Dit inmr isstaat uil 2 Matli De Geweldige.(1) b u iYenland' No. 147. Honderd en zesde Jaargang. 1904. WOENSDAG 7 DECEMBER. Zij, die zich nu op ons blad abonneeren, ontvangen de tot 1 Januari a.s. verschijnende nummers gratis. Algemeen Overzicht. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dlasd*g-, Doadtndag- en Xaterdasavoad uitgegeven. Abonnementsprijs por 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele rgk ff 1, 3 Nummers f #,Q8. Afzonderlijke nummers 3 ets. Pijjs der gewone advertentlën ij Per regel f 0,14, Grooiêe letters naar plaatsruimte.] Brieven f r a n;o o aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij vlh. HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9. felefoonnonner 3. In de laatste dagen was er in Europa en Nederland groote belangstelling voor Venezuela. Waaruit die voortsproot Uit een bron. die bij zoovelen den lust voedt voor het volgen van de gebeurtenissen in het buitenland uit financiëele geruchten. Venezuela is namelijk door al de strubbelingen, waaraan 't werd blootgesteldeen slechte coupon-betaler geworden. Nu wil 't een regeling treffen met zijne schuldeischers en daarbij zal natuurlijk over de brug moeten worden gekomen. Dies speculatiën op de Beurs. Tot dusverre is de financiëele regeling er nog niet. Maar wel is er wat andersvoor de vijftiende maal is aan Venezuela een Grondwet geschonken. Zoo'n Grond wet is zeker een nuttig ding, zij 't dan ook minder in een land als Venezuela, waar het Congres uitsluitend is samengesteld uit »mannen», die ja en amen zeggen op alles wat de dictator Castro secreteert. En wat erger is in plaats dat uit deze Grondwet een streven spreekt om den buitenlanders wat in het gevlei te komen, wor den zij tamelijk vijandig behandeld. Wij willen niet graag een brenger zijn van Jobstij dingen, maar of er voorloopig veel te oogsten zal zijn door het knippen van Venezolaansche couponnetjes schijnt ons op z'n minst twijfelachtig. Doch nu de Grondwet. De voornaamste bepalingen daarin betreffende vreemdelingen luiden als volgtAlle in Venezuela wonende vreemdelingen, die deelnemen aan revolutionnaire of politieke bewegingen, worden als Venezolanen behandeld. Onteigeningen, welke door de autoriteiten des lands noodzakelijk, geaent en due door gevoerd worden, geven noch den ingezetenen, noch den vreemdelingen eenig recht op vergoeding. Met vreemde staten, die deze beide bepalingen niet erkennen, zal geenerlei verdrag gesloten worden. Het met geweld in dienst stellen van soldaten, door het oppakken van lieden op de markt, zal worden afgeschaft. De regeering heeft het recht, vreemdelingen zonder vaste woonplaats te allen tijde over de grenzen te zetten evenzoo vreemde monniken en nonnen van alle gods diensten^ Alle eventueel voorkomende geschillen met vreemde natiën worden door een scheidsgerecht, nooit door wapengeweld beslecht. Deze bepaling zal ook in alle internationale verdragen opgenomen worden. Ge schillen, uit verdragen voortvloeiende, die door de re geering, gemeente of officieele ambtenaren met buiten - landsche huizen of maatschappijen gesloten zijn, worden door den Venezolaanschen rechter behandeld. Alle deze maatschappijen of firma's zullen als Venezolanen behan deld worden en moeten in het land vertegenwoordigd zijn Indien deze nieuwe grondwet volgens al zijne bepa lingen stipt uitgevoerd zal worden, en Castro zal zeker niet nalaten hierop aan te dringen dan zal binnenkort voor alle vreemdelingen het verblijf in Venezuela on mogelijk zijn geworden. Slechts Amerikaansche koop lieden en ondernemers zullen 't er dan kunnen uithou den, daar zij op eene krachtige bescherming van hunne regeering, ook tegenover president Castro, kunnen re kenen. De staat, die al deze bepalingen in een eventueel verdrag met Venezuela zou willen erkennen, zou zijne in Venezuela vertoevende burgers feitelijk vogelvrij laten verklaren en aan de genade of ongenade van Castro en de zijnen o erlaten. Önder «onteigening» verstaat men bijvoorbeeld ook het innen van «contributies» en dit staat bij de vaak voorkomende Zuid-Amerikaansche bur geroorlogen in menig geval met formeele uitplundering gelijk. De inwoners van een groot deel van Spaansch-Amerika zijn er n.l. aan gewoon, dat zij bij revoluties nu eens door de »Regeeringstroepen» en dan weer door de «be vrijders» uitgebuit worden, zonder dat zij eenige scha- deleosstelling ontvangen. Thans zullen ook vreemdelingen in Venezuela zich aan dergelijke toestanden moeten onderwerpen. Vermoedelijk zal den Europeeschen ondernemer en kapitalist nu wel de lust vergaan om het te wagen, nieuwe werken enz. voor Venezuela te ondernemen. Langzamerhand worden eenige bijzonderheden bekend omtrent de be storming van den Berg van 203 Meter en bevestigd wordt daardoor, dat het pogen der Japanners met gnnstigen nitslag is bekroond ten koste van ontzettende verliezen. Vóór twaAlr*» --1 -11 1 ae infanterie uitgevoerd, maar beide beeren moesten de Japanners terug voor een ontzettend vaar nit de Ras- sische schansen. Na den eerston aanval bleef er nog maar een bandjev >1 overlevenden over. Een tweede en derde stormloop werden een nar later ondernomen, maar weer moesten de bestormers terug. Generaal Nogi zond toen versche troepen om een vierde bestorming te ondernemen. Deze troepen klauterden dapper tegen de helling op, maar werden bjj heele compagnieën neergemaa d en om half vier moesten de Japanners opnieuw terag. Nieuwe versterkingen kwamen opzetten, en een nnr later stormde een andere kolonne tegen het zuidoostelijke gedeelte van den Berg op. Het vnnr van de Rnssen was intnsschen zwak- »Da komt van de muien, meneer! Die hebben nou hun trek vlak op de werf. Daarom slaat er zooveel af. Ook is 't strand hier erg laag op 't oogenblik. Zie di e putten maar 'es, die nou bloot gekomen zijn. De kin deren maken 's zomers wel eens kuilen van 'n meter diep en dan merken ze nog niks van die putten. E n nou steken die dingen 'n heel eind boven 't strand uit.» »Ja, dat zal wel zoo zijn», antwoord ik eenigszins nadenkend. Geheel was ik 't echter met mijn mededeelzamen vriend niet eens. Immers, de opvallende laagte van 't strand kon wel eens die muien of bijzondere zeestroo- mingen van het zeewater juist hierheen trekken, terwijl het, wat die putten betreft, al heel toevallig moest zijn, dat de kinderen juist boven zoo'n put van Oud-Egmond groeven. »Zou er reeds veel van Egmond door de zee ver zwolgen zijn »Nou, da zou 'k denken'k Hoor 't de ouwe men sehen nóg vertellen. Jaren geleden was er in 't Bad hotel een aar, da begrijpt u wel een verkooping van 'n schip. Om twaalf uur was de verkooping en om één uur was er van 't schip en 't Badhotel geen spoor meer te zien.» »Hoe is 't mogelijk »Ja, toen spande 't er nog aars dan nou »Half Egmond zit dan wel in zee »Nog meer. Weet u wel, dat't huis, waar nou Willem Molenaar woont, 't oostelijkste van 't dorp was (2) Wat u zegt!» »Ja, ja, 't is soms alles niet, zoo dicht bij de zee te wonen 1 Dat men er toch maar niks aan doetGeloof me, er zit niks aars op dan de kust voor Egmond met bazalt te bewerken, eerder zal 't niet ophouwen.» En de man had gelijk. Maar lang in stilte tephiloso- pheeren over dit belangrijke vraagstuk was niet mo- (1) Door de Redactie aangezocht, om mijne bijdragen in 't vervolg in de gewone spelling te plaatsen, wijl er te veel lezers van de ,Alkmaarsche Courant zich ergeren aan de vereenvoudigde spelling, ben ik daar ik niet gaarne meewerk aan 't geven van ergernis bereid, mij bij mijne schetsjes van de gewone spelling te bedienen. J. M. S. (2) Dit huis behoort nu tot 't /-Westend* van 't dorp. Het staat betrekkelijk zeer kort bij 't strand. gelijk, want scherp zeezand woei je in de oogen en grauw-wit schuim kwam dit kittelend zeebanket me eene geweldige aanmaning van »hier ben ik ook nog's bevochtigen. Men kon staande aan de werl, die voortdurend af brokkelde, haast niet uit de oogen zien. En toch was er zooveel te zien 1 Hoe geweldig-grootsch en grootsch geweldig toch was de zeel Als donkere waterreuzen nevelden ze op uit den wa- zigen horizon, de hooge golfgevaarten In wilde wanorde rolden ze nader, zich kuivende met schuimwit-gekroesde kuiven en rijzende en dalende met donker-groene hel lingen, waarboven soms kringelde ijl-wit waterstof, dat zich verloor in de donkere luchtruimte. En aldoor don derde de wind, doet zand en schuim opvliegen en neer- priemen in het aangezicht van den bewonderenden toe schouwer. En voortdurend hooger steeg zijn stormlied en stemde in wilde harmonie samen met 't stampgeluid van de geweldig brekendebaren, op de arme, bedreigde kust. Jawel, de bedreigde kust Met iederen stormram brak een deel van 't losse zand af en vloeide weg in 't wild terugbruisende water. Het terras van 't Badhotel was al spoedig voor een groot deel door den waterwo'f verorberd, zoodat de mu ziektent, half ondermijnd, een machtelooze prooi van den veelvraat geworden zou zijn, indien men haar niet tijdig achteruit had geplaatst. Ook het mooie terras van «Welgelegen" betaalde zijn tol aan de onmeedoogende verzwelgster. Maar 't hevigst werd bedreigd 't zomerverblijf van den Heer Boelmans ter Spill. De veranda hing reeds, zijn ondergrond mis sende, boven de woest-brekende golven. En had de storm nog langer aangehouden, zeer zeker zou ook de villa zelf voor die woeste kracht bezweken zijn. Och, wat een tegenstelling levert deze demonische watermassa op met de kalmezacht-gerimpelde zee, waarin de stervende dag de eeuwen door met dezelfde verscheidenheid ten ondergang neigt Nu donderend geweld, niet te keeren, noch te ont komen dan -coquetteerende liefelijkheid, welke U lokt om in haar schoot heur liefdesstreelingen te komen ontvangen Thans u, machtelooze, haar wilde, woeste kracht doen gevoelende dan u zachtkens toefluisterende, u veilig en rustig aan haar golfjesspel toe te vertrouwen Nu niets duldende op haar woest aandonderende ker geworden. De Japanners berenden den top onder Banzai-geroep, maar op honderd pas van de schansen moesten zij halt houden onder het schrikkelijke vnnr van de Rassen, om na enkele minuten alweer af te deinzen. Eindelijk, om 7 nnr, werden tegelijkertijd ten Noorden en ten Znid-Oosten van den Berg twee bestormingen ondornomen. Do znidoostelijke kolonne was bet eerst op den top. De Japanners sprongen in de schansen en vielen met de bajonet de Russen aan, die dapper hnn terrein verdedigden. Maar weldra kwam ook de noordelijke kolonne aan. Om acht nnr 's avonds viel het fort op den berg in handen van de Japanners. Op den berg worden de Japanners ook niet met rust gelaten. Twee aanvallen der Rassen om dien te hernemen moeten reeds zijn afgeslagen, maar 't zal toch nog de vraag zijn, of de Japanners op den daar deze stelling zallen kunnen behoaden. De »Italia Militareverzekert, dat de Japanners bezig zijn om op den veroverden berg twintig marine-kanonnen op te stellen voor de beschieting van Port Arthur. Dit bericht riekt echter wel wat sterk naar den redactioneelen duim en voorshands zeggen wij ervan op z'n Afrikaansch »moe nie g'loo nie." De Japanners zeggen opgemerkt te hebben, dat de Rassen ijverig bezig zjjn om in de haven van Port Arthur een weg vrij te maken, waardoor de oorlogsschepen naar buiten kunnen komen. Daar de meesten dezer schepen beschadigd zijn, zal dat een echte wanhoopstocht worden, bjjna met een zekeren dood in de golven in het voor uitzicht. Over de jongste gevechten in Hantsjoerije kan men zich nog steeds geen duidelijk beeld vormen, al wordt ongetwijfeld de indruk gewekt, dat de Russen in eenige ontmoetingen overwinnaar bleven. Een telegram nit Tokio versterkt dien indruk met de beschrijving van een gevecht bij Hsien-Sjaag. Een Japansche afdeeling viel bij het dichtbij gelegen Foesjalitze de Rassen aan, doch ziende, dat dezen op een zeer sterke achterhoede steun den, namen de Japanners stellingen in bij Masjiaseag. Daarop zoo vervolgt het Jaoanecbe telegram ver- dubtct&J uvu tuviaaiBDUD 6lmun;ug ai liiloTTo Dij üaucjiaiüu en Waulioehoe in den ochtend van 29 Nov die bij ver kenning nit drie of vier bataljons infanterie bleek te bestaan met acht kanonnen. Zoo besloten de Japanners het gevecht te vermijden en op huu hoofdstellingen terug te trekken. Men behoeft niet ver te zijn in de kanbt om telegrammen te lezen, om hier een Japansche noderlaag te vermoeden. Uit Petersburg wordt tegeljjk aan d9n Petit Parisien gemeld, dat de Japanners voor generaal Rennenkampfs aanvallen blijven retirearen. Maarschalk Oyama vindt het blijkbaar ongewonscht, een gevecht aan te gaan en zoo verneemt mon, dat op den linkervleugel der Japanners een concentratie plaats heeft. waterhordendan u, schouwende in de verte, verlustigende met haar blanke zeilen of wit- en donker- dampende zeekasteelen Dan de heete landlucht, welke trillend opstijgt, koelte toewaaiende en zelve strak-gespannen overhuifd door een diep-blauwen hemel; nu koude, verstijvende windvlagen en overfloersd met dikke, grauwe luchten, welke als door demonen voortgezweept, wild door 't luchtruim vliegen Wat een verscheidenheid van vormen en beelden le veren thans die sneldrijvende luchten Ginds een donker-grijs dampgevaarteal vliegend- zwevende vervloeid tot een woesten draak, wijd open sperrende zijn vreeselijken muil, om al 't komende te verslinden. Daar een licht-grijs ijl wolkje, dat, rustiek van vorm op een behoorlijken afstand van den draak blijft. En elders in die lage luchten weer een compacte massa, welke, in miniatuur, ons een beeld geeft van de »menschendoodende Alpen», gelijk Paul Hervieu deze betitelt. Alles, alles één mysterie van kracht en geweldigheid, waarbij de koning der schepping een zwakke nieteling is. »Nou, hoe vindt u het meneer Wat 'n kracht, hè l» De vriend van daar straks staat weer achter me »Ja, 't is eene geweldige, die ontketende watermassa I» »Ik heb 't nog wel 'es erger gezien. Toen eenige jaren geladen hier een stoombootoch, hoe heette hij ook weer de de nou, da blijft ook het zelfde, met hout geladen, verging, braken de zwaarste balken als rietjes hier voor de kust stuk. Deze zee is ook niet zoo gevaarlijk voor de visschers.» »Nu, ik zou er toch niet gaarne mijn lijf aan willen wagen »Da kan wel, meneer, maar 't is toch zoo. Let maar eens op er zullen lang zooveel ongelukken niet in de krant staan, als van den vorigen storm. En nou mot ik gaan, meneer. Adjuus «Bonjour.» »En na eenige oogenblikken ging ook ik heen, nog achtervolgt door opdwarrelend zand en voortvlok- kend schuim, als dartele kinderen van wind en zee die beide geweldigen E. a. d. H. J. M. S.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 1