No. 143.
Honderd en zesde jaargang.
Zondag 27 Nov. 1904.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Gemengde Mededeelingen.
Nieuwstijdingen.
Gemengd Nieuws.
AIKMAARSCHE COURANT.
Oe Tsoengoezen.
In den oorlog tusschen Rusland en Japan doen telkens
weer de Tsoengoezen van zich spreken. Nu weer meldt
„Central News'', dat 4000 van deze Mongolen, onder
hun chef T elinsan en Japansche cavalerie officieren, zich
nabij den spoorweg tusschen Kharbin en Moekden
ophouden en met een aanval op de Russische positie
nabij Tjieling dreigen.
Een Engelschman en een Amerikaan, wenschten on
langs het opperhoofd der Tsoengoezen op een zijner
rooftochten te vergezellen en besloten hem een bezoek
te brengen. Dat ging zoo gomakkelij k niet, maar een
gouden sleutel opende ook daar de poort. Zij kregen
de boodschap, dat zij op een bepaald uur op een be
paalde plaats, op ongeveer 25 K.M van de Russische
voorpostenlin e moesten komen zij zouden daar een
man vinden, die hen bij het opperhoofd der Tsoengoezen
brengen zou.
De beide avonturiers waren op den bepaalden tijd
aanwezig en vonden er den man, die hun vooruitreed.
Tegen den avond bereikten zij een do'p omgeven door
een hoogen muur. Na een kort gesprek werd de poort
geopend en tusschen dichte rijen van dorpsbewoners en
onder het geblaf van ontelbare honden trokken zij naar
een groot gebouw op een plein. Dit was eveneens
omgeven door een muur, waarin een poort, die spoedig
geopend werd.
Door eenige gangen, waarin gewapende mannen ston
den, kwamen de beide bezoekers in het „roovershol".
Daar was het gevreesde opperhoofd der Tsoengoezen
een kleine man, met scherpe trekken, doordringende
oogen, gla geschoren gezicht, energiek en snel in al
zijn bewegingen.
Een wenk met de hand en de dorpsbewoners, die
met de bezoekers de kamer waren binnengedrongen zijn
reeds verdwenen. De chef is met zijn gasten alleen en
ver-oekt hen plaats te nemen.
Hij weigerde rondweg hun verzoek toe te staan. Hij
kwam er rond voor uit dat de Tsoengoezen zoowel de
Japann rs als de Russen dienen en de opmerking, dat
op deze schending Her neutraliteit straf staa beantwoord
de hij met een minachtend lachje Voor de Chineesche
soldaten onder generaal Ma had hij slechts verachting.
Na een kort gesprek nam hij zoo beleefd mogelijk
afscheid van zijn gasten en gaf hun den ra d zoo gauw
mogelijk terug te keeren naar de plaats waarvan zij
gekomen waren; wat zij denzelfden nacht nog gedaan
hebben.
Wat inderdaad wel bewijs van noode heeft'
In 1894 werd te Grahamstown in de Kaapkolonie een
kweekschool van Engelscho onderwijzeressen opgericht.
Zij telt nn 107 leerlingen. In Engeland is er een ver-
eeniging, welke die sehool geldelijk steunt Onder leiding
van den Anrlikaanschen bisschop van Stepney heeft die
vereeniging Dinsdag te Londen een vergadering gehouden
om middelen te beramen meer geld er voor te vinden.
De vereeniging zou jaarlijks 1000 bijdragen, maar ver
leden jaar zond zij slechts 500. De bisschop hi ld een
redevoering, waarin hij o.a. zeide»Wjj (Engelschen)
moeten bewijzen, dat wij die koloniën (Transvaal en Trans
oranje, waarop de kweekelingen van Grahamstown worden
losgelaten) niet ingeljjfd hebban nit winzucht of handels
belang alleen. Wij moeten bewijzen, dat wij 't meenden,
toen wij zeiden, dat wij er een hoogeren standaard van
bestuur wilden invoeren."
Geen noodweer onder militairen in Duitse li
la n d. De krijgsraad te Dsssau heeft twee soldaten dife
zich uit noodweer verdedigd hadden tegen een dronken
onderofficier, veroordeeld tot 5 jaar tuchthuisstraf en uit
stooting uit het leger. De onderofficier kreeg 3 maanden
gevangenisstraf. In den loop van het proces, voerde de
auditeur-militair aan dat er onder militairen geen nood
weer van een ondergeschikte tegenover een meerdere mocht
erkend worden. De ondergeschikte kon in dit geval alleen
zjjn beklag doen. Waarop de verdediger vroeg, of de
ondergeschikte zich dan zonder verzet moest laten afmaken
door een meerdere die een onwettig gebruik van zijn wapen
maakte. Ja, antwoordde de auditeur
Een Chineesche terechtstelling. De beide
moordenaars van den Belgischen zendeling Verhaegen in
de Chineesche provincie Itsjang zijn op gruweljjke wijze
terechtgesteld geworden. Er was een nieuwbakken, nog
ongeoefende beul aangenomen, die tegen een belooning
van een paar taëls den kop het doodvonnis zou voltrekken.
Zesmaal moest de beul met zijn bjjl toehouwon, vóórda
de hoofden van den romp gescheiden waren. Bg de eerste
houwen stieten de veroordeelden een gebrul uit en krompen
van pjjn op het bloedige blok.
Toen hij zgn werk verricht had, verbrandde de beul
het derde gedeelte van zgn in papiergeld ontvangen loon,
om als 't ware een zoenoffer te brengen voor de marte
lingen, die hij zijn slachtoffers had doen ondergaan.
Een strenge winter. Dr. Henning, de Duitsehe
weerkundige, waarschuwt dat men zich moet voorbe
reiden op een lang tijdperk van koude en sneeuwstor
men. De winterkoude zal, naar hij voorspelt, duren tot
in Mei.
In verschillende deelen van Engeland is reeds nu veel
sneeuw gevallen. In Derbyshire zijn sommige dorpjes
vrijwel ingesneeuwd. Bij Cummertrees is tengevolge
van de sneeuw een trein ontspoord, en verscheidene
treinen zijn in de sneeuw blijven steken. Ook is in
Engeland de vorst reeds ingevallen. In Londen had
men Woensdagmorgen 9 graden, te Northwich 15
graden vorst.
Te Innsbruck heeft het, naar Donderdag vandaar
gemeld werd, sedert dertig uren onafgebroken gesneeuwd.
De trams rijden niet meer, de telefonische gemeenschap
is verstoord. Ook de treinen van den Brenner-spoorweg
zijn weggebleven. In de stad ligt de sneeuw een halven
meter hoog. Van den Brenner zijn verscheiden lawines
naar omlaag gestort.
Automobielentoer door Europa. Op 't
oogenblik volgt men in Fransche antomobielkringen met
groote belangstelling den tocht van den bekenden chauf
feur Henri Fournier die met den heer Danelli gewed
heeft dat hij met een zijner »Oid3mobiles'' een toer door
Europa zou maken in 20 dagen, over het volgende traject
Parjjs, Birdeaux, Marseille, Genua, Rome, Venetië,
Weenon, Dresden, Berlijn, Hamburg, Amsterdam. Brussel
en Parijs.
De inzetsom bedraagt 100 000 frs.
Een ongeval van Miss Roosevelt. Miss
Alice Roosevelt blijkt Zaterdag een ongeluk met een
motorcar te hebben gehad. Rijdende met Mrs. Goelet
nabjj Coscol in Connecticut, sloeg haar automobiel om
de beide dames waren bewustelojs door den val, het
voertuig werd totaal vernield.
Tweede Hamer. (Vervolg.)
In de vrjjdag gehouden zitting beantwoordde de Mi
nister van Koloniën alle sprekers uitvoerig. Wjj stippen
hiernit bet volgende aan
De Minister verklaarde gaarne de geruststellende ver
klaring af te leggen, dat hij overtnigd is dat onze weer
middelen voldoende zijn in verband met de omstandig
heden in het verre Oosten.
Wat de militaire aangelegenheden aangaat, komt de
Ministei er tegen op al zon bij hem bestaan eens impe
rialistische neiging. Als militair van nabij bekend met
het gruwzame van den oorlog, verklaarde de Minister
gaarne en beslistdat van hem nimmer of nooit mede
werking tot oorlogvoeren is te verwachten, als de onvermij
delijkheid niet absoluut vaststaat. Onze gewapende aan
raking met de bevolking geschiedt tiet nit machtzucht
of winstzneht, maar is een noodzakelijk gevolg van onze
pl>cht als Koloniale Mogendheid. Eerst wanneer alle
middelen zijn nitgepnt, mag, naar 's Ministers oordeel
naar het zwaard worden gegrepen.
Voorts verdedigde de Ministerjons optreden in do Gajoe-,
Alas- en Battaklanden als een noodzakelijk guvolg van
ons in de plaats treden van den Sultan van Atjeh, en
om in die landen een geregelden staat van zaken te
brengen. Uitvoerig zette de Minister dit nader uiteen, er
op wijzende dat de in verzet zjjnde benden Aljehers
telkens stenn ondervonden nit de Gajoe- en Alaslanden.
Om aan dat verzet een einde te maken, moesten daaraan
de bronnen in het binnenland gesiopc worden, waardoor
dat verzet werd gaande gehoud-n. Het is geenszins de
bedoeling die landen onder ons rechtstreeksch bestuur te
brengen, maar alleen betere toestanden te scheppen en
toezicht nit te oefenen op de Atjehsche benden. Het is
de bedoeling de inlandsche bestuursorganisatie in die
landen intact te laten.
Wat de wjjze van optreden aangaat, oordeelde de Minister
dat bij ons leger de tucht voorbeeldig wasdat onze
troepen met beleid en omzichtigheid zijn aangevoerd en
dat met groote gematigdheid is opgetreden. Met kiem
kwam de Minister op tegen de verkeerde en eenzijdige
voorstelling van het voorgevallene door den heer De
Stners hier gegeven. Gednld oefenen, zooals deze afge
vaardigde wenschtezon ons binnenkort voor eene zee
van ellende plaatsen; dat bewijst de geschiedenis op
Djambi, Lombok en elders, zoomede het he.llooze tjjdperk
der concentratie.
Daideljjk wil de Minister nitspreken dat hij diep
betreurt het noodzakelijke verlies van zooveel kostbare
mensehenlevens, en ook hij gevoelt eerbied voor den door
den vijand betoonden moed; maar tevens heeft hij groeten
eerbied voor dat kleine troepje onzer dapperen, die, onder
moeieljjke omstandigheden, grooten moed, veel beleid en
ernstige gematipdheid hebben betoond.
Uitvoerig heeft de Minister in de stokken den finan-
cieelen toestand van Iedië niteengezet. Vast staat dat er
tot zorg aanleiding bestaat en de vraag liep alleen over
het joiste stelsel van halpverschaffiug. De kenze liep
tuasoben het in de hand honden der middelen in Indië
en in buitengewone gevallen buitengewonen stenn geven.
Da Minister gaat na de verschillende middelen die verder
aan de hand werden gedaan, welke hjj deels uitvoerbaar,
deels onuitvoerbaar, deels minder doelmatig acht. Indien den
Minister eenige aanwijzing kan worden gedaan omtrent
frande waarop gezinspeeld werd, zal hem dit aangenaam
zijn. Het heffen van uitvoerrecht op tabak is in ove. weging.
Zoodra er meer geld beschikbaar komt, zal de Minister
volgaarne meer geld aanvragen voor onderwijs. Bj den
veestapel is nog genoeg mannelijk fokveff overgebleven.
Op den voortwerkeaden invloed van den Islam wordt het
oog gehouden. Ten slotte betwist da Minister de beweerde
impotentie van ons koloniaal beheer en hij wjjst op den
belangrijken vooruitgang van alle takken van dienst in
de laatste 20 jaren. Eene vergelijking met het bnitenland
behoeven wij ons niet te schamen en zeer goed kunnen
wjj onze koloniën beheerenmits men kalm voortga op
den ingeslagen weg. Tot een debat over inkrimping van
ons beheer zal de Minister zich niet laten verleiden.
Hierna werd door verschillende sprekers gerepliceerd.
Wg ontleenen aan d>-ze replieken nog het navolgende:
De heer van Kol constateert, dat de minister hier ten
aanzien van het Nederlandsehe volk heeft verklaard, dat
voortaan expedities znllen vermeden worden, waar dit
maar eenigszins mogelijk is. Spr. is dankbaar voor de
toezegging, dat zooveel mogeljjk licht zal ontstoken worden.
Spr. dankt den minister ook voor diens verklaring,
dat geen grond n in de Bataklanden in concessie znllen
gegeven worden aan Nederlandsehe planters, maar voor
de Batakkers bewaard zullen bijjven. Hij bljjft van oor
deel dat Nederland in de toekomst meer zal moeten
geven dan 40 millioen, wil het de inzinking van Indië
voorkomen. Spr. constateert, dat wij niet hebben voldaan
aan de verplichting, in 1824 op ons genomen, om aan
Engeland kennis te gaven van elke expansie van bezit
in den Archipel, hoewel Engeland tegenover ons wel aan
die verplichting heeft voldaan. Hjj hondt vol, dat wij
vanzelf zullen moeten komen tot inkrimping van ons
koloniaal beheer.
De heer De Stuers zegt met opzet de zaak der Gajoes
en Alassers zoo kras te hebben aangepakt. Kon bij foto's
overleggen van het gebeurdezjj zonden nog meer indruk
maken dan hetgeen hjj bier gesproken heeft. Spr. heeft
het woord bloedhonden in anderen zin gebrnikt dan hem
is toegedichtmaar hjj neemt geen woord terng van zijn
appreciatie. Spr. erkent dat hij het cjjfer der gewonden
verzuimd heeft te noemen maar dit doet niets af van
de enorme afwijking en het wederzjjdsche verlies. Van
één gewonde wordt gemeld wat er meda gebeurd is
maar niet van de tweehonderd zooveel anderen. Overigens
heeft spr. er niet aan getwjjfeld of hun hnlp is verleend.
Hij heeft alleen inlichtingen gevraagd. Een en ander
heeft er toe geleid spr. te beschuldigen dat hjj het
Indische leger heeft gesmaad gehoond en met modder
heeft bespat. Zjj, die deze beschuldiging tot spr. richtten,
toonden weinig intellect. Sprekers vader is commandant
geweest in het Indische leger, zgn oom heelt er gediend.
Zou hjj dan dat leger smaden Er is wellicht niemand
hier in dé Kamer die meer meegeleefd en meegeleden
heeft met het Indische leger dan spr. en hjj zal de eerste
zgn om dat leger hoog te honden en er in te eeren
moed beleid tronw en humaniteit. Zgn de heeren nu
tevreden.
Toch bljjft spr. betreuren de positie waarin onze sol
daten zjjn gebracht.
De oorlog is een wresd dingzingt men maar daar
mede is de quaestie niet uit. De vrsag bljjft was de
inval gerechtvaardigd Wisten de Gajoes en ALssers
nog wel, dat zij onder onze souvereiniteit stonden, nartat
wjj ons 30 jaren niets van hen hadden aangetrokken?
Zeer natuurljjk vindt spr. het, dat die mensehen, die
nooit een Enropeesch soldaat gezien hadden, zich gereed
maakten tot verzet bjj onzen inval. Van reageeren tegen
de Atjeh-politiek en den generaal van Heutez is geen
sprake geweest. Spr. heeft alleen gewezen op een serie
moeiljjkhedendie ons te wachten staan bjj het voort
durend uitzenden van expedities. Spr. heeft slechts uit ing
willen geven aan zijne ongerustheid en hjj heeft zijne
waarschuwende stem willen doen hooren. Hjj beeft dan
ook geen spjjt van hetgeen hjj gezegd heeft. Ook heeft
men spr. verwaten dat hjj geen dienst aan het vaderland
heeft bewezen maar hjj gelooftdat men zjjn land een
dienst bewjjst door opnnljjk en onomwonden te zeggen
waar het op staat. En indien har buitenland zich er
mede bemoeit, dan verwjjse men het gerust naar spreker.
(Gelach).
Mr. Van Houten.
Verschenen is no. 1 van een nieuwe reeks staatkundige
brieven van Mr. S. van Houten. De heer Van Houten
zegt daarin nog eenmaal een poging te willen doen, om
voor de beginselen der liberale richting het overwicht
op het be3 nar terug te erlangen, hetwelk het ministerie
Pierson heeft doen verloren gaan door
a. Zjjue toegeeflijkheid tegenover clericale eischen op
onderwjjggebied
b. Medewerking van twee zjjner leden tot de motio
Troelstra ten ganste van algemeen, in den zin van
alleman--kiesreclit
c. De plagerjjen der leerplichtwet
d. Zjjne luchthartige financiëele politiek en het onge
lukkig voorstel tot verhooging der invoerrechten om de
schatkist te stijven
e. De dnnrte der ongevallenwet, ten gevolge van het
opdrijven der uitkeeringen en de hooge kosten van de
administratie en van geneeskundige hulp ook bjj de ge
ringste ongevallen
f. Da opdrjjving der militaire lasten, zonder evenredig
resultaat voor onze krachtsontwikkeling bij buiten- en
binnenlandsche moeiljjkheden
g. De veelbelovende, maar ondoeltreffende, zelfs voor
de volkshuisvesting schadeljjke woningwet;
h. Zgn afschnweljjk ootwerp draukwet, wegbereider
voor de pas aangenomen plaagwet Knyper enz.
Da waarschuwingen, welke ik indertijd tegen d«ze mis
slagen heb doen hooren, vervolgt de heer Van Honten,
zgn in den wind geslagen. Mogen mjjna woorden thans
meer ingaug vinden, nu de gevolgen dier misslagen meer
en meer voor iedar zichtbaar worden en het land als
indirect gevolg daarvan bedreigd wordt met eene menwe
reeks anti liberale maatregelen, tot welke thans inzonder
heid de invloed der katholieke geestelijkheid het geheel
van haar afhankelijk ministerie-Knyper drijft.
Een treurige Sinterklaas.
Naar gemeld wordt is de Nederlandsehe Seheepsbonw-
Maatschappij te Amsterdam tot haar leedwezen genood
zaakt deze week een vjjftigtal werklieden te ontslaan
wegens vermindering van werk en door het niet slagen
in het verkrjjgen van aangeboden contracten.
Schipper Bals.
Wieringen.
Als wjj den naam hooren noemen denken wjj aan den
overtocht bjj stormweer, eenmaal gemaakt, aan de
woeste zee, aan do moeiljjke landing over glibberig
zeswier.
Maar ook aan dien kloeken, onversehrokken schipper,
van wien kalmte uitging over de verontruste passagiers
in de postschnit, van wien gezegd werd, dat men, als
hjj aan het roer stond, ook bjj de onstnimigste golven
even veilig was als ip den spoortrein op den vasten wal.