Op ongewissen bodem. ALKMAARSCHE COURANT: Hinderwet» Hinderwet. BU FT E NLAND. FEUILLETON. kennisgeving? Gemengde Mededeelingen. No. 54. Honderd en Zevende Jaargang. 1905. Woensdag 3 Hel 1905. Het HOOFD van hot Plaatselijk Bestuur te Alkmaar brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der Ingozetenen, dat bjj hem ingekomen en aan den ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering zjjn overgegeven de kohieren der personoele belasting ns. 7 en 8, voor het dienstjaar 1905 executoir verklaard door den Directeur der directe belastingen in Noordholland te Amsterdam den 29 April 1.1.; dat ieder verplicht is zjju aanslag, op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat de termgn van zes weken, binnen welken daartegen bezwaarschriften kannen worden ingediend. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, Alkmaar, J- DE WIT Dz. 1 Mei 1905. lo- Burg. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene keunis, dat heden op de gemeente secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verzoek met bjjlagen van GERARD KAMPERaldaar, om vergunning tot het oprichten van een heeteluchtoven in de bakkerij van het perceel St. Annastraatwjjk C, No. 19. Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden inge diend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op Maan dag 15 Mei e.k., 's voormiddags te elf uur en schriftelijk vóór of op dien tjjd. Gedurende drie dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en hjj, die bezwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer gemeente van de terzake ingekomen schrifturen kennis nemen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, J- DE WIT Dz., lo. Burg. 1 Mei 1905. DON ATH, Secretaris BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen, ingevolge art. 8 der Hinderwet, ter algemeene kennis, dat zjj onder dagteekening van 27 April 11. no. 148 aan G. H. ARBOUS Jr. alhier vergunning hebben verleend tot het uitbreiden zijner loodgieters werkplaats in het perceel aan de Gedempte Nieuwesloot no. 2 ten kadaster bekend in sectie A no. 2814. Burgemeester en Wethouders voornoemd, AlkmaarJ - DE WIT Dz., lo. Burg. 1 Mei 1905. DONATH, Secretaris. De Harokka»nsclie qnaestle. Verdienen Vorston en andere hooggeplaatsten dikwerf medelijden om de beproevingen en bekommeringen, aan hunne positie verbonden do arme Sultan van Marokko is er al een zeer treffend voorbeeld van. Sedert geruimen tijd reeds wordt Z. M. geplaagd door onderhandelingen en overleggingen met den Franeehen afgezant Saint-René Taillandier, die hem en zjjnen minister aan 't verstand moet brengen, vooreerst welke velerlei hervormingen er broodnoodig zijn in zgn Rjjk, en ten tweede, welke voortreffelijke eigenschappen de Frauecho natie bjj uit nemendheid geschikt maken om hem daarbij de behulp- zamo hand te bieden. Te midden dier overleggingen kwam vier weken geleden Keizer Wilhelm te Tanger en deed hem van daaruit kond en te weten, dat hg, Sultan, een onafhankelijk souverein was, dat overhaaste hervor mingen onder zijne aan hun eeuwenoude traditiëe ge hechte Muzelmansche onderdanen hoogst bedenkelijke gevolgen zouden kunneu hebben, en dat de Duitsche Keizer nu eigenljjk de ware en belanglooze beschermer was der Mohammedaansche wereld in 't algemeen en van Marokko in 't bjjzonder. Het was aldus zegt de Haarl. Ct., waaraan dit artikeltje is ontleend op Uit het Duitsch VAN Ijudwlg Wang holer. 64) Den volgenden middag kwam Purtscheller goed geluimd van de jacht terug. Hg had een gemsbok geschoten en er stond hem nog een genoegen te wachten zijn nieuwe harddraver zou heden zgn intocht op den Purtschellerhof houden 1 Persoonlijk hield Purtscheller toezicht bij het in gereedheid brengen van den stal, die den edelen Wildzang zou herbergen. Tegen schemeravond werd Wildzang gebracht door een knecht van den paardenkooper. De jongen had een bloe dende hand, zgn eene mouw was losgescheurd en hij kon van vermoeidheid nauwelijks op de been blijven zoo moeiljjk was het paard te houden geweest. Purtscheller lachte er om, en trotscb, met stralend gelaat, beschouwde hij het dier. Het was een draver van edel bloed en uit gezochte schoonheid. Maar een schuw vuur glom in de bewegeljjke oogen van het paard als iemand het naderde begon het te springen of beefde aan alle leden. Zijn in tocht in don stal vierde Wildzang door de houten schut ting stuk te trappen. De knecht, die het paard vast moest binden, redde zich gelukkig door een vluggen sprong en Mathes moest komen om het schuwe dier te kalmeeren. Toen hjj het den halster omgelegd en het dek vastgebonden had, zei hjj »Heer Purtscheller, ik zou u raden het beest weg te doenal is het met schade." Purtscheller lachte. »Geen denken aan 1 Het prikkelt me juist zoo'n Wildzang te bedwingen." En werkeljjk, de eerste rit, dien Purtscheller don vol genden morgen ondernam viel gelukkig uit hg kwam tenminste zonder noemenswaardig ongeval van zijuBlede- het wereldslaatstooneel eene herhaling van de vermake- Jjjke historie dier twee poppenkastvertooners bjj Dickens, van wie de een aanhoudend de kleine Nellie inblies, dat hij haar vriend was, niet zijn compagnon. Nauwljjks was Keizer Wilhelm vertrokken of men vernam, dat de heor Von Tatlenbach naar Fez vertrek ken zou om als bjjzmder afgezant Duitschlands belangon, d. w. z. >de belangon aller mogendheden en van Marokko zelf", in s' Keizers geest aldaar te gaan bepleiten. En nog is de heer Von Tattenbach niet op reis gegaan, of het bericht komt dat de Britsche gezant te Tanger, do heer Lowther, binnen drie weken eveneens naar Fez zal gaan om nu ja, »om zjjne geloofsbrieven aan te bieden"; maar tevens om gewicht in de schaal te leggen ten gunste van Frankrjjks voorstellen. En schier is de inkt nog nat, waarmeê dit bericht gedrukt werd, en men seint uit Madrid, dat evenals de heer Lowther de nieuwe Spaansche gezant Llaveria eerlang met hetzelfde doel zich naar de heilige stad met hare 360 moskeeën zal opmaken. tl »Waar het aas is vergaderen zich de arenden Even onbilljjke als banale uitroep, zal men zeggen waDt, wie twgfelt er aan, of al deze vier Mogendheden en hare afgezanten beoogen louter het goede voorMoelaï Abd-el-Aziz en zgn land, louter aller gemeenschappelijk belang en alzoo handhaving van rust en vrede De Time» betuigt het uitdrukkelijk wat Frankrgk ea Engeland aangaat en nu Duitsehland vermoedelijk het zgne gaat doen, meer om Frankrjjks pogingen ter verkrgging van een goed bestuur te verlammen dan om die te bevorde ren, kan het wel goed zjjn, vindt zij, dat den Sultan worde duideljjk gemaakt, hoe ook andere landen onder danen eu belangen in Maiokko~hebben. Ja, dat Duitsehland de berichtgever der Temps te Berljjn doet er een merkwaardig boekjo van open. De voorname invloed, die daar Frankrjjk tegenwerkt, is volgens hem de heer Von Holstein, chef der afdeeling van politiek en den diplomatieken dionst aan 't Rjjks departement van Buitenlandsche Zaken, weleer Bismarck's vertrouweling, een man van grooten invloed op de aoh tereen volgende kanseliers, den Keizer en de Dnitsche politiek. Zgne onmiddelljjke handlangers verklaart de berichtgever te kunnen mededeelen hebben te Tanger als trouwe vertegenwoordigers der Bismarckiaansche traditie, jjverig het hunne gedaan en de tot gezant in Marokko benoemde dr. Von Rosen is zgn vertrouwde en rechterhand, gelijk de hovongenoemde Von Tattenbach de broeder is der gravin Schlippenbach, wier salon door den heer Von Holstein uitsluitend wordt bezocht. Hetgeen echter deze ambtenaar doet, gaat buiten den kanselier om, die, met reden, hom de grootste vrgheid van hande len laat. Men wil dat de Duitsche afgezant met den Sultan onderhandelen zal over een handelsovereenkomst, bestel lingen van oorlogsmateriaal en concessiën van openbare werken aan Duitsche firma's. Als hg, één tegen drie, in zijne taak slaagt, zal men hem zjjne bewondering niet kannen ontzeggen. Maar voor den Sultan is het om radeloos te worden. Gravin Tolstoï over den oorlog. Gravin Tolstoï komt in een brief, door the Times medegedeeld, met kracht cn klem tegen den gruwel van den oorlog met Japan op. »Ik begrjjp niet", zegt de vrouw van den beroemden scbrjjver en wijsgeer, »hoe iemand nog durft pleiten voor het voortzetten van den oorlog. Het kan geen schande voor ons zjjn, vrede te sluiten, geljjk zoovelen ten onrechte meenen. Een verloren oorlog is geen schande, maar een ongeluk. Geon schande kan grooter zgn dan die van menschen te pijnigen en hen te dwingen tot plegen van de grootste misdaad, welke men denken kananderen van het leven te berooven door ingewikkelde, wreede middelen, uitgedacht door schandelijke, slecht bestuurde beschaving. Kan or grooter wreedheid bestaan dan die van honderdduizenden kinde ren en bejaarde lieden van bnnne vaders en zonen te berooven en hen zonder voedsel en kleederen gebrek te laten ljjden Verder verhaalt de Gravin hoe aan hare dent een arme soldatenvrouw, moeder van vjjf gebrekljjdende vaart thuis. Zoo had hg uu dubbele vreugde aan Wildzang en iedere dag, die niet in beslag was genomen door jacht of schjjfschieten werd nu gewjjd aan de dressuur van het paard. Daar hjj soms weken van huis bleef en bovendien slechts zelden zich bekommerde om de zaken van hnis en hof, was hjj, wanneer bjj zich een enkelen keer verwaar digde stallen en schuren te betreden, ten hoogste verbaasd over al het goede en nieuwe, dat Mathes met rusteloozen vljjt had tot stand gebracht. Bijna van week tot week werd het bedrag dat Purtscheller voor melk en boter ontvin?, grooter en dank zjj de strenge spaarzaamheid, die Mathes bij de voedering in acht nam liet het zich aanzien dat mon ondanks den brand den winter zou doorkomen zonder voeder te moeten koopen. En daar Mathes slechts zelden geld vroeg alleen dan als er iets moest worden aangeschaft dat onmogeljjk uitstel kon lijden was Purtscheller met den loop der zaken tevre den en kon het tamelijk wel vinden met zjjn nieuwen opzichter. Niettegenstaande de voorzichtige wjjze, waarop Mathes zgn heer behandelde, was het toch bjj Purtschellers driftigen aard niet mogeljjk immer den vrede te bewaren. En menigmaal zouden heftige tooneelen zgn voorgevallen, indien Mathes niet de zelfbeheersching gevonden had, Purtschellers grofheden zwjjgend aan te hooren. In den beginne had hij die beleedigende uitvallen wel eens ernstig afgeweerd doch sedere bij bemerkt had dat Partschol ier, die tegenover Mathes' kalmte niet ten volle aan zgn drift durfde toegevenlater zgn ergernis aan Karlien koelde, sedert dien tjjd verdroeg Mathes zelfs de meest krenkende onrechtvaardigheden geduldig. Hoogstens dat hij zei»Qij weetniet, wat ge zegt, heer Purtscheller 1" In al die weken vond Karlien slechts zelden gelegenheid oen paar woorden met Mathes te wisselen. Hij was van vroeg in den morgen tot laat in den nacht bezig. Dikwjjls ook verzuimde hjj het middageten en liet zich in de kenken iets geven wanneer hij een oogenblik tijd had. Karlien meende te merken dat hjj opzetteljjk iedere ontmoeting met haar vermeed. Maar waarom Dat begreep zjj niet En op zekoren dag sprak zjj hem daarover aan. kinderen, zich kwam beklagen en hoe die haar vroeg >Wat doet de Gzar toch? Hoeveel menschen sterven er van honger, en hoeveel weezen moeten door zjjn schuld gaan bedelen 1" Dat is het, wat het volk zegt, zoo besluit de Gravin. Dut vraagt een vrouw uit het volk, die evenveel gevoel voor hare kinderen heeft als deftige dames en Keizerinnen. Als Keizers en Generaals geen vrede durven sluiten, uit vrees voor schande, laten wjj, moeders van alle standen, dau met kracht opstaan tegen die mensohenslachting, welke ons het hart verschenrt 1 De toestand in Ierland. Hoe 't tegenwoordig nog in Ierland toegaat, bljjkt uit 't volgende verhaal. Woensdag moest op het eiland Dursey, een 25 K.M. den Atlanti8chen Oceaan in, dicht bjj Oastletown Bcrehaven, een oude man van zgn hoeve gezet worden. Hij had al in geen vier jaar pacht betaald. Tweehonderd konstabels gingen 's ochtends vroeg aan boord van een regeerings- boot op weg. Toen zjj bjj het eiland kwamen, vonden zjj de geheele bevolking, bestaande uit 35 gezinnen, op de landingsplaats. Mannen, vrouwen en kinderen tracht ten de politie het landen te beletten door een hagelbui van steenen op. hen te laten vallen, en misschien was hun toeleg ook gelakt, als er niet een dertig politie agenten in een boot het eiland omgevaren waren en de bevolking in den rug vielen. Toen ontstond er een ver woed gevecht, waarbjj de politie met den stok en zelfs met de bajonet op het geweer te werk ging. Met vele kwetsuren moest de bevolking afdruipen, en de politie, in volle sterkte geland, zette den ouden paohter uit zgn huis. De koninkljjke gave van Garnegie. Nader wordt gemeld dat het pensioenfonds, waarvoor de heer Carnegie 10 millioen dollars geschonken heeft, bestemd is voor de professoren en leeraars van alle Universiteiten, technische scholen enz. in de Vereenigde Staten, Canada en Newfoundland, zonder eenige voorwaarden van ras, kleur of geloof, maar met uitsluiting van Staatsinstellingen, koloniale inrichtingen en zuivere gezindtescbolen. Al de bladen juichen het geschenk toe. Volgens de Evening Post is het aantal professoren enz. groot, aan wie men hunne betrekking nit barmhartigheid laat behouden, schoon zjj er niet meer geschikt voor zgn, alleen omdat zg andere niet zonden kunnen leven. Een Duitsche vorstin en bestellingen in Frankrjjk. De brnid van den kroonprins van Pruisen, de hertogin van Mecklenburg-Sohwerin, heeft haar uitzet voor een deel te Parijs doen vervaardigen op de ateliers MorinBlossier, avenue de l'Opóra 9, welke firma de élite der Parjjsche dameswereld heeft uitgenoodigd om de uitgestalde stukken van het trousseau te komen bewonderen. Aardbevingen. De aardschokken die in Zwitser land en Frankrgk zgn waargenomen, waren dnideljjk merkbaar op de seismograaf van de Heidelbergsche sterren wacht. Het toestel gaf een sterke aardbeving aanbjjna van dezelfde kracht als de Indische aardbeving op 4 April, maar slechts van korten duur. Uit Frankrgk wordt nog bericht dat de stoot zich golfs gewijs voortplantte in de richting van het Noorden naar het Zuiden en zich voortzette tot in de streek van Valence. Een windvlaag ging aan het verschjjnsei vooraf en hier en daar onweerde het terzelfdertjjd. Alleen te Chamounix en in een paar andere plaatsen zgn sohoorsteenen omge vallen en muren gescheurd. De bewoners van die plaatsen ijlden verschrikt hnn bed eu hnn huis nit. Cholera te Monaco. Te Monaco moeten eenige gevallen van cholera zijn voorgekomen, waarvan twee met doodeljjken afloop. Men gelooft dat de bosmetting door Rassen is overgebracht. Do jonge Koning van Spanje. Een aardige anecdote wordt van Koning Alphonsus verhaald. Op een van zgne laatste uitstapjes in een automobiel, ontmoette hij op het Gaadamara-gibergte, in den regen, twoe mannen, twee vrouwen en een klein kind, die bevend van konde naar Madrid togen. De Koning deed stilhouden, infor meerde waarheen de lieden zich begaven, en kreeg een treurige geschiedenis te hooren. De mensohen kwamen uit de bergen van Santander, waar zg geen werk konden krjjgen, en hadden zich er tot dusver doorheen geslagen Mathes, wat heb je toch Waarom doe je zoo vreemd Ik herken je bjjna niet meerEn ik weet toch niet, dat ik iets gedaan heb wat je verdriet kan doen." »Neen Zeker niet 1" »En hoe plaats je je nu tegenover mij »Zooals de kneoht tegenover de boerin I" sprak bjj kalm. *Onzin I" Zjjn antwoord maakte baar bjjna boos. tDenk je dan, dat Toni en ik niet weten boe verdiensteljjk je je maakt? Je bent toch metr dan knecht in huis I" Hjj schudde bet hoofd zonder Karlien aan te zien. >Meer wil ik niet zgnEn nu moet ik naar mgn werk 1" Zjjn stem sidderde. Nadenkend zag Karlien hem na. »Ik zou wel willen weten, wat hij heeft I" Sinds dien dag zag men Mathes nog minder in huis. En de weinige vrjje uren, die hjj zich op Zon- en feest dagen gunde, bracht hij bjj zgn ouders door. Ook op Kerstavond steeg hg door de sneeuw naar de Simmerau, eu Karlien, dia hem vergeefs zooht door het ganeche huis, moest zgn kerstgeschenk in zjjn kamer leggen. Purt scheller schold over die lompheid" om op den feestavond maar zoo weg te loopeu en daar Karlien Mathes' han delwijze verdedigde en zei, dat ze het zeer natnnrljjk vond, dat deze het feest bjj zjju ouders wilde vieren, maakte Purtscheller zich zoo driftig, dat hjj woedend het huis uitliep en zich in de herberg ging bedrinken terwjjl Karlien den ganschen nacht met rood geweende oogen aan het bed van haar kind zat. Januari bracht mild winterweer, en in de middaguren was het zoo zacht, dat Mathes blootshoofds en in hemds mouwen naar het dorp ging, wanneer hjj daar iets te bezorgen had. Vroeger had hjj immer een der knechts gezonden, doch thans deed hjj zelf alles, wat buiten het huis te doen viel als was iedere slap, die hem uit de om geving van den Purtschellerhof bracht, hem welkom. En met voorliefde greep hjj iedere gelegenheid aan, die hem naar de smederjj voerde. Mathes had na veel tegen werking bjj Purtscheller doorgezet, dat George al het werk van den hof bewam. Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 5