No, 29. Honderd en zevende jaargang. Zondag 5 Maart 1905. Van Week tot "Week. „Oud-Holland" BUITENLAND. tlktlURSCIIt: COIIBANT. Be Dultsche tol-<»rleven. Da nieuwe Duitsche toltarieven, ziedaar op t oogenblik het groote onderwerp der gesprekken in de koolstreken in onze omgeving. En 't is waarljjk geen wonder dat de koolbouwers en -handelaren zich over die tarieven druk maken. In oen onzer vorige nummers schreef onze oorres pondent te St. Panoraa reeds het een en ander over het heffen van deze nieuwe belasting op de uitgevoerde kool van Nederland naar Dnitschland. Hg wees reeds op de enorme som van f 150 per wagon. Om eens wat nadere bjizondei heden omtrent do tarief-qmestio te vernemen en tevens eens te onderzoeken welke stemming daardoor bjj de koolbonwers is gewekt hebben we ons naar Broek op Langendjjk begeven. Wat ons in verband met de zaak werd medegedeeld laten we hieronder volgen. Toen in 1899 Doitschland's plannen bekend werden om een nienwe belasting te gaan heffen op verschillende invoer-prodncten, begrepen de land- en tuinbouwvereeni- gingen in ons land, dat zooveel mogelijk gewerkt moest worden om een dergelijke heffing te voorkomen of althans zoo laag mogelgk te doen zijn. Ten einde de zaak te bespreken en te bepalen in welke richting stappen moeBten worden gedaan, kwamen te Utrecht in April van genoemd jaar afgevaardigden van de land- en tninbouw-vereeni- gingen bijeen. Benoemd werd toen eene commissie, waar van voorzitter was de heer De Groot van Emden, burge meester van Boskoop, welke commissie onderzoekingen zon doen en vervolgens rapport zou nitbrengon van hare bevindingen. Toen nu in 1901 dit rapport verscheen, bleek dat de kool er in 't geheel niet in genoemd werd. De koolboeren van den Langendgk zagen hen belangen hierdoor bedreigd en wendden zich tot den heer Fokker, destjjds nog afgevaardigde ter Tweede Kamer voor dit district. De heer Fokker gaf den raad om zoo spoedig mogelgk een vergadering te beleggen van alle koolbouw vereenigingen in Noord Holland. Aan dezen raad werd gevolg gegeven. In deze vergadering werd voorgesteld om öf de zaak te bevorderen door een groote adres beweging öf eenige afgevaardigden ter audiëntie te zenden bjj den Minister van Bnitenlandsche Zaken, welke afgevaardigden 's ministers aandacht op de qnaestie moesten vestigen en wijzen op de noodzakelijkheid, dat gewaakt moot worden voor de belangen van den kool-export naar Dnitschland. Do heer Fokker, ter vergadering aanwezig, verklaarde zich echter tegen beide voorstellen en gaf te kennen dat bij zelf wel bij den minister op audiëntie wilde gaan om dezen de zaak uiteen te zetten. Aldns werd besloten. Later, zoo werd ons gezegd, hebben enkelen gemeend dat dit een verkeerd besluit is geweest. Het zou misschien beter zijn geweest, dat de heer Fokker niet ter audiëntie was gegaan, maar dat de vergadering zich met den directeur-generaal van Landbouw, den heer Lovink, in verbinding had gesteld. Na door den heer Fokker te zijn ingelicht trad de Minister van Buitenlandsche Zaken in correspondentie over de qnaestie met den Nederlandschen gezant in Dnitschland. Niet lang daarna kwamen tot de vereeniging te Broek op Langendgk van den kant des ministers zeer geruststellende berichten, zoodat het den schijn had, dat men geen zorg voor een zware invoerbelasting behoefde te hebben. En nu zijn daar in het nieuwe Duitsche verdrag tarief cjjfers te lezen als f 1,50 belasting voor 100 kilo roode of witte kool. Onverwaoht dns een zware heffing. De vereeniging te Broek op Langendjjk heeft zich thans gewend tot dr. Nolens en deze heeft geschreven, dat het Dnitschland te doen is om onzen handel in kool ten onder te brengen. Om meer kool in Dnitschland te kunnen verbouwen is daar nocdig een zeer sterke bemesting. De gelden, door de invoer-belasting opgebracht, zullen voor een groot deel besteed kunnen worden aan de bemesting, waardoor op den duur een grootere koolverbonwing mogelijk wordt. Ten einde zekerheid te krjjgen omtrent deze belangrijke zaak wendde de secretaris van de Naamlooze Landbouw- en Handelsvereniging .Langendjjk en Omstreken'' zich tot den Minister van Waterstaat om inlichtingen, in ant woord waarop de volgende missive werd ontvangen .Naar aanleiding van Uw nevensvermeld tot den Minister van W. H. en N. gericht schrgven, heb ik de eer U te berichten, dat volgens de officiense Norddeutsche Allgemeine Zeitung het tarief van invoerrechten in Dnitschland. vast gesteld bjj de nieuwe handelsverdragen, door zeven vreemde Rjjken met dat land gesloten welk tarief ook voor ons land zal gelden, indien Nederland als meest begunstigde natie zal blijven behandeld worden ten aanzien van groenten zal zijn als volgt: Roode, Witte en Savoyekool 2,5 Mark per 100 K.G. Overige versche kenkengroenten vrij. Wat het tijdstip betreft, waarop bedoeld tarief van kracht zal worden, daaromtrent bestaat nog geene zeker heid. In 'erband mot wat de dagbladen berichten, komt het mü intusschen niet onwaarscbijnljjk voor, dat het 1 Maart 1906 zal zjjn. Mocht U omtrent deze aangelegenheid eene bespreking met mij wenBchen te hebben, dan noodig ik U uit, een paar van Uwe leden daartoe een bezoek aan mjjne af- deeling (Tournooiveld 6 alhier) te doen brengen. Eventueel zal ik gaarne vernemen of bedoelde afgevaardigden op een der volgende dagen, waaruit ik eene keuze zou wenschen te doen t. w. 1, 2, 3, 6, 7 en 8 Maart a.s. zouden kunnen komen. Ik voeg hieraan de mededeeling toe, dat ik ook met te Bginond aan den Hoef. eenige leden van de landbouwvereeniging »De Groenten- cultuur" te Broek op Langendjjk op een dier dagen een onderhoud zal' hebben over de zaak, welke het hier geldt. Ik zou Uwe vertegenwoordigers tegeljjk met hen kunnen ontvangen. De Directeur-Generaal van den Landbouw, (w. g.) LOVINK. In de Dinsdag j.l. te Noord Scharwonde gehouden alge- meene vergadering van genoemde vereeniging, waar deze missive ter sprake werd gebracht, is zooals reeds door ons werd medegedeeld besloten de volgende beeren af to vaardigen naar den Directeur-Generaal: voor de Naam- looze Landbouw- en Handehvereeniging het Dagelijksch Bestuur, bestaande uit de heeren A. Nobel, C. de Geus en J. Zeeman; voor de vereeniging »Eendracht" »an Oud- carspel de heeren D. Winder en H. Hart; voor Groenten- cultuur'' te Broek op Langedjjk de beeren J. Kosteljjk en D. Slot, terwjjl de heer C. Wagenaar J.Gz. van Broek op Langendgk, de oud-voorzitter van do Landbouw- en Handelsvereeniging, zal worden uitgenoodigd ook deel van de deputatie uit te maken. Het onderhoud zal in het begin van de volgende week plaats hebben. Er wordt dus niet stilgezeten. Trouwens, zullen er nog veranderingen in het tarief komen, dan zal er wel bij zonder hard gewerkt moeten worden. Want, dit is wel zeker, gemakkeljjk zal 't niet gaan. Mogen al deze pogingen succes hebben 1 Waarschjjnljjk is 't wol overdreven te zeggen, dat door de nieuwe tarieven aan de Langedijker groenten-cultuur een doodsteek zal worden gegeven, doch niet te weerspreken is, dat daar door hare bestaansvoorwaarden ernstig zonden geschaad worden. Wellicht dat in een zoo goed jaar als het afge- loopene de belasting nog wel te dragen zou zija, doch men weet 't dit zjju witte raven. Zjjn de jaren minder gunstig voor de bouwers, dan zal de nienwe belasting verderfelijk zijn en een enkel best jaar zal de geleden echade niet kunnen goed maken. Kieuw levensteeken van den priester «inpon. Vader Gapou weert zich thans met de pen uit zjjn schuilplaats. Niets dan bitterheid stort hij uit o»er het papier. Toen hjj aan het hoofd der menigte optrok naar het paleis van den Ozar was bjj een grooische figuur nu doet hjj daaraan zelf afbreuk door wat in onze Tweede Kamer zou worden genoemd d kke woorden Volgens do Humanité richtte de priester tot den Ozar een br,ef van den volgenden inhood. .Vervuld vau eenvoudig vertrouwen in n als den vader van uw volk kwam ik vreedzaam tot n, vergezeld door de kinderen van nw volk, zooals gjj moet weten, zooals gij zeker weet. Het onschuldige bloed van werklieden, van hnnne vrouwen en jengdige kinderen, zal van nn Als men van Alkmaar komt en bet kleine Egmond san den Hoef intreedt, gaat men onsfemerkt voorbij 't historisch plekje, in mijn .Ond-Egmond" genoemd en beschreven Men passeert dan het lieve plantsoentje, behoorende bjj de hervormde kerk, vroeger de slotkapel, om te komen aan 't café .Het Slot van den Hoef", het boekhuis van de Schoolstraat, welke wjj U verzoeken met ons in te slaan Aan 't einde hiervan staan we opeen tweesprong, welks rechteraim ons brengt op het-z.g. Malle- of Maalgat, der geplaveide straten van den Hoef. Dit langs wande lende, komen we vóór het woonhuis van den Heer Jb Kraakman, het punt, w.arffe lazer, waar wjj U met Uw verlof willen h'envoeren. .Ond-Holland" te Egmond aan den Hoef schreven we hierboven. Welnn, beschouw den voorgevel van genoemd gebonw en is het niet, of Ge staat voor een der Ondholland scbe gebonwtypen nit Hans Mamline's Ursnlakast Het middenstuk is laag glad afgesneden, tei wijl de linker en rechterzijde van den voorgevel opgaan in den bekenden trapvorm, reeds in de twaalfde eenw aan onze Steen n huizen op te merken. De bogengevels van deze opgai ndo trapspitsen zjjn eene gedeelteljjke copie van die van 't onde raadhuis te Schoorl. Midden in 't lage gedeelte zien we een onde jjzeren plaat, waarop oene vronwen-fignnr, terwjjl de denren ieder met een boven- en onderdenr voorzien zjjn van zeer mooi bewerkte, koperen knoppen, waaraan de kloppers slechts ontbreken, om U geheel en al in den goeden ouden tijd terug te voeren. De vensters zijn alle voorzien van luiken, welker paneelen hei-rood gekleurd zijn, wat in de verte een stjjlvollen aanblik ver schaft. Vooral doet de voorgevel het mooi, als wjj hem van het z.g .scnlstet" nit bezien, hoewel de boomen, die er voor staan, het volle gezicht er op wel eenigszins onder scheppen. Het geheele Mallegat eehjjnt van hieruit bezien, wel een Oudhollandscbe bnnrt, zoodat het huis vau den heer Kraakman in zjju .jaste milieu" staat. En nu naar binnen! Geneer U niet, de heer Kraakman laat gaarne bezoekers tot zjjn Oudhollandsch interieur (1) Hans Memline (1499) is een der vele leerlingen van de gebroeders van Eijck. Hij heeft de beroemde Ursula-kast voor het St. Janshospitaal te Brugge geschilderd. Deze is eene verzameling van heiligen-legenden, in sierlijk miniatuur- werk uitgevoerd en waarop verschillende Oudhollandsche gebouwtypen voorkomen. toe. Als hjj ttanis is, begeleidt hjj ze zelfs heel vriendeljjk. Het hoofd vertrek als zoodanig is de eetzaal. Als Ge deze binnentreedt, denkt Ga onmiddellijk aan .Een binnen huis" van Adriaan van Ostade (1572—1642)'t origineel te genieten in het RjjksmnseHm te Amsterdam. De groote haard met hoogen eikanhonten mantel en verdienstelijk snjjwerk imponeert den bezoeker terstond. Op den mantel prjjken als versiering koperen candelabers en Delftsch aardewerk, waaronder een paar Delftsche koeien, terwijl boven den eigenljjken haard hangt een onde Spaanscbe jjzeren pot aan een ketting, zooals Hofdjjk die ons doet zien op zjjne plaat .Hollaudache Kenken" (17e eeuw) in .Ons Voorgeslacht" (zesde deel bladz. 107). Als verdere haard versiering merkt men nog op eene schilderjj, nit den tjjd van Gerard Don en voorstellende »De aarbidding der wjjzen." Als we ten slotte nog mede- deelen, dat de haardnis bezet is met Ood Delftsche tegels, zal bet dnideljjk zijn, dat dit onderdeel van het rnime Ondhollandsche vertrek zoo stjjlvol mogelgk is. B«zien we nu eens do wanden. Deze hebben alle eene hooge eikenhouten lambriseering, beneden met matten bekleed, boven eindigende in een vooruitstekende ljjst, torsende een schat van Delftsche borden. Hierop staat wel voor eenige honderden guldens aan Delftsche faience. Tegen den rechter-zjjwand staan een tweetal Oadhol- landsche kasten: een met z.g. knssenpaneelen, de andere is een ranke kast. Op beide prjjken weer in hnn stjjlvollen vorm prachtige stellen, bestaande in groote potten, pallen en z.g. potponrri- potten. gelijk men ziet op de .Kast met stellen" in .Ons Voorgeslacht" (zesde deel bladz. 99). Links naast den haard staat een ond orgel (1700) met gesneden binnenversiering. Plaatst men in zjjne verbeel ding hiervoor een organist mot eeno cadenette-pmik op (biermede is bedoeld eene kleinere prnik dan de z.g. reus achtige in folio) en den statigen 17e eenwschen rok aan, rjjk gegalonneerd en van korte mouwen met broedo om slagen voorzien, terwjjl zjjn beenen steken in de laag op de henpen gesloten en breed over de knieën hangende broek, dan is de fantasie volkomen; wanen we ons dan nog onder de tonen vau eene orgelcompositie van Bach, weg is dan de moderne 20e eenw; wjj zjjn weer in den prniken-t jjd. Nog intenser worden wij daaraan herinnerd door het volgende. Boven een prachtige, oude tafel met ebbenhouten bnljjsting (den eigenaar is hiervoor reeds eene hooge som geboden) hangt een twaalf-lichtskroon, die, ware zij met brandende kaarsen bezet, een zacht licht over dit echt Gudhollandsch interieur zon verspreiden. Hoe heerljjk zon dan deze stjjlvolle omgeving uitkomen I En wanneer dan de onde Friesche klok met haar zilveren slag het stille avonduur aankondigde, zouden wjj niet vermeenen te zitten op een plaatsje, dat door 't moderne voertuig staat aangesloten te worden aan het groote wereldnet. Van het onde buffet eene herinuering aan het oude huis »De Graaf van Egmond," in Alkmaar welbekend zonden wjj dan kannen bediend worden met een .hand of volhouder,een .modderglas" (niet voor modder be stemd, doch slechts zoo heetende) een .horentjen" of een rensachtigen roemer. Eu als we dan gedoken zaten in den ouden fauteuil of kaarsrecht op een der onde knopstoelen met een geel geworden boek, gebonden in een perkamenten band, nit den onden boekenhanger, prijkende tegen een der zjj- wanden, dan zon de metamorphose volkomen zjjn. Ziedaar dan »Oad-Holland" te Egmond aan den Hoef. En nn zonden we het hierbij kannen laten, indien ons de heer Kraakman nog niet meer getoond had. Van de eetzaal, waar 's zomers soms een heel internationaal ge zelschap aan de welgevulde tafel zich te poed doet, (J) bi acht hjj ons in zjjn woonkamer. Ook daar dezelfde lambriseering met belrjsting, waarop weer een scnat van Delttsch aardewerk. Wjj bewonderden daar tevens een prachtig Delftsc'n petorselie-8'el en een glazen kast, vol ond zilverwerk en poselein en nog meerdere diverse dingen. Ook werd onze aandacht gevestigd op twee prachtige plr.ques van Delftsche faience met Hollandsche landschappen, teiwjjl eene oude Friesche klok, aangevende den datom en den stand der maan, mede eene merkwaardigheid in dit vertrek is. En nu ten slotte de antiekwinkel van den heer Kraak man. Wat daar al niet te zien is, kan men zich een voudig niet vooistellen. Oordeele uit deze slechts benade rende opsomming: Oud-Dolfisoh porselein, glazenkasten met- allerlei oud-zilverwerk en andere antieke voorwerpen, Friesche klokken, oud-aardewei k nit verschillende landen, merkwaardig koper- en tinwerk spinnewielen, een ver- gnl 1 koperen lichtkroon in barokstjjl, eene onde orgelklok, spelende 16 ria's, enz. enz. Nog eens: Beweerden wjj te veel, toen we bier boven schreven: Ood-Hollaed" to Egmond aan denHoetïHet interieur van do woning van den heer Kraakman is bepaald een merkwaardigheid, welke gerust in wjjderen kring g kend mag worden. Dit is dan ook, met de volle toes'emming des eigenaars, hot doel dezer regelen. E. a. d. H. J. M. S. (1) 's Zomers wonen bij den heer Kraakman verschillende kunstschilders in, zoowel Amerikanen en Engelsehen als Duitschers en Hollanders.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 5