BUITENLAND^ ~BÏNN NÏ7a N D. STADSNIEUWS. Nieuwst ij dingen. Wij zijn er ons echter van bewust, dat ons in dezen geen verwjjt kan treffen. Wjj hebben het goede gewild en hadden niet kunnen denken, dat Dr. Kauling ons daarvoor zou beleedigen. Zelfs al ware er in ons optreden iets, dat hem mis haagde, dan had de grocte zaak, waarom 't hier ging, hem moeten bewegen zoodanig te antwoorden, dat een onderzoek door deskundigen mogelijk ware geworden. Nu is de discussie over de hoofdzaak uit en een oplossing is er niet. Onder deze omstandigheden schijnt 't ons ook niet ge- wenscht om nog nader op de in dit blad opgenomen In gezonden Stukken van de heeren Bruin en Wjjmans terug te komen nut zou dit nu toch niet meer kunnen hebben. De zaak is afgedaan. Helaas Me vrede In Paraguay. In Paraguay, waar sedert geruimen tijd een burger oorlog woedde, hebben de strijdende partijen thans vre de gesloten. Uit Buenos-Ayres komt het bericht, dat het vredesverdrag aan boord van een Argentijnsch oor logschip in tegenwoordigheid van het corps diplomatique is onderteekend. Jaoma wordt president van Paraguay. De burgeroorlog, die thans dus is beëindigd, begon in het begin van Augustus. Doel van de oproerige be weging was, de verdrijving van president Ezcurra, die door het wanbestuur van zijn ministers zich zeer ge haat had gemaakt. De opstand werd op Argentijnsch gebied voorbereid. De opstandelingen voeren in een eigen stoomboot de Parana op en overrompelden de geheel argelooze regeering, die weldra in de hoofdstad Asunci on zoo goed als gevangen zat, daar bijna het geheele land zich bij de opstandelingen aansloot en de hoofd stad alleen door de zwakke regeeringstroepen kon wor den gehouden. Tot een aanval op Asuncion waren de opstandelingen niet sterk genoeg. Maandenlang stonden zoo beide partijen werkloos tegenover elkaar. In Buenos- Ayres vormde zich toen een commissie om den vrede te herstellen. Zij kreeg den steun van den president van Argentinië. En hierdoor gesterkt opende zij onderhan delingen met president Ezcurra en den leider der op standelingen generaal Terreira. Deze onderhandelingen blijken nu tot een resultaat te hebben geleid. De revolutionairen bereikten hun doel president Ezcurra is afgetreden. Naar men zegt, heett de president van te voren zijn vermogen in Argentinië in veiligheid gebracht. IJlt de Tweede Hamer. Ter aanvulling van ons telegraphisch bericht in het vorig nummer laten wjj hier nog een en ander volgen van de discussiën, Donderdag in de Tweede Kamer gevoerd bjj de voortzetting van de behandeling der Bsgrooting van Waterstaat voor 1905. Bij artikel 70 (Merwedekanaal) licht de heer Van Foreest een amendement toe, om voor een brugwachters woning niet f4000 maar slechts f3000 uit te trekken- De prjjzen van bouwwerken bij Waterstaat zijn do laatste jaren verbazend gestegen. In 1875 kostte een dergelijko woning aan het Noordhollandsch kanaal te Alkmaar slechts f 2650. Daar spr. echter de locale toestanden niet kent, wjjzigt hij zijn amendement in den geest van het gisteren door de Regeering overgenomen amendement en stelt hjj mitsdien voor, den post slechts met f25 te verminderen, als protest tegen te dunr werken en om nauwkeurige contróle op de uitgaven voor dit werk te waarborgen. Naar aanleiding van de noodzakelijk gebleken vernieuwing van de sluisdeuren aan de Koninginne.dnis, deelt spr. mede, vernomen te hebben dat voor die deuren Slavonisch eikenhout is gebruikt, omdat men dit mooier vond, ter wijl dit hont toch slechts geschikt is voor binnenwerk en niet voor buitenwerk. Dit is weer een staaltje van de wijze van werken van onze ingenieurs van den Waterstaat. De Minister deelt mede dat de bewuste woning ligt aan het Zederikkanaal. De bestaande woning is verzakt. De Minister neemt gaarne het amendement over. De Minister acht de mededeeling van den heer Van Foreest omtrent de sluisdeuren aan de Koninginnesluis weinig billijk tegenover de ingenieurs van den Waterstaat en meent dat door die door niets gestaafde bewering niet gemotiveerd wordt, een afkeurend oordeel over dit keur korps, dat in geheel Europa beroemd is. Bij art. 71 (Znidwillemavaart) deelt de heer De Stuers mede dat ta Maastricht over dia vaart een wipbrng was gebouwd die niet wilde wippen. Toen is die brug over belast en gebroken. Spr. vestigt op dit feit de aandacht uit consideratie voor het keurkorps van onze Waterstaats- ingenieurs. Bij artikel 77 (Noordhollandsch Kanaal) licht de heer Van Foreest een amendement toe om in plaats van f 2000 slechts f 1000 uit te trekken voor meer- on stoppalen in het Noordhollandsch Kanaal. Daar de vaart van groote schepen door het kanaal bijna geheel heeft opgehonden, is het aantal meerpalen meer dan voldoende, en kan men met f1000 voor vernieuwingen volstaan. De Minister wijst er op, dat de kleine scheepvaart door het kanaal in den laatsten tijd zeer is toegenomen. In 1899 bedroeg het aantal kleine schepen die door het kanaal voeren 25.000; in 1903 33.000, met een ton nenmaat onderscheidenlijk van 1.351.000 en 1.600.000 ton. De heer van Foreest repliceert, dat die kleine schepen nooit meren aan die palen en dat er overigens een on afzienbaar aantal dier palen aanwezig is. Spr. handhaaft dns zijn amendement. De heer Krap deelt mededat de meerderheid der commissie van rapportenrs het met den Minister eens is. Het amendement word verworpen met 30 tegen 24 stemmen. Bjj artikel 18 (Noordzeekanaal) licht de heer van Foreest een amendement toe om dit artikel te verminde ren met f 22.000. De bedoeling is f 20.000 benood.gd voor steenkolen voor de stoompont te Velaen, te schrap pen en die bij een eventueel voortbestaan van die pont bij de exploitatiekosten daarvan te voegen en voorts f 2000 voor het vervoer der kolen uit het kolenberg plaatsen voor de ketelhuizen te schrappen als beboo- rende onder de verschillende inrichtingen (stoomgemaal te Scbellingwoude, electrische inrichting te IJmuiden en stoompont te Velsen) verbonden stokers. Spr. meent dat het niet aangaatzoolang de motie-Passtoors om trent de stoompont niet is behandeld en bet dns niet vaststaat of de pont zal blijven bestaanvoor die pont f 20.000 uit te trekken voor kolen. De heer Passtoors onderschrijft ten volle hetgeen de heer van Foreest heeft gezegdwaar immers de Minister heeft toegezegd, dat de pont voorloopig buiten werking zou worden gesteld. De Minister brengt in herinnering, dat de zaak van de Velserpont in onderzoek is. De zaak is dns in saspenso. Maar besloten is de brng te Velsen op te mimen en door stoomponten te vervangen. Zoolang de motie-Pas- stoors nog niet behandeld is, bljjft dit vroeger besluit van kracht en moet de Minister voortgaan met de uit voering daarvan. Door de f 20.000 niet nit te trekken, zou de Minister zijn voornitgeloopen op de beslissing der Kamer in zake de motie Passtoors. De proeven met de stoompont waren geschorst, doch daarmee zal even tueel worden voortgegaan ook met de bediening der pont. Wat de f 20.000 betreft, deze dienen voor betaling van los werkvolk om de kolen te vervoeren naar de ketelhuizen van het stoomgemaal te Schellingwonde. De stokers knnnen hiervoor niet dienst doen. De heer van Foreest trekt alsnu zyn amendement in. Hij zal de f 20.000 als een credietpost beschouwen die slechts zal worden aangesproken voor het geval de pont bljjft bestaan. Bp artikel 80 (visschershaven te IJmuiden) licht de heer Van Foreest een amendement toe om f 27,540 van den post af te trekken. In het bedrag van f 105,500 voor de uitbreiding der vischhal geraamd, is begrepen een bedrag van f 47,540 bestemd voor verschillende zafcen van die hal, o.a. voor het aanbrengen van electrisch licht. Daar voor datzelfde doel reeds een bedrag van f 25,000 is uit getrokken en de geheele raming overigens exorbitant hoog schijnt, wordt deze vermindering met f 27,540 voorgesteld. De heer Passtoors bestrijdt het amendement, daar de vischhal moet voldoen aan alle eischen aan zulk een in richting te stellen. Voorts bepleit hjj betere gelegenheid om visch te verzenden. Aan het station is te weinig spoorwegmaterieel en er zgn slechts 3 wagens terwijl er 20 noodsg zgn. De verzending lijdt ook onder slechte verpakking ten gevolge der beperkte rnimte, waardoor de visch gedrukt wordt. De toeBtand van de vischhal is ook onhoudbaar. De Minister zal de opmerkingen van den heer Passtoors zoo noodig ter kennis brengen van het spoorwegbestuur. Het is niet wenschelgk te bezuinigen op de outillage van de vischhal. Het is onjnist dat tweemaal een bedrag is uitgetrokken voor electrisch licht: de eene post dient voor verlichting, de andere voor de geleidingen voor dat licht. De heer Van Foreest trekt alsnu het amendement in, onder aanbeveling aan den Minister van de meest moge- ljjke zuinigheid. De heer Staalman dringt aan op betere communicatie tusschen de haven van Ondeschild en Oosterend en Texel in het belang der visschers en verbetering in den stoom vaartdienst NienwediepTexel. Bij artikel 124 neemt de Minister over een amende ment-Van Foreest om dezen post voor ventilatie der Tweede Kamer voor memorie" nit te trekken, daar biykens de Memorie van Antwoord nog geen voldoende oplossing van het ventilatievraagstuk schgnt gevonden. Gemeenteraad van St. Pancras. De Raad der gemeente St. Pancras vergaderde op Dins dag j.l. Na opening door den Voorzitter, den heer F. Smit, werden de notulen gelezen, welke met algemeene stemmen worden goedgekeurd. Daarna werd voorgelezen een ontvangen schrijven van professor Winkler nit Amsterdam, waarin werd verklaard dat de onderwijzeres, mejnffr. Dalmeier, nog in hooge mate lgdende is aan zenuwverslapping, waardoor zjj nog gernimen tgd onder behandeling zal moeten bljjven, en alzoo nog niet in staat is hare betrekking als onderwgzeres aan de openbare lagere school te St. Pancras waar te nemen. Dit schrjjven werd door den Raad voor kennisgeving aangenomen. Een verzoekschrift van den heer J. Tromp, onderwgzer, die met 1 Januari a s. als onderwgzer te Schiedam is benoemd, om ontslag uit zijne betrekking, werd door den Raad met algemeene stemmen ingewilligd. Vervoleens kwam aan de orde het benoemen van eenen onderwijzer aan de oponbare lagere schooi. Hiervoor stonden op de voordracht de heereu 1. P. de Boer van Harlingen 2. J. Hop van West-Graftdijk 3. Ditmars van Wormerveer. Na breedvoerige gedachten wisseling werd tot stemming overgegaan. Uitgebracht werdendrie stemmen op den heer P. de Boer en drie stemmen op den heer J. Hopbg de tweede vrije stemming verwierf de heer J. Hop vier en de heer P. de Boer twee stemmen, zoodat tot onderwijzer is benoemd de heer J. Hop van West-Graftdijk, die met 1 Jannari 1905 in functie zal treden. Opnieuw zal aanvraag worden gedaan, om vrgstelling te verkrijgen voor de vrije- en orde oefeningen aan de lagere school. Verder werd besloten tot aansluiting aan den interlo- calen telefoondienst. Daarvoor zal voor gemeente rekening eene spreekcel worden gemaakt in het gebouw waar de Rijkstelofoon is gevestigd. Eene verordering voor do drankwet werd vastgesteld, welke 1 Maart 1905 in werking zal treden. Do aanslag zal bedragen f 12,50 voor elke f 50 huur waarde, terwgl het minimum van de aanslag zal zijn f25. Voor de schatting der localiteiten zal f I salaris per geschat lokaal betaald worden. In het vervolg zullen vooraan gevraagde stnkken leges gelden geheven worden, en voor hnwelgksslniting op een willeksurigen dag zal f 3 moeten betaald worden. In geheime zitting werd een suppletoir kohier voor den hoofdelijken omslag vastgesteld. Niets meer aan de orde zijnde en de rondvraag geen bizonderheden opleverende, werd de vergadering door den Voorzitter gesloten. Herziening verordeningen op het heffen en Invorderen van een gemeen telijk vergunningsrecht. Ingevolge het voorschrift van art. 72 der Drankwet behoort de vigeerende Verordening op het heffen van een gemeentelijk vergunningsrecht op den kleinhandel in sterken drank, te worden herzien. In verband daarmede hebben B. en W. den Raad aangeboden twee ontwerpen-raadsbesluit op het heffen en invorderen van oen recht wegens vergunning tol verkoop van sterken drank in het klein, die als volgt luiden: Verordening op het hef/en van een recht wegens vergunning tot verhoop van sterken drank in het klein. Art. 1. De vergunning, met nitzondering van die voor den verkoop in een logement alleen aan logeergasten, heeft geen kracht vóór de betaling van een gemeentelijk vergunningsrecht, door den gemeenteraad vast te stellen. Als grondslag voor do berekening van het vergunnings recht wordt aangenomen de jaarlijks te schatten huur waarde, die de loealiteit, in verband met den omvang van het bedrijf waarvoor de vergunning strekt, kan geacht worden te bezitten. Art. 2. Voor het schatten der in art. 1 bedoelde huurwaarde wordt door burgemeester en wethouders een desknndige benoemd. Alvorens eenige schatting te verrichten legt deze in handen van burgemeester en wethouders den volgenden eed (belofte) af: »Ik zweer (beloof), dat ik de schatting der huurwaarde »van localiteiten tot verkoop van sterken drank in het vklein, naar mijn beste weten en zonder aanzien des per- vsoons, overeenkomstig de wet zal verrichten. Zoo waar lijk helpe mg God almachtig. (Dat beloof ik). Art. 3. De deskundige, in art. 2 genoemd, maakt van elke door hem verrichte schatting proces-verbaal op en zendt dit onverwijld aan burgemeester en wethouders in. Art. 4. Burgemeester en wethouders stellen zoo spoedig mogelijk het bedrag, waarop elke loealiteit wordt geschat, vast en geven daarvan, tegen ontvangbewgs, sohriftelgk aan den belanghebbende kennis. Art. 5. Het recht van eene vergunning bedraagt f 10 'sjaars voor elke vgftig gulden huurwaarde of gedeelte daarvan, met dien verstande, dat het recht niet lager dan f25 zg. Het recht wordt met vgftig ten honderd verminderd voor de localiteiten waarin geen sterke drank in het klein verkocht of geschonken wordt tusschen Zaterdagavond zes nnr en Maandagmorgen acht unr. Het reeht, te betalen voor eene bijzondere vergunning als bedoeld in art. 63 der Drankwet (slgt-vergunning), bedraagt vjjf en zeventig ten honderd van het krachtens de eerste zinsnede van dit artikel vast te stellen bedrag. Art. 6. Tegen den aanslag in het vergunningsrecht kan de belanghebbende bg den gemeenteraad bezwaren inbrengen binnen veertien dagen nadat de aanslag door burgemeester en wethouders te zgner kennis is gebracht. De gemeenteraad beslist daarop zoo spoedig mogelgk en deelt zijne beslissing terstond aan den belanghebbende mede Indien de raad den aanslag vermindert, wordt het te veel betaalde binnen een maand aan den belanghebbende teruggegeven. Indien de raad den aanslag verhoogt, wordt het bedrag der verhooging vóór het einde van het vergunningsjaar betaald. Bij gebreke van tijdige betaling vervalt de ver- gnnning met den aanvang van het eerstvolgende ver- gnnningsjaar. Art. 7. De vergunning wordt verleend voor éón jaar, loopende van 1 Mei van het eene tot 1 Mei van het daaropvolgende jaar. Zij kan ook tnsschentijds worden verleend, in welk geval de eerste termijn loopt tot 1 Mei daaraanvolgende voor dit tijdvak wordt het ver gunningsrecht bij kwartalen berekend en geldt een gedeelte van een kwartaal voor een geheel. De vergnnning wordt, behoudens de laatste zinsnede van art. 22 der Drankwet, telkens geacht weder voor een jaar te zyn verlengd, indien vóór het eindigen van den termjjn het verschuldigde vergunningsrecht voorden volgenden termijn is betaald en zg niet is ingetrokken of vervallen. Art. 8. Indien de vergunninghouder bjj schriftelgke, door hem onderteekende verklaring afstand doet van do vergunning, worden van het betaalde vergunningsrecht, op verzoek, aan den vergunninghouder zooveel vierden teruggegeven, als het aantal kwartalen bedraagt, waarin van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt. Gelgke teruggave geschiedt aan de rechtverkrijgenden, indien de vergnnninghonder overljjdt en het bedrijf niet ingevolge art. 24, tweede lid, der Drankwet, gednrende het loopende vergunningsjaar zonder nadere vergnnning door de weduwe of door do rechtverkrijgenden wordt voortgezet, alsmede indien 'het besluit waarbij de vergun ning is verleend, bij Koninklijk besluit is vernietigd. Art. 9. Deze verordening treedt in werking op 1 Maart 1905, als wanneer de verordening op het heffen van een gemeentelijk vergunningsrecht, zooals die is vast gesteld bjj raadsbesluit van 9 December 1885 (Gemeente blad 1886 No. 106) ophoudt van kracht te zijn. II. Verordening op het invorderen van een recht wegens vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein. Art. 1. Het vergunningsrecht wordt geïnd door den gemeente-ontvanger, die van elk besluit tot vaststelling van vergunningsrecht een afschrift ontvangt. Art. 2. De betaling van het recht geschiedt in eens, voor zooveel jaarvergnnningen betreft vóór het begin van den nieuwen vergunningstermgn en voor zooveel tusschen- tydsche vergunningen aangaat binnen tien dagen na den datnm van het besluit, waarbij het recht voor deze ver gunningen is vastgesteld. Bg gebreke van betaling binnen den gestelden tgd zendt de gemeente-ontvanger daarvan onverwijld bericht aan burgemeester en wethouders. Art. 3. Deze verordening treedt in werking op 1 Maart 1905, als wanneer de verordening op het invorderen van een gemeentelijk vergunningsrecht, zooals die is vastge steld bjj raadsbesluit van 9 December 1885 (Gemeente blad 1886 No. 106) ophoudt van kracht te zgn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 6