Dit nummer bestaat uit 2
Drankwet.
No. 141
Honderd en zesde Jaargang*
1904.
WOENSDAG
23 NOVEMBER.
BÏÏ TENLANÖT
BINNENLAND.
Algemeen Overzicht.
Nieuwst ij dingen.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt 1 n 9 da g~, üoadardag-
en Xaterdagavoad uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,8Ofranco door het
geheole rijk f 1,
3 Nummers f ©,O0- Afzonderlijke nummers 3 ets.
Velefounnurainer 3.
Pr^s der gewone adTertenttën ij
Per regel f 0,16. Groote letters naar plaatsruimte.j
Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij
T/h. HERMs. COSTER Jfc ZOONVoordam C 9.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar,
Gelet op de artt. 12, 37 en 65 der Drankwet,
Brengen ter algemeene kennisdat bij hun college
zijn ingekomen de volgende verzoeken om
lo. vergunning tot den verkoop van sterken
drank ln het klein ter plaatse van verkoop
van Johannes van der Molen koffiehuishouder alhier
voor het benedenvoorlokaal van het perceel Kraanbuurt,
wijk A, No. 17
2 o. verlof tot den verkoop van alcoholhouden
den drank andereu dan sterken drank van
de Wed. J. P. Hachshorn, geb. Zaal, koffiehuishoud.ter
alhier voor het beneden-voorlokaal van het perceel B er-
kade, wijk C, nr. 7 H. Kooijman, koffiehuishouder alhier,
voor het bier- en melksalon van het perceel Oadegracht,
hoek Ridderstraat, wijk A, nr. 198.
Binnen twee weken, nadat deze bekendmaking is ge
schied, kan ieder tegen het vorleenen van de vergunning
en de verloven schrifieljjk bezwaren inbrengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar G. RIPPING, Voorzitter.
21 Nov. 1904. DONATH, Secretaris.
tegenstanders te kiezen. Bovendien bawjjst Tisza in allen
gevalle aan Hongarije een dienst doordat hij een herhaling
van de tragi-comedie in het Parlement heeft verhoed.
Misschien ligt er iets Parizeesch in dus iets heel
leeljjks maar niettemin knnnen wjj nooit, als wij lezen
hoe schandelik 't in sommige parlementen van Europa
kan toegaan, een gevoel van dankbaarheid onderdrukken,
dat bij ons op het Haagsche Binnenhof niet dergeljjke
tooneelen worden te aanschouwen gegeven. Onze Kamer
debatten plegen wat te ljjden aan gerektheid, aan het
herhalen van wat al eens gezegd werd, aan het mft de
haren erbjj slepen van allerlei dingen, die tot het in
discussie zijnde onderwerp slechts in zeer ver verwijderd
verband staan, doch deze eigenschap is verre te verkiezen
boven het gebruik in eenige parlementen om elkaar te
lijf te gaan of elkaar met inktpotten om de ooren te
smijten.
Een dergelijk weinig verheffend tafereel is in het laatst
der vorige week in de Hongaarsche Kamer
vertoond. Daar was al sinds vele weken aanhangig een
door den minister Tisza ingediend voorstel om het regie
ment van orde zoodanig te wijzigen, dat aan den president
der Kamer een ruimere bevoegdheid werd toegestaan. Dit
was noodig tegenover de oppositie van Kossnth, Apporyi,
Banffy en Andrassy, die door hun obstructionistische
politiek het Hongaarsche parlement met lamheid sloegen.
Geen ander middel was er om te kom6n tot behoorljjk
geordende parlementaire toestanden.
De oppositie spande haar uiterste krachten in om de
aanneming van dit voorstel te verhoeden. Dag aan dag
zat men elkaar daarover in het haar. Totdat Tisza zijn
toevlucht nam tot een onverwachten maatregel. Hij trok
het regeerings-voorstel in, maar in plaats daarvan trad
een voorstel van den heer Daniël, vice-president der
liberale club, strekkende tot de invoering voor den tijd
van een jaar van een aantal wijzigingen in het Kamer
reglement, ten einde de geheele herziening van het regie
ment en de aanneming van de noodige wetsontwerpen,
van de begrooting voor 1905, van de financieelo overeen
komst met Kroatië, en van de reerutenwet mogelijk te
maken.
Dit tweede voo-stel was onderteekend door alle leden
der liberale partij en voldeed daardoor aan de bepaling,
dat een voorstel, waaronder 50 leden hun hand hebben
geplaatst, zonder debat en bjj enkele stemming door de
Kamer kan worden aangenomen.
Deze manoeuvre wekte felle verbittering bij de oppo
sitie. Niet in staat om de aanneming van het voorstel-
Daniël te verhinderen besloot zij, haar uiterste best te
doen om zooals 't populair wordt uitgedrukt in
de Kamer den boel in de war te schoppen.
Een der afgevaardigden betoogde, dat de president der
Kamer het vertrouwen van de afgevaardigden had ver
loren een ander wilde hem te lijf gaan, en moest daarin
door de boden en door zijn collega's worden verhinderd
en hoe later het werd, des te grooter werd de s rijdlust
van de volksvertegenwoordigers. Ten slotte geleek de
Kamer een slagveld, waarop echter meer inkt dan bloed
vloeide. De inktkokers schenen voor de strijdlustige af
gevaardigden uitmuntende projectielen, doch ook stoelen,
boeken en andere beweeglijke voorwerpen deden dienst
als werpwerktuigen.
Het slot was, dat de minister den president machtigde
om een Koninklijk besluit voor te lezen, dat reeds bij
voorbaat was geteekend, en waarin deze bijeenkomst van
het Hongaarsche Parlement gesloten wordt verklaard.
Dat laatste is zeer zeker een verstandige daad van
Tisza. Waar de partijen zóó fel tegenover elkander staan,
is er maar één redmiddelde kiezers uitspraak te laten
doen. Aan hen is 't ten slotte om aan te wijzen, in
welke richting zij het land wenschen geregeerd te zien
aan hen is 't om èf de zijde van Tisza óf die van zjjne
Er wordt wel aanhoudend beweerd, dat de groote slag
n Mantsjoerrje is begonnen, doch uit de berichten
van het oorlogsterrein, die tot ons komen, is dat kwaljjk
op te maken. Wel wordt hier en daar gevochten, doch
dit zijn worstellingen, die op den eind-uitslag van geen
nvloed zijn.
Wat Port Arthur aangaatomtrent den waren
staat van zaken verkeeren wij nog steeds in het duister.
Het schijnt, dat de Japanners zich tbans genesteld heb
ben op het glacis der werken, die aan weerskanten van
het dal der Loensje-ho liggen, waarlangs de spoorweg
toegang tot do stad verkrijgt. Achter deze linie rijzen de
permanente versterkingen van den Kwakkelberg (Rnss.
Perepelotsnaja gora) omhoog. Maar de ingenieurs van
generaal Stössel schijnen bovendien nog een andere linie
te hebben aangelegd. De Japanners bekennen volmondige
dat zij hun aanvalsplan op een geheel onjuiste voorstel
ling van de Rnssische maatregelen gegrond hadden. Zij
verwachten nietdat de Rnssen het vóór de eigenlijke
fortificatiën gelegen terrein zoo hardnekkig verdedigen
zoudenalvorens zich op de vesting terug te trekken.
In dit opzicht gelijkt de verdediging van Port Arthur
veel op dia van Sawastopol door generaal Totleben. Op
kleinere schaal bood ook de verdediging van Colberg
door den Pruisischen generaal Gneisenau ten jare 1809
teien de Pranschen overeenkomst met Port Arthur aan.
Bij het Japansche belegeringskorps zij a twee regimenten,
welke uitsluitend gevormd zijn uit aanhangers van de
zoogenaamde Sjirseete. Geen man van deze regimenten
schrijft een correspondent mag levend en gesla
gen uit den strijd wederkeeren. Maar bij een der laatste
gevechten was zelfs voor deze strjjdhaftige regimenten
het bloedige dagwerk te zwaar. Er kwam aarzeling in
hunne gelederen. Toen liet de commandant midden in
den kogelregen de manschappen verzamelen en riep hun
als laatste bevel de woorden toe: »Voorwaarts, gij dap
peren, naar het Parad ijswijkt gij, dan wacht u de
Hel.'' De mannen schepten nieuwen moed en kracht uit
deze aanvurende woorden, zij stormden onder de kreten
Naraoe Amida Boetsoe, waarmede hun secte den Boeddha
pleegt te vereeren, voorwaarts en drongen zegevierend
de Russische schansen binnen.
Een der laatste telegrammen van Generaal Stösiel is
gedateerd van den 2en November. Daarin meldt hij o.a.
aan den Czaar, dat in het begin van deze maand na de
gevechten van 25 October tot 2 November een groot
aantal lijken van de Japanners onbegraven op het slagveld
bleven liggen. De luitenant-kolonel van den staf Yolsjine,
die nsuweljjks hersteld was van drie wonden, werd weder
ernstig gewond aan armen en beenen. Het is moeiljjk,
seint de held van Port Arthur verder, te zeggen, wie
zich bij het verdedigen der vestiDg het moedigst gedragen
hebben. Het zijn allen helden. En dan noemt hij onder
de dappersten der dapperen de generaals Kondratienko,
Mikitine en Borbatofsky, den kolonel van de genie Gri-
gorenko, den overste Yolsjme, kolonel Irrmann, overste
Rasjewsky en ook drie onderofficieren, de sergeants Moz'ov,
Plorov en Bogorian. Het geneeskundig personeel, dat
zich op uitnemende wjjze van zijn taak kwijt, staat nder
leiding van den geneesheer dr. Hubbene. Het heldhaftig
optreden van geneesheeren en verplegers heeft op het
garnizoen een onvergetelijken indruk gemaakt.
De gewone audiëntie van den minister van oorlog zal
op Donderdag 24 November niet plaats hebben.
sterdam verbindend zijnde werkliedenreglement, met eenige
wijzigingen natuurlijk in verband met heerschende ge
bruiken en toestanden.
In het Zaandamsche reglement komen bepalingen voor
omtrent den rechtstoestand der gemeentelijke werklieden
(zoowel losse als vaate) omtrent hunne plichten en rechten,
omtrent aanstelling, loon, ontslag en pensioen en eindelijk
nog omtrent oen in het leven te roepen arbeidsgerecht
van 5 leden, waarvau 2 te benoemen door B. en W., 2
door de werklieden en een (tevens voorzitter) door den
Hef geheel omvat 73 artikelen.
De gezanten van Cüina te Petersburg en to Parijs zijn
te 's-Gravenhage aangekomen ter OBderteekening van de
Haagsche Conventie, vastgesteld door de Vredesconferentie
van 1899, waartoe China bereids was toegetreden.
IJlt Helloo
schrijft men ons
Zond >g 1.1. was de dienst in de N. H. k' rk alhier
gewijd aau de bevestiging en intrede van den nieawen
1 eraar Ds. Eijlers de Haan. Nadat de morgenoefening
was gehouden door den beer Ds Winkel van Limmen,
die tot tekst had gekozen Joh 6 vers 6669, sprak
de bevestigde predikant des nam ddags naar aanleiding
van 1 Corinthe 3 vers 11. De kerk was telkens, eivol
Naar wij vern men zullen be anghebbenden in bet
meer noordelijk gedeelte dei dorps, met het oog op de
weldra in te voeren goederendienst der H. IJ. S. M.
pogingen in het werk stellen bij het Gemeentebestuur
om de Molenstraat, een breeden zandweg, door beha ding
en ophooging alleszins geschikt te doen zijn Ms rijweg
naar het station, waard or dit spoediger bereikt kan
worden dan thans, nu men den Rijksstraatweg als den
me st geschikten rijweg moet gebruiken.
Bij den Gemeentciaaü van Zaandam is ingekomen een
door B. en W. dier gemeente ontworpen werkliedenregle
ment.
Het is bijna geheel samengesteld volgens bet te Am-
Begrafenis Justus van JHaurlk.
Het stoffelijk overschot van Justus van Maurik wordt
heden op Muiderberg ter aarde besteld, schrijft hot
Hbld. Als bijzonderheid kan hierbij worden gemeld,
dat de begrafenis geregeld is door den heer J. H. Tepe,
aanspreker te Amsterdam. De heer Van Maurik heeft in
een zijner schetsen den Amsterdamschen aanspreker ge
teekend en had daarvoor zijn gegevens van den heer
Tepe, erlangd. Da heer Van Maurik, met zijn zin voor
alles wat het oude Amsterdam betreft, had altjjd gezegd
dat hij ook door den typisch-ouderwetschen aanspreker
begraven zou moeten worden en dat hjj dan de regeling
gaarne zou zien opgedragen aan zijn vriend Tepe. Die
wensch wordt thans geëerbiedigd.
Naar het blad verder verneemt heeft de heer Justus
van Maurik een brief nagelaten, waarin hij verzoekt dat
aan zijn graf geen rede oeringen zullen gehouden worden.
Een vloedgolf.
De correspondent van het Hbld. te Batavia seint
»Een vloedgolf heeft groote schade aangerioht op de
Talevet-eilanden. Een stoomschip is er heen vertrokken."
Het telegram is vermoedeljjk verminktde naam zal
moeten luiden; Talaut eilanden, behoorende tot een groep
ten Noordoosten van Celebes onder do residentie Menado.
Ze behooren tot de Ssngi eilanden.
Een nader bericht luidt
»De oorzaak van de ramp op de Talan-eilanden was de
opstawing van het zeewater door een orkaan. Dertig
duizend men8chen zijn hulpbehoevend; huizen, pranwen
en aanplantingeu werden vernield."
Een nieuw Gouvernementsgebouw voor de
provincie Noord-Holland.
Ter gelegenheid van zijn 50-jarig bestaan, schrijft het
Genootschap Architectura et Amicitia" een prijsvraag
nit voor bet ontwerp van een Gouvernementsgebouw voor
de provincie Noord Holland, te Haarlem.
In het orgaan van dat Genootschap komen de verschil
lende bijzonderheden en voorwaarden voor, waaraan wjj
o m. ontleenen
Het gebouw wordt gedacht rondom vrjj te liggen, op
een rechthoekig terrein, met den hoofdgevel aan een gracht
en aan de overige zijden begrensd door straten.
Het kan bestaan uit een sousterrain, een beletage en
een bovenverdieping, waarin de volgende localiteiten
lo. Ruime hoofdingang met vestibule, portieiskamer
en hoofdtrap
2o. De vergaderzaal voor de Provinciale Staten met
zeven-en-zeventig zetels voor de leden, amphi-theatersge-
wijze gelegen en twee zetels voor den voorzitter en den
griffier, voorts een tribune voor het publiek en een Pers
tribune.
In onmiddellijke gemeenschap met de groote zaal een
ruime antichambre voor de leden, 120 M*., met vest.aire
en buffet kamer
3o. Een kamer voor de audiënties van den Commissaris
der Koningin met wachtkamer voor hot publiek en vertrek
voor den kamerbewaarder;
4o. Een kamer voor Gedeputeerde Staten (minstens 50
M2.) met wachtkamer en een kamer voor bunne vergade
ringen, deze laatste met een oppervlakte van minstens
55 M2.
5o. Een kamer voor den griffier, ter grootto van min
stens 40 M2., in directe gemeenschap met de vergaderzaal
der Gedeputeerden.
Verder
a. Twee kamers voor de Afd. Algemeene Zaken, samen
minstens 80 M2.
b. Drie kameis voor de Afd. Waterbouwkunde, samen
minstens 120 M2.
c. Twee kamers voor da Afd. Financiën, samen minstens
80 M2. j
d. Drie kamers voor de Afd. Militie en Schutterjj,
samen minstens 120 M2.
Drie kamers voor den algemeenen dienst (schrijfkamers)
te zamen minstens 90 M2. oppervlakte.
De vertrekken tot eenzelfde afdeeling behoorende, moeten
met elkander in onmiddellijke gemeenschap zjjn, terwijl
voor iedere afdeeling een der vertrekken bestemd is voor
bureau van den bjj die afdeoling fungeerenden hoofdcom
mies
6r. Zes vergaderkamers voor de Commissie uit de
Staten, elk vertrek voor tien personen
7o. Een kamer voor den Hoofdingenieur van den Pro
vincialen Waterstaat, met drie daarbij behoorende ver
trekken voor de Ingenieurs of Hoofdopzichters, voorts
een teekenkamer, minstens 80 M2.