Dit imier instaat ait 3 ilea. No. 152. Elonderd @n zesde jaargang. 1904. ZONDAG 18 DECEMBER. Drankwet. BUÏTE NLAND7 BINNENLAND. Algemeen Overzicht. Nieuwst ij dingen. ALKMAARSCHE COURANT Deze Oourant wordt Wins d g~, Doadlzrdag- en f«terd»f(»veid uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f franco door hst geheels rijk ff 1, 8 Nummers ff O,O®. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer 3. Prjjs der gewone advertentlën ij Per regel f ©,lö. Groote letters naar plaatsruimte.^ Brieven f r a njo o aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. GOSTER ZOONVoordam 0 9. BURGEMEESTER en "WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis dat bij hun college zijn ingekomen verzoekschri ten ter bekoming van A. verlof voor de voortzetting van den ver koop van alcoholhoudenden drankanderen dan sterken drank na 31 December 1903 van: 1°. W. H. GROOT, bierhuishouder aldaar, voor de beide aan do straat gelegen benedenvertrekken van bet perceel Forestusstraat, wijk E no. z6 2®. C. VOORMEER, Wed. D. Scholten, winkelierster aldaar, voor het aan de straat gelegen winkelvertrek van het perceel Achterwezelwijk D no. 18 3°. C. D. PROOT, restauratiehouder aldaar, voor de be neden voor- en achterzaal van het perceel Langestraat, wijk B no. 73 4°. P. A, DEKKERkoffiehuishouder aldaar voor de aan de straat gelegen koffiekamer en de bovenvoor- feamer van het perceel Bierkade, wijk C no. 1 B. Idem van alcohol vryen drank t 1°. van J. HOEK Hz., melkverkooper aldaar voor de twee benedenvoorkamers en benedenachterkamer van het perceel Langestraatwijk A no. 53. C. vergunning voor den verkoop van ster ken drank ln het klein voor gebruik ter plaatse van verkoop 1°. van J. KRAMER aldaarvoor de benedenvoorzaal met de daarin aanwezige kantoortjss van het perceel Houttilstraat, wijk B no. 45, bij welk verzoek schrif telijke verklaringen worden overgelegd van mej. S. M. KRAMER en K. WILLIG aldaardat zij afstand doen van de te hunnen name verleende vergnnningen respectievelijk voor de jperceelen Honttilstraatwijk B no. 45 en Fnidsenwijk C no. 63. Binnen veertien dagen nadat deze bekendmaking is geschied kan ieder tegen het verleenen van verlof of vergnnning schriftelijk beswaren bij burgemeester en wethouders inbrengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 17 Dec. 1904. DONATH, Secretaris. Onze lezers hebben zeker met belangstelling uit ons vorig nummer vernomen, hoe de afgevaardigde van Alk maar zich in do Tweede Kamer heeft geweerd. En waar schijnlijk zullen zij genoeglijk geglimlacht hebben bjj de beschrijving, hoe deze afgevaardigde den Voorzitter der Kamer in het harnas joeg. Er is blijkbaar niat veel noodig om op het Haagsche Binnenhof den Voorzitter tot wanhoop te stemmen. Hoe zou 't dezen wel te moede zijn, wanneer hjj het H o n- gaarsche Parlement eens had te presideoren 1 't Is daar dezer dagen weer bjjzonder Spaansch toege gaan. Wellicht herinnert men zich nit dit Overzicht nog, dat op den 18en November door het Hongaarsche Parlement werd aangenomen het voorsiel-Daniël, door graaf Tisza ingegeven, tot wijziging van het Kamer-reglement, welke maatregel noodzakelijk was geworden om aan de obstructie van de oppositie den kop in te drukken. Natuurlijk was de oppositie daarover woedend. In het bijzonder gold die woede den President Von Perczel, om dat hem werd ten laste gelegd, dat hij de stemming over het voorstel-Daniël had doen honden zonder dat de oppo sitie gelegenheid had gehad zich daartegen te verzetten. Daarover zon wraak genomen worden. Graaf Tisza was zoo verstandig geweest om na de doorvoering van de verscherping van het reglement de zitting der Kamer gedurende drie weken te schorsen ten einde de gemoederen wat tot bedaren te brengen. In de afgeloopen week zon nn weer voor hot eerst vergaderd worden. Buitengewone maatregelen waren door de regee ring genomen om voor het bewaren van rust en orde in het Huis te zorgen. Onder meer werd een aanzienlijke uitbreiding van het aantal boden der Kamer bevolen, met groote sterke mannen, een soort uitsmijters, die als garde d'honnenr van den president der Kamer zonden optreden. Dit heeft echter niet mogen baten. Een kwartier vóór den openingstijd verschenen de leden der oppositie voor de denr, het wachtpersoneel op zijde duwend met een hooghartig: »Zijt gijlieden, Hongaren, dat gjj zulke diensten durft verrichten en de secreta rissen belettend zich naar hnn post te begeven. Alsnn drong men de zaal binnen en begon daar met de estrade •tuk te slaan, waarop straks de President en het bureau zonden plaats nemen. Met de stukken daarvan en van de eveneens stukgeslagen tafels en banken en met de stnk gescheurde wetboeken begon men nn de zaalbedienden naar het hoofd te werpen, zoodat dezen, vier gekwetsten met zich dragend, de zaal, die een toonbeeld van echt Vandaalsche verwoesting opleverde, moesten ontrnimen. Graaf Tisza schijnt in de zaal te zijn geweest, toen de woesta3rds hnn werk verrichtten. Hij riep hnn toe: »Dat is geen politieke strijd meer, dat is een grnwel, een mis daad J" 't Is wel wonder, dat da sinnoloozei bende zich niet aan den persoon van don minister vergrepen heeft. Eerst toen de leiders Kossuth en Apponyi zagen, dat het tot brandstichting en doods'ag zon gekomen zijn, riepen zij de heldenschaar terug en brachten ze nit de zaal. Zoo ontzettend was de verwoesting, dat er geen mogelijk heid bestond om de Kamer te doen vergaderen. Inder haast werd een bijeenkomst van de liberale partij bijeen geroepen, en daar zette Tisza zijn vorontwaatdiging over do schending van het Kamergebouw, en over de aange richte verwoestingen uiteen, in een radevoering, waarin hij van misdadige woelingen" der oppositie sprak, en de meerderheid opwekte om zich daardoor niet te laten af brengen van haar goede voornemens. De regeering zal zich daardoor tenminste niet laten intimideeren, verklaarde Tisza. Hij deelde verder zijn voornemen mee, do aan- leggers van de vernieling voor den rechter te brengen en zoo de arbeid van het Parlement ook verder onmogelijk zou worden gemaakt, een beroep op het land te doen. Woensdag zon opnieuw vergaderd worden en men be grijpt, met, hoeveel spanning die bijeenkomst werd afge wacht. Ditmaal heeft echter de oppositie beter haar fatsoen weten te honden. Graaf Tisza had van zijn bent thans andere maatregelen genomen om de orde te bewaren. Hij had het Kamer- bureau weten over te halen tot de concessie, dat de zitting niet door Perczeldoch door den vice-president Ja- kabffy zon worden gepresideerd. Ook do presidentswacht van 50 boden was op verlangen van de oppositie niet in de zittingzaal aanwezigj deze boden waren in een andere zaal onder dak gebracht. Het tooneel, dat da zaal aanbood was ontzettendop de plaats waar de president zitten moest stond een gewone stoel, daar de presidents-zetel vernield was; de ministers- tafel was eveneens verdwenen. Reeds vroeg had de oppositie de zaal bezet, en eerst toen Andrassy de verzekering had gegeven dat von Perczel niet zon presideeren, namen de laden hunne plaatsen in. Te kwart voor tien kwamen de ministers, te 10 nnr dé presideerende vice-voorzitter in de zaal. Onder de grootst mogelijke kalmte werd het Koninklijk besluit voorgelezen, waarbij de nienwe zitting geopend werd verklaard en de Kamer besloot dit schrijven door te zenden naar het Magnaten tmis. Dadeljjk daarop werd de bjjeenkomst gesloten. De timmerlieden die buiten wachtten, bonden hnn arbeid her vatten, ten einde de verwoestingen in de vergaderzaal te herstellen. De bjjeenkomst had nog geen voile vijf minuten geduurd. Donderdag was 't echter weer totaal mis. Er was toen weer znlk eene herrie, dat minister Tisza zijn voornemen heeft te kennen gegeven om de Kamer te ontbinden en de kiezers uitspraak te laten doen' Op allerlei wijzen wordt oen verklaring gezocht voorde werkeloosheid der Russen aan de Shaho- rivier. Nn weer wordt gemeld, dat de Russen geen aanvallende beweging zullen ondernemen, voordat htt 16e en 4e legercorps zjju gearriveerd, d.i. vermoedelijk niet vóór einde Januari. Ook de correspondent van de Temps te Petersburg geeft te verstaan dat de Russische troepen in Mantsjoe- r ij e niet al het noodige hebben. Generaal Koeropatkine zon geseind hebben, dat, zoo men het aantal treinen op den Transaiberiechen spoorweg niet sterk vermeerdert, hij onmogeljjk zijn leger kan voorzien en bijgevolg er niet meer verantwoordelp voor blijft. Wat Koeropatkine viaagt is echter, vervolgt de correspondent, onmogelp. Zijne vjjanden, die veel talrper geworden en ook beter op de hoogte zijn sinds den terugkeer van Alexejef, be weren dat Koeropatkine alleen de schnld op den minister van oorlog en het beheer van diens departement zoekt te werpen, ingeval hij door den vjjand mocht verslagen worden. De haven tan Port Arthur zoo schrijft een correspondent nit het Japansche hoofdkwartier levert een vresmd en droevig schouwspel op. Masten schooisteeuen en gepantserde torens van de gezonken oorlogschepen steken boven water uit. De dokken en de gebouwen langs de kaden zgn vernield of verbrand. Geen schip ligt heelhuids meer in de haven. De Sevas topol lag in het dok, toen de andere schepen vernield werden. Men verhaalde haar 's nachts en zij ligt nu onder de rotsen van Liao-ti-sjan voor anker. Tijdens den Jongsten korten wapenstilstand te Port Arthur hebben Rassen en Japanners bij Ki-kwan-sjan elkaar ontmoet en elkaar beleefdheden bewezen. De offi cieren wisselden kaartjes, dronken op eikaars gezondheid en lieten zich totografeeren in één groep. Een van de Rnasiche officieren zoo zegt men, gaf hoog op van de onueembaarheid van de vesting. En als gij de vestin» inneemt, voegde hij er bjj, zal eerst onze laatste man d ar gevallen moeten zgn. Wjj hebben voedsel, wijn en munitie genoeg en niet alleen voor onszelf, wjj zonden n nog wel wat kunnen overdoen. De Japanners erkennen, dat de meening onder de Russische troepen waarmede zij aldns op vredelievende wijze in aanraking kwamen, mets te wenschen overliet. Zij hielpen elkander bij het weghalen van de dooden. Be afgevaardigde van Alkmaar ln de Tweede kamer. De pers gaat voort met over het optreden van Jhr. Van Foreest waardeerend te spreken. De Kamer luistert, zooals Het Vaderland schrijft, naar dezen frisschen, oorspronkelijken landjonker gaarne. De hoer Van Foreest is dijkgraaf van de Hondsbnssche zee wering en bevindt zich dns bjj "Waterstaat op zeer bekend terrein. Hij laat eenvoudig zgn eigen ervaring spreken. Zijn optreden, in zekeren zin onverwacht als praktisch waterstaatkundige, heeft dan ook bljjkbaardns schrijft de Haarl. Ct. op de Pers een zeer goeden indrnk ge maakt. Zij prijst de nuchtere dnideljjbheid zijner argu mentatie zij roept den Alkmaarder afgevaardigde haar woord van aanmoediging toe, baar woord van »toe maar, zet het snoeimes er maar gernst in, Waterstaat e'.scht dringend bezuiniging", zg ban ook niet nalaten zich, daarvoor is ze de Pers, een weinig vrooljjk te maken over eene zekere beminnelijke ongeparlementairdheid in het optreden van dezen afgevaardigde die met de handen in de zakken allergemoedelgkst en vol luchtigen boert stond te keuvelen en den waardigen voorzitter bjjkans tot wanhoop bracht. De Telegraaf, wiens Kameroverzicht-schrijver zjjn werk altijd doorspekt met grapjes en lenke opmerkingen schrijft. De heer Van Foreest. een zwagerskind van Nico- laas Beets Zoo ja, dan is hij al zeer ondankbaar tegen den heer minister van Waterstaat, die bijzonder sterk in Beets moet zjjn. Een klein dozijn bezninigings-amende- menten zijn door hem vastgesteld en hij heeft hier en daar een succesje behaald. In den noord-west-hoek der Kamer, waar de golfslag ond-liberaal is, dns vreedzaam en rnstig, zit de Alkmaarsche afjbvaardigde die zoo één is geworden met het Noord-Hollandsehe dnin, dat zijn gelaat de kleor van het duinzand heeft en zijn baard denken doet aan uitgeplozen bongnenwol. Voor-historisch heeft mijn ad-interim-collega hem gisteren genoemd, ik ben iets moderner, zon hem eon Kaninefaat willen heeten, een parlementaire Brinio, die een zeldzamen lak heeft aan ons ingenieurskorps beroemd in Nederland, in Europa, in gansch da waereld, zooals de minister van morgen met klimmende geestdrift declameerde. De heer Van Foreest, met de handen in de zakken, in zgn bankje liggend als een dnin tegen onze kast, keek den spreker door zjjn grauwe oogharen zoo spottend aan, dat zelfs zgn buurman, de hoofsche professor v. d. Vlngt, een lichte trekking van zijn mondhoeken niet bedwingen bon. Prachtige staaltjes van ingenienrswijsheid weet de dijkgraaf der Hondsbossche zeewering te vertellen en hjj geneert zich geen zier, doet net of hjj in het Honds bossche dijkhuis onder zijn vrienden zit, met vóór zich den historischen beker, dien de heemraden in vroeger tijden, »met een flensa, door hnn kraga in hnn maga" moesten slaan. Het tegenwoordige geslacht moet in deze operatie ver achter staan bjj de voorvaderen, een enkel geval van atavisme uitgezonderd zoo zegt men althans in de buurt van Petten en Kamp. De minister, die zich met diplomatieke geoliedheid door al de waterstaatszaabjes, die bij zijn begrooting te pas komen, heen wringt, weet de dozjjnen sprekers, die hot hebben over uitdiepen van havens, wipbruggen, die niet wippen, en ponten, die niet varen, gewoonljjb met een enkel woord af te schepen, maar voor de Honds bossche methode van don heer Van Foroest begint hg respect te krijgen en bij dient de zaak tot in de puntjes uit te leggen, anders is hg vrjjwel zeker, dat het amen dement er doorgaat. Een amendement, om voor een brngwachterswoning niet f 4000, maar f 3000 nit te trekken, nam do minister vgaarne" over, maar toen de heer Van Foreest vertelde, hoe een Rijksingenieur knoestig inlandseh eikenhout voor sluisdeuren had afgekeurd, en er Slavonisch eikennont voor in de plaats had genomen, dat prachtig is voor salonstoeltjes en lambrizeering, maar niet voor sluisdeuren, werd de minister verontwaardigd en hield een lofrede op zijn ingenienrB. Over de zitting van Donderdag schrijft de JV. B. Ct. De heer Van Foreest was met zjjne verdere amende menten heden niet gelukkig. Twee van weinig beteekenis werden door den minister overgenomen een daarvan nog zelfs nadat het, gelijk het eerste amendement van gisteren, was onthoofd en tot eene vermindering van f 25 terng- gebracht. Een werd verworpen na korte discussie, en de overige werden vrjj schielijk door den voorsteller weer ingetrokken. Hij moge echter den moed niet verliezen. Het Hbld. laat zich over de zitting van Donderdag als volgt nit De heer Van Foreest had heden overigens eon niet zoo schitterend succes als gisteren. Wel kreeg hjj nog gedaan dat weer enkele posten met f 25 werden verminderd bjj wjjze van aansporing tot zuinigheid maar bjj een paar andere amendementen moest hjj wat inbinden daar bij wel wat haastig bleek te hebben^geoordeeld. Nauwgezetheid

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 1