No» 129,
Honderd en zesde Jaargang.
Woensdag 26 October 1904.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Algemeen Overzicht.
Nieuwst ij dingen.
ALKMAABSCHE COURANT.
Onze lezers znllen zich ook nog wel de dagen herin
neren, waarin hier te lande op grooto schaal reclame
werd gemaakt voor de landverhuizing naar Argen
tinië. 't Scheen wel, dat nu het land was gevonden,
waar de arbeider mildelijk zou worden beloond voor de
inspanning zijner krachten, waar 'njj niet genoodzaakt zou
zijn z'n gansche leven in dienstbaarheid door te brengen,
waar hij na eenige jaren van noesten arbeid zich tot den
rang van bezitter kon opwerken. Zooveel hoofden en har
ten waren van Argentinië vervuld, dat zelfs de directeur
van een onzer meest gelezen volksbladen, de heer D. A. van
Waaiwjjk, daarin aanleiding vond de overzeasche reis te
gaau ondernemen om aan de lezers van zijn blad mee te
deelen, wat hij door eigen aanschouwing bad geleerd.
Zjjne bevindingen waren niet van dien aard, dat men er
door werd afgeschrikt om in Argentinië het land van
belofte te gaan zoeken.
Toen is de reactie gekomen. De loftuitingen verstomden
en bittere klachten kwamen er voor in de plaats. Met
fraaie beloften bad men de vreemdelingen gelokt om het
onontgonnen land in bewerking te doen nemen en toen
zij er eenmaal waren, werden die beloften niet nageko
men, zoodat de immigranten weder hard naar het oude
Nederland terug verlangden. Velen aanvaardden dan ook
de terngreis.
Wat voor de ontwikkeling van de Argentijnsche Repu
bliek een onoverkomelijke hinderpaal bleek te zijn, was
het gemis aan een krachtige regeering, het ontbreken van
een degel jjke administratie. En dit is ook nu nog het
geval. Het land op zichzelf is goed genoeg, maar er is
geen voldoende veiligheid, er is geen behoorlijke justitie
partijzucht vergiftigt er alles.
Op dit oogenblik verkeert het land weder in moeiljjke
omstandigheden. Generaal Roca weigert langer het presi
dentschap te vervullen en hij staat op het punt naar
Europa te vertrekken, ten einde daar van de vermoeie
nissen van zijn ambt gedurende verscheidene jaren nit
te rasten. Daarmee is de dear opengezet voor allerlei
kuiperijen. De ministers kunnen zich niet beroemen op
een vlekkeloos verledener is er geen, van wien men
verwachten kan, dat hjj onafhankelijk genoeg is om in
dezen Augias-stal den bezem rond te zwaaien.
Er is zoo jammerlijk geknoeid. De minister van open
bare Wörken, de ingenieur Civit, wordt beschuldigd van
omkooperjj ten eigen bate. De minister van oorlog, Dr.
Teriy, wordt ervan verdacht, dat hij voor de enorme,
daarvoor beschikbaar gestelde sommen aan zijn land een
artillerie heeft bezorgd, die niet dengt. De minister van
bnitenlandscbe zaken heeft vrjj openlyk de revolutie in
Paraguay en Uruguay begunstigd en 't mogelijk gemaakt,
dat de revolutionairen van wapenen en ammunitie werden
voorzien. Hoe kan er iets goeds uit zulke kringen voort
komen
Inmiddels heerscht er bittere ontevredenheid in het
land. De Algemeene Arbeiders-Unie heeft thans besloten
afgevaardigden te zenden naar Earopa, voornamelijk naar
Italië en Spanje, om to verhoeden, dat vandaar nog nieuwe
emigranten naar de Republiek komen. Dat is een goede
daad. Want elke week verlaten tal van families het land,
omdat onder de huidige omstandigheden daar geen be
staan voor haar is te vinden. De verdiensten zijn er
thans gering en het leven is er ontzaglijk duur. 't Klinkt
ongelooflijk, maar toch is 't waar, dat in Argentinië,
hoewel 't veel vee, koren en mais oplevert, de pryzen van
vleesch, brood, melk, boter en kaas hooger zijn dan te
Londen of Parjjs. De dieren worden dood of levend naar
Afrika en Engeland gezonden, het graan wordt naar alle
wereldstreken uitgevoerd en het weinigje, dat er in het
land zelf overblijft, moet met gond betaald worden. Daar
tegen is de arbeider niet opgewassen.
Veel moeite heeft men zich in Argentinië gegeven om
de Afrikaners, die onder het Engelsche bewind zich niet
gelukkig kunnen voelen, over te halen daarheen uit te
wijken en hun arbeidskracht aan het land ten goede te
doen komen. De gebruikelijke mooie voorspiegelingen
hebben ook hier haar effect weder niet gemist. Sommigen
zijn gegaan, doch ook hun wachtte daar niets dan teleur
stelling. De meesten zijn dan ook teruggekeerd en zij
waarschuwen nu in de Afrikaner pers voor de misleidende
lokstem.
Te midden van al die jobstijdingen komt het bericht,
dat de vooruitzichten van den oogst, zoowel van mais als
van ljjnzaad, by uitstek gunstig zjjn. Doch, welvaart zal
daardoor niet komen. Alleen de speculanten znllen ervan
profiteeren en zij, die de administratie des lands in handen
hebben, 't Klinkt hard, maar 't is volkomen waar, wat
een schrijver uit Argentinië in een der laatste num
mers van de Indépendance Beige zegt»Sans la maudite
politique qui vient tont instant jeter le trouble parmi
le commerce, les habitants de la Répnblique seraient
heureux."
Het ongelukkige landsbestuur is 't ook, dat elders in
Zuid-Amerika den bloei en de ontwikkeling van door de
natuur werkeljjk zeer begunstigde streken onmogelijk maakt.
De Russische Oostzee-vloot, wier bewe
gingen door heel de wereld met aandacht worden gade
geslagen, heeft op haren toeht al dadelijk een avontuur
gehad, waarvan de gevolgen op dit oogenblik nog moei
lijk zjjn te overzien. Zij is namelijk in de Noordzee in
botsing gekomen met visschersvaartuigen uit Huil. De
reeders geven hiervan de volgende lezing:
»Het eerste deel van de Rnssische vloot stoomde in den
nacht van den 21en de visschers voorbijde overige sche
pen richtten hnn electrische zoeklichten op de Engelsche
visschersvloot. Tegelijkertijd openden zij het vuur. De
boot Crane werd in den grond geboord. De onthoofde
ljjken van den schipper en den eersten stuurman zijn
naar Huil overgebracht. Velen aan boord der booten zijn
gekwetst. De booten Momein en Mino kwamen zwaar
gehavend door het Russische vuur te Huil aan. De Mino
had 16 gaten. Men vresst, dat er nog een boot gezonken
en de bemanning verdronken is."
Bjj den terugkeer te Huil bleken de trawlers Moulmein
en Mino geheel doorschoten te zjjn. De Moulmein voerde
de zwaar gehavende vlag halfstok. De kapitein van dit
schip verklaarde dat da vloot 220 mijlen ten oosten van
Spurnhead vischte. Te een uur Zaterdagmorgen met
nevelig weer teekeaden zieh de omtrekken van een aan
tal groots schepen, blijkbaar oorlogsschepen vaag af.
Terwijl de visschors het voorbijvaren van de vloot gade
sloegen, werden zij eensklaps overgoten met het licht van
de zoeklichten, en zij zagen toen schepen, blijkbaar torpedo
booten, die naderden naar het scheen met de bedoeling
de Moulmein te praaien. Da torpedobooten keerden naar
de vloot terug en deze openden toen bet vuur. De be
schieting duurde twintig minuten en in het geheel werden
omstreeks 250 bommen afgevuurd. De vloot stoomde
weg en weldra zond een van de trawlers vuurpijlen op.
Het bleek aan de Moulmein, dat dit in nood verkearend
schip de Crane was. De Crane was zinkende en kapitein
en stuurman lagen met afgeschoten hoofd op het dek.
Ondanks het groote gevaar, waarmede hier mensohen-
levens bedreigd werden, maakten de Russische oorlogs
schepen, toen de vergissing was gemerkt, dat zij schielijk
wegkwamen.
De Moulmein bracht de lijken naar Huil en de rest
van de bemanning werd op een andere trawler overge
bracht, die nog niet is aangekomen.
De verontwaardiging over het voorgevallene is alge
meen in Engeland. De bladen, die uit het juist bekend
worden van het vrij verklaren door het opperste Russische
prijsgerecht van de door het Wladiwostock-eskader op
gebrachte Britsche stoomboot vAUanton", concludeeren,
dat het Russische gouvernement Engeland welgezind is,
en ln elk geval geen oorlog wilde uitlokken, beschouwen
het thans gebeurde niet als een willekeurige oorlogsdaad,
expresseljjk bedoeld om den vrede te verstoren. Zij zien
veeleer in het noodlottige incident een gevolg van een
paniek onder de Russische officieren en matrozen, die
door allerlei verhalen van door Japan tegen de Baltische
vloot beraamde aanslagen uitermate zenuwachtig zjjn
geworden, en de Britsche visschersvloot voor een Japansche
torpedoffottilje hebben aangezien.
Blijkens een interview van de Daily News met een
ambtenaar der Russische ambassade te Londen, deelt men
ook daar deze laatste zienswijze.
Dit neemt niet weg, dat de pers op een onverwijld
krachtig protest aandringt en van Rusland afdoende
verontschuldiging en ruime schadeloosstelling eischt. Voor
al de Standard is zeer heftig in haar hoofdartikel. Zij
oischt, dat Rusland onmiddelijk het Oostzee-eskader zal
terugroepen, opdat het gebeurde volledig kan worden
onderzocht en de officieren ter strenge verantwoording
zullen worden geroepen, en ook opdat het internationale
scheepsverkeer niet langer zal worden bedreigd door wat
de Standard qualificeert als: »een internationale lastpost
en een voortdurende bedreiging voor den vrede ter zee".
Indeidaad blijkt, dat hier vrees voor den Japanner in
het spel is. De Admiraal van het eskader zou nameljjk
de vrijwel zenuwachtig makende instructie hebben mede-
gekregen, onderweg geen vaartuig op torpedeer-afstand te
laten naderen, vooral des nachts niet, om op die wijze
gevrijwaard te zjjn tegen de mogeljjk als andere vaartuigen
vermomde Japansche torpedobooten.
Het Departement van Buitenlandsche Zaken te Londen
heeft zich terstond volledig van alles op de hoogte laten
stellen en onmiddelljjk daarna heeft het dringende ver-
toogen gericht tot de Russische Regeering met de op
merking, dat de openbare meening in Engeland geenerlei
vertraging toelaat. Die openbare meening heeft zich in
middels op betreurenswaardige wijze geuit door het uit
jouwen van den Russischen gezant bij zijn terugkeer te
Londen aan het Victoria-station, waarbjj zelfs getracht
werd de ruiten van het rijtuig vau den gezant in te
slaan. Zulke incidenten zullen zeker een vredelievende
oplossing niet gemakkelijker maken.
Zooals verwacht kon worden, heeft de Russische re
geering zich bereid verklaard aan de slachtoffers volle
dige genoegdoening te versohaffen. Te Petersburg wordt
in diplomatieke kringen en onder de leden van de bui
tenlandsche kolonie voor zoover deze van de omstandig
heden op de hoogte zjjn, bet gebeurde zeer ernstig op
gevat. Men vreest dat een schadevergoeding in geld niet
afdoende zal zjjn en meent dat Groot-Brittannië zal aan
dringen op voorbeeldige bestraffing van do schuldigen.
Men hoort te Petersburg de dolste onderstellingen ter
verklaring van het Russische optreden wordt als vaststaand
feit herhaaldeljjk vooropgesteld, dat de Japanners reeds
langen tjjd met Noordzeevisschers in onderhandeling
waren over het leggen van mjjnen en torpedo's.
Inmiddels vraagt men zich af, hoe lang het eskader
als zich geen incidenten verder voordoen, wel noodig
zal hebben om Port Arthur en Wladiwostock te bereiken.
De gewonde oud-commandant van het pantserschip »Petro-
pavlovsk", kapitein Jakovlef, die 14 dagen geleden te
Petersburg aangekomen is, deelde daarover het volgende
mede aan een redacteur van de BussOnder gewone
omstandigheden, d. w. z,, wanneer het eskader onderweg
in verschillende havens kolen kon innemen, zou het bij
een snelheid van 11 tot 12 knoopen in ongeveer 55 da
gen Wladiwostock bereiken, n.l. als het door het Suez-
kanaal ging. Doch een geheel eskader kan moeiljjk ineens
in het kanaal toegelaten worden. Onder gewone omstan
digheden kan een oorlogsschip het kanaal in 8 tot 10
uur passeeren. De weg om den Kaap is slechts 10 tot
12 dagen langer. Hier zou het eskader ongehinderd voort
kunnen gaan. Het weer zal niet ongunstig zjjnde storm
achtige maanden voor den Indischen en den Stillen
Oceaan zjjn Augustus, September en begin October. Het
innemen van kolen zal onder alle omstandigheden zeer
tijdroovend zjjnen dan moeten ook de nauwelijks te
vermjjden herstellingen in aanmerking genomen worden.
Het eskader kan zjjn doel niet voor 80 tot 90 dagen,
dus eerst over 8 maanden bereiken.
Voegen we hieraan toe, dat admiraal Wirenins te
Petersburg in een interview met een vertegenwoordiger
van de Petit Parisien verklaard heeft, dat Port Arthur
het niet zal kunnen uithouden tot het Baltisch eskader
is aangekomen naar zjjn schatting zal dat eerst over 4
maanden kunnen zjjn.
Uit Mantsjoerjje zjjn wel verschillende telegram
men, maar geene van bjjzondere beteekenis. Volgens de
berichten uit Tokio behalen de Japanners telkens kleine
successen, volgens de berichten nit St.-Petersburg zijn
de Russen met hunne aanvallen, hier en daar onder
nomen, niet onfortuinlijk. Naar alle waarschjjnlijkheid
verzamelen beide partijen krachten voor een nieuwen slag.
Het eenige telegram, dat het overnemen waard is, is
van den correspondent van de Birzjewija Wedemosti te
Moekden en laidt als volgt
>In den nacht van den 20en op den 21en vielen de
Japanners drie compagnieën van het 35ste regiment aan.
Deze dreven den vijand terug on vervolgden hem tot de
Japansche loopgraven, waarin zij ook doordrongen zjj
vermeesterden voorraden conserven, munitie, werktuigen
en een kanon. Over den omtrek van Moekden woedt een
hevige storm des nachts daalt de temperatuur tot op
vjjf graden onder nul. Het slechte weder ie voor de Ja
panners uiterst ongunstig zij verstjjven van koude. Van
ochtend troffen onze kozakken op de voorste stellingen
van den vijand twaait verstijfde Japanners aan zij brach
ten hen in het Russische kamp, waar zjj verwarmd wer
den en voedsel aan hen gegeven werd. De gevangenen
zeiden dat de koude hun leger in een moeieljjker toe
stand bracht."
Een later telegram, ook uit Moekden luidt
»De Japanners schijnen van de Sjaho terug te willen
trekken. Zij hebben het station aan de rivier ontruimd
en beantwoorden het vunr der Russen weinig. Het Rus
sische belegeringsgeschut is in werking getreden."
Volgens don schrjjver der »Haagsche Kroniek" in de
N. Gron. Ct. is een ontwerp-Zondagswet dezer dagen van
den Raad van State terugontvangen. Het advies van dit
college over het ontwerp moet niet heel gunstig zjjn.
Provinciale Staten van Noord-Holland.
Aan de leden der Staten zjjn verzonden voorstellen
om ter bestrijding van de uitgaven der provincie over
het dienstjaar 1905, bjj de Regeering alsnog de heffing
aan te vragen van twee opcenten op de hoofdsom der
personeels belasting.
Verder een suppletoire begrooting van de Prov. begrooting
over 1904 ad f 56,700 en een idem over 1905 ad 1 61,260
en eveneens eene van Meerenberg over 1905 ad f 1200.
Voorgesteld wordt om aan de teekenschool der gemeente
Purmerend voor ieder der jaren 1905/7 een subsidie te
geven van f 600, als het rijk minstens t 800 geeft.
Ged. Staten deelen mede dat de Koninklijke goedkeu
ring is verkregen op de inrichting tot 31 Dec. 1908 van
de diaconie van den Zwanenburgwal tot tjjdeljjk krank
zinnigengesticht.
In verband met het tijdelijk karakter van het gesticht
te Amsterdam, dat bestemd is om te zjjner tjjd in »Duin
en Bosch» te worden opgelost, schjjut het hun aanbeve
lenswaardig om voorloopig drie leden uit hun college te
deen optreden als commissie van toezicht, aan welke
commissie van toezicht zjj dezelfde bevoegdheden zouden
willen doen toekennen als aan die van »Meerenberg«.
Het tjjdeljjk karakter van het gesticht maakt het ver
der naar hunne meening onnoodig eene regeling te ont
werpen voor het pensioen van het daaraan te verbinden
personeel, dat bovendien, voor zoover het daartoe geschikt
heid blijkt te bezitten, te zijner tjjd bestemd is om over
geplaatst te worden naar »Duin en Bosch". Voorshands
schjjnt volstaan te kunnen worden met te verklaren, dat
de jaren in het gesticht aan den Zwanenburgwal door
gebracht, znllen mederekenen voor het pensioen eventueel
later voor den dienst in sDuin en Bosch< toe te kennen.
De mogenljjkheid zal zich voorts wellicht knnnen voor
doen, dat voor de benoeming tot hoofdbeambten personen
in aanmerking worden gebracht die reeds werkzaam zjjn
bjj andere instellingen en deelgerechtigd zjjn in het daar
voor ingestelde pensioenfonds. Billijkheidshalve zal de
provincie dan daartoe een regeling moeten aangaan.
Verder stellen zjj voor hoofd-ambtenaren aan te stellen
en wel
Een eerste geneesheer tevens directeur van het gesticht.
De verdere hoofd-ambtenaren zjjn de volgende Een in
wonend assistent-geneesheer een inwonend adjunct-direc
trice, hoofdverpleegstereen boekhouder. Deze worden
benoemd en ontslagen op voordracht van de commissie
door Ged. Staten.
De begrooting over 1905door dr. J. W. Jacobi
opgemaakt, toont aan, dat de uitgaven znllen zjjn f 86.495
en dat de provincie, om de ontvangsten sluitend te maken,
f 45.200 zal hebben bjj te passen.
Het Nut.
Volgens de Mededeelingen van Ootober der Maatechappjj
tot Nut van 't Algemeen bedraagt, naar de laatste ont
vangen opgaven, het aantal gewone leden en begunstigers
12 654, het aantal vereeniging-leden 6, het aantal eereleden
199 en het aantal algemeene leden 26. Het aantal bij
het hoofdbestuur bekende buitengewone leden bedraagt 155.
In de Oetober-vergadering van het hoofdbestuur is.
gekozen tot algemeen voorzitter der Maatschappjj prof-
mr J. F, Hou wieg en tot vice-voorzitter mr. J. Kruse