Een Familievloek. büïtenlaM BINNENLAND. ALKMAARSCHE COURANT. FEUILLETON. Gemengde Mededeelingen. Nieuwst ij dingen. IFL O M 3XT Eufemia Gravin van Adlersfeld-Ballestrem. eerst trad de politie op, drong het gebouw binneu, ont wapende de revolverhelden en nam de meesten hunner in hechtenis. De Duitschers riepen om wraak en wilden de gearresteerde Italianen te Ijjf. Deze werden duchtig afgeranseld. Daar de politie tegen de Duitschers onmach tig bleek, werden de militairen ontboden. Dit waren manschappen van een jagerregiment, dat geheel uit Itali anen bestaat. Zij drongen verwoed met gevelde bajonet op de Duitschers in. De Duitsche kunstschilder Pezzy kreeg een doodelijken steek, een ander Daitscher werd zwaar gekwetst. Do gearresteerde Ilalianen, 135 in getal, wer den onder dekking der militairen, naar het paleis van justitie gebracht. Vrijdagavond 10 uur herzamelden de Duitschers zich, trokken naar het Italiaansche faenlteitsgebonw en deden er een inval onder de kreten »Weg met de sluipmoor denaars, weg met het fort der Welschen." De politie was machteloos. De magistraat der stad verlangde van den stadhouder, baron Von Sc'hwartzenau, de onmiddellijke sluiting van de faculteit. De stadhouder gaf een ontwij kend bescheidhij verwachtte nadere instructiön uit Weenen. Daarop zonden de beide burgemeesters en het raadslid Erler het volgend telegram aan den minister president Von Koerber»De bevolking van Innsbiilck, verontwaardigd over de gewelddadigheid der Italiaansche studenten, waardoor vele menschen gedood en gewond zijn, eischt de onverwijlde en onvoorwaardelijke sluiting van de Welsche faculteit en stelt de Regeering verant woordelijk voor een herhaling, welke nog ernstiger ge volgen zou kunnen medesleepen." De gemeenteraad kwam 's middags in buitengewone zitting bijeen. De leden vielen scherp uit tegen den stad houder. Zijne handen zeide men waren met bloed bevlekt. Hij moest weg uit Innsbrllck. Men vorderde de opheffing van de Italiaansche faculteit en besloot den vermoorden schilder Pezzy op stadskosten te doen begraven. Tegen den stadhouder heeft zich de algemeene wrevel gekeerd. Hij, zegt men, draagt de schuld van het onbe suisde optreden der militaire macht. De commandant, Aartshertog Eugenius, was eerst weigerachtig geweest, de troepen te laten uitrukken, maar had moeten zwichten voor een schriftelijk bevel van den stadhouder. Deze is Vrijdagavond naar Weenen vertrokken. In zijn paleis en in 't huis van zjjne behuwdmoeder, gravin Trapp zijn de ruiten ingeworpen. Daarentegen kreeg Aartshertog Euge nius van het volk een ovatie. Volgens de laatste berichten blijft de toestand zeer gespannen. De Weener bladen stelt de wankelmoedige houding en halve maatregelen der Regeering voor 't gebeurde ver antwoordelijk. »In plaats zegt de Neue Freie Presse, de quaestie van de oprichting eener Italiaansche universiteit in Oostenrijk in eens te beslechten, heeft men zich beholpen met den halven maatregel van de tjjdelijke vestiging eener Italiaansche faculteit te Innsbrüek. Dit is de oorzaak der jammerlijke tooneelen van dezen nacht." De Zeit vreest, dat de verstandhouding tusschen de twee meest beschaafde nationaliteiten van Oostenrijk nu bedorven is geworden door de gedachtenlooze politiek en de nalatigheid der Regeering. Niet in China, doch teBerlijn. Bij eene voor stelling de vorige week in de opera te Berljjn, welke de Keizer bjjwoonde, werd aan vele dames de toegang geweigerd, omdat zij in hooge japonnen gekleed en niet overeenkomstig het Keizerlijk bevel, gedecolleteerd waren. Een aantal der afgewezen dames veranderden in allerijl het gebrek of eigenlijk het teveel aan haar toilet, door met scharen, van bedienden geleend, hare japonnen aan den hals open te knippen, tot het verleenen van den op hoog bevel gelasten inkjjk. Het was een eigenaardig schouwspel en de corridors geleken wel eenigszins naar modisten-ateliers, met hunne snippers en lapjes zijde en fluweel. Vlaamsch en Franse h. Bij telegrammen wor den, naar men weet, de meest verscheidene afkortingen gebruiktin België heeft men nu een nieuwe vondst op dat gebied gedaan. Het Pransche deel der bevolking gebruikt thans ter besparing van telegram-onkosten de Vlaamsehe benamingen van straat in plaats van de over eenkomstige Fransche. De Vlaameche toch gelden voor één woord en de Fransche namen worden gewoonlijk voor vier woorden gerekend. Zoo heet de Brusselsche «Rue de la Croix de Fer," tegenwoordig in telegramstijl: IJzerkruisstraatde eerste benaming telt voor vier woor den, de tweede voor één woord evenzoo schrijft men Brandhoutkaai in plaats van «Qaai au bois-i-brüler," Spoorwegstraat voor »Rue dn Chemin de Fer" en Munt plaats voor »Place de la Monnaie." Een zonderling «geleerd e.'' Te Dresden wekt een schandaal in de geleerde wereld groot opzien. De directeur van het zoölogisch- anthropologisch- ethnogra- phische muBeum, dr. M-yer, is geschorst. Naar verluidt, zon dr. Meyer zijn ondergeschikten hebben genoodzaakt wetenschappelijken arbeid onder zijn naam te pnbbceeren. Verkiezing te Leipzig. In de derde afdeeling van Leipzig zijn Vrijdag verkiezingen voor den gemeente raad geweest. De uitslag was een groote zegepraal voor de sociaal-democraten, behalve in het 1ste kiesdistrict. Strjjd tegen bastaardwoorden. Da Saksi sche regeering heeft, bij ambtelijke aanschrijving, een groot aantal bastaardwoorden in den ban gedaan en var- dnitschtdaartoe behooren o.a. aequivalent, departement, emballage, fiskaal, fonds, formulier, gratifikatie, inventaris) legitimitatie-bewijs, materiaal, meteorologisch, netto, pre mies, provisies, renumeratie, tantième en transitoir, ver der een aantal bastaardwoorden, die alleen in het Duitsch in zwang zijn. Een merkwaardig uurwerk. De Heer R. Strutt, zoon van Lord Raleigh, heeft een nienwen radium- motor voor uurwerken nitgevonden, waardoor een klok ol horloge, bij wjjze vau spreken, voortdurend aan den gang kan blijven. Toen men Sir William Ransay, den beroemden natuur kundige, vroeg, of hij hiermede de uitvinding van het «perpetuum mobile" niet een stap nader gekomen achtte, antwoordde bij ontkennend, omdat daarbij geen sprake kan zjjn van tijdsbepalingen, hetzjj één dag of een aantal eeuwen. Maar wel geloofde hij, dat het uurwerk van den Heer Strntt 2000 jaren zal kunnen loopen, zonder dat het opgewonden of bet radium vernieuwd behoeft te wordeD. Hjj gelooft voorts, dat het mogelijk is radium-uurwerken te maken voor den betrekkelijk geringen prijs van f 200. H. M. de Koningin heeft het voornemen, op 15 November tegen den avond op hét, Loo terug te keeren. H. M. de Koningin-Moeder is voornemens 16 November op bet Loo aan te komen, ten einde eenige dagen door te brengen in den kring der koninklijke familie. Het wetsontwerp tot aankoop van een terrein te 's-Gravenhage voor de Carnegie-stichting zal spoedig do departementen verlaten ter indiening bij de Staten- Generaal. Eindeijjk 1 In Noordholland is een commissie gevormd tot organi satie van de vrijzinnigen, behoorende tot de Ned. Herv. kerk. De vergadering voor gemeenten uit de classis Hoorn en Edam zal plaats hebben te Hoorn, den 21sten dezer. Provinciale Staten van Noord-Holland. De afdeeling Aalsmeer dor Ned. Heidemaatschappij verzoekt aan de Staten niet in te gaan op het voorstel- Feisser, tot wijziging van het reglement van de visscherjj, omdat daardoor vele beroepsvissehers schade znllen ljjden, tenzij voor de verandering van het vischtuig vijf jaar tjjd wordt gegeven. Ingenomen is de afdeeling met het voorgestelde in zake de grootte van de visch, die mag gevangen worden, behalve van den karper, die volgens haar j K.G. moet wegen, en van baars en voorn, waarvan er volgers haar respectievelijk 6 en 8 in een K.G. moeten gaan. No. 135. Honderd en Zesde Jaargang. 1904. Woensdag 9 Nov. 1904. Kreta. Het memorandum van prins George van Griekenland, gouverneur van Kreta, aan de mogendheden is thans officieel med gedeeld. De prins herinnert, dat zijn mandaat den 22 Decem ber geëindigd is, en voegt er dan bij „Het is nu drie jaar geleden, dat ik evenals tbans een rondreis deed en de verschillende hoven en regee ringen van Europa bezocht. Overal moesten de leidende staatslieden erkennen, dat Kreta zich na den oorlog zóó had gedragen, dat het hulde verdiende, en dat de bevolking geprezen verdient te worden wegens de orde en rust, die geleidelijk op het eiland zijn inge voerd. „De Kretensers hebben den toestand steeds als een voorloopige opgevat. Dit is voor de Europeesche staa's- lieden niets nieuws, evenmin als de wenschen der Kretenser bevolking toen de admiraals indertijd het voorloopig bewind aanvaardden, werden zij dadelijk met de wenschen en verwachtingen van Kreta bekend gemaakt. „Ook thans heb ik aan de groote mogendheden dui delijk gemaakt, dat de Kretensers niet van meening veranderd zijn. Ik heb in nota's, die ik aan de ver schillende regeeringen gezonden heb, den toestand blootgelegd. „Wat de kabinetten zullen bepalen is mij niet be kend, en mijn reis is nog niet geëindigd. Ik hoop echter dat spoedig een oplossing zal worden gevonden, want de Kretensers beginnen ongeduldig te worden, en het gaat niet langer hen met beloften te paaien. „Op welke wijze de Kretenser quaestie kan worden opgelost, dat is voor de Kretensers n'et aan den min sten twijfel onderhevig: Kreta zal en moet met het moederland, met Griekenland, vereenigd worden". Opstootjes te Innsbrüek. De Oostenrijkscbe Regeering had sinds kort een middel meenen te vinden om de oorzaak weg te nemen der veete tusschen de Dnitsche en de Italiaansche studenten der hoogeschool te Innsbrüek. Dit middel was de instelling van een afzonderlijke Italiaansche rechtsgeleerde faculteit, gescheiden van de andere faculteiten en ook in eec eigen gebouw gevestigd. De Regeering te Weenen was misschien te goeder trouw met deze concessie aan de Italiaansche Tirolers som migen zeggen, 't was een politieke zet van bet Kabinet- Koerber om zich den stenn der Italiaansche groep in den Rjjksraad te verschaffen maar zeker was het door haar gekozen middel niet het gelukkigste. De Italianen vonden dat men hun te weinig gaf, en de Dnitsche Tirolers sprongen op van woede. Met angstwekkende heftigheid schoten de beide elkaar zoo vijandige landaarden van Tirol het harnas aan. Dagen van te voren was de Dnitsche bevolking der hoofdstad aangezet geworden om niet den smaad te dnlden, die der Duitsche Hoogeschool door de «Welschen" zou worden aangedaan. Donderdag zou de opening der Italiaansche faculteit in de voorstad Wilden plaats vinden. Men was op 't ergste voorbereid. Maar de plechtigheid zelve werd niet verstoord en de dag ging wel broeierig, doch zonder uit barsting voorbij. Het was de drukkende zwoelte vóór den storm, 's Avonds laat barstte de bom. De inhoud der talrijke berichten over hetgeen toen gebeurde kan tot het volgende verhaal worden samen gevat. De Italioansehe studenten, een 150 man sterk, die des daags nogal uittartend in groepen door de stad hadden geloopen, kwamen om 10 uur bijeen in bet Witte Krnis-hotel. Vóór dit hotel scholen de Duitsche studenten en een groote volksmenigte samen. Van schel den en schreeuwen kwam het tot daden. De Italianen hadden revolvers en schoten, tien personen kwetsend. Toen «MPWgwus—i I4«pqarwmTMi lllli lrf*il VTlK^^^TTliiTTiTItTTliyMininTITMIIIliM 11 II IIWH klULlILIilMMi VAN 41) «Maar de voorzegging 1" riep de markiezin, de handen als in vertwijfeling wringend. «Dat is onzin, vergeef mjj dat harde woord", aut- woorddefde jonker. «Overigens, al zondt gjj daaraan ge- looven, dan is u toch de macht gegeven tegen de ver wezenlijking daarvan te strijden, u alleen. Heb ik geen gelijk 9" Luide steunend liet zij bare armen zakken. «Ik heb u gewaarschuwd," was alles wat zij zeggen kon. Toen trad Hans Ulrich een schrede naderbij, «Ja, gewaarschuwd, maar voor iets dat denkbeeldig is", zeide bij met de hem eigen innemende hartelijkheid. «Moet ik mij integendeel niet gelukkig achten, dat ik u heb ontmoet, want gjj zjjt jong, schoon, uit eenejvoor- name familie gesproten en naar het mjj voorkomt, rjj keljjk met aardscbe goederen bedeeld." »Gjj kent mjj niet, gij weet niets van mijn karakter", viel^ zjj hem in de rede, maar bij liet zich niet van zjjn stnk brengen. «Ik heb nog genoeg idealisme behouden om aan de macht van den indruk te gelooven. «In de oogen ligt het hart", zingen onze dichtere, en ik meen in uwe oogen een voor alles goeds ontvankeljjk hart gelezen te hebben. Ouk ik kan een weinig waarzeggen, en ik geloof uit uwe trekken te kunnen voorspellen, dat gjj van een rjjke en edel aangelegde natuur zjjt." «Gij hebt misschien geljjk", antwoordde zij mat, «maar wat geeft alle aanleg, wanneer de storm over de teedere planten strjjkt en ze knakt 9" «Men heett u veel leed gedaan in uw leven", zeide Hans Ulrich harteljjk. Een droeve trek kwam er om den schoonen mond der markiezin. »Ja", zeide zjj zacht. «In vele opzichten ben ik een ongelukkige, misschien wel door eigen schuld, maar niet reeds van den beginne af. Velen zullen het voor gering achten, wat ik te vorderen heb van hen, die de schuld dragen het is slechts een menschenziel. Wat komt het daar op aan 9" «Gij zult ongelukkig gehuwd zijn geweest", kwam het van^ Hans Ulrich's lippen bjjna ondanks hem zeiven. «Ja knikte zjj even, en nu meende hjj alles te weten j een geforceerd hnweljjk, misschien ter wille van het geld een onmogelijke echtgenoot; een reeks van sombere dagen, ffie de dood eindelijk afbrakdat klinkt zoo eenvoudig, maar laat toch zijn onuitwischbare sporen in de ziel, in het hart. «Het leven slaat wonden, maar het heelt ze ook weder", zeide hij na hare laatste woorden. «Ik snak zoo naar genezing", zeide zjj opgewonden. «Het moeten toch zeer booze menschen zijn geweest, die n smart konden doen", riep Hans Ulrich, zich voorover buigende om haar hand te kassen. «Mjj Wat kwam het op mjj aan 9 Ik denk zoo dik wijls, dat er menschen zjjn, die juist daartoe bestemd schjjnen om zich al datgene te ontzeggen, wat zjj zoo idealistisch schilderen, de liefde, het geluk, de inner lijke en niterljjke harmonie. Misschien doen zjj dat terecht, misschien zijn het echter ook romanphrasen." «Misschien 9" herhaalde de jonker half lachend, half verwonderd. «Gij spreekt, alsof gij zelf niet onder de goede menschen behoordet." «Ik weet ook werkelijk niet, of ik goed ben of slecht", antwoordde de markiezin hierop. «Ik denk dat wel niemand' dit van zich zeiven met zekerheid kan zeggen." Nog nadenkender dan den vorigen dag, ging Hans Ulrich ook nn wear naar huis, want van één ding was hij zich ten volle bewust, dat de schoone vrouw eene betoo- vering op hem uitoefende, waaraan hjj zich niet meer onttrekken kon en waarvan hjj zich ook in geen geval wilde losmaken. En waarom zon hjj ook 1 Hjj was zjjn eigen meester evenals zjj vrij was, hij was van gelijken stand, hij was stellig een jaar of tien ouder alles klopte uitstekend, ook de godsdienst, en naar geld vroeg hjj niet, want hij bezat genoeg om een minder gefortu neerde vrouw te kiezen. Eene vrouw. Nu ja, ook daaraan had hjj zeer zeker gedacht, juist daaraan, want niets was meer in strijd met zjjn zuiver denken, als een dier flirtations, die zoo gemakkelijk in den vreemde en aan de badplaatsen wor den aangeknoopt, om met het vertrek van de eene partij te eindigen. In den Albergo zag hij zjjn vrienden weder, den schil ders Hildesheim en Lindner, beiden uitgerust voor een tocht n<ar Sorrento, want de zee was spiegelglad en kaarsrecht steeg het eeuwige rookwolkje van den Vesuvius aan den diep blauwen horizont ten hemel. Hans Ulrich liet zich overhalen het tochtje mee te maken, en des te liever deed hjj dat, daar men het voornemen had den terugtocht bij maanlicht te doen, een heerljjk uitstapje. Barreden aan de Marina aangekomen, vonden zij de markiezin, die aan hst strand te vergeefs naar een boot naar Sorrento had uitgezien, want het heerlijke weer had zoo'n stroom van vreemdelingen gebracht, dat er gosn enkel bootje meer te krijgen was, dan dat, hetwelk reeds door de schilders was besteld. Vlug werd er door den jonker en zjjne vrienden be raadslaagd, en na even aan de markiezin te zjjn voor- gesteld, boden deze haar de vierde plaats in het bootje aan, een aanbod, dat zij na eenig nadenken aannam. «Ik heb dringende bezigheden te verrichten aan het vaste land, die ik niet kan nitstellen", zeide zjj, «daarom neem ik uw vriendelijk aanbod gaarne aan, mjjne heeren." En zoo geschiedde. Zjj gingen in het lange, platte vaartuig, dat door vier roeiers voortbewogen werd en weldra over de watervlakte voortgleed naar de rotskust van Sorrento, waaraan de heerljjke ligging, de weelderige plantengroei en de schoone vrouwen den bjjnaam van La Gontille hebben gegeven. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 5