Voorbereidend Militair Onderricht. Een Familievloek7 ALKMAARSCHE CÖÜRAM\ Wl TE N L A N IX FEU IL LE TON. BINNENLAND. Gemengde Mededeelingen. r. o 3ve .a. isi Enfemia Gravin van Adlersfeld-Ballestrem. Nieuwst ij dingen. No. 132. Honderd en Zesde Jaargang. 1904. Woengdag 3 Mor, 1904 De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt ter kennis van de jongelieden, die zich tot deelneming aan het bovengenoemd onderricht hebben aangemeld, dat de oefeningen in deze gemeente een aanvang znllen nemen op Oonderdsg 3 November a.s. te half twee ure n.m. in het gymnastieklokaal der gemeente aan de Paardenmarkt. Alkmaar, De Burgemeester voornoemd, 27 Oct. 1904. G. RIPPING. Klachten der winkelbedienden te Parijs. Een groote meeting, door 6000 personen bezocht, werd dezer dagen te Parijs gehouden, met het doel te protesteeren tegen den tegenwoordigen toestand der winkelbedienden. Dat die niet gunstig is te noemen, knnnen de volgende cijfers getuigen, die niet nalieten, op de vergadering een levendigen indruk te maken Volgens het jaarboek der gemeentelijke statistiek van Parijs bedraagt in 1891 bet sterftecijfer van personen tusschen de twintig en negen en dertig jaar, in de bouw vakken 29,87 pet.bij de metaalbewerkers 32 pet.in de industrie van chemische producten een bij uitnemendheid gevaarlijke industrie, 34 pet.bij de kassiers-boekhouders 39,69 pet.; bii de winkelbedienden 44,36 pet. Onwederlegbaar zeggen deze getallen hoe hard het leven achter de toonbank is, en hoe gebrek aan frissche lucht en rust de mannelijke en vrouweljjke bedienden voort durend bedreigen mot bloedarmoede en tuberculose. De eisohen der vergaderden, bijeengeroepen door de syndicale kamer van bedienden, waren het zich uitstrek ken van alle wetten en decreten, die de arbeidersvoor- waarden regelen en de arbeiders beschermen, ook tot de »employés", en het opnemen ook van hen in de pensioen wet, welke men van dit ministerie binnenkort verwacht en waarvan de eerste steen werd gelegd door Waldeck- Roosseau, in zijn ontwerp van 1901. Maar de boven alles sterk uitgesproken eiscb was een wekelijksche wettelijk voorgeschreven rustdag van zes en dertig uren. Wel is indertjjd een wet hierop door de Kamer van afgevaardigden aangenomen, maar de Senaat, aan zijne hooge roeping getrouw van ramtoestel bij elke beweging naar meerdere sociale rechtvaardigheid, heeft nog steeds die wet niet bekrachtigd. En bovendien is deze uitermate gebrekkig, daar zij aan den burgemeester van elke ge meente het recht toestaat een ljj=t op te maken van uit zonderingen, door de belangen van den lokalen handel gewettigd. De vergadering wenschte dus een nieuwe en ondubbel zinnige wet en onder de hartstochtelijkste toejuichingen, die wel toonden hoe groot de behoefte daaraan is, werd een motie in dien zin aangenomen. Een verblijdend verschijnsel mag heeton, schrijft het Sociaal Weekblad, dat de groote pers, zoo machtig in Frankrjjk, dezo beweging der bedienden krachtdadig ondersteunt. De doop van de infante Isabella The resa. Dezer dagen is in het koninklijk paleis te Madrid het kleine, moederlooze, prinsesje gedoopt, Het hof had zelfs voor deze plechtigheid den rouw niet afgelegd, tegen het Spaansche hof-eeremonieel in. De ministers en alle overige grootwaardigheidsbekloeders waren tegenwoordig. De Koning was zeer aangedaan en de Koningin-Moeder, die met gebogen hoofd voortschreed, don kleinen infant Alfonso, den toonopvolger aan de hand houdend, was een beeld van bittere smart. En deze stemming van droefenis deelde zich aan alle aanwezigen mede. De bis schop doopte het kind, terwijl de koning en de infante Isabel, peetvader en moeder waren. Na den doop hing VAN 38) »Nu, dan ben ik n in dezen de baas," antwoordde de jonge schilder op triomphearenden toon>want ik heb in het hötel Quisisana, waar zij logeert, bij den oberkellner naar haar geïnformeerd. Zjj heet Athenaïs, m rkiezin de la Brugère, geboren do Mondry, zij is uit Parjjs afkomstig en is weduwe." »Namen zeggen niets," bromde de professor. »Ik begrjjp uw scepticisme niet, waarde vriend," ant woordde Lindner heftig. Gij ziet het de schoone vreem delinge van uit de verte reeds aan, dat zij eene dame en zeer ladylike is," »Nu, ik zou er mijn leven niet voor willen laten," antwoordde Hildesheim rustig. Voorname en jonge dames ;reizen'gewoonljjk niet alleen." »Zjj heeft eene kamenier, die zij ia Rome heeft gehuurd, daar de hare onderweg ziek is geworden en naar huis moest terugkeeren, zeide mij de oberkellner." »Uwe opgaven zija volmaakt in orde naar het mg toeschijnt," zeido de professor ironisch. »Bah znlk soort menschen zijn gewoonlijk beter in gelicht dan de politie", meende Lindner. »Wat bet overige aangaat, ben ik vanaf het oogenblik, dat de markiezin gisteren beneden landde, tot over de ooren ver liefd op haar." »Dat zegt nog niet veel, want die ziekte is bij u chro nisch," zeide de professor spottend. »En ik begrijp niet, dat gij het ook niet zjjt," ging Lindner naïf voort. »Ik dacht, dat uwe vingers wei moesten jonken om het portret van deze jonge vrouw te maken." de koningin-moeder het kind het lint van de Maria Louisa-orde om. Deze handeling greep haar zoo aan, dat zjj haar kleindochter onder tranen en kussen aan het hart drukte. De treurige omstandigheden brachten de etiquette geheel op den achtergrond. Kassei en de Keizer. De gemeenteraad van Kas sei heeft in een vergadering die tot in den nacht heeft geduurd, met 32 tegen 8 stemmen besloten geen gevolg te geven aan den wensch van den Keizer, om een toren te plaatsen op het nieuwe raadhuis dat daar komt. Voor het bouwen van een raadhuis zonder toren werden 2,650,000 Mk. toegestaan. De toren zou de gemeente op 850, '00 Mk. meer te staan zijn gekomen. Een geboycotte tram. De geboycotte Mün- chensche tram lijdt groot nadeel door de ongenade van het publiek. Iu de eerste week van het nieuwe tarief werden er 100,000 passagiers minder vervoerd dan in de daarmedo overeenkomende week van het vorige jaar en de ont vangsten dier week bedroegen 12,000 Mark minder, on danks de verhoogde prijzen. Een poes van twaalf mille. Op een katten tentoonstelling in het Glazen Paleis te Londen, waar 700 inzendingen zjjn, is de voornaamste prijs toegekend aan eac kat van Lady Dacies, »Fnlmer Zaida", een fraaie chinchilla", welke op f 12,000 waarde wordt geschat. Grond teBerlgn. De waarde van den grond in Berlijn werdvolgens het Staiistisches Jahrbuch voor Berlijn, voor 1902 geschat op 7V3 milliard Mark, dnbbel zoo groot dus als in 1887, vijfmaal zoo groot als dertig jaren geleden. De vierkante meter der bebouwde opper vlakte wordt geschat op een waarde van gemiddeld 256 Mark in 1866 bedroeg deze waarde 92, in 1874 183 Mark. P. van Oroniragen. f Wij hebben heden een bericht te melden, dat voor ons persoonlijk is een bron van groote smart, maar ook door onze lezers met diep leedwezen zal worden ver nomen onze trouwe vriend Van Groningen, onze zeer gewaardeerde medewerker, is van ons heengegaan. Een ernstige ongesteldheid hield hem weken lang aan liet ziekbed gekluisterd, in welken tijd onze lezers en wij zeer noode zijne »Amsterdamsche Brieven" misten. Wij hadden alle hoop, en hijzelf niet minder, dat hij de ge varen, die zijn leven bedreigden, zou te boven komen totdat daar nu is gekomen de verpletterende tijding van zijn dood op nauwelijks zes-en-dertig-jarigen leeftijd. Wie had kunnen denken op den 8en Mei van dit jaar, toen de heer Van Groningen in een Amsterdam- schen Brief in dit blad roemde in zijne vriendschappe lijke relatie met ons en voorspelde, dat zijne liefdevoor zijnen arbeid onder onze leiding nog zou toenemen wie had toen kunnen denken, dat wij eenige maanden later geroepen zouden worden te staan aan zijn graf en te getuigen, hoe pijnlijk zijn verscheiden ons treft. Broos is 's menschen leven en wederom schijnt bevestigd te worden, dat diegenen ons verlaten, aan wiens aanzijn wij zoo groote waarde hechtten. Heden, nu wij niet meer hebben te vreezen, dat wij zijne bescheidenheid zullen kwetsen, nu zijn oog niet meer kan lezen en zijn oor niet meer hooren, heden willen wij verklaren, dat in Van Groningen is heen gegaan een man met een goed hart, een helder verstand, iemand van groote journalistieke begaafdheid. Een man, van wien 't goed was te weten, dat hij zich uw vriend wilde noemen. Van Groningen werd oorspronkelijk opgeleid voor Doopsgezind predikant en als candidaat predikte hij dan ook in een aantal gemeenten van ons land. Doch luj zag er tegen op te gaan naar een kleine gemeente, waar hij niet meer in dagelijksch contact zou zijn met de woelige buitenwereld en dit bracht hem ertoe zich aan de jour nalistiek te wijden, 't Eerst werd hij verbonden aan de redactie van »De Nieuwe Amsterdammer", daarna was hij eenige jaren werkzaam als hoofdredacteur van de »Schiedamsche Courant." Van Schiedam keerde hij terug naar Amsterdam om gedurende een aantal jaren werk zaam te zijn als chef der afdeeling ^Binnenland" van »Hm ik zeg immers volstrekt niet, dat zij niet schoon is, uwe markiezin. Maar ik heb een vage heiinne- ring aan een soortgelijk persoon." »Zoo, dat wil'ik wel geloovenzij doet werkelijk op sprekende wijze aan keizerin Eugenie denken, alleen heeft de eene blanwe en de andere zwarte oogen, en de markiezin heeft beslist rossiger haar." »De gelijkenis tusschen haar en de keizerin is in 'toog loopend, maar die is zjj toch zeker niet," meende de pro fessor hoofdschuddend. »Ik moet deze markiezin toch ergens vroeger reeds gezien hebben, natuurlijk vluchtig, want anders zou de herinnering nu niet zoo flauw zjjn. Maar, wij kunnen het hierbij laten, wie zjj dan ook zijn moge of vanwaar zjj dan ook kome; ik voor mij, houd het er voor, dat wjj verstandiger deden met ons wat in een boot te laten rondroeieu, want de avond belooft prachtig te znllen worden." Hans Ulrich verontschuldigde zich bij zjjne vrienden en bleef alleen achter toen deze naar de marine gingen. Hij had zich met geen enkel woord in het gesprek ge mengd, hjj zou ook niet geweten hebben wat te zeggen, want zijn opinie over de schoone vreemdelinge was nog lang niet vast. Hjj weet dit aan hun korte kennismaking; echter was hjj in zjjn hart van één ding vast overtuigd, dat zij betoovereud schoon was, maar dat van baar die gevaarlijke bekoring uitging, die men verstandiger doet te ontwjjken dan te zoeken. »Summa snmmarum, al mijne overwegingen en gedachten zjjn hoogst overbodig, daar ik haar wel niet meer zien zal in deze massa van vreemdelingen, die iederen dag afwisselt," zeide hjj eindelijk bjj zich zeiven, terwjjl hjj opstond. Maar hjj ging nog niet den Albergo binnen, ofschoon hij veel correspondentie had te doen. Zoo wandelde hij langzaam langs het hötel Quisisana, voorbjj de oude en eerwaardige Cartosa, die langzamer hand in een kazerne was herschapen, naar de zuidoostpunt van het eiland, vanwaar men over de steenen borstwering een allerverrnkkelijkst uitzicht had over de zee en over de reusachtige, dreigende rotsklippen, welke naaBt de het dagblad. De Telegraaf, 't Was in die dagen, dat hij den tocht maakte naar Schwerin om verslag te geven van den intocht van het Koninklijke Echtpaar. Tenge volge van een onvoldoende regeling raakte hij onder den voet, eenige paarden renden over hem heen en toen men eindelijk den journalist te hulp schoot bleek 't, dat zijne beide beenen op verschillende plaatsen waren ge broken. Hij werd opgenomen en naar het hospitaal overgebracht. Er was niet dadelijk een dokter aanwezig en 1 wat deed de zwaar-gekwetste in afwachting van de komst van den geneesheer? Hij seinde aan zijn blad een verslag van hetgeen hij had gezien en van hetgeen hem was overkomen. Dit staaltje van koel bloedig, ver-gevoerd plichtsbesef was teekenend voor hem. Ook toen zijne wonden waren verbonden en hij strenge rust moest houden schreef hij toch nog met potlood op zijn bed over de feestelijkheden te Schwerin, wat hem door collegiale hulp mogelijk'werd gemaakt. Langzaam herstelden al de beenbreuken, totdat hij naar het vaderland mocht terugkeeren, waar de gene zing volkomen werd. In den laatsten tijd was Van Groningen werkzaam als hoofdredacteur van »De Prins" en bovendien waren er een aantal bladen, waarvoor hij artikelen en correspon denties schreef. De werkgever, die hem aan zijn onder neming verbond, mocht steeds de zekerheid hebben, dat de aan zijne handen toevertrouwde arbeid met ijver en met groote kennis zou worden volbracht. Onze lezers kennen trouwens voldoende den vlotten, pittigen stijl en de rake opmerkingen, waarvan ook vaak zijne corres pondenties in dit blad getuigenis*aflegden. 't Is voor ons een droeve gedachte, dat wij zijn wel bekende handschrift niet meer onder de oogen zullen krijgen, dat wij nooit meer zijn krachtige vrienden hand zullen mogen drukken. Diep betreuren wij zijnen dood, telkens weer zullen wij hem missen. Zoo zal zijne nagedachtenis bij ons in dankbare herinnering blijven. Uit den Raad van St. Fancraa. Vergadering van den Raad der gemeente St. Pancras, op Vrjjdag 28 Oct. 1904, 's namiddags 2 ure. Aanwezig alle leden. Na opening der vergadering door den Voorzitter, den heer F. Smit, Burgemeester, worden gelezen de notulen der vorige gehouden vergadering en goedgekeurd. Een stuk was ingekomen van Gedeputeerde Staten vermeldende de benoeming van de hoeren S. Duif en J. Wagenaar tot zetters. Verder was ingekomen een stuk van den »Bond tot be scherming van den trekhond", waarin op de vele mis bruiken wordt gewezen die er (vooral in Noord-Holland) nog van den hond gemaakt worden als trekdier. Do Raad besloot bij de eerstvolgende wijziging der politie-verordening dit punt te behandelen. Een verzoekschrift was ingekomen van Mej. W. Dal meier, onderwijzeres aan de openbare lagere school, om 3 maanden vorlof wegens ongesteldheid, waarbjj werd overgelegd een advies van Dr. Sleeswjjk uit Alkmaar, waarin werd geadviseerd dat zjj als zenuwljjderes voor haar herstel eenigen tijd buiten betrokking zou moeten. Op voorstel van B. en W. werd na nog al langdurige bespreking besloten, aan haar voorloopig eene maand ver lof toe te staan met behoud van salaris, waarna zij acht dagen vóór het verloopen dier maand een advies aan B. en W. zal moeten overleggen, betreffende haar gezondheids toestand, welk advies dan zal moeten gevraagd worden bij Prof. Winkler te Amsterdam. Mocht haar toestand dan nog van dien aard wezen, dat verlenging van verlof noodig is dan kunnen B. en W. dit opnieuw met eene maand verlengen. Daarna werd aan de orde gesteld de gemeente-begrooting voor het jaar 1905, welke werd goedgekeurd in ontvangst en uitgaaf tot een bedrag van f 6642, Er werd verder besloten tot het maken van een kinder speelplaats achter de school. Verder werd nogmaals de bonw- en woning-verordening ter hand genomen, en passeerden verschillende aanmer kingen van Gedeputeerde Staten de revne, waarvan vele door den Raad werden goedgevonden, doch op enkele aanmerkingen der Staten wenschte de Raad niet in te gaannu zal de bonw- en woning-verordening weder aan Gedeputeerde Staten worden opgezonden. rnïnes van den onden haven uit de golven oprjjzen. En toen Hans Ulrich het doel van zjjne wandeling had bereikt, zag hjj haar, aan wie hg zoo aanhondend gedacht had, over de borstwering leunen, terwijl zij naar de zee zag. En het avondlicht wierp wonderljjke lichteffecten op haar rossig haar, en het was, alsof een zacht spranke lend vuur uitging van haar metaal glanzende lokken, die op haar blank voorhoofd neervielen. Hg was reed3 bij haar, voor zij 't bemerkte. »Kismet I" zeide bjj onwillekeurig, zoodat zij hem verbaasd aanzag. Maar zij liet zjjn nitroep onbeantwoord. Spoedig had de jonker van deze toevalligo ontmoeting in zooverre zjjn kalmte herkregen, dat hjj zjjn hoed afnam, en zich aan de vreemdelinge voorstelde. »Ik ben de markiezin de la Brngère," antwoordde zjj met die zekerheid, die een dame der groote wereld ken merkt, maar het gesprek wilde niet vlotten en 't was stil rondom hen slechts het fluisteren, het rnischen en de branding der golven klonken zacht dooreen op de plaats, waar zij beiden alleen waren. »U schjjnt voel van de natuur te honden, mevrouw," zei hij eindelijk. «Bijzonder veel," verzekerde zjj, terwjjl zjj een langen blik over de zee wierp. »Het is het eenige op de wereld, dat ik ooit heb liefgehad." Hij zag haar verwonderd aan. «Dat wil dus zeggen, dat gjj in het begrip natnnr ook de menschheid opneemt," merkte hjj op. »Neen, ik heb nooit menschen ontmoet, die ik met het begrip natnnr heb knnnen verbinden," antwoordde zij zonder de minste bitterheid, zonder scherpte, zooals men over gewone dingen gewoonljjk spreekt. »Dan is n zeer te beklagen," zeide Hans Ulrich nog meer verbaasd. »Hoe meent n antwoordde de markiezin. «Wie had ik dan moeten liefhebben »Ik meen zoo, er zjjn zooveel menschen die men moot liefhebben," riep hij warm. »Oaders, broers en zusters, vrienden en verwanten, is dat niet genoeg En dan spreek ik nog niet eens van de hoogste liefde, van de liefde voor den echtgenoot." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 5