Nieuwjaarswenschen,
Op ongewissen bodem,
No. 155.
Honderd en zesde jaargang.
Zondag 25 Dec. 1904.
Oudejaarsavond,
ZATERDAG 31 December a s.,
NIEUWJAARS WENSCHEN,
a 25 ets. a contant,
INSCHRIJVING
NATIONALE MILITIE.
FEUILLETON.
In het nummer van den
zal weder gelegenheid bestaan tot
het plaatsen van
van 1 tot 5 regels.
1LKMAARSCHE COURANT.
DU UlTGïilVEKS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
Gezien art. 17 der Militiewet 1901
Roepen bij deze op
Alle mannelijke ingezetenen, die op 1 Januari 1905
hun negentiende jaar zijn ingetreden (alzoo de manne
lijke geborenen van 1886) om zich in de maand Januari
1905 in het daartoe gereed gemaakte register voor de
Nationale Militie te doen inschrijven.
Wc inschrijving geschiedt Ineen der vertrek
ken van het Raadhuis alhier, op Dinsdag en
Vrijdag tot 20 Januari eerstkomende, van des
middags 18 tot 8 ure en verder ter gemeente
secretarie.
Zij maken voorts de ingezetenen opmerkzaam op de
volgende bij genoemde wet gemaakte bepalingen als
Artikel 13
Voor de Militie wordt ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die binnen
het 1 -ijk, in het Duitsehe Rijk of in het Koninkrijk
België verblijf houdt
2o, ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens
vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in het Duitsehe
Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats heeft;
3o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die
binnen het Rijk, in het Duitsehe Rijk ofin het Konink
rijk België woonplaats heeft
4o. ieder mannelijk ingezetene niet-Nederlander
zoo hij op den lsten Januari van het jaar het 19de
levensjaar was ingetreden en niet verkeert in een der
bij art. 15 omschreven gevallen.
Ingezetene is, voor de toepassing van het bepaal! e
hierboven onder 4o.
A. de binnen het Rijk verblijf houdende minderjarige
niet Nederlander
a. wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk woon
plaats heeft en haar gedurende de voorafgaande achttien
maanden in het Rjjk of de koloniën of bezittingen des
Rijks in andere werelddeelen gehad heeft
b. van wiens ouders de langstlevende bij zijn of haar
overlijden in het hierboven onder a omschreven geval
verkeerde, al verkeert zijn voogd niet in dat geval of
al is deze buitenslands gevestigd
c. die door zijn vade^, moeder of voogd verlaten is,
of die ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of
moeder heeft en van wien niet bekend is dat hij een
voogd heeft, indien hij gedurende de voorafgaande acht
tien maanden in het Rijk verblijf gehouden heeft.
B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen het
Uit het Duitsch
VAN
Ludwlg Ganghofer.
11)
Michel vatte zjjn zoon bij den arm Mathes 1"
»Wat, Vader?"
»Kjjk eens naar al dat water!'' Da Simmerauer wees
naar de vele plassen in hof en tuin. »Denk je niet, dat
het van beneden komt V'
»Ja, Vaderdat kon wel zijn 1" De stem van den
jongeling klook kalm, doch onrustig gleed zjjn blik naar
den steilen wand, die hunne bezitting omgrensde, terwjjl
hü keek naar de dunne waterstralen, die geluidloos door
het vlechtwerk sijpelden.
»Als het van beneden kwamwat een geluk zou
dat zijn 1 Kom, weer aan het werk Hy ging naar den
zaagbok en trachtte met bevende handen de zaag weer
recht te buigen. Doch plotseling sloeg hij beide handen
voor het gelaat, en begon bitter te weenen.
Broni was het eerst bjj hem. »Maar vader 1" Zij sloeg
den arm om zjjn hals, en ging zoo voor hem staan, dat
George, die nog altjjd als vastgeworteld daar stond, en
die de spraak scheen verloren te hebben, de tranen van
den ouden man niet kon zien.
.Maar man, lieve man 1" stamelde moeder Kate,
»Er onder Zoo Er onder, zeggen ze Er onder zon
het moeten snikte Michel door zjjne tranen. .Mijn
levenlang ben ik een rechtschapen en vreedzaam mensch
geweest, en zou dat het einde zijn Neen, dat kan niet
zjjn 1 Dat zal God verhoeden, maar wjj moeten mee
werken. Komt hier, oudje, Mathes, mjjn jongen, en mjjne
Rijk woonplaats heeften haar gedurende de voorafgaande
achttien maanden in het Rijk of de koloniën of bezit
tingen des Rijks in andere werelddeelen gehad heeft.
Voor minderjarig wordt voor de toepassing van het
bepaalde hierboven onder A. gehouden bjj, die minder
jarig is in den zin der Nederlandsche wet. Voor meer
derjarig wordt voor de toepassing van het bepaalde hier
boven onder B. gehouden hij, die meerderjarig is in den
zin van voormelde wet.
Art. 14*
De Inschrijving geschiedt
lo, van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede lo.
zoo hij binnen het Rijk verbljjf houdt en zijn vader,
moeder of voogd aldaar woonplaats heeft, in de gemeente
der woonplaats van vader, moeder of voogd
zou bij binnen het Rijk verblijft houdt en zjjn vader,
moeder of voogd elders dan binnen het Rjjk woonplaats
heeft, in de gemeente, waar hij verblijf houdt.
zoo hij door zijn vader moeder of voogd verlaten is,
ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder
heeft en het niet bekend is dat hij een voogd heeft, in
de gemeente, waar hij verblijf houdt
zoo hij in het Duitsehe Rijk verblijf houdt, in de ge
meente Amsterdam;
zoo hij in het Koninkrijk België verblijf houdt, in de
gemeente Rot terdam;
2o. van hem, bedoeld in art. 13. eerste zinsnede 2o.
zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft
binnen het Rjjk in de gemeente der woonplaats van
vader, moeder of voogd
is de woonplaats van vader, moeder of voogd in het
Duitsehe Rijk, in de gemeente Amsterdam;
is zij in het Koninkrijk België, in de gemeente Rot-
t e rd am;
3o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 3o.
zoo hij woonplaats heeft binnen hot Rijk, in de ge
meente zijner woonplaats
zou hij woonplaats heeft in het Duitsehe Rijk, in de
gemeente Am sterdam;
zoo hij woonplaats heeft in het Koninkrijk België, in
de gemeente Rotterdam;
4o. A. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede
4o indien bij meerderjarig is
zoo hij verkeert in het geval in de tweede zinsnede
van dat artikel onder Aa omschreven, in de gemeente,
waar zjjn vader, moeder of voogd woonplaats heeft;
zoo hij verkeert in het geval in die zinsnede onder
Ah. omschreven in de gemeente waar zijn voogd woon
plaats heeft is de woonplaats van dezen buitenslands,
dan geschiedt de inschrijving in de gemeente, waar de
minderjarige verblijf houdt;
Zoo hij verkeert in een der gevallen in evenbedoelde
zinsnede ondor Ac omschreve*, in ue gemeente, waar
hij verblijf houdt;
B van hem, bedoeld in art. 13, eorste zinsnede 4o.
indien hjj meerderjarig is
in de gemeente, waar hij woonplaats heeft.
De in de vorige zinsnede als plaats van inschrijving
aangewezen gemeente is die, waar het verblijf of de
woonplaats gevestigd is of was op den lsten Januari
van het jaar, volgende op dat waarin de in te schrijven
persoon het 18e levensjaar volbracht, tenzij het iemand
geldt, wiens inschrijving te Amsterdam of te Rotterdam
moet geschieden wegens verblijf of woonplaats onder
scheidenlijk in het Duitsehe Rijk of in het Koninkrijk
België.
Art. 15.
Voor de Militie wordt niet Ingeschreven t
lo. de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst te
behooren tot een Staat, waar de Nederlanders niet aan
Broni, geeft allen mij de hand er op, dat gij znlt helpen
ons buisje te behouden zoo lang het kan. Niet versagen
moeien wij, maar werken, aldoor werken
Daar klonk over de velden een lied, gezongen door
twee schelle kinderstemmen. Een lachje gleed over de
verwelkte trekken van den Simmerauer. Hoor, hoe vroo-
ljjk ze zingen, die lieve kleinen... het eenige, wat mg
van die arme Leni is overgeblevenmoeten zij het
dak verliezen, waaronder zij een toevlucht hebben go-
vonden. Jij, Mathes, bent een volwassen mensch, en zult
je weg wel vinden door de wereld. Jij, Bi om, zult licht
iemand vinden, die je een tehuis aanbiedt. Maar, waar
been moeten die arme schapen als ons huisje ten onder
moet Neen, neen, dat kan niet 1 We moeten den
moed niet laten zinken 1 Komt, kinderen, laat ons
weer beginnen 1 En laat die arme kleinen niets van onzen
angst mi rken 1"
De Simmerauer wilde weer zijne zaag grjjpen, doch
daar legde zich eene hand op zjjn schouder, en eene
onzekere stem vraagde: »Michelkunt ge mg niet
gebruiken Toe, laat mjj meehelpen 1"
De oude scheen zyns ooren niet te gelooven. »George 1
Gij
»Zie, ik heb den tijd 1 En ik vraag geene beïooning.
's Morgens vroeg kom ik, savonds ga ik weer heen, en
ik breng mjjn eten mee 1
Sla toe, Michelen ik begin terstond I"
In de eerste vreugde, een helper gevonden te hebben,
wilde de Simmerauer reeds de hand uitstrekken. Maar
Broni trok hem terng. »Neen, vader 1 Als wij alleen ons
hnisje niet kunnen behouden die daar kan ons vast
niet helpen. Die kan zijn eigen hnis niet houden. Wat,
die aamaakt, gaat verloren. Die heeft geen goede hand I
Laat ons liever aileen blijven, vader I"
»Als je dat denkt..." sprak de Simmerauer zacht,en
keek schuw van Broni naar George. En moeder Kate,
die bang was voor strjjd, stamelde: »Maar kind, boe kun
je zoo praten
Doch haar angst was overbodig, want George bleef
kalm; eerst na een poos, toen de donkere blos, die zijn ge-
den verplichten krijgsdienst zijn onderworpen of waar
ten aanzien van den dienstplicht het beginsel van
wederkeerigheid is aangenomen
2o. hij die bewijst in de koloniën of bezittingen des
Rijks in andere werelddeelen verblijf te houden of
woonplaats te hebben al heeft zijn vader, moeder, voogd
of curator woonplaats binnen het Rijk
Art. 16. Hij, die volgens art 13 behoort te worden
ingeschreven is verplicht zich daartoe bij Burgemeester
en Wethouders der gemeente, waar volgens art. 14 de
inschrijving moet geschieden, aan te geven tusschen
1 en 31 Januari van het jaar. volgende op dat,
waarin hij het achtiende levensjaar volbracht.
Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich
ter inschrijving moet aangeven, alsmede in een der
gevallen hierna in de vierde zinsnede omschreven, rust
de verplichting tot het doen der aangifte:
indien het een minderjarige betreft, op zijn vader,
moeder of voogd
indien het een meerderjarige betreft die onder cura-
teele gesteld is op zijn curator. De verplichting van
vader, moeder of voogd geldt evenwel slechts zoo hij
of zij binnen het Rijk, in het Duitsehe Rijk of in het
Koninkrijk België woonplaats heeft.
Behoudens de uitzonderingen bij de volgende zin
snede gemaakt, rust de zorg voor het doen der aangifte
uitsluitend op den in te schrijven minderjarige
indien zijn vader, moeder of voogd niet binnen het
Rijk, in het Duitsehe Rijk of in het Koninkrijk België
woonplaats heeft
indien zijn vader of moeder of beiden de ouderlijke
macht missen
indien hij door zijn vader, moeder of voogd verlaten
is of
indien hij ouderloos is of in wettelijken zin geen
vader of moeder heeft en het niet bekend is, dat hij
een voogd heeft.
Hij, die door de bestuurders in art. 22 vermeld, ter
inschrijving moet worden opgegeven of die in dienst is
bij de zeemacht, de marine-reserve en het korps mari
niers hieronder begrepen, bij het leger hier te lande
of bij de koloniale troepen, is tot het doen van de aan
gifte niet verplicht.
Voor hem of haar die tot het doen der aangifte ver
plicht is, kan de aangitte geschieden door een ander,
daartoe schriftelijk gemachtigd. De volmacht blijft
onder Burgemeester en Wethouders berusten.
De wijze waarop van de gedane aangifte moet blijken,
wordt door Ons bepaald
Art. 18.
Voor de Militie wordt ooB Ingeschreven of
wordt opnieuw Ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijke Nederlander, die ni
den 1 Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij
het 18de levensjaar volbracht en vóór het intreden van
het 21ste levensjaar zijn verblijf b:nnen het Rijk in het
Duitsehe Rijk ot in het Koninkrijk België gevestigd heeft;
2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens
vader, moeder of voogd na den 1 Januari van het jaar,
volgende op dat, waarin de minderjarige het 18de levens
jaar volbracht en vóór het intreden van diens 21ste
levensjaar zijne of hare woonplaats tinnen het Rijk, in
het Duitsehe Rijk of in het Koninkrijk België geves
tigd heeft
3o. ieder mannelijk minderjarige, die na den 1 Jan.
van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levens
jaar volbracht en - óór het inti eden van het 21ste levens
jaar Nederlander of opnieuw Nederlander is geworden,
zoo hij in een der hierboven onder lo. ou.schreven ge
vallen verkeert, of wiens vader, moeder of voog i verkeert
laat overtogen had, weer verdween, sprak hij
»Broni 1 Na beb je me gegriefd, diep gegriefd 1 Dat
ik voor mij zelf niet deng, weet ik reeds lang, maar dat
ik ook voor anderen tot niets nut ben, dat dacht ik
niet!... Nn weet ik het! Goeden dag!"
Hij streek het natte haar van het voorhoofd, schudde
de laatste waterdruppels van de handen en verliet den
hof. Toen hjj over de schutting was geklommen, en hoed
en bergstok had opgeraapt, ontmoette hg de beide kin
deren, die nog altijd lastig zongen.
De Simmeraner trok weer vlijtig de zaag heen en weer
en Mathes sloeg met zijn zwaren hamer op den paal.
Alleen Broni stond nog stil en baar blik dwaalde
over de berghellms; naar boven.
De stem van haar vader wekte haar uit haar gepeins
»Broni wat is er dan
»Niets 1"
Zij haalde diep adem, greep naar een boomstam, en
sloeg er met de bijl op los, dat de spaanders in het rond
vlogen.
III.
Da koele schaduwen van den avond waren over het
dal gezonken en het begon te schemeren. Hoog boven,
op de Bteile rotswanden en de scherpe bergkammen lag
nog een laatste gondeo schijn van d'n zinkenden dag,
doch in de diepte spreidde zich reeds de schemering uit
over het dorre loof der boomen en over de daken, uit
welker schooisteenen de rook langzaam opkronkelde. Van
de velden, doorsneden door de beek met hare verschil
lende zijtakken, steeg dunne nevel op; deze vermengde
zich met de rookwolken en omhulde den slanken kerk
toren en gleed over het taooge dak van den Pmtsoheller-
hof, die, op eene hoogte gelegen, trotsch boven alle
buizen van het dorp uitstak.
Wordt vervolgd.)