Indische Penkrassen. No. 152 Bonderd en zesde jaargang. Zondag 18 Dec. 1904. BTX ITEN LAN D~ BERLIJNSCHE BRIEVEN. Gemengde Mededeelingen. UknUliM IM COURANT. (Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.) X.XXXV In ons vorig artikel hadden wij het over den drang naar meerdere ontwikkeling zooals die zich hier, sedert de laatste twee jaar, krachtig is gaan open baren. Ik merkte daarbij op, dat kennis nooit gevaarlijk worden kan en onkunde wel, doch had er eigenlijk nog bij moeten voegen, wanneer ten minste spoedig d e verhouding tusschen overheerscher en overheerschte op radicale w ij zej veran derd wordt. Blijft men de intellectuels onder de niet-Euro- peanen als inferieure wezens behandelen, dan, ja dan grieft men onnoodig en hard en zal langzaam doch zeker een op den duur zeer gevaarlijke wrok geboren worden tegen het bevoorrechte vreemde ras, dat hier in Oost-Indie de lakens uitgeeft. Een kind kan dat begrijpen Ik ga thans een ernstig woord tot u sprekenniet uit onberedeneerde Javanenliefde», zooals de Bataviasche Telegraafcorrespondent 't belieft te noemen, doch als warm patriot, als Hollander, die nog vasthoudt aan het ideaal Grcoter Mederland Ik hoop en vertrouw, dat dit woord in welwillende overweging zal worden genomen, vooral door hen, wien de macht gegeven is, nog tijdig in te grijpen. Men luistere dan naar iemand, die weet wat er alzoo omgaat in de niet-Europeesche samenleving, die in de gelegenheid was om veel te hooren en veel te observéeren, die voortdurend voaling houdt met ontwikkelde Indiërs van verschillend ras, die hun volle vertrouwen wist te verwerven en zich thans opwerpen wil tot hun pleit bezorger Tot nog toe bekleedt de Europeaan een zeer be voorrechte positie in de Indische maatschappij een positie, die wis en zeker gehandhaafd moet blijven tegenover de onmondige domme groote massa. Die massa toch wordt stelselmatig gesuggereerd, dat de man van Europeeschen bloede, een superieur wezen is, ontzettend ver boven haar verheven. Ik zeg Europeesch en niet Nederland sch, want ook Franschen, Duitschers, Engelschen en andere vreemde Westerlingen, alsmede hun donker gekleurde afstammelingen, worden boven de eigenlijke landskinderen bevoorrecht. Zoolang nu Inlander en vreemde Oosterling dit maar believen aan te nemen, gaat alles goed, is er niets tegen, is 't zelfs zeer verstandig en politiek. Domheid is, ik herhaal het hier nog eens, altijd ge vaarlijk en hoe zou 'n handjevol Europeanen zich hier kunnen staande houden, wanneer hun prestige niet krachtig van overheidswege werd gesteund. 't Gaat er al net mee als met de subordinatie bij de militairen Dit is dan ook de reden, dat ik het volstrekt niet eens ben met de maatregelen door het Gouvernement op Sumatra's Oostkust genomen. De brochure van den koeliebeschermer Mr. v, d. Brand, onzen Delischen Multatuli, de zending van den volijverigen, doch hier minder tactvollen Officier van Justitie Mr. Rhemrev naar het land der tabakkers, vooral ook diens eigenaardig onpolitiek optreden daar in 't begin, alsmede de Europeesch gedachte soliale denkbeelden van den goedwillenden nieuwen Delischen Inspecteur van den Arbeid, zijn altemaal zaken, die me heel gevaarlijk lijken, in aanmerking genomen het lage ja d i e r 1 ij k e peil der koelie s uitschot van Chinaen 't kleine troepje planters, dat de discipline moet handhaven en thans als 't ware aan handen en voeten gebonden is. Heusch, ik ben niet zoo'n ziekelijk vriend van al wat maar gekleurd is en doe ook volstrekt niet mee aan het dom toepassen van democratische begrippen uit 't Westen, hier in 't nog zoo achterlijke Oost-Indië. Men kan immers nog geen twee individuen van één landaard, wat zeg ik, nog geen twee kinderen van één ouderenpaar, op dezelfde uniforme wijze behandelen, zou men dan werkelijk meenen, dat sociale wetten voor den Hollandschen arbeider noodzakelijk geworden, ook zoo maar dadelijk pasklaar zijn voor 't Oosten? Als bedienden en schrijvers van 't Kantoor te Bandoeng en ook de andere Inlanders, die wel er eens een oorvijg of zelfs een rammeling van me opliepen, maar steeds en dadelijk van hun wettig recht op beklag hadden gebruik gemaakt, dan zou ik de eerste vijftien jaar wel niet uit 't gevang komen Wie wat verdient, moet wat hebben, is mijn principe en geen der bruine broeders koestert wrok als hij schuld heeft. 't Is al precies als in dienstGeloof me, de soldaten mcehten me vroeger wel lijden, dat hebben ze me meer dan eens bewezen en toch loopen er in Holland genoeg luidjes rond, die wel eens een gevoeligen tik van mij hebben gehad I Dat er nooit een heeft gereclameerd, is wel 'n bewijs, dat ik 't goed met ze voor had Ik heb menigeen zoo voor krijgsraadstraf behoed en 'n flinke rammeling, als standrecht toegepastis humaner en practischer dan eenige jaren celmarteling 1 Er zijn echter ook officieren, die zulk eene wijze van handelen volstrekt niet zouden goedkeuren, als zijnde geheel in strijd met de voorschriften, accoord, maar gelooft me lezers, zulke officieren, die in alles model zijn en ozoo vormelijk, zoo akelig vormelijk blijven tegenover hunne minderen, ze zijn veel minder gezien, dan zij die de voorschriften wel niet zoo naar de letter opnemen, wel eens wat te ruw te werk gaan, maar daardoor ook menig soldaat op den goeden weg hebben teruggebracht. »C est le ton, qui fait la musique.» En daarenboven verbeteren en niet verbitteren, zij de leuze. Doch we hadden 't over Deli. Wanneer 'n assistent, zoo noemen ze daar 'n Euro peesch opzichter, een luien brutalen koelie, niet onmid- delijk met de zweep trakteert, dan schrijft zoo'n Chinees en z'n domme kornuiten, meestal woest sterke natuur kinderen, dit eenvoudig weg aan vrees toe en dan is zoo'n assistent z'n leven niet meer zeker1) 't Gevolg kan dus zijn: 'n assistsnt metpikhouweelen en schoppen in stukken gehakt en zeer ivettig dan later 'n tiental Chineesche koelie's als afschrikwekkend voor beeld voor de anderen, in het openbaar opgeknoopt Ik voor mij, ben dan maar liever voor 'n onwettig pak slaag l Intusschen moet de meerdere natuurlijk goed weten tegenover wie hij staat en in de allereerste plaats moet hij rechtvaardig zijn, strikt rechtvaardig. De eene soldaat b.v. zal vatbaar zijn voor 'n ernstig woord, men kan op zijn eergevoel werken en beter in zoo'n geval dan arrest of politiekamer, helpt eene wel willende kameraadschappelijke vermaning. Dit geldt voor alle intellectuels in het Leger, even goed als b.v. voor H. H. Officieren. Een verwaarloosd individu echter, om een ander uiterste te nemen, een kerel uit de heffe, zonder eenige opvoeding en moreelen aanleg, lacht wat om 'n spreek», zoo'n sujet dient in den recrutentijd nu en dan eens geprügelt te worden, natuurlijk onder vier oogen, mis schien redt dat hem wel van krijgsraad en cel. Nu kent ge mijn standpunt. Erg barbaarsch vindt ge niet De Europeaan wordt dus officieel erkend als de meer dere, als de superieur van den Inlander en vreemden Oos terling. Zeer goed bedoeld, doch helaas begrijpt niet elk Kaukasiër z'n positie. Volbloed-blanda's van weinig ontwikkeling en zeer lage afkomst en ook Indo's of liever Kampong-sinjo's, soms voor zeven achtste van inlandschen bloede en te stom om voor den duvel te dansen, maken maar al te vaak misbruik van 't toeval hunner geboorte en zien met 'n dom verwaand air op »d i e smerige Inlanders en staarten» neer. Ook hier dus weer 't bekende »Als niet komt tot iet, Kent iet zich zeiven niet ten volle bewaarheid 't Zijn die so v e r h e e r s c h e r s» nu, door de In landers blanda koelie» of Europeesche koelie's genoemd, die door hun arrogant, beleedigönd en meestal zeer on rechtvaardig optreden, de fij ngevoeli^en onder de so ver- heerschten», de meer ontwikkelden dus, velen van adel bovendien, intens gevaarlijk grieven, zeker toch tegen de bedoeling van het Gouvernement in 't Is daarom dat deze Penlcrccasën geschreven moeten worden. Ik heb al vèèl te lange gezwegen. Nog een voox'beeld uit den militairen dienst, dat geeft voor de 1 zere het duidelijkst do-ir toestand weer. Wanneer 'n onbeschaafd superieur, bv. 'n korporaal, afkomstig uit de laagste volksklasse, 'n dito inférieur voor allerlei leelijks uitmaakt dan is dat zeer verkeerd van hem en gevaarlijk ook voor beiden als de mindere 'n borrel op heeftdoch meestal trekt onze dikhuidige recruut er zich weinig of niets van aan, denkt wellicht sstik lamlinghoudt erg verstandig z'n mond, gaat naar de cantine, drinkt er »een bak troost» of verorbert er met smaak z'n »krentemik.» Voila tout. 't Geschiedt dadelijks in alle kazernes Hoe geheel anders is 't moreel effect echter, wanneer de mindere iemand is van hoogen stand, van ontwik keling en verfijnde beschaving. Ieder voelt dat! Welnu, als 'n koelie hier 'n oplawaai krijgt of zelfs 'n trap, is dit lang zoo erg niet, kwetst 't niet zoo intens het rechtsgevoel, als 'n enkele onbeschofte, minachtende opmerking of uitdrukking tegenover 'n fijngevoelig, be schaafd, ontwikkeld niet-Europeaan. We begrijpen elkaar nu, niet waar Tasik malaja. Lt. Clockener Brousson. 1) Door werving van betere elementen voor den arbeid zou men wellicht tot een gewenschte oplossing kunnen komen. Particuliere Correspondentie) Berlijn, 15 December. Openluchtspelen. De beweging door den diroktenr van De Avondpost op touw gezet om in de residentie openbare speelterreinen te verkrijgen, vestigt de volle aandacht op een paedagogisch middel, dat nog veel te weinig naar waarde wordt geschat. Wat het gemis van openbare speelterreinen zeggen wil, ondervinden de Berlijners dagelijks. De hygiënische ontwikkeling van Berlijn heeft in de laatste jaren ontzsgljjke vorderingen gemaakt. In menig opzicht is DuitBchlands hoofdstad een modelstad, wat voor een goed deel op rekening van Virchow gesteld mag worden, die jarenlang lid van den gemeenteraad was en, dank zij den grooten moreeion invloed dien hij op dit college had, steeds de voorstellen, die hij ter tafel bracht, zag aannemen. Voor de lichamelijke ontwikkeling van de jengd deed men echter weinig. De gymnastiek werd wel is waar als verplicht vak op de schoolprogramma's gebracht, bij ieder schoolgebouw verrees een ruim gymnastieklokaal, doch het onderlicht werd weinig praktisch gegeven, en dikwjjls verbonden met het zingen van liederen. De massa's opdwarrelende stof een in lokalen moeilijk te vermjjden kwaad vonden door de wijdgeopende monden dan ook ruim toegang tot de ademhalingsorganen. De strjjd tegen dit eovel is sedert jaren aangebonden door de »Vereinigung für Jugend-spiele." Veel gehoor krijgt zij hier echter niet, want instede vaa het aantal openbare speelterreinen nittebreiden, besloot het ge meentebestuur van Berlijn het sportpark Friedenau te verkoopen. En wonder, ernstig, aanhoudend protest tegen dit besluit hoorden we tot heden nog niet. Reeds sedert jaren organiseeren de meeste scholen een of twee malen in de week openluchtspelen. Voor hen, die dicht bij een der militaire exercitie-terreinen, liggen is de kwestie van een geschikt terrein opgelost. Het plaatselijk commando heeft tot heden nog geen vergunning gewei gerd of ingetrokken. De voorleekenen dat er in een minder gunstige koers gestevend wordt, zijn or echter, want de vergunningen die vroeger verleend werden aan sportclubs van niet schoolgaanden worden niet verlengd of inge trokken. Vinden tol heden, de scholen aan Berlijns buiten rand gelegen, nog de noodige ruimte door van de exercitie terreinen gebruik te maken, zoo zijn do talrijke inrich tingen van onderwijs in of dicht bij het centrum gelegen er zeer ongunstig aan toe. Ook zij organiseeren nog open luchtspelen, doch stellen de deelneming niet verplichtend. De jongens zijn voor een enkel uur spelen dan ook uren onderweg. Vele ouders hebben er ernstige bezwaren tegen in eebo wereldstad als Berlijn hunno jongens alleen naar het Tempelkofer veld te laten trammen of sporen. Dit is begrijpelijk, want rondom dit enorme terrein dwalen overdag allerlei individnen, die zich eerst tegen den nacht binnen Berlijn wagen. Wel houdt de politie zoo nn en dan een drijfjacht, doch daarmede is deze vergaarbak van gespuis slechts voor enkele uren gezuiverd. Alleen de omwoners vau het Treptower park kannen van gelnk spreken. In het midden van dezen heerljjken aanleg vindt men een uitstekend ingericht speelterrein met goeden vasten grasbodem en door mooi hout omlijst. Onder de schaduw van deze boomen zjjn overvloedige zitplaatsen voor toeschouwers aangebracht. Het openbare speelterrein te Treptow verheugt zich dan ook in een groote popu lariteit en is steeds dicht bezet. Doeh hiermede zijn mijne lofzangen dan ook ten einde. Voor het overige is het hier treurig gesteld. Du tschland, het land, dat in de jaren 18501880 met de zorg voor licha melijke oefeningen zeer op den voorgrond was getreden, is sedert dien bljjven staan, zooniet achteruitgegaan. Het aantal Turnvereine is altijd nog groot, met de nage dachtenis van »Vator Jahn'' wordt altijd duchtig gepronkt, doch de groote belangstelling voor gymnastiek en vooral voor sport is niet meer wat ze vroeger was. We staan dan ook voor het feit dat de academische sportclub sedert jaren zoekende is naar een terrein, dat meer dan de helft der Berlijnsche sportverenigingen er niet beter aan toe zjjn en dat des ondanks do stad Ber- Ijjn het 5600 aren groote sportpark Friedenau, dat zij vroeger verhuurde voor ongeveer 3 millioen mark aan de »Bsrliner Badengesellsehaft", heeft verkocht. 32 Mark per vierkanten meter is zeer zeker een verleidelijk aanbod, doch in de dagen van Virchow zon de Berlijnsche ge meenteraad zulk een voorste' waarschijnlijk niet ter tafe gebracht hebben. Er heerscht hier een storm van verontwaardiging jegens het bestuur der domeinen, die den vroegeren BotaDischen tnin midden in Berljjn gelegen en een deel van het Giiinewald voor bouwdoeleinden wil verkoopen. Een monsteradres werd den ressorteerenden minister onlangs aangeboden om deze plannen te verhinderen tegen de groote schrede terug, die de stad Berljja in Jani deed door het Friedenauer sportpark te verkwanselen verhief, bijna niemand zijn stem. Juist dit terrein is uiterst gunstig gelegen, biedt een voor openluchtspelen uitstekenden bodem en werd in 1877 door de stad Berlijn voor een prikje gekocht. Het is te hopen dat het gemeente-bestuur van de Nederlandsche residentie zich in tegengestelden zin moge bewegen, Er kan waarlijk niet genoeg gedaan worden aan de lichamelijke ontwikkeling van de jeugd. Open luchtspelen zijn daaaan zeer bevorderlijk, doch hiertoe moet men over goede terreinen kunnen beschikken. Toestanden zooals in Duitsehlands wereldstad bestaan, waar men voor zooverre er van de openluchtspelen nog iets terecht kan komen van de nukken van de militaire overheid afhangt, zjjn beschamend en wekken niet tot navolging. Reeds nu heeft het »Generalkommando van Berljjn" gedreigd dat indien er nieuwe klachten over glasscherven en gaten inkwamen, of indien de een of andere majoor nogmaals met zijn paard mocht komen te vallen jeugd, hieraan zijt ge meestal totaal onschuldig alle ver gunningen om de militaire oefeningsterreinen te mogen betreden, zullen worden ingetrokken. Met dit besluit zou ook de Verein zur Förderung der Volks- and Jugendspiele die zelfs een oom der Keizerin en den inspecteur van den militairen genees kundigen dienst als bestuursleden tellen terreinloos zijn. We zouden dan op het beschamende feit kunnen wijzen dat Spree-Athene in het bezit is van vjjf uitstekende terreinen voor paardensport Westend, Weissensee, Karlshorst, Hoppegarten en Stransberg doch slechts één terrein voor mensehensport kan aanwjjzen. Het is te wenschen dat men in Nederland dit slechte voorbeeld niet zal volgen doch beter de nooden van het volk en in het bijzonder van de jeugd zal inzien. De Keizer en de kunst. Na de opvoering van Roland von Berlin te Berljjn heeft keizer Wilhelm niet alleen Leoncavallo (met de Kroonorde) bedacht, maar ook aau diens vrouw een geschenk (parelsnoer) vereerd. De Keizer interesseert zich zoo voor deze opera, omdat bjj den componist het onderwerp aan de hand deed. Bestrjjding der tuberculose. Voor het aan staand internationaal congres betreffende tubercolose, dat te Parjjs zal worden gehouden en waarvoor de Fransche regeering een krediet van 100,000 francs heeft aangevraagd, zjjn als voorzitter van het regelingscomité prof. Berthelot, tot ondervoorzitters de hoogleeraren Brouardel, Chauvean en Hérard benoemd. President Loubet heeft het bescherm heerschap, en de heeren Casimir Périer en Leon Bourgeois hebben het eere-voorzitterschap aanvaard. Algemeen secretaris is dr. Letnlle.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1904 | | pagina 9