Op ongewissen bodem.
5^o. 19. Honderd en zevende jaargang. Vrijdag 10 Febr. 1905.
Amsterdamsche Brieyen.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
in.
Gemengde Mededeelingen.
tlUltARSCIIE COURANT.
Ternauwernood is de zon van den hongerljjder Papaas
te midden van een aureool van knakworstjes ondergegaan,
of een nieuwe ster is verschenen aan den vastershemel
in de aanminnig" persoon van Flora Tosca, eene nicht
van Succi, den grooten professor op dit gebied.
Zaterdag genoot ik de eer tegenwoordig te zjjn bij de
séance waarop zjj in een kamertje, opgetrokken van Ex-
celsiorplaten, werd ingemetseld tot het ondergaan van een
tiendaagsche hongerkuur en ik ben op het oogenblik nog
zoo zeer vervuld van de sensaties, die zich hebben opge
drongen aan mjju ontvankelijk gemoed, dat ik ook hier
gaarne den lol wil zingen van deze Italiaansche. Dat zjj
schoon is, spreekt bjjna van zelf, want leelijko honger-
ljjdsters zjjn hier in Amsterdam niet gewild. In de
bladen, die deze voor Amsterdam zoo gewichtige gebeur
tenis behoorlijk met den noodigen ernst hebben beschreven,
komt tot mjjne bevreemding geen woord van protest voor,
dat zooveel vrouweljjk schoons tien dagen aan de samen
leving wordt ontrukt. En wat dit zeggen wil zal n eerst
duideljjk worden, wanneer ge, zooals ik, hare levensbe
schrijving hebt gelezen. Daarin staat toch zwart op wit,
d>t Flora Tosca eenmaal eene beroemde tooneelspeelster
is geweest, de lieveling van sohonwbarg-directenreu in de
eerste plaats, van het publiek in de tweede plaats.
Eerst eene beroemde tooneelspeelster en nu hongerljjdsterl
Wanneer wij niet wistendat onze tooueelspelers en
-speelsters vermogens verdienen, zou dit i ls eene bittere
ironie moeten worden beschouwd. Flora Tosca betrad
echter hier nooit de planken, maar bepaalde zich tot
Weenen, Berljjn, Parjjs en Londen en het kan best zijn
dat een Coquelin, een Beerbohm Tree, een Possart, eene
«Divine Sarah" eene Eleonore Duse er geen bijbaantjes
op na honden, zooals bijvoorbeeld de heeren Bays en Koster
van het gezelschap Prot en Zn., die hunne vrjje uren
wjjden aan den respeotieveljjken verkoop van wijnen en
zoute viscb, of als de heer Teune van bet Nederlandsch
Tooneel aan de fotografiekunst (deze laatste maakt n
voor i 0.25 een artistiek portret) en zoodoende genoemde
bnitenlandsche grootbeden eerder vertrouwd worden met
de hongerljjderskanst dan bjj ons het geval is.
•Men moet een jjzeren wil hebben," zegt Flora verder
in haar levensbeschrijving, »om zoolang niets te doen en
niet te eten", en deze zin brengt mij onwillekeurig op
het denkbeeld dat behalve genoemde toooeelspelers en
speelsters ook onze gemeenteambtenaren, wier willen nog
nooit door bnn kunnen is geëvenaard, met succes deze bezig
heid zouden kannen betruchten. Er wordt toch meer
malen geklaagd, dat de heeren zoo weinig uitvoeren en
mjj dnnkt, dat een baantje waarbjj ze heelemaal niets te
doen hebben, zelf niet te eten, voor hen werkeljjk heel
verleidelijk moet zjjn.
Wanneer Flora Tosca dan ook er toe kon komen om
in deze lage landen een cursus in het hongerlijden te
openen, kan zjj op warme sympathieën rekenen. En niet
het minst van de Hagenairs, al was het alleen maar dat
zoodoende de legende van de honten ham op tafel nit de
wereld zon raken.
En hiermede wil ik van dit onderwerp afstappen en
kan gevoegelijk Flora kalm laten hongeren. Nn zal ik
nog even stilstaan bjj eene zaak, die eveneens groote be
langstelling heeft gewekt en nog wekken zal. Ik bedoel
het proces Blok versus Frank. Tot goed begrip van deze
zaak diene, dat de tooneelspeler Frank zicb beleedigd ge
voelde door een feuilleton over zijn >Max Havelaar"-op
voering door Uiltje in De Telegraaf. Dit feuilleton begoD
aldus: «Directeur Frank en aedere hoofden van Frank's
Tooneelgezelscbsp, ik groet u zeer." Al dadeljjk begon
Uiltje dus zeer eerbiedig, maar toch nog niet eerbiedig
genoeg naar de opvatting van den heer Frank, die trouwens
spoedig geraakt is. Toen bijvoorbeeld een zjjner vrienden
belangstellend informeerde naar zjjn pelsjas (de jas van
den heer Frank is eveD beroemd in Amsterdam als de
steek van Napoleon) en zei«zeg, Frank, wat heb jjj daar
een mooie jas met bont afgezet," werd hg gewoon
weg woest en men begrjjpt dat bij dergelgke lichtgeraakt
heid groote voorzichtigheid dient betracht. Eu nu is
Uiltje bljjkbaar niet voorzichtig genoeg geweest, want op
zekeren avond kwam Frank den heer G. Blok, van beroep
telegiafist, in de Utrechtsche straat tegen, ging hem met
de woorden: «Laelgke ploert, ik zal je leeren over mjj
te scbrjjven" te ljjf en sloeg hem op zjjn gezicht. Als
een oprecht Christen keerde de heer Blok, na op de
linkerwang een klap gehad te hebben, de rechter toe en
liep vervolgens naar de politie en het gevolg is dat deze
zaak dezer dagen door den strafrechter zal worden be
handeld. Het groote pnbliek hoopt dat de vraag: Wie
is Uiltje", nu tot klaarheid zal komen, want hoewel de
heer Frank schjjnbaar op hardhandige wijze de quaestie
heeft opgelost, heeft men een vaag vermoeden, dat de
heer Blok niet de eenige nil is, die vèör en achter het
voetlicht dwarrelt. Waar de overige medewerkers echter
vermoedelijk er niets op tegen hebben gehad, dat des
heeren Franks toorn alleen is neergekomen op het achtbaar
kroeshoofd van den heer Blok, is het meer dan waarschijn
ljjk, dat zelfs niet voor de rechtbank precies zal worden
uitgemaakt, nit hoevele heterogene bestanddeelen een Am-
sterdamsohe nachtnil wel kan bestaan.
Mochten er onder U, geachte lezers en lezeressen, zjjn
die de atmosfeer, waarin ik u in dezen mijnen brief heb
gelei 1, ietwat duf vmden tengevolge van de Jockey-club
en Violet de Purma-geuren, welke onwillekeurig opsljjgen
op den weg des jjdelen vermaaks tot dusverre betreden,
dan wil ik van mjjn kant gaarne eenige verfriesching
brengen in den vorm van een kort praatje over de Am
sterdamsche Volksbaden.
In 1890 werd door den Gemeenteraad aan de Amster-
damsche Vereeniging van Volksbaden een gedeelte van
het voormalig Karthnizer kerkhof in erfpacht gegeven,
ten einde daarop een Volksbaihnis te stichten, terwjjl
sedert aan de afdeeling Amsterdam van de Noord-Hol-
landsche Vereeniging «Het Witte Kruis" voor hetzelfde
doel een terrein op het Jonas Daniël Meijerplein is ver
buurd.
Dit besluit van onze vroede vaderen trok zeer de aan
dacht, zoo zelfs dat Foezel in de bekende revue: «De
Doofpot" er het volgende couplet aan wijdde
De gemeenieraad beeft besloten,
Dat een ieder baden moet.
Voor de kleintjes als voor de grooten,
Is zoo'n optrisschertje wel goed.
En nn vraag ik, wil je baden,
Wil je baden, kleine baas?
Neen, dat wil ik met,
Neen, dat doe ik met,
Geef mg l ever
Een broodje met kaas.
Wel een bewijs dat er niet veel heil in werd gezien.
En dat Foezel een goeden kijk heeft gehad, is door den
tjjd bewezen. De Amsterdamsche Vereeniging voor Volks
baden is verleden jaar ontbonden en «het Witte Kruis"
wenscht de exploitatie evenmin voort te zetten. Z ioals
de voorzitter, dr. P. J. Barnouw, zegt, was het bezoek op het
JonaB Daniël Mejjerplein vrjj bevredigend, doch de ver
nielzucht van de bezoekers zoo groot, dat aan eene loonende
exploitatie niet viel te denken. Up het Karthnizer kerk
hof kwam bijna geen sterveling, ondanks den lagen prjjs
van f 0.10. waarvoor nog handdoeken en zeep werden
verstrekt. «Het Witte Krnis" bedankt dan ook vriendelijk
voor de eer en na heeft de Vereeniging «Handwerkers
Uit het Duitsch
TAN
Ludwlg danghofer.
30)
«Dan begin ik bjj jon," zeide George lachend, «dnr
je het niet wagen zoo'n smid-ivronwtje te worden.
«Neen, dankje, «antwoordde Broni.
«Toe, probeer het maar."
«Aan probeeren waag ik mjj niet. Ik ga liever zeker."
«Tronw mjj dan dat is het allerzekerste. Van jon
liet ik mg alles zeggen."
«Heel vriendelijk, maar ik weet wel wat beters."
«Je bent kieskeurig."
«Gewoonlgk niet, maar voor het tronwen wel."
«Je hebt geljjk 1 Als een nienwe hoed niet bevalt, kun
je hem voor 't halve geld aan een bnnrvronw overdoen.
Maar een man, dien hondt je I Dat moet van 't begin
af de rechte zjjn. Is 't waar of niet
«Ja 1 Ik had niet gedacht, dat je zoo verstandi? waB."
«Ik ben zoo dom niet als ik er uitzie."
Daar lachten ze aliebei, luid en vrooljjk, als had die
woordenstrijd ben bjjzonder vermaakt. Toen zwegen ze
weer en terwjjl Broni langzaam met de hand over het
gelaat streek, trok George v. eer nit alle macht aan den
blaasbalg.
Plotseling trok hjj de tang nit het vnnr en bromde:
«Daar had ik het staal bjjna te heet laten worden."
Broni scheen het niet te hoorea zjj zat voorover, had de
ellebogen op de knieën gesteund, en blikte somber naar
bniten in de duisternis.
George stond voor het aambeeld, en daar in de werk
plaats reeds volslagen nacht heerschte, moest hjj Brom
Pen rng toekeeren om bjj het licht van het smidsvaur
den arbeid voort te zetten. Onder bedachtzame slagen
gaf hjj de snede der bjjl met een kleinen hamer den
glidden vorm. Daarop dompelde hjj het gloeiende Btaal
in het zwarte water van den koelbak, ving en kort, zoodat
het slechts oven sisle en een rood dampwolkje opsteeg.
En toen het van bniten afgekoelde stoel van binnen nit
weer langzaam begon te gloeien, doopte George de snede
langzaam in het oliebad. Hg scheen het noodzakeljjk te
vinden, bet meisje deze handeling nit te leggen. «Als
iemand te diep in het water dompelt, dan kan dat bet
beste staal bederven," sprak hjj, en zjjne stem klonk heel
andeiz dan vroeger, «doch hoe zachter men de olie ge
bruikt, des te beter en fijner wordt hut staal."
B<oni zweeg, zag slechts even op, en keek toen weer
naar bniten. Du spade was spoedig klaar: een oogunblik
in het vuur en een paar slagen met den hamer. George
deed dat zonder een woord te Bpreken.
Die stilte scheen Broni niet te bevallenplotseling
vroeg ze: «Waar is je knecht?"
«Dien heb ik van morgen weggejaagd."
«Wat? Waarom dat."
«Omdat hg een ellendeling is 1"
Broni wilde lachen; maar bjj den fonkelenden blik,
die haar nit George's oogen trof, bleef de lach haar in
de keol steken.
Na een poosje vroeg ze: «Sedert wanneer vindt jjj dat
zoo erg?"
Hij haalde de schouders op. «Heel lang is het nog
niet. Gisteren dacht ik er nog anders ovur." Hjj zette
de spade tegen den deurpost. «Zal ik de bjjl sljjpen
Broni scbndde bet hoofd en tastte in den zak. «Wat
ben ik schuldig
«Niets Ik heb het mot pleizier gedaan."
Daar stoof zjj op, zoo heftig, als had hjj haar het
grootste onrecht aangedaan. «Schenken laat ik mjj
niets jjj 1"
«En ik verlang niets I"
«En ik wil niets om niet hebben, en maak geen schal*
Vriendenkring" aaogebodeu de exploitatie over te nemen
op voorwaarde dat de Gemeente de noodige herstellingen,
geraamd op f 41 0, eerst uitvoert.
B. en W. stellen voor op dit voorstel in te gaan, maar
of zij pleizier van bnn geld zullen hebben mag worden
betwjjfeld, want evenals in 1890 hebben niet alleen kleine
maar ook groote «bazen" nog altjjd het land aan water
voor hun lichaam. Daar zjjn het nn éénmaal Amster
dammers voor.
Frankrijk en Rusland.
Onder voorzitting van den heer Anatole France is
in 't lokaal van 't Groot-Oosten te Parjjs in verband met
de gebeurtenissen in Rasland eene door dnizend, waar-
ouder allerlei bekende personen bjjgewoonde samenkomst
gehonden; o. a. waren Russische dagbladdirecteurs en
een vroegere leermeester vao den veelbesproken «vader
Gapon" tegenwoordig. Evenals in eene dergeljjke ver
leden Maandag gehonden vergadering werden er een aan
tal zeer heftige redevoeringen gebonden. De heer Anatole
France zelf, die in de oerste plaats het woord voerde,
kwam op tegen de bewering dergenen, die meenden dat
Fraukrjjk zich met Buslands innerljjke aangelegenheden
niet bemoeien mocht, want, zeide hjj, bet Ozarisme was
niet alleen eene Russische, het was eene Europeesche
kwaal, h»t was de over geheel Europa verbreide reactie,
het was bet brandpunt van 't internationaal kapitalisme,
de laatste hoop der clericale bourgeoisie in Duitschlaud
en Frankrjjk. Wat beteekende Frankrjjks bondgenoot
schap met Ruslaod anders dan dun inval van het Czarisme
in Frankrjjk De monarchisten, clericalen, nationalisten
wisten terdege goed wat ze deden toen zjj tot dat bond
genootschap dreven. De spaarpenningen der kleine luiden
waren er door weggevloeid in de kas der Russische Regee
ring, die er den verfoeilijketen en onnoozelaten der oorlogen
mee was gaan voeren in Mantsjoerjje. Het bondgenoot
schap bedoelde eenvondig de leening, dit was de waarheid.
Aldus de heer Aoatole France. Er waren op groote
scbaal maatregelon genomen ter handhaving van rasten
orde bjj 't uiteengaan der vergadering; maar er is niet»
gebeurd.
De ministeriëele crisis in Hongarjje.
Deze crisis is nog steeds niet opgelost. Waarscbjjnljjk gaat
de Koning naar Pest om daar besprekingen te honden
met verschillende staatslieden, ook met Kossuth. Meer en
meer begint men te gelooveu aan een coalitie-kabinet
onder Andrassy. Twee leden van de onafhankeljjkbeids-
partjj zonden van dit ministerie deel nitmakeu. Graat
Apponyi heeft in een rede voor zjjn kiezers verklaard,
dat du nieuwe regeering hut door graaf Tisza afge
sloten handelsverdrag met Duitschlaud, in geen geval zon
mogen goedkeuren.
Een moord te Helsingfors. Zondagmiddag
meldde zich te üelsingfors ten huize van den Banaats-
pnicareur Jonsson een in aniform gekleed heer aan,
waar bjj zjjn kaartje met bet opschrift: «Luitenant
Alexander Gadd" binneugaf en om een gesprek over
zaken met den procureur verzocht. Nauweljjks was de
bezoeker in het kabinet van den heer Jonsson gelaten,
of hg loste pardoes op dezen verscheidene revolverschoten.
De aangevallene werd in borst, maag en schouder ge
troffen. Toen rende een s ille-politieagent toe, viel Gadd
ook mot een revolver aan en doorschoot zjjn rechtervoet.
Gadd wilde wegloopen, maar met zjjn voet ging dit niet
gemakkeljjk. Hjj strnikelde en viel; naar het hospitaal
gebracht bleek bjj behalve aan den voet ook nog een
wond aan de rechterhand te hebben gekregen. De toege-
den. Als je me niet zegt. wat je verdiend hebt, moet
ik het zelf schatten. Vier mark krjjgt iemand, die flink
werkt, voor een heulen dug dat is veertig punning
in 't nar en in een half nar twintig penning
das beu ik je twintig penning schuldig."
Het ergerde hem, dat ze zoo precies rekende. «Goed
koop doe je het 1Daar kou een smid vau bestaan, van
jon rekenpartjj 1 En het staal, denk je, dat dat
niets kost
«Meer dan twee vjjfjes zal dat stukje niet waard zjjn!
Daar heb je dertig penning 1"
Hjj stak de hand nit, doch Broni legde het geld op
het aambueld, greep spade en bjjl en stapte zonder
groet been.
«Zoo Zoo schreeuwde George woedend, «daar koop
ik een maat bier voor, dadel ijk I" Toornig greep hjj het
geld op en stak het. in den zak. «Dorst heb ik, dat alles
vunr in mij schijnt 1" Hjj schepte water nit den koelbak
en blnschte daarmee bet smidsvanr nit. Daarop waacbte
hij gezicht en handen en droogde zich met de keerzjjde
van hut harde schootsvel af. Daarna scheen hij zijn dorst
vergeten te hebben, want bjj baalde een trompet nit een
kast, en ging daarmede achter het huis in den tnin.
Hier ging hjj op den drempel zitten en tuurde naar het
straatje, dat naar de berghelling voerde. Plotseling
bracht bjj de trompet aan den mond en daar klonk het
smachtend
«Gij, gjj ligt mg aan 't harte,
Gjj, gjj ligt m' in den zin,
Gjj, gjj geeft mjj veel smarten,
Weet niet, hoe zeer ik u min I
Ja, ja
Zonder het lied ten einde te brengen, liet George de
trompet zinken.
«Het scbjjnt, of ik op dat meisje verliefd ben 1"
Wordt vervolgd.)