BUITENLAND.
Algemeen Overzicht.
De heer Uitenbosob tracht het verband duideljjk
te maken door er op te wjjzen, dat een slecht gekleed
kind wel op straat kan zijn: de ouders kunnen zich ge-
neeren, het kind naar sohool te zenden.
De beer Ooben Stuart meent, dat er wel verband
ie tueschen de leerplichtwet en het verstrekken van voedsel
en kleeding, maar dat verband bestaat niet mot deze ver
ordening. Hij herinnert er voorts aan, dat destjjds de
raad als zgn meening uitsprak, dat men moest wachten,
tot de bestaande vereeniging voor kinderkleeding met
een aanvraag om subsidie kwam.
De heer Boelmans ter Spill is het daarmede
eens, het betreft hier de moedwillige verzuimers en de
kinderen die door de ouders worden geëxploiteerd, kin
deren bjjv., die loopen te bedelen.
De heer Uitenbosch voert nog naD, dat het begrip
openbare weg alles omvat, ook de straat voor het hnis,
en hg wgst er op hoe degenen, die niet bedeeling vragen
van de vereeniging, nit eergevoel, de meeste armoede
ljjden en hun slecht gekleeds kinderen soms niet naar
school durven zenden.
De heer Kraakman stelt voor de discussie thans
te sluiten.
De Voorzitter neemt dat voorstel over.
De verordening wordt daarna, geamendeerd door den
heer Cohen Siuart, aangenomen.
7. Handwerkonderwys op de lagere scholen.
Door B. en W. wordt in verband met een verzoek der
Commissie van Toezicht op het L. O. voorgesteld, aan
die commissie toe te voegen een dames-comité voor het
toezicht op het hand wei konder wjjs.
De heer Uitenbosch zegt hst eens te zjjn met
hetgeen ten dezen in een der plaatselijke bladen in over
weging werd gegeven. Ook hg bad zich reeds aanstonds
afgevraagd of het niet wenschelgk was, dat in de com
missie vrouwelijke leden, niet uitsluitend dames werden
opgenomen, dat .ligt meer in de ljjn tegenwoordig, on
het is beter dan een commissie, die rekeepliohtig is aan
een andere commissie.
De Voorzitter doet voorlezing van den brief der
schoolcommissie, die er tegen is, dat de dames-commissie
deel nitmaakt van de commissie van toezicht. Zij acht
het niet wenschelgk dat de dames deelnemen aan hare
vergaderingen.
De heer Cohen Stuart is het ten deele eens met
den heer Uitenbosch. In de toekomst meent hg echter,
dat alle vrouwen dames zullen zgn en niet alle dames
vrouwen. Daar echter de schoolcommissie ziob verklaart
tegen hetgeen de heer Uitenbosch wil, vindt hij het beter
thans den weusch der commissie te volgen.
De heer Boelmans ter Spill zegt van dezelfde
meening te zijn als de heer Uitenbosch, en hij heeft dan
ook noode tot deze verordening medegewerkt. Daar hjj
echter mededeelt, dat men thans reeds verder is dan de
commissie eerst wilde, een dames-commissie door haar
benoemd, gelooft bij, dat hot ook voor de zaak zelve
beter is, thans genoegen te nemen met dezen eersten
stap. Ging men verder, dat zou men bepaald échec ljjden.
Do heer Uitenbosch oppert nog eeDigen twjjfel of
de nieuw te benoemen commissie volgens de wet toegang
heeft tot alle scholen, ook tot de bjjzondere.
Door den Voorzitter wordt aan de hand van de
toelichting der wet die twijfel weggenomen. (Het kwam
ons voor alsof uit die toelichting bleek, dat alleen vrouwe-
ljjke leden konden worden toegevoegd aan de schoolcom
missie, uitsluitend voor de handwerken. Verslaggever.)
De heer Vonk gaf nog met een enkel woord de meening
der schoolcommissie weer, waarna de heer Kraakman
meende, dat het niet aanging zoolang over de zaak te
spreken, als er geen bepaald voorstel was gedaan.
De heer Uitenbosch, dit beschouwende als een
zjjdelingsch verwjjt, meende dat de heer Kraakman
dat verwjjt dan ook wol eens verdiende.
De Voorzitter sluit hierop de discussie, waarna
de wjjziging in de verordening wordt goedgekeurd.
8. Uitbreiding van de gasfabriek.
Do commissie tot onderzoek van de plannen ter nitbrei
ding van de gasfabriek, bestaande uit de heeren G. Rip
ping, voorzitter, O. Bosman, <J. de Lange C.Jz., Cohen
Stuart, G. de Groot Jz. en H. J. Vonk, stelt den raad
voor te besluitenle. tot de oprichting van oen water
gasfabriek (systeem Humphreys en Glasgow) op het tegen
woordige terrein. De kosten zjjn begroot op pl.m. f 25,000
2e. tot het bouwen van een nieuwen gashouder met een
inhoud van 8000 10000 M3 en waarvan de kosten circa
f 60000 zullen bedragen 3e. B. en W. nit te nocdigen tot
het indienen der volledige plannen, zullende de geza
menlijke kosten van een en ander een bedrag van
f 125000 met te boven gaan.
De heer Bosman zon in het voorstel liefst geschrapt
zien de zinsnede »op het tegenwoordig terrein" en liever
de plaats in het midden laien. Hij is er niet zoo zeker
van, dat op het terrein een goede plaats te vinden is
en daarom meent hg dat men niet aan de plaatsing
op het terrein gebonden moet zijn.
De Voorzitter zegtdat hg aan bet bezwaar van
den heer Bosman tegemoet zou willen komen door te
lezen «bjj voorkeur op het tegenwoordig terrein Dan is
men gered, indien de onmogelijkheid er is om het tegen
woordige terrein voor de watorgasinstallatie te gebruiken.
De heer Bosman meentdat zelfs als 't niet wen
schelgk is de nieuwe inrichting op het terroin te plaatsen,
de Raad een andere plaats kan aanwjjzen.
De beer Cohen Stuart kan noch met den hoer
Bosmau noch met den Voorzitter meegaan. Als de on
gelijkheid bljjktdan zal oe Raad zeker op dit voorstel
moeten leiugkomen. De personendie de commissie
van advies gediend hebben verklaren allen, dat do
plaatsing op het terrein zeer wel mogelijk is. Voegt men
er nu in de woorden «bjj voorkeur", dan vraagt hjj
wie zal dan later eigenlijk over de plaats te beslissen
hebben
De commissie voor de gasfabriek, en 't komt hom voor,
dat dit niet wenschelgk is. Het mooie in het voorstel
is joist, dat geen duimbreed grond bij de fabriek behoeft
te worden getrokken, dat men eeu voldoende en goed-
koope inrichting krijgt. Het terrein blijft zoo en dat is
met het oog op een eventueelo verp.aatsing van het
geheele bedrijf in de toekomst ook beter.
De Voorzitter meent dat de raad toch altijd de
beslissing in zjjn hand houdt, hjj most de planLen en
sitaatie-teekeningen goedkeuten.
De heer Cohen Staart stemt dat toe, maar kan
zich voorstellen, dat bjjv. de heer Bosman, wiens advies
in deze met dat van den directeur wegen zal, allicht,
nit groote zorg voor het bedrjjf, waarvoor hg hun alle
hnlde brengt, de woorden „bij voorkeur" als wat klein
gedrnkt zal aanzien.
De heer Bosman drukt zijn verbazing uit over het
verzet van den heer Stuart; bij doet het voorstel alleen
uit voorzichtigheid. Men weet, dat de directeur bezwaar
zou kunnen bljjken, dat hg goed
was men gebonden aan het raads-
en
dan
aan
heeft gemaakt
gezien bad, en
besluit.
De heer de Groot merkt op, dat de drie firma's,
die geraadpleegd zgn, toch alleen de plattegrond van de
fabriek hebben gehad, 't Is mogelgk, dat hier en daar
een buis moet worden verlegd, maar dat is geen bezwaar.
De Voorzitter meent, dat het bezwaar vooral
geldt bjj hen, die zich nog eens een uitbreiding der
bestaande steenkolengasfabriek denken, maar de commissie
was van oordeel, dat die uitbreiding daar niet moet
geschieden,
De heer Bosman is dat met den Voorzitter niet
geheel eens, en verklaart nogmaals dat het alleen in
zijn bedoeling ligt voorzichtigheid in acht te nemen.
De heer Van den Bosch aoht een redactie-wjjzi-
ging niet noodig, er staat dat het de bedoeling is, en dat
staat niet geljjk met verplichting.
De heer Bosman kan zich met deze interpretatie
zeer wel vereeuigen.
De heer Cohen Stuart begrjjpt zulks, maar aoht
die interpretatie blijkbaar al even ge<aarljjk.
De heer Vonk verbaast zich over deze discassio, daar
hij in de commissie-vergaderingen niets van de bezwaren
heeft gehoord. Als men nu weer de plaats niet bepaalt,
redeneert men precies in een kringetje rond. Hij is tegen
de voorgestelde redactie-wjjziging.
De haer Kraakman meent dat de commissie moeie-
lijk zal kunnen wjjzigen|wat zij unaniem heeft voorgedragen,
en voor bem is er ook geen reden om dergelijke wjjziging
voor te stellen. Is hit plan onuitvoerbaar, dan znilen B.
W. dat wel aan den Raad kenbaar maken. De raad
doet thans niets dan B. en W. uitnoodigen, om de voor
dracht der commissie over te nemen. Bjj onuitvoerbaar
heid zullen B. en W. wel naar hunne meening handelen.
De Voorzitter zegt, dat hjj er geen bezwaar in
ziet, de woorden »bjj voorkeur" in te lasschen, hij be
doelde daar niets anders mede dan een tegemoetkoming
den wensch van den heer Bosman.
De heer Bosman acht deze woorden niet noodig na
de door den heer Van den Boseh aangegeven beteekenis
van bedoeling.
De heer Boel mans ter Spill onderschrjjft die
bateekenis volstrekt niet. Het bezwaar tegen de woorden
bjj voorkeur" voelt hij niet, daar de raad toch de eind
beslissing aan zich houdt.
De heer Cohen Stuart handhaaft zjjn meening en
herbaalt zgn bezwaren.
De heer W i c h e r i n k zou ter voorkoming van mis
verstand in plaats van bedoeling", verplichting" willen
lezen. Bljjkt de onmogoljjkheid de installatie daar te maken,
dan kan men op het boeluit terugkomen.
De heer B o a m a n blijft zich verbazen over het verzet
tegen de wjjziging die de Voorzitter voorstelt. Hg treedt
in een eenigszins uitvoerige beschouwing over de gas
productie, toont aan hoe men het gewone gas met slechts
25 kan vermengen met watergas en beslnit daarait,
dat i~en over niet- zoo heel langen tijd weer voor 't zelfde
bezwaar zal staan als thans. Dan zal de fabriek moeten
worden uitgebreid, tenzjj men de dure verplaatsing van
het heele bedrjjf dan wil, waarvoor hij nooit zal zgn te
vinden.
Na nog eenige discussie, waarbjj de heer d e W i t
mededeelt, dat ook hjj niet tegen het voorstel van den
Voorzitter is, daar B. en W. natuurljjk zullen trachten
te bevorderen, dat op het terrein de watergas-installatie
wordt geplaatst, en de heer Vonk nog heeft getracht
aan te toonen, dat de nieuwe installatie een lange reeks
van jaren in de behoefte kan voorzien, stelt de Voorzitter
voor tot stemmen over te gaan.
De heer Kraakman wgst er nog even op, dat B.
en W. zich natuurljjk aan dit besluit zullen houden, tenzjj
het onuitvoerbaar is.
In stemming gebracht wordt punt 1 met algemeene
stemmen aangenomen. Het tweede en derde punt worden
zonder hoofdelgke stemming goedgekeurd.
9. Benoeming van een directeur van het op
te richten abattoir.
B. en W. vragen machtiging tot het doen eener op
roeping van sollicitanten voor de betrekking van directeur
aau het op te richten abattoir, op een jaarwedde van
f 200Ü benevens eene vergoeding van f 400 voor het
gemis van vrjje woning, zoolang hem geen ambtswoning
kan worden aangewezen.
Conform besloten.
10. Subsidie pluimveetentoonstelllng.
B. en W. stellen den raad voor aan de Vereeniging
»Aves" voor de door haar te honden tentoonstelling van
pluimvee, oen subsidio van f 50 toe te staan.
Alsvoren.
11. Afstand demecutegrond.
B. on W. stsileu voor afwjjzend te beschikken op het
verzoek van T. J. Ltikkel om hem te verkoopen het
gedeelte afgesneden kanaalvak, dat rs aangeplempt.
Alsvoren.
12. Overname van grond.
Het voorstel van B. en W., ingediend naar aanleiding
van een aanbod van E. Katverhoer, strekt om van ge
noemden heer kosteloos in eigendom en onderhoud over
te nemen een strookje grond aan den Nieawlandersingel
ter grootte van 18,5 M3 en langs diens bouwterrein een
straatje te doen maken voor rekoning der gemeente.
Alsvoren.
13. Uurwerk van de Uroote Merk.
B. en W. stellen voor hun college te machtigen tot het
doen vernieuwen van bet uurwerk in den toren van de
Groote Kerk, waarvan de kosten zollen bedragen f 1083
en daarvoor deu op de begrooting uitgetrokken post te
overschrjjden met f939.
Door den heer Gliuderman wordt het- wesschelijk
geacht dat het speelwerk onder deskundig toezicht woidt
geplaatst. Voorts zou hij een grooter en duideljjker wjjzer
plaat willen.
De heer Cohen Stuart merkt op dat bjj het nieuwe
uurwerk het dageljjksch opwinden niet noodig zal zijn,
t zal dan om de 2 dagen geschieden.
De uitgaven voor het opwinden zouden daardoor knnnen
verminderen. Vreemd vindt hg het daarom, dat B. en
W. bjj de begrooting juist het voorstel hebben gedaan,
die uitgaven te verhoogen.
De Voorzitter deelt mede, dat men toen deze voor
dracht nog niet had.
Het voorstel wordt zonder hoofdelgke stemming goed
gekeurd.
Alsvorens over te gaan in geheime zitting tot
vaststelling van bet 2e suppl. kohier van den
boofd. omslag, dienst 1904,
wordt de gebiuikeljjke rondvraag gedaan.
De heer van den Bosch betoogt daarbjj de wensche-
ljjkheid van een strafverordening op het colporteeren van
slechte lectuur.
Hjj legt aan B. en W. over de bestaande verordening
van Haarlem en beveelt een spoedige behandeling van
dit onderwerp aan.
De Voorzitter belooft de zaak spoedig te brengen
in de commissie voor de strafverordeningen.
De openbare vergadering wordt daarna gesloten.
't Is een hard geval.
We zonden weer gemakkeljjk kolommen kunnen vol
schrjjven over de jongste berichten uit Rusland en Oost-
Azië, die ook zeker bjj onze lezers de belangstelling
ouden wekken, waarmee wjj ze volgen. Doch we hebben
in den laateten tjjd zooveel ruimte aan het «Buitenland"
afgestaan, dat andere rubrieken er door in de knel
zgn geraakt.
Sinds Vrjjdag van de vorige week staat gezet, maar
niet opgeruimd een «Indische Penkras", sinds Maandag
Amsterdamsche Brief", sinds Zaterdag een verslag
van een te Alkmaar gehouden vergadering. En dan vra
gen in dit nummer eenige kolommen de verslagen van
den Raad, van het debat in de «Harmonie", van nog
andere vergaderingen. Wij znilen, al doet 't ons leed, ons
ditmaal voor de afdeelirg Buitenland strenge beperking
moeten opleggen.
Wat in de eerste plaats vermelding verdient is, dat de
geruchten omtrent een naderenden v rede
tueschen Rusland en Japan in kracht winnen.
Uit New-York komen ze thans. Verzekerd wordt dat
daar achtereenvolgens conferenties zgn gehouden tusschen
president Roosevelt, den Engelschen gezant, den Engel-
schen secretaris der ambassade in Petersburg, minister
Hay, die juist na een lichte ongesteldheid zjjn werkzaam
heden had hervat, den Russischen gezant graaf Cassini
en den Japanschen gezant mr. Takahira. Het vermoeden
is zeker niet ongewettigd, dat daar gesproken is over
middelen om den oorlog te beëindigen. Rusland en
dat is te begrjjpen moet er genoeg van hebben. En
geenszins onwaarschjjnlijk klinkt het volgende telegram
van deu Petersburgschen correspondent der Daily Chro
nicle De grootvorsten zgn den laatsten tjjd voortdurend
bjjaen geweest, met het doel de wenscheljjkhoid van vrede
te bespreken. De jongste Russische tegenspoeden in Mant-
sjoer jje, die tot het terugroepen van generaal Grippenberg
hebban geleid, en de bljjkbare onmogelijkheid om de Ja
panners te verslaan of zelfs maar een belangrijke over
winning te behalen, hebben da Camarilla der grootvorsten
tot oen ander inzicht van den toestand gebracht. Het
resultaat daarvan is een harteljjke wensch naar vrede
geweest. De geruchten beti effende de terugroeping van
Koeropatkine werden inderdaad in omloop gebracht, om
het openen van onderhandelingen te vergemakkelijken.
De Russische vertegenwoordigers te Parijs hebben na in
opdracht gekregen op een of andere wjjze de welwillend
heid der Engelsche regeenng te winnen, opdat het mo
gelgk zij gunstige voorwaarden van Japan te verkrjjgen,
wijl men gelooft dat Engeland in dat opzicht grooten
invloed zal knnnen oefenen. Natuurljjk zgn ook den Rus-
sisoheu gezant te Londen iostrnctiëa in geljjken geest
gezonden.
De beslissing zal wel hiervan afhangen, hoe ver Rus
land wil gaan met het doen van oouces6ies aan zjjn
tegenstander. Want al is in Japan de oorlogsgeestdrift
nog groot, zooals dezer dagen nog weer duidelijk is ge
bleken bjj bet schitterend en vreugdevol uitgeleide van
admiraal Togo, die thans de tweede Russische vloot gaat
tegemoet varen toch vergete men niet, dat in duizen
den Japansehe woningen zware rouw heerschtvolgens
de eigen opgaven der Japanners hebben zjj in het thans
verstreken oorlogsjaar 115.000 man aan dooden en ge
wonden vorloren, ngerekend nog de duizenden, die door
ziekte zijn bezweken. Bovendien is drukkender belasting
het noodwendig gevolg van voortzetting van den schatten
verslindenden etrjjd.
Voor Rusland dit is duidelgk zou een vrede,
die maar een weinig eervol was, oen wave uitkomst zgn.
De binnenlandeche toestand vraagt te dringend de aan
dacht. Er moeten hervormingen komen, daarvan
zjjn nu allen doordrongen, ook de Czar. De minister van
financiën heeft dan ook reeds eeu reeks van voorstellen
ter verbetering van het lot der arbeiders uitgewerkt.
Deze voorstellen staiten zich aan bjj de regeling van
arbeiders vraagstukken in Wesr-Europa. De Czar keurde
alle voorstelten goedze zullen thans door den minister
raad worden overwogen te geljjk met hei vraagstuk van
een staatsverzekering.
Wat ook de aandacht verdient is, dat minister Witte
Zondag een deputatie van werklieden heelt ontvangen,
die hem een memorie over da staking heelt overhandigd.
Daarin moet staan te lezen dat de indnstriëele toestand
van Rostand ondrageljjk zal worden, «wauneer de regie
ring met ophoudt tweedracht te stoken tusschen de werk
lieden en de werkgevers en bigtt optreden als agent
provocateurAl» eenige oplossing voor de boidige moei
lijkheden wordt aan do nand gedaan volkomen vrjjoeid
voor de werklieden om zich te organtseeren en hun vak-
vereenigingen te besturen zonder inmenging van buiten,
hetgeen slechts mogelgk gemaakt kan worden door de
invoering van een vertegenwoordigend bestuur. De heer
Witte zou bjj het voorlozen van deze memorie herhaalde-
ljjk goedkeurend geknikt hebben en by moet hebben
beloofd de memorie over te zullen leggen aan den Keizer
en aan den ministerraad.