Een Familievloek.
ALKMAARSCHE COVRAWL
B ITEN L AND
FEUILLETON.
BINNENLAND.
Gemengde Mededeelingen.
ROMAN
Enfemia Gravin van Adlersfeld-Ballestrem.
Nieuwst ij dingen.
No. 141. Honderd en Zesde Jaargang. 1904.
Woensdag 83 Wot. 1904.
Het Japansche litteraire en journalistieke
leven.
In het Amerikaansche tijdschrift Booklovers Magazine
vertelt een deskundige een en ander over het litteraire
en journalistieke leven in Japan
De schrijver heet Bolie en hij begint met de bewering,
dat het begrip omtrent den geestelijken eigendom voor
de hersenue van de Japanners iets onbegrijpelijks is.
In het land der Rijzende Zon schijnt dit kwaad heelwat
erger te bestaan dan elders. Geen Japansche auteur
ziet er iets in mooie gedachten en gedeelten uit vreemde,
speciaal Europeesehe werken zoo maar over te nemen
en dus met eens anders veeren te pronken. Het komt
niet in hem op den naam van den maker van het werk,
waaruit hij citeert, op te geven.
In Japan geldt het gebruik van aanhalingsteekens
voor iets oniatsoenljjks. Het is zoo
redeneert men daar alsof de Japansche schrijver
twijfelt aan de letterkundige kennis van zijn lezers die
toch zelf wel weten, waar het citaat vandaan gekomen
is. Met dat al laat een Japansch boek op den Europee-
schen lezer gewoonlijk wel een wat vreemden indruk
achter Te midden van een menigte triviale gedachten
van den schrijver ontmoet hij plotseling een heel beroemd
citaat van oude of nieuwe Europeesehe acteurs en
dat do t niet prettig aan.
Een deel der moderne Japansche litteratuur heeft tot
doel het Chauvinisme der Aziaten op te wekken. Zoo
is er een beroemde roman Asahi Fakoere, die een soort
utopie, een toekomstigen oorlog tusschen Japan en Enge
land schildert. In het laatste hoofdstuk vaart zelfs een
Japansche vloot de Theems op en verovert Londen.
Dat dit werk in het Engelsch is vertaald, lijkt niet erg
waarschijnlijk.
Een van de lievelingsboeken der Japanners is „Brieven
van een dollarkoning aan zijn zoon van Lorimer
Daarin wor lt door denE ngelschen schrijver humoristisch
satirisch gesproken over de zucht om zich te verrijken
Maar in Japansche vertaling is de inhoud van het boek
voor goede munt opgenomen en de verrijkingsleer
wordt met grooten ernst verkondigd en door de Japan
ners als grondbegrip der aardsche wijsheid opgevat.
Historische werken in de Japansche taal zijn voor
een Europeaan totaal ongenietbaar Het zijn slechts
lange opsommingen van geboorten, huwelijken, oorlogen
en sterfgevallen. Bovendien bloeit er in Japan iets,
dat wij geschiedenisvervalsching noemen, doch dat de
Japanner in het geheel niet als zoodanig beschouwt.
Geslachten en voorouders worden in het leven geroepen
om geschiedkundige toestanden te beschrijven, die in
het geheel niet bestaan. Zoo maakt men stamboomen
volgens welke de tegenwoordige Mikado de nakomeling
is van den stichter van het Japansche Rijk, ofschoon
verschillende dynastieën elkaar in den loop der eeuwen
hebben opgevolgd.
Ook in de journalistiek komen dingen voor die wel
wat erg Oostersch zijn Wanneer een Europeaan den
Yomioeris het krantenjongetje door de straten zie'
hollen, zoodat de schellen aan zijn gordel klinken, als
hij hem gowaigowai(het nieuwste, het allernieuws e)
hoort roepen dan meent hij, dat de bladen, die de jongen
draagt, werkelijk de nieuwste telegrammen bevatten
Gaat hij er een koopen, dan zal hij als bij Japansch
kent natuurlijk teleurgesteld worden. Want die
bladen vertellen slechts wat de eigenlijke kran en later
voor nieuws zullen brengen Krantenverkoopers zijn er
in Japan niet, wie geen abonné is moet een nummer
aan het expeditie-kantoor komen halen.
Eenige Tokiosche bladen hebben een oplage van meer
dan 100 000. wat in verband staat met het feit, dat
bijna ieder Japanner lezen en schrijven kan.
De censuur is in Japan verschrikkelijk streng, zoodat
de redacteurs ook daar indirecte middelen, eigenaardige
uitdrukkingen moeten gebruiken om te zeggen, wat ze
willen zeggen In één opzicht is de Jai ansche Pers
zeer modern. Zij bezit n.l. het baantje van zitredacteur.
Deze draagt den titel van hoofdredacteur en wordt
schitterend betaald, maar heeft met de leiding van het
blad niets uit te staan. De eigenlijke redacteurs
heeten slechts medewerkers" als de zitredacteur toe
vallig eens niet in de gevangenis is mag hij gaan
wandelen maar zijn salaris gaat door. Het baantje van
„hoofdredacteur" wordt in Japan dan ook zeer begeerd.
De begrafenis van President Kroger.
Omtrent de begrafenis van President Kruger bevatten de
Zuid-Afrikaansche bladen allerlei berichten. Volgens een
telegram, dat generaal Botha nit Utrecht bad ontvangen,
zon de Batavier den len December in den voormiddag te
Kaapstad aankomen. De heer Elofif seinde echter uit
Brussel 30 November. Van Las Palmas uit zou er van
de Batavier nader worden geseind.
Van het Transvaalsche hoofdcomité zullen naar KaapBtad
gaan om tegenwoordig te zijn bij de aankomst van het
lijk, de heeren generaals Botha en de la R y, en A. D.
W. Wolmarans. Het Vrijstaatsche comité is door het
hoofdcomité te Pretoria gevraagd een of meer afgevaar-
disden te zenden. Met den begrafenistrein, die bij alle
stations, waar er belangstellenden aanwezig zijn, een
poosje zal stilhouden, zullen reizen de naaste familie
betrekkingen van den overledene, de lijkwacht en de ver
tegenwoordigers van de hoofdcomité's.
De ontvangst bij de stations zal zoo eenvoudig, maar
tevens zoo indrukwekkend mogelijk zyn. De opgekomenen
zullen gevraagd worden een psalmvers te zingen, terwijl
de trein langzaam rijdt en even stilhoudt, om indien
noodig, een bloemkrans op te nemen. Elk dorp (met
omliggend distrikt) zal een krans niet meer kun
nen brengen.
Overal, in de Kaapkolonie, den Vrijstaat en vooral
Transvaal worden vergaderingen gehouden om afgevaar
digden naar de begrafenis of naar een station te zonden.
Men verwacht te Pretoria wel 15,000 menschen. Er zullen
t>(j de stad tenten voor de bezoekers worden opgeslagen,
men zal ze in de spoorwegwagens latrn slapen enz.
Einde eener staking te Londen. Na een
staking en uitsluiting die 10 weken duurde is het coi fl ct
tusschen de organisatie van sigarenmakers te Londen met
de »Imperial Tobacco Company" eeë ndigd door arbitrage
vanwege het bandelsministerie. Het geschil kwam voort
uit het feit dat de werkgevers slecht gemaakte sigaren
aan de sigarenmakers, die per 100 stuks worden betaald,
teruggaven en weigerden te betalen.
Dit bracht botsing te weeg met de arbeiders op de
fabrieken die vóór zjj bij de tabaktrust waren aangesloten
dit systeem niet hadden gevolgd. Daar werden namelijk
ook slecht gemaakte sigaren bij het betalen van het loon
medegeteld, maar natuurlijk werden arbeiders die voort
durend slecht werk leverden ten slotte ontslagen. De
aangewezen scheidsrechter sir William Marthy heeft thans
bepaald dat de Tobacco Company op haar fabrieken het
laatst omschreven systeem moet laten gelden. Onder de
sigarenmakers in Engeland en te Londen bevinden zich
zeer veel Hollanders.
Steenkool en mist te Londen. Te Londen is
door de politie hot gebruik van vette steenkolen, welke
veel zwarten rook geven, verboden, omdat daaraan voor
een deel de dichte Londensche misten worden toegeschreven.
De spoorwegmaatschappijen storen zich echter niet, aan
dat verbod. Zjj laten zich liever beboeten, en de President-
Commissaris van een dier maatschappijen verklaarde on
langs in een algemeene vergadering, dat de maatschappij
400 pd. st. (f 4800) boete had moeten betalen, maar
daarentegen door het. gebruik van de verboden steenkool
30,000 pd. st. (f 360,000) had uitgewonnen.
Een wonderdokter. Te Hamburg is een wonder
dokter achter slot en grendel gezet, die beweerde in drie
dagen tjjds tering te kunnen genezen. De bedrieger had
een ongeloofelijken toeloop gekregen en berekende tusschen
de 100 en 1000 Mark voor zjjn geneesmiddelen. Hjj had
VAN
46)
Zonder aarzelen opende Hans Ulrich de deur, zoodat
het felle zonnelicht in de holle rnimte binnenstroomde,
welker samengeperste lucht den inhoud goed had be
waard. Den hoed afnemend, trad hij binnen ja, daar
lag zij, aan den voet van de trap zeldzaam waren
hare trekken bewaard gebleven, het sneeuwwitte gewaad
en het gonden haar in de krampachtig gesloten rechter
hand hield zij een ledig flescbje, terwijl haar linkerhand
op de borst was geperst zoo was de laatste jonkvrouw
van Ulmenried, Eva, des molenaars liefelijke dochter.
Onwillekeurig knielde Hans Ulrich neder hem was
't zoo wonderlijk, zoo plechtig te moede en hjj legde den
rozenknop, die Athenaïs hem heden in het knoopsgat
had gestoken, eerbiedig op de borst van de witte ge
stalte. Bij deze lichte aanraking echter viel het stoffelijk
omhulsel van de schoone Eva in elkaar tot stof; de tjid,
die zoo lang zijn vernietigingswerk schijnbaar had ver
geten, eischte thans zijn recht weder op en nam in een
oogenblik weg, wat de nakomelingen van Donna Uraca
nog hadden moeten zien na driehonderd jaren.
Voorzichtig sloot Hans Ulrich de deur weder en ver
liet dan den rooden toren, de bekentenis van rijn voor
vader met zich nemend. Onwillekeurig richtte hij zijne
schreden naar de portretten-galerij, om de trekken van
de heidin van dit groote familiedrama te zien, om uit
datgene, wat de meesterhand schilderde, te lezen, wat
haar hart eens zoo hevig in beroering had gebracht.
Aan de sombere, onwelwillende trekken van Uraea
had zelfs Titiaan's penseel geen zachtheid kunnen ver-
leenen, ofschoon het portret nog uit hare meisjesjaren
afkomstig was, en Hans Ulrich kon zich zeer goed ba
grijpen, dat achtor deze vastgesloten lippen een vulkaan
van hartstocht verborgen lag.
Het portret van den jonker was ook geschilderd in don
tijd vóór de catastrophe van den rooden toren, maar het
sprak, afgezien van de meesterlijke uitvoering, niet veel,
want de oogen waren van den toeschouwer afgewend en
half gesloten. Alles ta zamen genomen was een schoone
kop, welken de met een veder versierde baret en de zware
halskraag uitmuntend kleedde, maar er sprak meer karak
ter uit de trekken van donna Uraca. Deze trotsche mond
was anders wel in staat om een vloek uit te spreken
een vloek niet alleen over de onschuldige verstoorster
van haar eigen geluk, maar ook over al de vrouwen van
de toekomstige geslachten van Ulmenried, welke het haar
ontzegde maar het zoo vorig verlangde sieraad dragen
zouden, waaraan zjj de geheimzinnige tooverjj over het
hart van haren man had toegeschreven de blonde haren.
Een zeldzame gedachte om allo blonde vrouwen van
Ulmenried te vervloeken, waardoor gewroken werd wat
haar was aangedaan 1
»Zulke veiwen8chingen zijn gelukkig krachteloos, zjj
werken niets uit," dacht HaDS Ulrich, echter niet zonder
er zachtkens een »God zjj dank" aan toegevoegd te heb-
beD. Dat zou te wreed zjjn geweest en zou wee gebracht
hebben op vreeseljjke wjjze over een gansch geslacht, drie
eeuwen lang.
Hjj bekeek ze langen tjjd, de rjj van voorvaderlijke por
tretten om de vrouwen met blonde haren daaruit na te
gaan zeldzaam, onder het groote getal van Ulmenrieds
meesteressen sedert Uiaca's tjjd waren er slechts twee
blondines slechts twee. En deze waren Christine, de
prinses van Gaborsky, die haar gemaal op het schavot
had gebracht, en Daphné Orsinsky, die man en kind
verlaten had en schande over zijnen naam had ge
bracht.
Hans Ulrich had geloofd, niet bjjgeloovig te zjjn, maar
zelfs een sanatorium" geopend. Toen zjjn doopceol ge
licht werd, bleek hjj een oude tuchthuisboef te zjjn.
Beren die erven. De beren van Bern h-bben ge-
erfdeen gebrekkig mannetje, dat een voorbeeld was van
een trouw beambte en steeds stil zijns weegs ging, heeft
hr.n zijn spaarduiten vermaakt. In zjjn testament stond:
»Wijl de menschen mjj in het leven minachtten, zullen
zjj ook na mjjn dood niets van mij hebben, en daarom
vermaak ik mjjn vermogen aan de beren te Bern. Mocbt
het gemeentebestuur van Bern de erfenis niet voor de
beren willen aanvaardon, dan zal ze vervallen aan de
roomsch-katholieke gemeente te Prnntrnt."
De eerste zinsnede van deze uiterste wilsbeschikking
was evenwel met potlood doorgehaald, en op grond van
deze doorhaling meende de katholieke gemeente te Prnn
trnt recht op de erfenis te hebben. Er zou eerst om ge
pleit worden, maar na het inwinnen van juridisch advies
heeft de kerkeljjke gemeente van Pruntrut toeeestemd in.
een, door de gemeente Bern voorgestelde minueljjke schik
king. De roorasch-katholi ke gemeente te Prnntrnt krjjgt
nu 5500 francs en de Berner beren erven 3500 francs
Een dubbelganger. De Kroonprins van Servië
heeft te Belgrado een dubbelganger, die sergeant is bij
de infanterie. Die onderofficier ging onlangs met een
makker buiten de stad wandelen, toon een politie-beambte
hem eerbiedig aansprak en zei»Het zon onvoorzichtig
zjjn als Uwe Hotgheid ongewapend bleef. Neem mjjn
revolver." De sergeant nam het wapei aan en bjj speelde
nu ook in het dorpsrestaurant, waar hij aanlegde, voor
Kroonprins". De restaurateur betoonde zich zeer ver
eerd door het »vorsteIijk" bezoek Men voorzag den Prins
van een weelderig middagmaal. Jonge meisjes kwamen
hem bloemen aanbieden de Burgemeester hield een toe
spraak en »de Kroonprins" liet zich dat alles, overvloe
dig met wjjn besproeid, zóó goed smaken dat hij ten
slotte niet meer op zjjner Hoogheids beenen kon staan.
De restaurateur telefoneerde nu naar het paleis te Bel
grado dat het Z. H. den Kroonprins bad behaagd een
weinig over den dorst te drinken en dat Z H. zich wat
zonderling gevoelde, en toen kwam het bedrog nit.
De sergeant werd in hechtenis genomen. Maar het liep
goed voor hem af. Door tusschenkomst van Koning Peter
werd hjj weder op vrije, thans wat steviger geworden
voeten gesteld en de zaak zal geen gevolgen hebben
als zjj zich ten minste niet herhaalt.
De Koningin, de Koningin-Moeder en Prins Hendrik
woonden Zondagavond de godsdienstoefening bij in de
Ned. Herv. Kerk te Apeldoorn onder gehoor van ds. 0.
Hattink.
In verband met het telegram uit Washington betref
fende het antwoord der Nederlaudsche Regeering op het
voorstel der Amerikaansche tot het weder bjjeenroepen
der vredesconferentie, kan nog worden medegedeeld, dat
de Nederlandsche Regeering aan den Amerikaanschen
zaakgelastigde te 's Gravenbage heeft te kennen gegeven,
dat het de Koningin zal verhangen de conferentie te 's
Gravenhage te zien bijeenkomen en dat het voorstel der
Amerikaansche Regeering vanzelf op medewerking van
H. M. Regeering aanspraak heeft, zoodra de grond'egge-
van den in 1899 aangevangen arbeid, Z. M. de Keizer
van Rusland en de overige mogendheden hunne instemr
ming hebben betuigd.
Tot lid van den Gemeenteraad van Boven karspel is
gekozen de heer P. Kooima met 148 stemmen; op den
heer C. Groot werden 146 stemmen uitgebracht.
Door de kiesveroeniging »Vooruitgang" te Hoora is
tot candidaat (vacature Zimmerman) voor de Prov. Staten
gesteld de heer Dr. K. H. M. v. d. Zande. Op de onlangs
gehouden algemeene vergadering te Hoorn (Zaterdag 12
Nov.) is door de kiesvereeniging te Wognum aanbevolen
de heer Jongejan te Winkel. Het bericht, dat de libe
ralen in het distriet Hoorn twee candidaten zullen stel
len, is geheel uit de lucht gegrepen,
het werd hem plotseling warm en koud en het papier in
zjjn handen begon hem te branden.
Een wonderbaarlijk toeval niets anders, dacht hij,
en voor zijne oogen stond daarbjj de witte gestalte van
boven uit den toren de barnsteenheks.
»Zjjt gjj hier, Hans Ulrich?' klonk het plotseling en
Athenaïs stond op den drempel, als eene iichtversehjjning,
in het wit gekleed, een theeroos op de borst. »Ik zoek
je overal. Ik zoek je overal is de roode toren geopend
Verstoord begroette de jonker zjjne gemalin, en baar
op een zetel in een van de diepe vensternissen doende
plaats nemen, vertelde hjj haar, wat hjj had gevondm
en wat hem hier in de schilderijen-galerjj had gebracht.
Met gespannen aandacht luisterde zij naar hetgeen hij
haar nit het in den rooden toren ontdekte manuscript
voorlas, en toen hij het baar daarop, wijzende op de beide
vroegere slotvoogdessen, Christine en Daphné, voorlegde,
raikte zij hem hare beide ijskoude handen en zeide met
een doodsbleek gelaat, zoo zacht, dat het bijna onhoorbaar
was
»En de vierde blonde vrouw van Ulmenried ben ik
Denk eens aan mijnen droom en mjjne voorspelling
Ik was reeds vervloekt, nog eer ik u in een droom zag,
en gjj hebt mjjne waarschuwing niet gehoord het nood
lot moet zjjn loop hebben."
Hans Dlricb ontstelde hevig. Hjj verweet het zich, dat
hy Athenaïs, zjjne blonde Athenaïs, deze familiegeschiedenis
had verteld, haar, die znlk eene besliste fataliste was, en die
zich de zaak meer moest aantrekken, dan hjj ooit zon
kunnen goed maken. Hjj had niet aan de uitkomst van
dezen vloek geloofd en geloofde ook nu daar nog niet aan,
maar hjj wilde haar het zeldzame spel van het toeval
met de blonde vrouwen van Ulmenried duidelijk maken,
en had er niet aan gedacht, dat ook zjj zelve blond was
en zeer toegankelijk voor het bjjgeloof.
Wordt vervolgd.)