bürgerlITke standT
INGEZONDEN STUKKEN.
36770, D. Baas, IJmuiden f 39000, H. J. Conjjn, Eg-
mond aan Zee f 37335, Philips, IJmniden f 38700, J.
Blanboer, Egmond aan Zee f 34599, H. Wjjker, Helder
34449, Spruit en Wils, Alkmaar f 34989, C, Hartog,
Alkmaar f 33175. Gegnnd aan den laagsten inschrijver
Kegel wedatrRd.
Zondag, den laatsten dag, was er in «Diligentia" weder
veel deelneming. Den geheelen dag werd de noodige
inspanning getoond voor het zoo gelukkig mogelijk
bereiken van het einddoel.
Vooral was dit te bemerken bij den wedstrijd op de
vrije baan, waarbij met 10 ballen reeds 88 houten waren
gegooid. Na ernstige pogingen mocht het aan No. 2
gelukken 9 negens en een 8 te gooien, zoodat hij onder
daverende toejuichiug van de toeschouwers en de leden
zijner club, de koning van 't feest van den dag werd
en als zoodanig van vrienden en kennissen veel hulde
ondervond. Ook de overige onderdeelen van den Wed
strijd werden dien dag natuurlijk beslist. In 't geheel
werd door 55 clubs gegooid, waarvan we nu den vol-
ledigen uitslag kunnen geven. g
A. Corpswedstrijd:
»Kegellust« v. Amsterdam le pr. met 329 h.
«Zou er kans zijn« 2e 318
«Twee duifjescc 3e 317
«Nooit gedacht« 4e 315
Vol hard ing« Haarlem 5e 314
«Unie® Alkmaar 6e 310
«Men heeft ze niet aan
een touwtje« Amsterdam 7e 310
«Entre Nous® 8e 307
«Excelsior« 9e 304
»Vooruit« 10e 304
«Onderling Oefening« 11e 301
«Oranje Kegelclub« 12e 297
«Bollenclub® 13e 297
B.
Treffersprijs«Zou er kans zijn« v. Amsterd. met 50 T.
Negenprijs «Twee duifjes® 13 N.
Achtenprijs«Zou er kans zijn® 10 A.
ZevenprijsVooruit« 18 Z.
Vijvenprijs»Minerva« 16 V.
Victoria-prijs»Koekoek« Alkmaar 1 Vic.
Koekoekspr.«Geeft'm de ruimte®» Amsterd. 4 K,
Consolatieprijs»Waterpas« Haarlem 292 h.
Koningsprijs«Carton® Amsterd. 84 p.
Eere-prijs»P. van Dijk« 78
C. Personeele Wedstrijd.
Serie 18 ballen.
J. F. Niemöller v. Amsterdam met 133 h.
Zes ballen.
1. Van Vucht v. Amsterdam met 51 h.
2. D. Reneman «48 99-
3. A. de Neef 48 98-
4. W. Renaut Jr. «47 98.
5. Couturier 47 8-8.
6. W. Duinmeijer Alkmaar 47 78,
7. Paulen Haarlem 47 95.
8. J F. Niemöller Amsterdam 46
Consolatieprijs met 18 b., W. F. H. Mat-
thijsen van Alkmaar 104 h.
D. Vrijebaan-wedstrijd met 10 ballen.
1. H. Buijs v. Alkmaar met 89 h. st.k. 87.
2. A. de Vries «88
3. Hupkes Amsterdam 87
4. S. W. Arntz Alkmaar 86
5. H. Reijmer 85 85.
6. H. Landman 84 81.
7. C. P. G. Niemann Amsterdam 83 76.
8. M. Verduin 83
9. Wr. Matthijsen Alkmaar 81 75.
10. Carton
Amsterdam
80
Na een recht gezelligen dag met matinée-musicale onder
directie van den heer J. M. Otto en later de soirée
waarbij de muziek door toost of clubliederen werd
afgewisseldwas wellicht voor liefhebbers nog te vroeg
het sluitingsuur gekomen en werd met een kort woord
van dank aan vertegenwoordigers der corpsen en per
soonlijke deelnemers de wedstrijd besloten.
't Spreekt bijna van zelfdat daarbij aan den over
winnaar van dien avond menig hartelijk woord gewijd
en van verschillende zijden hulde werd gebracht. Op
eigenaardige wijze werd daaraan uiting gegeven door
den heer Haakman die in 't perkje de woorden De
Burg 1905 in een ommezien had veranderd in H. Buijs
1905. Een daverend applaus en bravo's waren duidelijk
de bewijzen van instemming.
Cadettenschool.
Voetbal.
Met niet minder dan 5 invallers speelden Zondag
de Cadetten tegen R. A. P. II uit Amsterdam. Niette
genstaande hunne onvolledigheid waren zjj toch gedurende
den geheelen wedstrijd de meerderen en wonnen tenslotte
met 7—0.
Worstelwedstrijd.
«Buitengewone élite specialiteiten-voorstelling, tevens
groote internationale worstelwedstrijd om het kampioen
schap van Nederland voor 1905", waarljjk de impresario
van den neger Max Maiffse, wereldkampioen van Chicago
en van andere kampioenen, als Mr. Mallasee, die alle Fran-
sche en Tom Ullendahl die alle Duitsche worstelaars «legt",
weet wat reclame is.
Wie Zondagavond in Harmonie is geweest om deze met
zooveel ophef aangekondigde élite specialiteiten-voorstelling
te gaan zien, zal bjj het vallen van het scherm zich zeker
nauweljjks hebben kunnen weerhouden, om uit te roepen
leve de reclame
Elite-voorstelling 1 Vergeefs hebben we gezocht naar de
élite-specialiteiten op het tooneel, en wendden we onze
blikken naar het publiek, dan was dat toch ook niet wat
men noemt de élite.
En desalniettemin zjjn we naar een «élite"-voorstelling
geweest 1 Leve de reclame 1
Over het werk der specialiteiten zullen we maar niet
veel zeggen, alleen de wielrjjder was een specialiteit, bjj
de anderen zal het wuarschijnljjk in de specie gezeien
hebben, waarmede ze, uit pure komiekigheid, zich hadden
besmeerd. Het spreekt wel van zelf, dat de worstelwedstrijd,
die eerst na de pauze begon, het «groote" nummer was
van het programma en met inspanning volgde men do
verschillende partijen tnsschen de buitenlandsche kampi
oenen en de Alkmaarsche amateurs, een zestal turners. Hoe
het afliep? Best, zonder ongelukken, en de Alkmaarders
kunnen nog al tevreden zjjo. Pool uit Alkmaar «legde"
Tom Ullendahl den leerling van Dirk van den Berg
kampioen van Dnitschland Mr. Mallassee overwon een
Alkmaarder, wien weten we niet meer, en daarmede waren
de Fransehe en Dnitsehe kampioenen tevreden.Toen volgden
verschillende partgen met den neger Max Maifee, en
tusschen de Alkmaarders onderling. Het blanke ras moest
het echter, hoewel na heel wat strijd, afleggen tegen den
vertegenwoordiger van het donkere; Kieft hield het 't
langst uit en verwierf daarvoor een vergalde medaille
Njjboer en de Joug worstelden ten slotte om den tweeden
prjjs, een zilveren medaille, doch de strijd bleef onbeslist.
Bjj loting kreeg Njjboer het eermetaal. Daarmede was de
voorstelling afgeloopen, en zoo kan Max Maifee zich wellicht
voortaan behalve woreldkampioen van Chicago ook kam
pioen van Nederland noemen. Dat is wel wat waard 1
GEBOREN:
16 April. Anna Bregitta, d. van Theodoras Wilhelmus
Doornbos en Cornelia Zwan.
Anna Maria, d. van Pieter van den Berg, en
Maartje Kaal.
17 Margaretha Geertruida Antonia, d. van Jacobus
Franoiscus van Lieshout en Engeltje Groentjes.
18 Jan, z, van Jacobus Jonker en Gunrtje Weder
OVERLEDEN:
16 April. Pieter, z. van Abraham de Wilde en Trjjntje
Krjjgsman, ruim 4 m. Jannetje Kuiper 29 j.
Etje Jannetje Bakker, echtgen. van Willem
Wiliems, eerder wed. van Klaas Wjjnberg, 42 j.
Gemeentelijke Brandverzekering.
Geachte Heer Andriessen,
Om voor mij overwegende redenen kan ik, hoe ver
leidelijk dit ook moge zjjn, voorshands niet ingaan op
vele bedenkingen, door u in uw laatste «Van Week tot
Week" ontwikkeld, naar aanleiding van mjjn voordracht
over «Gemeentelijke Brandverzekering."
Intusschen komen in uw artikel eenige zinsneden voor,
welke tot averechtsche gevolgtrekkingen kannen leiden
bij nwen lezer, die van mijn geschrift geen kennis heeft
genomen. Een enkel woord dos, in afwachting van het
tijdstip, waarop ik mjjn gevoelen, dat door uwe opmer
kingen ongeschokt is gebleven, wellicht breeder zal uit
eenzetten.
Gjj verbaast er u over, dat ik, «den sociaal-democra-
tischen heer Schaper volgende", diens naam niet heb
genoemd. Ik moet n te dezen aanzien verwijzen naar
bl. 10 van mjju brochure waar ge kunt lezen, dal in de
gemeenteraden van Leiden, Zaandam, Katwijk, Haarlem
en Groningen de zaak nog in den laatsten tjjd is ter
sprake geweest. Als ik nu voor Groningen den heer
Schaper had moeten noemen waarom dan ook geen
mededeeliug van mij geëischt van de namen der al of
niet sociaal -democratische-, anti-rovoiutionaire katholieke-
of liberale heeren in de andere genoemde gemeenten,
die mede over het onderwerp hebben gehandeld Een
«voordracht" heeft hare eigenaardige eiscben en grenzen
en het is moeiljjker beknopt te blijven dan wjjdloopig
te zjjn. Voor uwe verbazing is geen grond. Ik heb uw
«sociaal-democratiachen beer" geen onrecht aangedaan,
daar ia hem geenszins in meerdere mate heb gevolgd
dan zoovele anderendie over het onderwerp hunne
meening hebben gezegd.
Dat het zorgen voor de brandweer door de gemeente
niet meer is «dan oen staaltje van baar plicht'', vindt
ge in mjju brochure herhaaldeljjk bevestigd, hoezeer ge
het doet voorkomen alsof ik eene andere meening ware
toegedaan. Mijn geheele betoog rust juist op deze stelling
als er geene verandering komt in den gang van zaken,
zal het aan de gemeenten hoe langer hoe moeiljjker val
len, ja zal het haar op den duur geheel onmogelijk zjjn,
zich naar behooren van dien plicht te kwjjten.
«Laat de assurantie-maatschappijen dan de kosten van
«de brandweer betalen wordt er zoo nu en dan gezegd",
zoo schrijft ge, aan dat denkbeeld uwe bescbonwingen
vastknoopende. De argelooze lezer zal meenen, dat ik dat
bij wjjze van »l:cht verteerbare versnapering" zoo nu en
dan zeg in de brochure, welke gjj aan het bespreken zjjt.
Fjjnproovers zullen zolvon wol bespeuren, dat ze hier
voor een proefje van uw baksel staan. Maar niet ieder proeft
even fijn en ik wil daarom doen uitkomen, dat ik niet
verantwoordelijk b8U voor het hier opgediende. Ik heb
als niet ter zake doende m6t geen woord op
iets dergoljjks gezinspeeld, overtuigd als ik ben,datdoor
het aangegeven middel de wondeplek, waarop ik heb ge
wezen, niet zou genezen. De maat chappjjen zouden den
last eenvoudig op de premie-betalers afschuiven.
Als gjj waarlijk uit mjjn brochure-leest, dat het mijn
toeleg is om wie dan ook «het brood uit den mond te
stooten" of «op straat te zetten," dan kan ik daaruit
niet anders besluiten, dan dat ge den ernstigen zin van
mjju betoog niet hebt begrepen. Het bezigen van der-
geljjke uitdrnkkingen is, naar mjjne meening, meer ge
schikt tot het troebel maken dan tot het opklaren van
hetgeen wjj helder voor den geest willen zien. Wjj be
spreken bier een algemeen belang. Welnu, laat ons dan voors
hands over particuliere belangen en belangetjes zwjjgen.
Gij laat het voorkomen alsof ik er zooveel op tegen
zou hebben, «dat sommige maatschappijen zoo'n mooi
winstcjjfor makeu." Hoe bedriegt gjj u 1 Onder de tegen
woordige omstandigheden wensch ik haar gaarne een zoo
groot mogelijk winstcjjfer toe. Wat ik getracht heb is:
de overtuiging te vestigen, dat de brandweer schier overal
slecht is lecht, als wee ons rekenschap geven vau hetgeen
onder «goed" wordt, verstaan sedert de brandweer een vak
van wetenschappelijke beoefening geworden is en dat
daarin, bjj gebreke van o:ereenstemming van belangen,
geeue verbetering komen kan als deze in handen der
overheid en de brandverzekering in banden van particu
lieren bljjft. En mjjn, waarlijk niet ongegrond, beweren
is, dat het brandverzekeringsbedrijf aanzienlijk meer op
brengt dan noodig zou zjjn om een alleszins uitmuntende,
aan alle eisehen beantwoordende brandweer te bekostigen
en de geleden schade te vergoeden.
«Volgens het betoog van den heer Donath zoo zegt ge,
«zou de Gemeente morgen ook wel een hypotheekbank
«kunnen beginnen (waarbjj nog meer winst is te halen)
«jazij zou ook wel haar eigen winkeliers concurrentie
«kunnen gaan aandoen." Ik moet ten sterkste protesteeren
tegen uwe meening, dat dit uit mjjn betoog kan gelezen
worden, Hjjne innige overtuiging is juist, dat het geene
aanbeveling verdientvan de plaatseljjke overheid eene
exploitante van industrieele of andere ondernemingen te
maken. Doch als daarvoor goede redenen bestaan, aan
het algemeen belang ontleend, u gelieve op de oursief
gedrukte woorden vooral acht te slaan, behoort men
eene afwijking van dien overigens galden regel te billjjken
en te bevorderen. Met deze mjjne overtniging is de inhoud
van mjjne brochure in volmaakte overeenstemming, 't Is
mjj geenszins te doen om de dwaasheid welke gij mjj
toedicht, dat de gemeente zich morgen zoo maar eens op
het een of ander winstgevend bedrjjf ging «werpen",
maar om een brandweer te verkrijgen, die een alleszins
voldoenden waarborg aanbiedt tegen de onheilen van
brand welke de gemeente bedreigen, hoedanig een brand
weer nimmer zal tot stand komen, zoolang brandweer en
brandverzekering niet in één hand vereenigd zjjn, zoolang
men meer over heeft voor het eventueel vergoeden, dan
voor het zooveel mogeljjk voorkomen van brandschade. Een
ramp met alle macht te voorkomen is beter en goedkooper,
dan de gevolgen er van drageljjk te maken, nadat de
rampspoed eerst ondervonden is. Een goede brandweer
moet branden weren, d. i. nog heel wat meer doen dan
alleen branden blusschen, zooals tot nu toe gebraikelijk is.
Gij dicht mjj eveneens de dwaasheid toe als zou ik
gezegd hebben, «dat Alkmaar te arm is om zjju brand
weer behoorlijk uit te rusten." Hoe is het mogeljjk, mag
ik vragen. Niemand is meer overtuigd dan ik, dat onze
gemeente, met betrekking tot hare financ ën, in gunstige
omstandigheden verkeert en dat een goed en eerljjk beheer
tot nog gunstiger omstandigheden zal leiden. In uw eigen
blad van 29 September 1897 heb ik dat met cijfers aan
getoond. Alkmaar zou te arm zjjn om te doen wat op
haar weg ligt Alkmaar is niet arm 1 Maar het aan
schaffen en bedienen van moderne blusch- en reddings
middelen, het organiseeren van een doeltreffende «huis-
brandweer", het aanleggen van een brandweor-telegraaf
en dergeiijken is voor plaatsen als Alkmaar, waar nog
zoo talrjjke andere belangen behartiging eisehen, te dnur,
zoolang de daarvoor noodige uitgaven niet op andere wjjze
dan zooals thans kunnen gevonden worden. Ik moet u
dan ook dringend aanraden de blzz. 14 en 15 van mjjne
brochure te herlezen. Ik zwaai daar lof toe aan onze, met
bewonderenswaardigen ijver bezielde] brandweer, die met
betrekkelijk primitieve hulpmiddelen, de uitbreiding van
eiken brand tot nog toe wist te verhinderen. Of ze echter
is uitgerust »»'n overeenstemming met de eisehen des tijds"
en of ze ooit tot eene zoodanige uitrusting zal komen als
deze uit de belastingpenningen moet bekostigd worden,
dat is een andere vraag. De hertenkamp, het gymnasium
en het abattoir hebben met deze vraag niets te maken.
Gjj moet mg ten goede houden dat ik deze uw manier
van voorstellen allerzonderlingst noem.
Gjj hebt overigens allerlei in mjjne brochure gemist.
Ik had moeten aantoonen zus en ik had moeten bewijzen
zóó. Onaangeroerd bleef dit en gezwegen werd over dat,
allemaal dingen, welke met de beginsel-vraag welke ik
gepoogd heb te stellen en toe te lichten, slechts in ver
wijderd verband staan. Over de juistheid van dat beginsel
is men het, getuige uw artikel, nog lang niet eens en
om die reden kwam het mij niet geraden voor mjjn voor
dracht te verarmen met uitweidingen over de toepassing
van dat, nog niet aanvaardde, beginsel. Mij dunkt, daar
van mocht mjj geen verwjjt worden gemaakt. Het ware
te wenschen, dat men in het algemeen wat meer voet bjj
stuk hield. Het dooreenhaspelen van zaken in het debat,
heeft bjj menige gelegenheid reeds kwaadB genoeg gebrouwen.
Aan het slot van uw artikel spreekt ge den wensch
uit, dat ik niet geraakt moge zjjn wegeos uwe, overigens
weinig waardeorende, bestrijding, waarin trouwens de door
mjj naar voren geschoven beginsel-vraag nauwelijks be
streden wordt. Op mjjn woord, ik gevoel mij niet geraakt,
niettegenstaande gjj mjj stellig te veel hebt bestookt uit
zjjpaden, op welke ik u voorshands niet zal achtervolgen.
Tot zekere hoogte ben ik n liever erkenteljjk voor het
woord, ter opwekking der aandacht, door u gesproken, en
vergeef ik u gaarne eenige minder vriendelijke uitdruk
kingen, die zonder bezwaar achterwege hadden knnnen
bljjven. Allicht zal uw artikel aan sommigen, die 't
anders zouden nalaten, aanleiding geven om nu ook mjjn
geschrift ter hand te nemen en de beginselvraag te
wikken on te wegen.
Acht gij, en met n stellig vele anderen, de tegenwoor
dige regeling, met betrekking tot brandweer, brandpolitie
en brandverzekering voldoende, onverbeterlijk misschien,
het is mij wel. Doch vergun mjj, op de gronden in mijn
brochure aangevoerd, haar in strijd tebljjven achten met
de eisehen der rechtvaardigheid en der algemoene welvaart.
Ook met mjj zijn velen het eens. Du choc des opinions
jaillit la véiité 1
Met gevoelens van hoogachting Uw Dw.
DONATH.
Hooggeachte Heer Donath,
Daar Gij gaarne zoudt zien, dat uw stuk in het nummer
van Dinsdagavond werd geplaatst rest mij slechts zeer
weinig tijd tot repliceeren. Toch heb ik 't niet goed van
mij kunnen verkrijgen om u zonder antwoord te laten
In alle haast zij daarom het volgende opgeschreven
Reeds in mijn »Van Week tot Week" van Zaterdag
avond j.l. gaf ik te kennen, dat eene «bestrijding" van
Uw kant waarschijnlijk niet zou achterwege blijven, 't
Blijkt mij nu, dat ik in dit opzicht gunstiger gedachten
omtrent U heb gehad dan waartoe Uw «enkel woord."
dat hierboven staat afgedrukt, thans aanleiding geeft.
Immers, met den besten wil ter wereld kan dat niet
aangemerkt worden als een «bestrijding."
Ik heb U in mijn vorig artikel gezegd, dat de kern
van de geheele quaestie deze isKan de gemeente 't
verantwoorden tegenover de ingezetenen, dat zij zich
bloot stelt aan het gevaar van groote verliezen door
brand? Nu was 't toch zeker LTw taak geweest om'in
eene «bestrijding" op dit punt geruststellende verklaringen
te geven. Ik heb mij U dan ook Zondag voorgesteld
als doende het werk, dat U hadt moeten verrichten
voordat Ge Uwe brochure in het licht gingt geven,
namelijk zoekende naar statistieken en naar tabellen in
het belang van de door U voorgestane zaak. Daar ik uit Uw
brochure wel heb gemerkt, dat zelfs het ABC van
het assurantie-wezen U zoo goed als onbekend is ge
vaarlijk lijkt 't mij om er dan over te schrijven ben
ik zelfs in de verleiding geweest, mijn bibliotheek op
dit gebied tot Uwe beschikking te stellenten slotte