
de maand September geladen 1045 wagons groenten.
De omzet aan de afslagmarkt te Broek op Laugedij k
bedroeg in de maand September bloemkool 7945300,