Dit nummer bestaat alt 2 blabei 3 öTte nland. No 9. Honderd en zevende jaargang. 1905. VRIJDAG 20 JANUARI. INKWARTIERING. VORDERING vau PAARDEN. De voortplanting van den aal Algemeen Overzicht. AIKMA CHE 01IIIVI. Deze Courant wordt Dlisd» g-, OozAerdsj- en I*ter4»i*Toad uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f franco door het geheele rjjk f 1, 3 Nummers f O,O®. Afzonderlgke nummers 3 ets. Telefoonnummer 3. frp der gewone advertenttën i Per regel f 0,13. Groote letters naar plaatsrnimte.j Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HEKMs. COSTER ZOONVoordam 0 9. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar J Gelet op art. 17, laatste zinsnede, van bet Kon. besloit van 10 November 1892 (Staatsblad No. 253), laatstelijk gewijzigd bij Kon. besluit van 16 December 1902 (Staats blad No. 222) Brengen ter kennis van belanghebbenden dat de nlpha- betlsche lijst, bevattende de namen van de in de ge meente metterwoon gevestigde eigenaren van een paard of van meer paarden, ook al is dit paai d, of zjjn deze paarden slechts gedurende een gedeelte van hetj(ar in de gemeente aanwezig, alsmede, voor zooveel de eigenaren elders wonen, van de gewoonljjk voor die eigenaren optredende personen (zetbaas, zetboer, bouwmeester of andere met het toezicht op het peard ot op de paarden belaste persoon), gedarende de maand Februari op de secretarie dezer gemeente voor een ieder ter in<age is nedergelegd, van des voormiddags 9 tot des namiddags 2 nre. Burgemeester en Wethouders van A kmaar, Alkmaar, G RIPPING, Voorzitter. 19 Jan. 1905. DONATH, Ssoretaris Er zjjn veel verschillen tnsschen de buitenlandsche en de Nederlandscbe journalistiek. Wanneer men een groot Nederlandsoh blad naast zich legt, dan zal 't moeite kosten een groote bmtenlandscae courant op te sporen, die daarop maar eenigszins geljjkt, wat betreft de indeeling eu de behandeling der stof. De buitenlandsche bladen bebben onderling veel meer over eenkomst met elkander dan met de Hollandsche. Een vorm der journalistiek, waaraan men in het bui tenland bjjzonder is gebecht, is bet interview. Hier te lande komt dat ook wel voor, maar toch lang niet zoo algemeen. En bevat een Hollandsch blad al eens een in terview, dan wordt daarbjj altjjd gemeld, met wteu de redacteur bet vraaggesprek gehad hoeft. In den vreemde acht men dat veel minder noodig daar maakt een in terview evenveel indruk, wanneer de redactie maar ver zekert, dat het onderhoud werd gevoerd met een man van beteekems, zonder ®«rdere aanduiding. De Frank/urter Zeitung bevatte dezer dagen ook weer zulk een interview, thans met »een actief staatsman." Dat de visschen zich vermenigvuldigen door het leggen van eieren, door het zoogenaamde kuitschieten, weet wel iedereen, die visch kent. Honderden malen heeft men de eieren in vrouwelijke haringen (bokkingen), schel- visch, kabeljauw, baars en andere riviervisschen gezien. De voortplanting van den aal of de paling echter is langen tijd in een geheimzinnig waas gehuld geweest, doordat men nooit kuit in paling gevonden had Men wist alleen te vertellen, dat de jonge allen ter dikte van een stopnaald bij milliarden, neen bij decimeter dikke lagen uit zee de rivieren opzwommen, om in de rivieren te blijven, totdat zij teelbaar waren om daarna weder zeewaarts te gaan. In een tien jaar geleden verschenen leerboek lezen we »In het najaar trekken de volwassen vrouwelijke dieren (dit zal wel moeten zijn geslachtsrijpe) langzaam stroomafwaarts naar zee (natuurlijk voor zoover zij daartoe gelegenheid hebben) om daar kuit te schieten. Den terugkeer van de volwassen dieren naar de rivieren heeft men nooit waargenomen. In het voorjaar komen millioenen jonge alen, 28 c.M. lang en met door schijnend lichaam, van uit de zee naar de rivieren, een donkeren band langs de oevers vormend. Zij zwemmen steeds verder stroomopwaarts, dringen in elke beek en elke sloot, laten zich zelfs niet door sluizen en water vallen terughouden, waar zij tegen opklimmen, en ver spreiden zich zoodoende tot diep in het binnenland." Er is heel wat gesold met den aal. Het heeft lang, tot in den allerlaatsten tijd geduurd voordat men wist, hoe het met zijn wijze van vermenigvuldiging geschapen stond. Een menschenleeftijd geleden had men gedurende twintig eeuwen in een kringetje rondgedraaid, zoodat men toen weer even ver was als Aristoteles. Von Siebold feloofde nog aan het ontstaan van den rivieraal uit on- evruchte, maagdelijke vrouwelijke exemplaren. Aristo teles onderscheidde reeds twee soorten, een met spitsen en een met ronden kop. Hij wist al, dat de dikwijls in palingen gevonden bleekerondachtigevingerlange diertjes wormen en geen jonge, ongeboren palingen waren. Niettegenstaande dit leest men in onzen tijd nog herhaaldelijk, dat de een of ander in palingen jonge alen heeft gevonden. In de 48de eeuw vond Mondeni te Bologna de eier stokken of kuitlichamen. Ongeveer tezelfder tijd (1780) geschiedde dit ook door den Duitscher O. F. Muller, die een beschrijving van dit orgaan gaf. Later gebeurde dit herhaaldelijk door Rathke. De eierstok ligt bij de grootere alen als een dubbele Dat klinkt niet sl ebt en geïmponeerd door dien titel» laat zich het onderhond wel lezen. Beschouwt men 't. echter op den keper, dan moet wel tot de conclusie worden gekomen, dat men voor de verklaringen, die tijdens het gesprek werden afgelegd werkelijk geen »»ctief staatsman" behoeft te zijn de eerste de boste, die geregeld de couranten bijhoudt, zon dat preeies even goed klaarspelen. Een voorbeeld. Het is mogeljjk, zeide de zegsman der Frankf. Ztg., dat Rusland door den binnenlandachen toes'and voorloopig geen gelegenheid hebben zal om zijn Balkan-politiek krachtig voort te zetten. De binnenlandpcho toes'and is van dien aard, dat kenners van het land, die tot voor korten tjjd een revolutie onmogelijk achtten, thans van andere meoning geworden zijn. Wel zjju de tijden onrustig en de menschen. Het is moeiljjk lang vooruit het politieke weer te voorspellen, en de interna tionale brandweer moet op baar post zijn. Maar voor ongerustheid zie ik geen grond. De mogendheden hebben hnn best gedaan om den Japansch-Rnssischen oorlog te localiseeren. Moet men dan verwachten, dat zij thans, nu zij de vreselijke ellende van een modernen oorlog opnieuw hebben leeren kennen, lust gevoelen dien strjjd in Europa te doen ontstaan. De politieke atmosfeer moge niet vrij van donkere wolken zijn, er moeten heel onverwachte dingen gebeuren zal het tot een uitbarsting komen. Men zal moeten erkenuen dat weten wjj allemaal wel. Intusschen hieft zich op het politieke wereldtooneel weer iets voorgedaan, dat den vrienden des vredes met eenige bezorgdheid vervult. Door de Russische regeering werd vóór een paar dagen een circulaire verzonden waarin met kracht werd ge protesteerd tegen het schenden van de onzij digheid van China. In die nota werd gezegd, dat Cnina niet in staat was zijn verplichtingen na te komen. Deze bewering werd met een aantal voorbeelden van sohen- ding der neutraliteit ge<-t»afd en ten slotte werd de meening uitgesproken dat waarschijnlijk daarmode op dezelfde wjjze zal worden voortgegaan. Da pogingen, door de Earopeesche mogendheden bjj het begin van den oorlog aangewend om het terrein van den strjjd te be perken en de onzjjdigheid van Cnina te verzekeren, hadden itus, naar Ruslands meaning, geen sucoes. En daarom, zoo zeide de Rass sche nota, behoudt Rasland zien het recht, voor om zich in die onzijdigheids-quaestie slechts te laten leiden door zijn eigen belangen. In de Engelsohe pers werd deze geheela oircnlaire beschouwd als een verontschuldiging voor Raslands op treden in Mantsjoerije, Het bleek toch, dat Russische cavalerie over Cüineesch grondgebied getrokken was om te trachten het opiukken van Nogi's leger van Port Arthur naar het noorden te belemmeren. geelwitte band evenwijdig langs den darm. Toch werd in 1872 nog door twee geleerden van erkende bekwaam heid, wonende te Bologna en te Pavia beweerd, dat men hier niet met eierstokken te doen had. En hoewel in 1874 te Rus Cyrski te Triest het eerst alen van het mannelijk geslacht vond, die, hij onderscheidde aan den inwendigen bouw, de grootte en het uitwendig voorkomen, bleven vele dierkundigen voortgaan aan hun leerlingen te vertellen, dat alle in de binnenwateren levende palingen maagdelijke wijfjes zijn. Later vond Dr. Hermes in den zeeaal de geslachts organen der mannelijke dieren, evenals die der wijfjes langs den darm gelegen en gevuld met rijpe spermato zoïden (zaaddiertjes) en toen moest ook al spoedig ei kend worden, dat ook onder de rivierpalingen mannelijke dieren aanwezig zijn. Nog later, na 1890, vond Hermes zelfs zeer vele mannetjes, tot 80 pet. en meerhij stelde vast dat ze in de Elbe voorkomen op een afstand van 40 mijlen van haar monding. De mannetjes (hommers of melkers) zijn steeds kleiner, hoogstens M. lang. De rugvin blijft smaller, het kopgedeelte platter en smaller, de onderkaak korter en zwakker, maar daarentegen zijn de oogen wijder. Toen men wist, dat in de binnenwateren zoowel mannetjes als wijfjes voorkwamen, kwam men op de hoogte der vermenigvuldiging van de aal en was de legende, dat zij levende jongen voortbrengt, al spoedig de wereld uit. Enkele malen ving men in diep water groote pai tijen palingen, die hun aanwezigheid verrieden door hun plassen in het water, evenals men dit waar neemt bijv. bij bliek in den rijtijd. Toch heeft men in druk bevischte wateren nooit zeer jonge alen en geslachtsrijpe exemplaren gevonden. in het laatst der vorige eeuw losten de Italiaansche geleerden Grassi en Galandruccio het raadsel op. Het aalbroed doorloopt evenals dat der negenoogen (waartoe o. a. de rivierprik of rivierlamprei behoort, die als aas gebruikt wordt bij de kabeljauwvangst) een gedaante verwisseling. De overgangsvorm van de larve tot den volkomen aal is een soort leptocephalus, waartoe de meest eenvoudig gebouwde visschen behooren. De laatstgenoemde geleerden kweekten de larven uit vrij in de zee ronddrijvende eieren. Uit larven, gevonden in het lichaam in uit de diepte opgestegen maanvisschen, konden zij kleine alen kweeken. Maar ook uit het aantal wervels en den geheelen anatomischen bouw dier lep- tocephalen kan men besluiten, dat zij een der vormen zijn, waarin de aal leeft, voordat hij volkomen is. WH-is-waar heeft die poging, naar het schijnt, niet het gewenschte succes gehad, doch daarmee heeft het beginsel natuurlijk niet te maken. Het oorspronkelijke denkbeeld om de grenzen van Mintsjierije als grenzen van het oorlogstooneel te be- schonwen, is uitgegaan van den Amarikaaoschen minister Hay. Het is dus niet te varwonderen, dat de Regeering vau de Vereenigde Staten zich over de schending der Ohineesche onzijd'gheid warm maakte. Want zoo Rus land verklaart de regeling, op voorstel van minister Hay getroffen, niet meer te zullen eerbiedigen, heeft Japan h«t recht het voorbeeld van den tegenstander te volgen. En dat zou de aanleiding kunnen worden tot moeilijke complicaties. Om dit te voorkomen wordt thans in diplo matieke kringen een gemeenschappelijk optreden van de mogendheden voorbereid, om Rasland, voorloopig officieus, te wijzen op de groo e gevaren voor den wereldvrede, die zonden ontstaan door een optreden van China, dat zoker het gevolg wezen zal van het schenden der Chi- neesche neutraliteit door één der oorlogvoerenden. De gunstige berichten, die uit Argentinië sinds eenigen tijd komen, blijven aanhouden jt, wat meer zegt de kleur daarvan doet steeds meer denken aan die der roos. Men raamt voor dit jaar de waarde van het levende vee en van de landbonw-prodneten op 30 millioon pond sterling. De douaDO ontvangsten vo >r 19 >4 worden ge schat oneeveer 10 millioen pond stelling te zullen opbren- geu, wat ren toename van een balf millioen beteekent, niettegenstaande de afschaffing van het extra-recht A 10 pet. Verder is tien millioen pond in do con versie-kus gestort voor garantie van 't in omloop zijode papiergeld, terwjjl de zich thans onder handen bevindende publieke werken een waarde van 15 millioen pond vertegenwoordigen. Wat de immigratie be'reft, deelt men mede, dat in 1904 130,000 meDscben het land zijn binnengekomen. Al deze gunstige factoren hebben geleid tot eeu »boom" van rensaebtige afmeting. Naar men verneemt, zjjn sommige landerijen verdub beld, j*, zelfs verdriedubbeld, in waarde in betrekkelijk korten tijd, terwjjl landmaatschappijen in grooten getale opgericht worden. Oak in Londen i erd niet lang geleden eene dergelijke maatschappij opgerich1 loch op het kapitaal werd slecots gedeeltelijk ingeschreven. Het niet geplaatste kapitaal werd toen in Argentinië on aetgebracht, waar het eene uitstekende opname Ondervond. NataaHjjk draagt het tuit, dat di bet derde gunstige seizoen is, ten volle hiertoe by. Van de vele gunstige condities zjj slechts gewezen op de uitstekende weers gesteldheid in de laatste drie jaren, enorme oogsten, Ascli als aeststof. Dooi' velen wordt groote bemestingswaarde toegekend aan asch. Jammer, dat zij ze verkeerdelijk dikwijls voor een volledige meststof houden. De beste aschsoort en dat is de houtasch levert vooral kali en kalk en verder wat phosphorzuur. Naast asr.h moet dus nog een phos- phorzuurhoudende hulpmeststof: beendermeel, slakken- meel of superphosphaat en een stikstofhoudende meststof: chilisalpeter of zwavelzure ammoniak worden gegeven. Steenkolenasch en turfasch leveren in hoofdzaak kalk men brenge ze niet op den composthoop, als deze voor aardappelland bestemd is, want men loopt dan gevaar min of meer pok- of schurftzieke aardappelen te oogsten. De waarde van de houtasch hangt af van de hout soort, die men verbrand heeft. Die van loofhout (eiken, beuken, elzen, berken, olmen) is de bestezij bevat 30 pet. kalk, 10 pet. kali en 3) pet. phosphorzuur. De asch van naaldhout heett nauwelijks 2/3 van de waarde van loof houtasch. Houtasch is 't meest geschikt op zand gronden, omdat deze meestal gebrek aan kali en kalk hebben. Voor weiland-en klaverbemesting is de houtasch al zeer geschikt. Door water kunnen de kalizouten der houtasch worden uitgeloogd, wat vroeger veel geschiedde voor potaschbereiding. Zulke asch heeft veel van haar waarde verloren. De asch werkt oplossend op moeilijk oplosbare mi nerale verbindingen in den grond, zoodat deze voor de planten opneembaar worden. Zij maakt een stijven bodem losservooral de overigens minderwaardige steenkolen asch, bezit deze eigenschap. De houtasch kan, als be mesting gebruikt voor koolplanten, radijs en andere kruisbloemige planten, dienen ter bestrijding der zoo schadelijke aardvlooien. Doordat zij hygroscopisch is, wateraantrekkend vermogen heeft, hondt zij, met de bo venlaag van den grond vermengd, dezen vochtig, wat van grooten invloed is op de ontkieming van het daarin ondergebrachte zaad. In kippenhokken gestrooid, jaagt zij het ongedierte op de vlucht. Jammer, dat zij kostbaren ammoniak uit den kippenmest vrijmaakt, maar dit kan men tegengaan door tegelijkertijd aarde of turfmolm over den mest te brengenJ Om dezelfde reden mag asch nooit met stalmest of beer vermengd worden. Komt zij met deze op den com posthoop, dan moet deze goed met humusrijke aarde vermengd en gedekt zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 1