"stadsnieuws. J. H. Schene, Schagen 289 p.C. P. Krüze, Amsterdam 289 Jb. Baars, Schagen 285 de Jager, Sloten, 277 j C. Roggeveen, Schagen 275 C. Smit, Schagen 265 0. J. Hansen, Sloten 265H. Frese, Hoogcarspel, 260K. Hos Bz., Uitgeest 265 F. Hektor, Overveen 259. Vrije baan cylinder, max. 300 p. J. H. Schene, Schagen 275 C. P. Kriize, Amsterdam 272; F. Hekker, Overveen 272; K. Hos Bz., Uitgeest 260; C. J. Hansen, Sloten 261; H. Dubois, Sloten 258C. Roggeveen, Schagen 257 W. Vooren, Uitgeest 233. Vaste baan bnks max. 100 p.C. P. Kriize, Amsterdam, 96; J. H. Schene, Schagen 94; Jb. Baars, Schagen, 94K. Hos Bz., Uitgeest 89. Vaste baan cylinder max. 100 p.K. Hos Bz., Uitgeest 94 0. P. Krtize, Amsterdam, 92; J. H. Schene, Schagen 92 F. Hekker, Overveen 89; Kampioen wedstrijd 0. P. Krtize Amsterdam 934; Eerewedstrjjd 0. P. Kitlze, Amsterdam 185; K. Hos Bz., Uitgeest 173. Een avontuux met een koe. Te Barsingerhorn werd door den heer L. B. eene koe nit de weide vermist. Aan diefstal denkende, werd hier van aangifte gedaan, en werd een onderzoek ingesteld. Tijdons het onderzoek bleek echter het dier niet gestolen, 't stond in een sloot zoo vast in de modder dat 't geen kant heen kon, wachtende op verlossing. Verhuring. Den 25en werd te Graft het weiland van het Weeshuis der Nederl. Herv. gemeente aldaar verhuurd voor den tijd van 4 jaar. De opbrengst was f 3313 per jaar, tegen f 2427 bij de vorige verhuring, alzoo een jaarljjkeche opbrengst meer van f 886. Steeds verminderende scheepvaart op het Groot Woord-Hollandsch kanaal. Sedert de opening van de nieuwe sluis te Zaandam is de vaart van groote vaartuigen in het Noordhollandseh kanaal zeer verminderd. De Kenlsche aken, die een lading voor de Zaanstreek hadden, namen toen den weg langs het kanaal en verder langs den Koogerpolder naar de Zaan. Nu kunnen die vaartuigen door do nieuwe sluis in een veel korteren tijd de Zaanstreek bereiken. De nieuwe Drankwet. De koffiehuishouder P. H. te Groningen heeft zelf ver zocht geverbaliseerd te worden voor het feit, dat hij vóór, tjjdens en na den verkoop van vaste goederen sterken drank verkocht heeft. Hij wsnscht namelijk door middel van een rechterlijke uitspraak te weten, of het woord «lokaal» in de nienwe Drankwet al of niet perceel beteekent. Er wordt beweerd, dat, wanneer in één lokaal van een perceel veiling gehouden wordt, in een ander lokaal van dat perceel toch wel getapt mag worden. De afdeeling Alkmaar van den Nederlandschen Protes tantenbond zal den Lntherdag op 30 October herdenken door een feestelijke godsdienstoefening, te houden in de Doopsgezinde kerk, des avonds te half 7, geleid door prof. dr. T. Cannegieter. Een koortje zal daarbij zingen. In de Remonstrantsche gemeente zal op Zondag 30 October optreden ds. A. M. A. Reynders, Remonstrant Predikant te Amsterdam. Staatspensionneering. De afdeeling Alkmaar van den Bond voor Staatspension- neering, hield Dinsdagavond in het lokaal »Harmonie" een openbare vergadering, waarin Mevr. Haver als spreekster optrad. Er was ge8n talrijk publiek aanwezig, doch toch zooveel, dat de Voorzitter, de heer Verknyl, meende te kunnen spreken van een verblijdend teeken, waar de opkomst het bewijs leverde, dat er nog wel belangstelling was voor hetgeen de Bond voorstaat. Met de mededeeling, dat er na de rede van de spreekster gelegenheid zon worden ge geven, tot het stellen van vragen in verband met het onderwerp, werd aan Mevr. Haver het woord gegeven. Uit hare inleiding bleek, dat de spreekster zich over de opkomst in minder mate verheugde dan de Voor zitter, en wel vooral, omdat ze zoo weinig vronwen op merkte. Waar de Bond voor Staatspensionneering toont zoo warm te gevoelen ook voor de rechten der vrouw, was bet naar zij meende de plicht der vrouwen, om dien Bond te steunen, om mede de sehonders te zetten onder de beweging, opdat het doel spoedig worde bereikt. De bezoekers der vergadering waren, meende zjj, voorts in twee categorieën te scheiden, Ie. degenen, die reeds met den Bond medestrijden, de leden, en 2e. de belang stellenden, waaronder misschien ook enkele nieuwsgierigen, die echter, waar het hier gaat om het belang van allen, om een rechtvaardigheidszaak van nieuwsgierig belang stellend moeten worden. Voor de reeds aangeslotenen zou spr. misschien niets nienws zeggen, maar 't is toch niet verkeerd, om zooals de Voorzitter ook reeds scide, hstzelfde nog eens op andere wjjzo te hooren zeggen, om daardoor nog eens te worden aangevuurd voor den strijd. Nog de onderstelling uitsprekende, dat er ook tegen standers in de zaal zijn, zegt spr. dezen gaarne toe, dat ze bereid zal worden gevonden om hunne meening tegen over de hare aan te hooren en om te trachten de bezwaren te weerleggen. Het doel der vergadering mocht spr. bekend veronder stellen. 't Was niet anders dan nogmaals de noodzakelijk heid on mogelijkheid van hetgeen de Bond wil niteon te zetten. Waarnaar de Bond streeft kan men lezen in artikel 1 der statuten, luidende De Bond voor Staatspensionnee ring beoogt de totstandkoming van een wet, waarbij aan alle Nederlanders, zoowel mannen als vrouwen, op een nader te bepalen leeftjjd het recht toegekend wordt op een gelyk staatspensioen, zonder premie betalingde kosten te vinden uit verhooging van bestaande of invoering van nienwe belastingen. De vraag besprekende of dat staatspensioen noodzakelijk is, legde spr. het publiek deze vraag voor Kent gij vele ouden van dagen, die verkeeren in een toestand als waarin gij eenmaal hoopt te verkeeren op uw ouden dag? Rijst bij die vrsag dan niet voor ons op het vaak treurig lot van oude kennissen en bnren, en vragen we dan niet bjj ons zelfzal 't met mij op mijn ouden dag niet evenzoo zjjn? 't Is misschien overbodig den toestand der ouden van dagen te illustreeren, maar een paar feiten wil spr. even in herinnering brengen. Het eerste is een bede om hulp, zooals or zoovele in de dagbladen voorkomen, een bede om hulp, door de Christen-democraat overgenomen nit het Handelsblad en ook opgenomen in het orgaan van den Bond. Juist dit voorbeeld neemt spr., omdat een Christelijk en een liberaal blad zich daarover in denzelfden geest hebben uitgelaten, en eenstemmig waren in hun oordeel. 't Was dus de meening van twee geheel verschillende partijen, die daarin erkennen de waarheid van datgene, waarop de Bond voor Staatspensionneering, een geheel neutrale vereeniging (spr. zon dat woord liever vervangen door alpartijdige, omdat de Bond menschen van alle par tyen omvat) reeds herhaaldelijk heeft gewezen. Die bede om hnlp ging nit van een ouden 65-jarigen werkman, die, met eenige anderen, waaronder er met 20, 30 ja 40 dienstjaren, ontslagen aan een broodfabriek, wegens ver mindering der werkzaamheden en heengezonden met een weekloon, vroeg Waar nn heen Staat een dergelijk lot niet bijna ieder arbeider te wachten En niet alleen den arbeider, maar ook den meergegoede, die immers niet weet, hoe 't bem later zal gaan. Als voorbeeld daarvan haalt spr. aan een bericht uit België, van 2 zusters, die vroeger in goeden doen, tot armoe waren vervallen en zich hadden gedood door kolendamp. Die voorbeelden zouden mot heel wat te vermeerderen zijn. Nu kunnen ouden wel bij armbesturen aankloppen, in armhuizen worden opgenomen, doch zjj missen daar een eigen omgeving die kan men ze daar niet geven. En zijn ze bij kinderen opgenomen, alleen indien die kinderen ideaalkinderen waren en dat zijn ze immers niet, ze kunnen zelf ook vaak niot rondkomen, zou het spreekwoord niet meer waar zijn, dat een vader gemak kelijker 10 kinderen grootbrengt, dan dat 10 kinderen een vader of moeder onderhonden. Ook voor de ouden zelve is het idee om genadebrood te eten te stuitend. Wat zou het veel verkwikkender zjjn, als ze zeil hun huishoudentje konden hebbeD of kostgeld konden betalen. Door deze voorbeelden is genoegzaam aangetoond, wat een heerlijkheid een staatspensioen zon zijn. Een heerlijk heid zegt spr., liever dan een weldaad, omdat dat woord altijd weer herinnert aan philantropie en dat denkbeeld is bij staatspensionneering uitgesloten. Als de staat er voor zorgt, houdt het op bedeeling te zijn. Philantropie heeft altijd iets immoreels voor den begenadigde zoowel als voor dengene, d,e philantropie beoefent; zoo licht gebeurt het toch, dat zoo iemand op don ander wat nit de hoogte neerziet. Tot staving van haar beweren, dat indien de staat voor een pensioen zorgt, dat geen wel dadigheid meer kan heeten, doch een recht, wjjst spr. op de zorg van den staat voor het kind, met name de zorg voor het onderwijs. Niemand zal dat bedeeling noemen en toch wordt op elk kind, vooral op de middelbare scholen door de gemeenschap heel wat toegelegd. Bij het zoeken naar verbetering van den toestand der minder bedeeldeu, is gebleken dat de oorzaak lag voor een groot deel in het tekort aan ontwikkeling van den arbeider. Daarom geett men thans, door beter onderwijs, bet kind eigenlijk al iets vooruit, opdat bet later strijd vaardig zal wezen. Zoo ook kan men zeggen daar het loon niet voldoende is, om te zorgen voor den onden dag, is de gemeenschap verplicht nit te betalen aan de ouden van dagen, wat ze aan loon te kort ontvangen. Voor de panze geeft spr. nog een overzicht van dc ge schiedenis van de zaak der staatspensionneering en wijst zij er op hoe de laatste tien jaar der vorige eenw de jaren van voorbereiding zjjn geweest. Zjj wijst op het feit, dat Dr. Knyper, destijds kamerlid, in 1893 herin nerde aan do desbetreffende zinsnede in de troonrede van 1891. Hoe later tengevolge van de interpellatie van den afgevaardigde Heldt een staatscommissie voor staatspen sionneering werd ingesteld, hoe deze haar ongunstig rapport over don toestand van den onden arbeider besloot met de uitspraak, dat het voor den staat niet raadzaam was zich in te laten met de zorg voor de onden van dagen. Gelnkkig heeft men nu in Dr. Knyper een man, die blijkens zijn voorontwerp over deze zaak, van dat denk beeld niet uitgaat. Die staatscommissie heeft echter nist vruchteloos geleefdde pers is zich met de zaak gaan bemoeien, en ook de politieke partijen, inzonderheid de S. D. A. P., die echter de vrouw geheel uitsloot. Het comité door haar opgericht te Amsterdam leidde een zeer kort bestaan, voor een deel ook ten gevolge van dio uit sluiting en werd later omgezet in een comité voor alge meen kiesrecht. Ook de bekende brochure van Vliegen wordt door spr. met een enkel woord besproken, om ton slotte aan te toonen, hoe de heeren Boswijk en Wieringa, eerst bespot om het denkbeeld van staatspensioen voor iedereen, ontwikkeld in buu brochure, den stoot gaven aan de oprichting van den Bond, dank zij het optreden van mannen als Hesselink en Perio (Jansen). Die bond telt nu na een 4-jarig bestaan reeds bijna 12000 leden, terwijl nog 34 vereenigingen ook met 12000 leden zijn aangesloten. Spr. spoort er toe aan, dat men door toe treding dat aantal leden grooter zal maken, opdat men zoo noodig kan optreden, namens een groot deel, van kan het zijn, namens het gansche volk 1 Na de panze behandelt de inleidstar de vraagIs pensionneering van ouden van dagen door den staat mogeljjk Met de uitspraak »Waar een wil is, is ook een weg" wil spr. er zich niet af maken. In hoofdzaak moet aangewezen worden langs welken weg men tot het doel kan komen. Wat in Dnitschland, België, Noorwegen en Zweden, IJsland, Denemarken, Nieuw-Zeeland mogelijk is, zon dat ook niot in ons land kannen waar toch ook wel genoeg kapitaal aanwezig is Zoo vraagt zjj. En dat dit inderdaad kan meent zij te kunnen aan- toonen op de volgende wijze. Er wordt al heel wat geofferd voor liefdadige instellingen, voor armbesturen, armhuizen en andere kerkelijks instellingen. Als dat alles in één hand kwam, was dat al een aardig bedrag. Alleen de gemeenten keeren aan dc ambtenaren 15 millioen nit. Niet alles, maar veel daarvan is bestemd voor ouden van dagen en een groot deel zou das voor staatspensionneering door de gemeenten aan het rijk kunnen worden uitgekeerd. Vervolgens legt spr., die zich doet kennen als sterk gekant tegen het militairisme, er den nadrnk op dat veel bezuinigd kan worden op de begrootingen voor oorlog en marine, daarbij berekenende, dat een militair bjj ons van f 200 tot f 300 kost en in Zwitserland misschien f 100; de cjjfers van f300 en f50 nit de brochure van Vliegen acht zij wat overdreven. Dan zou spr. als 't noodig mocht blijken, niet terug deinzen voor een pensioenbelasting, waarvan echter zij, die geen financieelo draagkracht bezitten, moeten worden vrijgesteld. Op die wijze zon van de 48 millioen, die volgens berekening noodig zullen zijn, om allen op 65- jarigen leeftijd een pensioen van f 3 's weeks te geven, al heel wat zijn te vinden. Een ander middel is de ver hooging van de successiebelasting, bijv. in de zjjlinie van 11 tot 20 °/0, terwjjl het ook niet onmogelijk zon zijn om te komen tot staatserfrecht. Op deze wegen om het geld te krjjgen is dan ook reeds door den Bond de aan- dacht der regeering gevestigd. Ten slotte toont spr. nog aan welke bezwaren het heeft, de zaak geheel aan de philantropie over te laten. Men heeft geen waarborgen, dat do den armen goedgezin- den goedgezind blijven, terwijl bovendien dio goedgezinden sterfelijk zjjn. Voorts is hot voordeel van staatspension neering, dat men allen, die kunnen, laat bijdragen in den vorm van belasting, en das ook de anders egoist bljjvendeu, dwingt om in te gaan. In de hoop, dat het spr. is mogen gelnkken na het noodzakelijke, ook het mogelijke van staatspensionneering te hebben aangetoond, besluit zij, na de voordracht van een gedicht van een zekeren Koster, getiteld »Een visi oen'', dat voorkomt in het orgaan van den Bond. Het op de rede volgende applaus was het bewijs, dat men met belangstelling de spreekster had gevolgd. Na eenig debat van een principieel tegenstander, dat echter van minder belang was, weid do vergadering door den voorzitter met een woord van dank gesloten, terwijl hij de aanwezigen nog opwekte zich op te geven als lid van de afdeeling, waarvoor de gelegenheid werd openge steld. Er werd nog gecollecteerd voor de stakende glasblazers. Onderlinge wedstrijd der leden van de Gyninastlekvercenlgtng „Kracht en Vlugheid." De feesteljjke herdenking, onlangs in »de Harmonie", van het dertigjarig bestaan der Gymnastiekvereniging »Kracht en Vlogheid," gaf ons zulkjeen gunstigen indrnk van de wijze, waarop door deze olnb de edele tnrnknnst wordt beoefend, dat wij gaarne gevolg gaven aan de door de Feestcommissie (de beeren A. Pels, voorzitter en Jac. Holsmuller, secretaris) tot ons gerichte uitnoodiging om den onderlingen wedstrijd, waarmee Dinsdagavond een begin werd gemaakt en die Vrjjdagavond zal worden voortgezet, bjj te wonen. Wij hadden de turners gezien in het feestlokaal, nu stelden we 't op prjjs hen ook te zien op het terrein, waar zij volkomen thuis zijnhet Gemeentelijk Gymnastieklokaal bij de Paardenmarkt. Met ons hadden andere belangstellenden zich daarheen opgemaakt en onder hen wat wel een zeer verblijdend verschijnsel is ook een vijftal jonge dames. Uit ons blad heeft men kannen zien, dat een door den heer Pels in zijne feestrede in de »Harmonie'' genite wensch wer kelijkheid is geworden wederom kan Alkmaar zeggen, dat zjj eene dames-gymnastiekvereeniging bezit. Laten de Alkmaarsche meisjes nu toch zorgen, dat het woord «be zit" niet meer veranderd behoeft te worden in «bezat" en laten zij bedenken, dat er geen enkele reden is, waarom voor haar de gezondheidsvooideelen der gymnastiek niet zouden zijn weggelegd. Gymnastiek, dat zijn de lichaams oefeningen, die dienen tot methodische ontwikkeling van de kracht en de lenigheid van den mensch, die voor bet lichaam zijn een gelijkwaardig opvoedingsmiddel als de studie voor den geest er is toch geen enkele reden, waarom de vrouw zich deze waldaden niet zou ten nntte maken. Ziet, daar is een fatum, dat afbreuk doet aan de gym nastiek 't is de onkunde, welke beweert, dat zjj gelijk staat met kunstenmakerij. En dat een muisje op jonk- vrouwelyken leeftjjd zich daartoe niet leenen wil, 't is te begrijpen en niet minder te waardeeren. Maar 't is niet van onzen tjjd, die een tjjd is des onderzoek», om zich te storen aan wat gezegd wordt door hen, die niet op de hoogte zjjn van eene zaak. Wat gymnastiek is, wat de moderne gymnastiek is, zooals die te Alkmaar beoefend wordt onder de bekwame leiding van den heer J. A. van Middendorp, dat kan men met eigen oogen aan schouwen bij een wedstrijd als «Kracht en Vlugheid" Dinsdagavond gaf en daar kon niemand ontgaan het reusachtige verschil tusschen halsbrekende artistentoeren en serieuse, stelselmatige oefening der spieren. In zooverre was *t jammer, dat er geen talrijker pu bliek aanwezig was en vooral, dat hier gewerkt werd voor hen, die de bekeering van wanbegrippen niet meer van noode hebben. Zolk een onderlinge wedstrijd zou zulk een prachtige cn krachtige propaganda kunneD zjjn voor de goede zaak. De wedstrijden werden geopend met een vlot uitge sproken rede van den heer H. Bossert Hz., die allen, in 't bjjzonder de dames, welkom heette en wees op de span ning, waarmee deze onderlinge wedstrijd, die vsel voor bereiding had gevraagd, was tegemoet gezien. Nu weldra daarmee een aanvang zou worden gemaakt, hoopte spr. vooreerst, dat 't een vreedzame kamp zou zjjn en ten andere, dat ook zjj, die de hoogste punten zonden beha len, niet zouden meenen, dat er door hen nog niets boo- gers zou kunnen worden bereikt. Wie zich goed kweet van zijn arbeid moest er naar streven 't nog beter te doen zat die overtuiging voor bjj de medediogers, dan viel er niet aan te twijfelen, of de wedstrjjden zouden geslaagd kunnen genoemd worden. Kort daarna werd met de werkzaamheden een aan vang gemaakt. De jury bestond voor daze gelegenheid uit de heeren L. M» van den Berg, president van «Kracht en Vlug heid" J. A. van Middendorp, directeur, H. J. Teerink, W. F. Slinger en H. Boesert Hz. Hut eerst werden wjj vergast op staaf-oefeningen, waarbij cjjfers werden toegekend vooraaamarsch, houding, be slistheid, kennis en aftreden. Wij vei melden dit om te doen uitkomen, hoe nauwgezet de jury zich vau haar taak kweet. De staafoefeningen waren in drie groepen, respectievelijk van 8, 7 en 2 mededingers, verdeeld. Na-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 2