Pil mier Bestaat nil 3 niaflen
voor flfitt cursus 1905-1906
No. 7.
Honderd en zevende jaargang»
1905.
ZONDAG
15 JANUARI.
Ambachtsschool
alkmaar.
Aangifte van
Ja e u a L i m 12 m
H. VAN DER HEIJ.
Drankwet.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Algemeen Overzicht.
Nieuwst ij dingen.
ILKMAARSCHE Cd IJ RAM
Deze Contant wordt Olagd» g~, Doiderdag-
en later li(*Toad uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f <5,8©franco door hot
geheele rjjk f 1,
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
ïelefoonniMmer 3.
Prys der gewone advertentie» i
Por regel f 0,15. Gioote letters naar plaatsruimte,)
Brieven f r a n o o aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij
r/h. HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9.
aanvangende APRIL e k., op eiken Donderdag, Vrij
dag en Saterdag der maand FEBRUARI, van 9
tot 4 men
De leeftjjd van 18 jaren moet zjjn bereikt.
Onvermogenden kosteloos, anderen betalen een
schoolgeld van f f 18.—, f 18.-, f 84.-,
f 3©.of f 36.in bet jaar.
Iieermlddelen en Gereedschap wor-
den aan allen verstrekt.
Nadere inlichtingen geeft de Directeur
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter altremeene kennis, dat bij Gedeputeerde
Staten van Noord Holland zijn ingekomen verzoek
schri ten ter bekoming van vergunning voor deu
verkoop van sterken drank In het klein, al
leen aan logeergasten van onderstaande personen,
voor de aebier bnnae namen vermelde perceelen
C. D. PROOT, Lrngestraat, wjjk B, No. 73.
C. M. DUIJNEVELD Luttik-Ondorp, wijk C, No. 9.
H KO ilJMAN Ondegracht, wjjk A, No. 198.
Dl. GERLING Heerenstraat, wjjk O, No. 6.
P. A. DEKKER, Bierkade, wijk C, No. 1.
Bionen twee weken nadat deze bekendmaking is ge-
sohied kan ieder tegen het verleetien van vergunning
Bchrifteljjk bezwaren bij bnrgemeester en wethouders in
brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
14 Jan. 1905. DONATH, Secretaris.
Op parlementair gebied valt er dezer dagen in D e n e-
marken iets te leereu.
Het ministerie daar te lande is sinds lang inwendig
verdeeld, 't Zijn daar geen kerbeljjken en vrjjzinnigen,
die tegenover elkander staan neen, de geschillen sprui
ten voort uit de quaestie van het meer of minder, met
andere woorden: de liberalen voeren er ttrijd met de
radicalen. Dat maakt het geval voor Nederland al dadelijk
interessant.
Odangs nu kwam 't tot een botsing. Daar er een
volkomen gemis aan overeenstemming in den boezem van
het kabinet heersebte over de zaak der landsverdediging
besloten de vjjf ministers, die den liberalen vlengel van
het ministerie vormden, heen te gaaD. Zoo bleven dns
alleen over aan het bewind de radicale aanhangers van
den minister-president Denntzer.
Vermoed werd, dat de oplossing van het geschil zon
worden gevonden door een opdracht van den Kon'mgaan
Denntzer om een nienw homogeen radicaal kabinet te
vormen. Wel zon znlk een ministerie een zwaren strjjd
met bet parlemen hebben te voeren, doch men kon niet
aannemen, dat de radicalen geheel ter zjjde zonden wor
den geschoven.
En toch is dit thans geschied. Nadat het overblijvende
deel van het ministerie Woensdag jj. ook zjjn ontslag
had aangeboden, droeg de Koning nog denzelfden dag
aan den minister van eeredienst en onderwijs Cüristensen
op, een nieuw kabinet te vormen.
Waarschjjnljjk zal Cbristensen trachten een coalitie
kabinet saam te stellen nit de afgetreden liberale leden,
wellicht met nitzondering van den minister van oorlog,
en voorts nit leden van de vrij-conservatieve partij. Het
»vrg" in deze samenstel ing is natunrlgk op te vatten als
»onafhankeljjk", doch zou men dit woordje gebruiken in
de beteekenis »an »tamelp", dan zon men ook niet zoo
heel ver van de waarheid zijn.
Denemarken geeft dus insgelijks het geval te aanschon
wen, dat door verwjjdering tuszeben de vooruitstrevende
en de nog meer vooruitstrevende part jj ten slotte de
conservatieven als een wigge zich in de regeering hebben
weten te dringen.
Of deze verschniving van het gezag naar rechts, ten
koste van de vrjjzinnigen, van langen dunr'zal zjjn? Dat
is natunrlgk moeilijk te zeggen. In Nederland streven
thans liberalen en vrijzinnig-democraten naar een »modns",
die gemeenschappelijke actie bjj de stembns mogelijk maakt
waarschijnlijk zullen de beide groepen in Denemarken,
die na door hun tweespalt het terrein geëffend hebben
voor den gemeeuscbappelgken vijand, ook wel tot het
inzicht komen, dat men nu nog -zeel verder van honk is
dan te voren.
De bjj Port Arthar gemaakte krijgsgevangen
Russen komen nu successievelijk in Japan aan. Met
begrijpelijke nieuwsgierigheid wordt naar hen gekeken.
Wat misschien ook be rjjpelijk, maar dan toch in hooge
mate onkiesch is te noemen is, dat sommige dagblad
correspondenten de gezichten der krijgsgevangen officioren
bestudeeren en dan dadelijk naar Europa gaan seinen, of
ze er wel vermagerd genoeg uitzagen. Da Standard-cor
respondent b.v. heeft zich verbaasd over bet weldoorvoede
voorkomen der offieieren, wat zeker zooveel beduidt als
dat 't te Port Arthar niet zoo slecht was gesteld. Zjjn
dan nu al de dooden, gewonden, uitgeputten, verminkten,
die men daar gevonden heeft, alweer vergeten
Den lOen kwamen 26 Russische officieren, op parool
vrijgelaten, te Nagasaki aan zjj werden verwelkomd door
leder van het gemeentebestuur en officieren van het
garnizoen en naar deu tempel gebracht, waar hun ver-
verschingen werden aangeboden. Kolonel Trichakoff die
namens de officieren het woord voerde, zetde dat het
onmogelijk was woerden van dank te vinden, voor zulk
een vriendelijke ontvangst, bereid aan mannen die toch
voor kort landsvjjanden waren. Deze vjjandeljjkheid was
begonnen, omdat Japan in zjjn eigenschappen boven aan
staat in de rjj der naties. Do spreker geloofde dat Rasland
en Japan na den oorlog warme vrienden zonden worden.
Bjj al deze mededaelingen om'rent nit bondige
lieftalligheid van de Rassen tegenover
de Japanners zal men goed doen geen oogenblik te
vergeten, dat dergelijke berichten komen nit Japan en
worden opgenomen in Eogolsene bladen, die den Japan
ners vriendschapp ljjk zijn gezind In bladen derhalve, die
den gansoben duur van den oorlog erop uit zjju geweest
stemming te maken voor den gelen bondgenoot, waartoe
al znlke berichten inderdaad een werkzaam middel zjjn
bij don urgeloozen lezer.
Over het loger der Rassen in Mantsjoe-
r ij o komen nu weer eens ter afwisseling zeer ongunstige
berichten Sommigen beweren, dat Xoeropatkine niet ovor
200.000 man beschikt, anderen dat hjj eene legermacht
van 500,000 man bijeen heeft. Van we ingeliohtn zijde w-rd
den Peteisburgscheu correspondent «an de Echo de Pa
rts verzekerd, dat Koeroputkine eeue maand geleden nog
maar 175,0 0 man infanterie had, en dit is, zooals
men weet, het eenig wapen, dat van werkeljjka kracht
kan zjjn in den oorlog, die in de bergstreek moet ge
voerd worden en welke kan dienen voor eene omtrekkende
bewegiDg of om Liaojang t heroveren. Ook wordt te
Petersburg gezegd, dat de Russische commandant niet
genoeg berggeschnt bezit. Een Russisch officier deelde
den correspondent van de »Echo de Paris" mede, dat de
ojjlers betieffende de verliezen der Russen bjj Liiojaog
en de Shahorivier vee) aanzienljjker zjjn dan men heeft
durven melden. Deze zegsman bleek van oordeel, dat,
met, de sinds zes weken cezondnu versterkingen. Koero-
patkme niet meer dan 200.000 man beschikbaar heeft
en dat hg veel te weinig berggeschnt kan gebruiken.
VoortB deelt de Petersburgsche correspondent van de
Echo de Paris mede, dat men iu de Russische hoofdstad
zeer ontstemd is over Koeroputkine s 1 ij iel jjke en werk-
looze bonding gedurende den wiDtertjjd Zelfs wordt vol
gens dien correspondent gesproken over Koeropatkine's
vervanging en wel door generaal S lekhomlinoff, leerling
en vriend van Diagomir-ff, wiens plaats hjj in het
district Kieff heeft ingenomen. De oorrespondent zelf
bljjkt weinig aan deze geruchten te beohten. Het pes
simisme, dat tbaDS te Petersburg overbeerschend is
geworden, moet men zegt hjj beschouwen als
een natuurlijk gevolg van Rasiand's nederlagen te land
en ter zee. Toch bestaat er aanleiding voor, want de
joDgste ra, porton, door den generalissimus, aan den Czar
uitgebracht, luiden verre van gnn-tig. Het slot ervan is
steeds eene aanvraag om belangrgke versterkingen en
Koeropatkine verzuimt nooit er op te wjjzen, dat de
Jnpanscbe stollingen «buitengewoon krachtig" zjjn.
Uit de hedenmorgen verschenen ochtendbladen bljjkt,
dat de Rassen een einde willen maken aan hnnne werk
loosheid. Zij zonden Nioe-tsjwang eo Nioetsjiatoen hebben
aangevallen doch in beide gevallen zjjn teruggeslagen.
Aan deze actie ligt ten grondslag een streven om het
leger van Nogi te verhinderen zich bjj dat van Oyama
aan te slniten.
Ken bezoek aan Egnond aan Zee.
Wie las er niet met deernis de berichten over de
rampen te Egmond van den laatsten tijd. En velen
trokken heen om 't zoo geteisterd deel van 't plaatsje
te gaan aanschouwen. Ook door een onzer is dit gedaan.
Medelijden moet men hebben met hen die 't slachtoffer
werden van zoo wreed een vernielen door de zee. Tot
nog toe was in Egmond, als wild ging de zee en loeide
de stormwind, in veler harten de vrees voor man en
kroost en vrienden, die met niets onder zich dan een
hobbelenden kiel, daar geslingerd werden op 't vreesehjk
baargeweld nu is 't daarbij de angst voor 't verlies
van huis en bezittingen, die een deel van Egmonds be
volking onrust brengt.
Wanneer men staal op het strand, en kijkt op naar
de ruïne daarboven, de hangende veranda's, de in den
wind trillende palen, dan gaat van dat alles uit maar
één kreethelp toch. En 't kan niet anders ot elkeen
zal toegeven, hier moet geholpen worden, 't moet niet
zoo zijn dat er een deel wordt weggeslagen van't aardig
plaatsje, waarover geschreven is als de plaats met een
toekomst de plaats die zal komen tot meer en meer
deren bloei.
Het was een oude visscher, tot wien we ons richtten,
met de vraag »En zou nu niets dat wegslaan kunnen
keeren.» »Dat vragen ze allen», was 't bescheid, «jawel,
men kan 't beproeven, bijvoot beeld met een drietal
hoofden, dammenMaar anders ze gaat hoog, de
zee, en of 't veel zou geven, is de vraag maar als je
niets probeert, zal je ook niet veel verkrijgen.»
Toen hebben wij gezeten, hoog in Egmonds vuurtoren
en we hebben gekout met éen der wachters over de
verwoestingen van den laatsten tijd. En wij hebben
hem, den spraakzamen man, dezelfde vraag gedaan als
den ouden visscher. En terwjjl de wachter zijne werk
zaamheden verrichtte aan de groote lampdie daar
staat, omgeven van rood glas, heeft hij ons zijne meening
uiteengezet.
Of er wat aan te doen was Jawel, hij meende, dat
er heel veel aan te doen was. Daar was in de eerste
plaats het maken van een viertal hoofden in zee, om
de kracht, de grootste kracht tenminste, te breken van
den schurenden golfstroom. »En dan, meneer, ziet u,
vooral een strandmuur ja zeker een strandmuur zou
ook veel helpen.» «Jongens 't water heeft anders zoo'n
kracht», vervolgde hij, steeds bezig met 't in orde maken
van den brander van de lamp. «Heeft u 't gezien, met
de stormen van laatst Niet gezien neen dan kan je er
niet over oordeelen, maar daar heb je respect voor.»
»Er wordt op 't oogenblik flink gewerkt», merkten
we op, »de Egmonders zitten lang niet stil, dat kruit
maar gestadig zand aan.»
«Jawel, meneer, maar wat geeft dat losse zand
De brander was nu gereed en werd in de lamp geplaatst.
«Kijk, meneer», begon de wachter weer, »als "t zoo'n
noodweer is en je zit hierboven, dan krijg je bij eiken
rukwind weer een schrik en je denkt steeds we.r aan
't dreigend gevaar dan is 't waken niet pleizierig
meneer.»
De lamp was nu gereed en na tvat afvegen, wees de
man naar buiten en begon weer»Ziet u daar dat
vlakke gedeelte in 't zand Daar komt een badhuis en
dat daar wordt een straatweg er heenmaar wat
geeft een bouwen en uitbreiden van ons plaatsje als
aan een anderen kant toch weer wordt weggeslagen,
wat werd opgebouwd.»
Nu was er weemoed in de stem van den waker.
We daalden een verdieping lager, daar waar is
het eigenlijke wachtkamertje. In dit kleine kamertje
hebben we nog lang samen gepraat en heeft de waker
ons verhaald van zijn toren en stormachtige van de
nachten, daarin doorgebracht.
Toen zijn we weer naar beneden gegaan en na een
laatsten blik op 't droeve schouwspel der verwoesting
zijn we weer stadwaarts gekeerd
Onze correspondent te Egmond schrijft ons
Nog steeds komen er nieuwsgierigen, om de verwoesting
te zien. Verleden Maandag was er zelfs hoog bezoek.
De afgevaardigde van het district, de heer W. C. J.
Passtoors, was er n. 1. om de treurige geschiedenis eens
met eigen oogen te aanschouwen Vergezeld van B. en
W. van Egmond aan Zee en van den heer G. Ruigewaard,
eigenaar van het villaterrein langs de zee en aannemer
der duinbeplantingen in Noord-IIolland, nam de heer
Passtoors alles nauwkeurig op en zeer zeker is de con
ferentie, welke B. en W. en de heer Passtoors daarna
op het raadhuis hadden, gewijd geweest aan besprekingen,
wat op het oogenblik wel zal kunnen gedaan worden
ter voorkoming van erger ongelukken.
Naar wij nader vernemen, heeft de heer Passtoors
reeds stappen gedaan bij het Departement van Water
staat Laat ons hopen, dat er iets gedaan wordt, want
zoo kan het niet langer meer.
Met eenige voldoening maken wij van dit bezoek
gewag, wijl het een heel mooi antwoord is op onze
voorstellen, in één onzer correspondentie's in dezen gedaan.
Ook deed het ons aangenaam aan, ons denkbeeld van
een algemeen petitionnement door den heer Boelmans
ter Spill te zien gesteund. Als er zulke schouders onder
een te nemen initiatief gezet worden, is er kans, dat
dit op de rechte plaats komt. Het is te verwachten, dat
de ijverige vereenigingen, door den heer Boel mans ter
Spill genoemd, deze sterke hulpe met beide handen zul
len aangrijpen, want hier is nu werkelijk iets te praes-
teeren ter bevordering van het vreemdelingenverkeer.
Zoo zullen we wel tot een resultaat komen en wordt
voor Egmond wellicht uit dit kwade nog het goede
geboren.
Als nu maar die leelijke wind wil gaan liggen, want
deze kan ons, hoe mooi de toekomst er dan ook voor
zou staan, nog leelijke parten spelen.
Ontmoedigd is men hier anders nog niet, de heer P.
de Graaff is n.l. weer druk aan 't zanden.
Slapte tn kunstzaken.
Zoowel te Schagen als te Haringbuizen doet zich het