STADSNIEUWS.
Op 1 November vangt het Herhalingsonderwijs op de
Openbare school te Schoorl aan met 14 leerlingen 8 jongens
en 6 meisjes.
Tot hoofd van dat onderwijs is aangesteld de heer H.
Selhorst, hoofd der school en tot onderwijzeres mejuffrouw
M, J. de Verwer, aldaar.
Heden slaagde te Haarlem voor de acte gymnastiek,
vrpe- en orde-oefeningen, onze stadgenoot A. Tonneman,
leerling der R. K. v. Onderwijzers te Haarlem.
Onze stadgenoot, de heer D. Bakker, is benoemd tot
tijdelijk onderwijzer te Oudorp.
De St.Ct. bevat de statuten van verschillende naaml.
vennootschappen. Hierbij komt o.a. voor het Hollandsch
ijzermagazijn voorheen M. de Wild alhier.
Hierover zegt het blad
Doelhet voortzetten van den Handel in ijzerwaren,
autocars, rjjwielen en onderdeelen en aanverwanteartikelen,
tot nu toe gedreven door den heer Mauritius de Wild,
te Alkmaar. Duur: tot 1 Januari 1936. Kapitaal:
f 300,000, in 300 aandeelen, waarvan er zijn geplaatst
en volgestort 225. Inbreng koopmansgoederen, winkel
opstand van magazijnen en pakhuizen, kantoormeubilair,
gereedschappen, lift, gasmotor enz., relatiën en cliënteele,
enz. De vennootschap wordt bestuurd door één directeur,
onder toezicht van een raad van 3 commissarissen. Voor
de eerste maal tot directeur benoemd, de heer M. P. H.
de Wild.
Hoofden.
Voor hoofden der uvea zes-klassige scholen (le ge
meentescholen) hebben zicb 128 sollicitanten aangemeld.
Jubileum.
Vandaag herdenkt de heer J. R- van Arnhem, onder
wijzer aan de le gemeenteschool, den dag, waarop hij
vóór 25 jaar werd aangesteld als onderwijzer aan die
school.
13£ farlge dienst.
Vandaag is het 12J jaar geleden dat A. da Visser als
knecht bij de firma Gebr. Ten Kley, op het Luttik Oudorp
in dienst trad.
Hracht en Vlugheid.
De uitslag van den onderlingen turnerswedstrjjd op
25 en 28 October j.l. gehouden, is als volgt
Eere-prjjsJ. Holsmullerhoogste aantal punten in
de le afd., voor staafoefeningen1. J. Holsmuller
2. A. Burger voor werktuigen 1. J. Holsmuller, 2.
H. Lind.
In de 2e afdeeling, voor staafoefeningen1. Jac.
Doeschot, voor werktuigen: 1. Jac. Doeschot, 2. W. Basie.
In de 3e afdeeling, voor staafoefeningen en werktuigen
H. v. Reespringen 1. P. Schouten, 2. P. Wonder.
Oezelschap Henrl ter Hall.
Dit gezelschap trad Zondagavond op in het lokaal
»Diligentia". De zaal was als,, naar gewoonte goed bezet,
met een publiek dat 'taan applaus niet liet ontbreken.
Mej. Henriëtte Köhler, opende de rjj met eenige cou
pletjes over de marine en anderen, met haar gewone
succes. Wij willen niet een opsomming geven van al de
artisten, die we dezen avond hebben gehoord, wij noemen
alleen die nummers, welke bijzonder in den smaak vielen.
Belly Brighton, met zijn musical comedie, bespeelde zeer
verdienstelijk verschillende strijk-instrumenten, ontlokte
liedjes uit glazen, en «zijn kleine piano" zooals hij zich
uitdrukteeen instrument bespeeld met hamertjes. Een
ander nummer was een paar komische nagemaakte dwergjes,
een heer en een dame, waarvan alleen 't hoofd te zien
was, terwjjl dwergen-lichaampjes daaronder vastgemaakt
waren. De twee personen bewogen dan armen en beenen
van de lichaampjes.
Hebben we hier ter stede laatst zien optreden den
boeienkoning, thans zagen we in denzelfden geest toeren
verrichten door een dame, miss Lincoln, de boeienkoningin.
Zjj deed in bedrevenheid voor den koning niet onder,
liet zich o.a. in een koffer opsluiten, geboeid met de
handen en voeten bij elkaar, werd in 't geheimzinnige
kamertje geplaatst en kwam eenige minuten later van
alle boeien bevrijd weer te voorschijn. Ofschoon de werk
zaamheden dezer boeien-menschen al meer dan eens ver
klaard zijn, wekken zij toch steeds weer de-bewondering.
Na de pauze kregen we de revue-operette „De stakings
bacil of Amsterdam in rep en roer 1" te zien. De revue,
sehrjjver de heer Henri ter Hall, speelt voor 't Centraal
station te Amsterdam en stelt de verwarring van den
stakingstijd voor. 't Is om zoo te zeggen een dolle boel,
waar menige geestige zet in voorkomt. Vooral de portier
van 't Centraal-station, de heer Henri ter Hall, komt af
en toe met snedige opmerkingen.
Het zilveren feest van het vrijwillig
Brandweercorps „Burgerplicht."
Heden was 't de dag van Èurgerplicht's zilveren feest.
«Burgerplicht" wat ligt er 'n mooie gedachte in
dien naamWat hier vrijwillig op zich genomen is,
wordt zóó nauwgezet, zóó consciëntieus opgevat, dat men
er voor staat als voor een plicht, als voor iets dat heilig
is, als voor iets dat opgelegd is en zal worden nage
komen.
Met gepasten trots mogen heden de mannen van «Bur
gerplicht" er op wijzen, dat zij steeds, in al die vijf-en-
twintig jaren, trouw zijn geweest aan de gelofte, die
daar ligt opgesloten in den naam van hun korps. Zij
hebben inderdaad geslaan voor hetgeen zjj vrijwillig op
zich hebben genomenzij hebben nooit verzuimd zoo
snel mogelijk op han post te zijn, wanneer het vuur
hen riep uit hun arbeid, uit hun rust.
Daarom deelt heden de burgerij in de vreugde van
de brandweer-mannen. Daarom is dit feest tegelijkertijd
een dankbare erkenning van bewezen diensten.
't Was vanmorgen aan onze stad te zien, dat er iets
bijzonders aan de hand was. Hier en daar waren de
vlaggen ontplooid als een vriendelijk bewijs van de be
langstelling der ingezetenen. Al een zeker aardig bewjjs
van sympathie was ook nu weer gegeven door een aantal
bewoners van de Laat. Daar was, ongeveer bij de Bril-
lensteeg, een bjjzonder mooie eerepoort opgericht. Hat
initiatief daartoe was genomen door de heeren P. Mets-
selaar, W. Burger, M. J. L3wijt en R, de Groot.
Vele anderen hadden ook niet achter willen bljjven en
't zjj geld of versieringsmateriaal bijgedragen om den boog
zoo mooi mogelijk te doen worden.
Naar den kant der Brillensteeg prjjkte hoog boven den
weg met roode letters op wit dook een «Hulde", welk
doek aan weerszijden vastgemaakt was aan palen, met
rood on wit gekleurde stof omwonden. Dan ging naar den
kant der Katholieke Kerk, aan iederen kant van den weg een
rjj van een viertal op dezelfde wijs gekleurde palen, ver
bonden door jjzerdraad, waaraan lampions. Bij de laatste
palen was weder een doek, gelijk aan 't andere, over den
weg gespannen, waarop weder «Hulde". Aan de palen
waren tevens opgehangen vele oude schilden, wapens van
verschillende steden, in denzelfden geest als bij den boog
hier opgericht met de feesten van «Kracht en Vlugheid."
Hier en daar was groen aangebracht en van de palen
wapperden donkergroene vlaggetjes, oranje en rood-met-
witte vaandels. Jammer, dat do eerepoort door 't minder
gunstige weer gedurende een deel van den dag een ge
deelte van de versieriugeu moest missen.
Den Laatbewocers komt alle lof toe voor deze aardige
attentie, voor de feestvierenden.
't Was, zoo verzekerden zij ons, vooral te doen om een
blijk van woardeering te geven aan hun mede-Laatbewoner,
den «Commandant van Burgerplicht", den heer P. H.
Ringers.
Om 1 uur nam het eigenlijke feest een aanvang.
Als eerste nummer stond op het programma een wan
del tocht door de stad.
De troep werd opgesteld by 't spuithuisachter op de
Laaten even later daar kwamen ze aanmarcheeren
vooraan gingen de commissaris en inspecteur van politie.
De commandanten zouden afgehaald worden van het huis
van den heer Ringers. De eerepoort was afgespannen
en de geheele lengte over was zand op den weg gestrooid.
Men ging eerst op zij langs den boog en maakte halt
voor het huis van den heer Riogers. De mannen schaarden
zich in een boog in het midden waarvan een vaandel
drager met een vaandel, dat den commandant zou worden
aangeboden. Spoedig ging de deur open en traden da
commandanten naar buiten. Door den heer B. J. Al
lid der feestcommissie, werd het eerst het woord genomsn,
die uit aller naam de commandanten en vooral den com
mandant-voorzitter den heer Ringersdank bracht voor
't goede bestuur en tevens allen feliciteerde met dazen
dag. Uit naam van allen werd daarna door spreker het
vaandel den commandant aangeboden, 'tVaandel, het
welk gemaakt was door de dames Aghinais groen
waarop met goud is geborduurd«Anno 1879, Vrijwillig
Brandweercorps «Burgerplicht", Alkmaar" en tevens is
er op aangebracht het wapen van Alkmaar.
De heer Ringers bedankte voor dit alles, waarna de
stoetvoor den marsch door de stadals volgt werd
opgesteld
Voorop ging de bode, daarop volgde de muziek, dan
de vaandeldrager met het vaandeldaarna de klimmers,
de commandanten en dan een heele reeks spuitgasten
in grijze jekkers met groene kragen en manchetten
over de mouwen. Nu ging het met vele agenten en
den inspecteur als plaatsmakers aan weerszijden en
vooroplangs SchoutenstraatBreestraat en weer
langs de Katholieke kerk naar de eereboog aan de
Laat. De touwen werden losgemaakt en daar kwam
men door de poort tot een halt klonk.
Een bouquet van bruine beukenbladerenvarens en
bloemen werd den commandant door de commissie, die
we hierboven reeds noemdenaangeboden. De heer
P. Messelaar deed het woord en de heer R. de Groot
reikte het bouquet over. De heer Ringers bedankte en
nu legde de stoet de route af, zooals we die in ons
vorig nummer reeds opgaven.
Af en toe werden de brandweermannen gekiekt.
In de Hoogstraat was door den heer C. N. Koop een
vlag over den weg gehangeneen aardige attentie
zoo kwam men in „Diligentia".
Alsnu was aan de orde de ontvangst der com
mandanten. De heer J. Post sprak de comman
danten toe en heette hen welkomfeliciteerde hen en
sprak andere toepasselijke woorden. Na een bedanken
van den heer Ringers en het een en ander werd het
woord gegeven aan den secretaris J. v. d. Pol.
«Waarde feestgenootea", zoo begon de secretaris,
de heer J. van de Pol, zijn uitvoerig verslag feest
vieren is altijd aangenaam, maar een feest krijgt nog
meer waarde, als ieder er van overtuigd is, dat er reden
bestaat Lest te vieren, als ieder iets weet van de betee-
kenis van het feest.
Daarom zen spr. trachten in een kort bestek een en
ander weer te geven uit de geschiedenis van het brand
weercorps.
Hij herinnerde er aan, hoe in de jaren vóór 1879 de
organisatie der Alkmaarsche brandweer ongeveer alles te
wenschen overliet, wat vooral was gebleken bij een zwaren
brand op het Hof in April 1879, en hoe het gemeente
bestuur van toen af besloot de zoo noodzakelijke reorga
nisatie tot stand te brengen.
Reeds enkele jaren te voren waren er door den heer
J. A. Basie pogingen in 't werk ge3teld, om een vrij
willig brandweercorps op te richten, maar de tijd bleek
toen nog niet rjjp te zjjn voor iets, dat later van zoo
groot belang zou blijken voor onze gemeente. Toch was
het juist daardoor het gemeentebestuur niet onbekend,
dat er onder de burgers mannen wetden gevonden, die,
wanneer het noodig was, bereid waren, vrjjwillig de han
den aan den ploeg, neen, aan de spuit te slaan, en toen
er besloten werd twee spuiten van de nieuwste constructie
aan te schaffen, werd hun het bewijs daarvan aanstonds
geleverdhet bestuur der Alkmaarsche Turnclub bood
aan een dier spuiten vrjj willig te bedienen. Dat aanbod
werd dankbaar aanvaard, en tevens werd toen door Burg.
en Wethouders den heer Basie medegedeeld, dat indien
er nog mannen bereid waren zich te belasten met de
bediening der tweede spuit, B. en W. een aanbod daartoe
gaarne zouden ontvangen. De heer Basie hernieuwde toen
zjjn vroegere mislukte pogingen, thans met het gunstig
gevolg, dat men op 1 Nov. voor het eerst bjjeenkwam,
en ten gevolge daarvan aan B. en W. op 6 Nov. het
aanbod kon doen om de grootste spuit vrijwillig te be
dienen, een aanbod, dat dankbaar aanvaard werd. Op 14
Nov. werd de eerste vergadering bijeengeroepen van allen,
die zich hadden aangemeld en werd in café «Tivoli" het
voorloopig bestuur gekozen, bestaande uit de heeren J.
G. Burggraaf, commandant-pres., A. Goede Dz., adj.-
commandant-penningm., C. Fogteloo, commandant v/h
corps klimmers, J. J. Boogh, adj.-comm. v/h corps klim
mers, L. M. de Fonw, J. A. Basie, K. van den Hooff en
R. A. Reuter, spuitcommandanten en D. Poll, secretaris.
Nog eer men met de regeling van zaken klaar was,
kwam de uitnoodiging van B. en W. om de spuit te
probeeren. Inderhaast werd nu weder een nieuwe verga
dering bijeengeroepen tegen den 18en November, waarop
een definitief bestuur moest worden benoemd en de man
schappen moesten worden ingedeeld.
Op deze vergadering was ook aanwezig de heer W. F.
Stoel, die ook toen reeds bereid werd gevonden, om met
hulp en raad te steunen, waar het zaken gold, die het
algemeen belang der burgerij betroffen. Als lid van den
gemeenteraad kon men hem, hoe gaarne men het ook
wilde, de batrekking van president-commandant niet
aanbieden, doch benoemde men hem tot eere-voorzitter.
De verschillende functies werden nu verdeeld als volgt:
H. Schuit, president commandant, J. G. Burggraaf en A.
Goede Dz., adj.-commandauten, O. Fogteloo en J. J. Boogh,
commandanten der klimmers, H. P. van der Tak, com
mandant van de redding, J. A. Basie, G. Snip, R. A.
Reuzer, M. Groen, spuitcommandanten, L. M. de Fouw,
penningmeester en D. Poll, secretaris, 't Waren mannen
van verschillenden stand, verschillend van politieke in
zichten, maar, gedachtig aan de zinspreuk«Eendracht
maakt macht", eensgezind, waar het de le'.ding betrof van
de zaak aan hen toevertrouwd.
Weldra werd er behoefte gevoeld aan een naam voor
het corps, dat steeds werd aangeduid als het corps van
spuit 4-groen. Op voorstel van den heer Boogh werd «Sn
de eerstvolgende vergadering de naam «Burgerplicht"
gekozen.
Den 19en November 1879 werd de spuit voor het eerst
geprobeerd en door B. en W. aan het corps overgodragen,
dat onder de leiding van den heer Burggraaf een recruten-
Échool doorliep, waardoor, dank zjj den goeden wil der
manschappen, er al spoedig een zekere militaire geest
in kwam. De oefeningen in het bedienen der spnit wer
den geleid door den heer Booghde klimmers, allen
mannen uit het bouwvak, waren daardoor reeds voor
hunne taak berekend, en voor de reddingsbrigade, bewa
kers van g-redde goederen, was oefening niet noodig.
Spoedig werd nu ook de wenschelijkheid betoogd van
een uniforme kleeding en ook daaraan werd, dank zjj de
medewerking van het gemeentebestuur gereedeljjk voldaan,
zoodat in April 1880 het corps volledig was uitgerust.
Om niet te uitvoerig te worden, geeft spr. vervolgens
aan de hand der notulen een kort overzicht van de werk
zaamheden der vereeniging. Uit hare geheele geschiedenis
blijkt, dat er steeds met lust en jjver is gewerkt en men
ondanks de niet al te ruime financiën met geen geldeljjke
bezwaren had te kampen. In het eerste jaar wordt met
dankbaarheid melding gemaakt van twee giften van f 25,
eene van een onbekende en eene door den heer Verhoeff,
namens de assurantiemaatschappij te 's Hertogenbosch ge
schonken. Voorts blijkt, dat de inkomsten bestonden uit
van de manschappen geheven boeten, die later weer zjjn
afgeschaft, contributie is er nooit aan het lidmaatschap
verbonden geweest, terwjjl met dank wordt gewaagd van
de jaarljjksche bjjdragen uit de gemeentekas verstrekt.
Sprekende over de geldeljjke zaken, voegt spreker er
gaarne een woord van erkentelijkheid bij voor de door ver
schillende assnrantie-maatschappjjen in den loop der 25 jaar
uitbetaalde premie voor het optreden van hot oorpsbjj brand.
Dat het corps in al die jaren dikwijls is uitgerukt,
spreekt van zelf. De notulen, die op 3 jaar na volledig
zjjn, vermelden 51 groote en kleine branden, waarbjj Borger-
plicht meermalen ook het esrst aanwezig was.
De eerste maal, dat het corps uitrukte, was op 30 Maart
1880 bij den brand in da briquettenfabriek aan de Keet-
kolk, waar men met «Kracht en Vlugheid" en de stads-
spuiten, dubbel aangespoord door de nieuwe concurrentie,
het vuur spoedig meester was.
Als een der branden, die met gulden letteren in het
geschiedboek der vereeniging is opgeteekend, noemt spr.
den brand van het stadhuis, op 19 Febr. 1890, waar
Burgerplicht de niet gemakkelijke post werd toevertrouwd,
om het vuur te bestrijden aan de zijde van het museum,
waarvan het met jjs bedekte zinken dak zoo moeilyk was
te beklimmen. Uitstekend kweet zjj zich hier van hare
taak. Ook de brand van de stoommeelfabriek werd in
herinnering gebracht, waarbij de turfloods van den hoer
Visser mede door de hulp van Burgerplicht behouden
bleef. De geschiedenis volgend, meent de secretaris ook
met een enkel woord te moeten vermelden, dat Burger
plicht een oogenblik zich gedwongen zag, zijn plicht te
verzaken. Het was bij gelegenheid van een brand in de
Boekenlaan. Bij de Heilooërpoort was door den president
brandmeester de spuit reeds gekeerd, omdat twee andere
spuiten reeds ter plaatse waren. Toen echter «Kracht en
Vlugheid" op het zelfde oogenblik kwam en niet ge
keerd werd ging ook Burgerplicht voorwaarts en had
het eerst water. Toch mocht zy' toen geen water geven
en werd dus haren manschappen het blusschingswerk
belet. Toen den volgenden dag weer brand uitbrak bij
den heer Querelle, werd door de manschappen geweigerd
iets ter blussching te doen. De zaak werd nu onderzocht
en waar hier aan beide zjjden schuld bleek te zjjn, werd
ook door bemiddeling van den president-brandmeester,
den heer Kool het geschil bijgelegd en na dien tijd is
een zoodanig feit niet meer voorgekomen.
Mat de zustervereenigingen heeft men steeds in goede
harmonie geleefd en waar er gestreden werd om het
eerst water te geven, heeft men elkander daarbjj nooit
met een kwaad oog aangezien.
Als iedere vereeniging, heeft ook Burgerplicht gekend
zjjn tjjd van groeten bloei en van verval. Dit laatste
was een gevolg van een zekere onverschilligheid der leden,
veroorzaakt door, wat anderen een geluk noemen, het
weinig uitbreken van brand. Maar ook het bedanken van
bestuursleden als de heeren van der Tak en Basie in
1880, was oorzaak daarvan. De leden die van de oprich
ting af, zoovele diensten hadden bewezennamen ontslag
of ontvielen der vereeniging door den dood. In 't bij-