ALKMAARSCHE COURANT. BUITENLAND. BIN N E NLAND. Algemeen Overzicht. N ieuwstijdingen. MARKTBERICHTEN. No. 59. Honderd en Zevende Jaargang. 1905. Zendag ld Mei lOOA. Ofschoon de Japansche regeering de Chineescho in der tjjd verzekerde, dat het haar plan geenszins was i n Mantsjoerjje veroveringen te maken, zal het toch zeer de vraag zijn of zjj zich aan die belofte zal honden. Hoor het steeds verder terugtrekken van de Kussen heeft Japan reeds een zeer groot deel van Mant sjoerjje bezet, en nu ze eenmaal, met vrjj wat moeite, zoover is, zon het wel wat onwaarschijnlijk zijn dat de Japansche regeering geen gebrnik maakte van deze be zetting. In Peking maakt men zich hierover bezorgd, temeer daar Japan reeds bezig is het bezette deel van Mant sjoerjje te organiseeren. De Chineesche regeering zit echter niet stil en doet wat in haar vermogen is om de verloren gewaande provincie nog voor het rijk te redden. Nadat onlangs de Chineesche gonvernenr-generaal van Moekden, die een willoos werktuig was in handen der Rassen, van zijn ambt ontzet was heeft men uit Peking half Maart den vroegeren gonvernenr van Hoenan, Tsjao Oersoen, geen Mantsjoe doch een Chinees, in de vacature benoemd. De gezant van Japan te Peking werd in deze benoeming gekend. De opdracht van den Ohineeechen gouverneur bestaat uit drie puntenbescherming der Keizerljjke graven, hulp verleenen aan de door de verschrikkingen van den oorlog ontdane bevolking, en in overleg met het Japan sche opperbevel waken, dat het land aan geen nieuwe elleude worde blootgesteld. Het Chineesche departement van buitenlandsche zaken heeft tegelijk nota's gericht aan Japan en Rusland, dat de troepen van beide oorlogvoerende partgen de grenzen van het onzijdige gebied overschreden, een paniek onder de bevolking veroorzaakten en er stilstand van alle be drijven deden ontstaan. Voor al deze schaden behield de Chineesche regeering zich het recht voor volledige schade vergoeding te eischen, zoodra de vrede zou zjjn gesloten. Van de beide legers komen berichten, die er op wjjzen, dat af en toe kleine schermutselingen plaats hebben. Het Petersburgsche Telegraafagentscbap deelt het volgende telegram van generaal Linjewitsj, gedateerd 10 Mei, aan den Czar mede: Den 7do werden onze voor posten op de linie Podysoyche-Schihny aangevallen door vijandeljjke cavalerie. De Japanners werden onder een kruisvuur teruggeslagen den 8sten Mei deed de vjjand weder tevergeefs een poging onze voorposten naar het Noorden terug te drjjven. Den 9den Mei drong een Russische afdeeling cavalarie door tot aan aan de door Japanners bezette mjjnen van Sjahetzy. Door een omtrekkende bewoging en artillerie vuur werden de Japanners gedwongen zich terug te trekken naar het dorp Sjianzoe. Nadat zjj ook uit dit dorp waren verdreven trokken ze achteruit naar het dorp Een telegram uit Tokio meldt, dat van officieele zjjde wordt bericht, dat in den morgen van 9 Mei de Russen met twee regimenten infanterie, vijf sotnies kozakken en een batterij een aanval deed in de nabjjheid van Yeng- cheng, in de richting van Nanshanhentzu dat vjjftien mijlen van Yengohen gelegen is. Om 2 uur in den namiddag deden zjj een krachtigen aanval onder dekking van artillerievuur. Zjj rukten voor waarts tot op 100 moters van de Japansche linie, waarop het garnizoen tot een tegenaanval overging en den vjjand verdreef. Zij lieten zestig dooden en honderd gewonden op het slagveld achter. Bovendien droegen nog soldaten als Chineezen verkleed gewonden weg. Het geheele verlies van de Russen wordt geschat op driehonderd mao. De Japansche verliezen waren een gewonde en vijftig dooden. Jean Rodes, de oorlogscorrespondent van de Matin bij het Russische leger, seint aan zjjn blad de volgende mededeelingen over de Russische troepenMet welwil lende toestemming van generaal Eoeropatkine heb ik met luitenant von Beckendorff en vier andere ruiters een rit gedaan door de voorgeschoven linies van het leger. Ik heb overal rondgekeken en veel gezien. Het is mjj natonrljjk niet geoorloofd nadere bjjzonderheden mede te deelen, maar ik durf zeggen, dat de toestand reusachtig is verbeterd. Ik ben overtuigd, dat de Russen thans in staat zjjn een slag te leveren even ernstig en van even langen duur als die van Moekden. Men vormt zich in Europa een totaal verkeerd denk beeld van den toestand van het leger. De troepen, wel verre van gedemoraliseerd te zijn, haken naar een ont moeting met den vjjand. Generaal Koeiopatkine had mjj gezegd dat ze de toekomst vol vertrouwen tegemoet gaan. Nu ik mezelf overtuigd heb, kan ik die woorden ten volle onderschrijven. Men zal nog vreemde dingen zien. Moekden was nog lang niet het laatste woord. Wat betreft de strijdmachten der Japanners meldt de correspondent van de Evening Standarddat deze als volgt verdeeld zjjn Het leger van Koeroki bestaat uit 57.000 'manschappen, dat van Okoe uit 60.000; Nogi beschikt over 70.000 en Nodzoe over 88.000 man troepen Kawa- moera en Hosegawa voeren het bevel over respectieve- lgk 33.000 en 80.000 manschappengezamenlijk een troepenmacht van 338.000 man. In Japan is op 't oogenblik de aandacht echter minder gevostigd op don oorlog te land als wel op de mogeljjk- heid van een botsing tnsschen de admiraals Togo en Redjestwenski. Men is in Japan b ijkbaar niet zonder bezorgdheid voor den afloop van een treffen der beide vloten. Die bezorgdheid moet haar oorzaak vinden in de overtuiging, dat de Russische vloot sterker is dan de Japansche en dat Togo daarom nog niet tqt den aan val is overgegaan hjj mag ter wille van Japan's bestaan niet ruekeloos te werk gaan en alles op één kaart zetten. Men gelooft echter niet, dat de Russen de Japansche vloot totaal zouden kannen vernietigen, maar een geluk kige slag der Russen zou de Japansche zeemacht, althans voor een tjjdje, zoo weerloos maken, dat zjj de overmacht op zee zou verliezen, wat ernstige gevolgen zou kunLen hebben voor de legers in Mantsjoerjje. In verband met die vrees der Japanners, voor de grootere sterkte der Russische vloot, vraagt men zich af of de vereeniging van Rodjestwensky met Nebogatoff dau misschien toch reeds heeft plaats gehad. De be richten daaromtrent zjjn nog steeds verdeeld. Het Petit Journal ontving van zjjn correspondent te Petersburg een telegram, dat aldaar bericht was ont vangen vaD de vereeniging op Dinsdag van de beide Russische vloten ook de AfaO'n-correspondent meent, dat de vereeniging reeds heeft plaats gehad. Bevestigd is dit gerucht echter niet. Maandagnacht kwamen de Russische kruisers Rion en Jemtsjoeg, behoorende tot admiraal Rodjostwensky's eskader, bjj Kaap Sint Jacques met orders voor admiraal Nebogatoff. Zjj ankerden drie of vier mjjl van de kust op verzoek van de Fransche overheid. De zee was hoog en personen, die de schepen van diebtbjj zagen, verklaar den, dat uit wat er door het woelige water van de scheepsrompen te zien kwam, viel af te leiden, dat de scheepswanden vrjj waren van schelpen en wier. Het eskader van Nebogatoff kwam bij het aanbreken van den dag in zicht van Kaap St. Jacques en wilde de rivier opvaren tot Saigon, om te vragen of er orders van Rodjestwensky lagen en om versche levensmiddelen in te nemen. De twee schepen van Rodj est wen sky's eskader deelden Nebogatoff echter mede, dat de vereeni ging der beide vloten buiten Indo-Chineesche wateren zou plaats hebben, waarop Nebogatoff weer zee koos. Het geschokte vertrouwen in het ernstige st re ven der Fransche n, om in den Russisch- Japanschen oorlog onzjjdig te bljjven, is nauweljjks hersteld, of het wordt opnieuw in verden king gebracht door de openbaarmaking van het telegram, dat Laffans correspondent eenige dagen geleden uit Saigon niet kon verzenden en dat thans uit Hongkong komt. Hjj schjjnt ooggetuige te zjjn geweest van het proviandeeren der Russische vloot in Fransche wateren, met medeweten en in tegenwoordigheid van den Fran- schen Admiraal en onder toezicht van den commandant van het Russische oorlogschip Diana, dat uit Port-Arthur naar Saigon vluchtte en sedert 10 Augustus daar ligt. Ook zonder dat telegram schjjnt men in Japan zeer opgewonden over Frankrjjks houding en de kalmste bladen verklaren dat de Republiek feiteljjk de wapenen tegen Japan heeft opgevat. Men schijnt daar reeds maatregelen te beramen om van de heerschende gevoeligheid bljjk te geven, zooals b.v. het doen ophouden van alle han delsbetrekkingen met Fransche firma's. Zooveel is zeker, dat eene gevaarljjke gisting bestaat en dat er maar weinig noodig sebjjnt om ernstige ver wikkelingen te doen onstaan, die niet kunnen uitbljjven als Japan zich gaat beroepen op zjjn tractaat met Engeland. Daar staat tegenover dat de Regeeringen van Engeland zoowel als Frankrijk zoozeer doordrongen zijn van het belang van vrede, dat zjj alles zullen inbpannen om het groote onheil te verhoeden. Tweede Hamer. In de zitting der Kamer van Donderdag is behandeld het wetsontwerp tot herziening van het pensionneeren van het personeel van het Joodswezen voor zeeschepen. Van verschillende zjjden werd der regeering voor dit wetsontwerp hulde gebracht, want men was het er alge meen over eens dat waar dit beroep zoovele gevaren met zich brengt, het lot van de weduwen en weezen goed verzorgd moet zijn. Algemeene beraadslagingen werden niet gehouden. Verscheidene amendementen waren ingediend doch alle werden afgestemd, behalve dat van de Commissie van Rapporteurs. De commissie wenschte de personen, sedert I Januari 1902 gepensionneerd, in de gunstige bepalingen te doen deelen. In het ontwerp stond 12 November 1904. Met 39 tegen 22 stemmen is haar amendement aange nomen. Het wetsontwerp werd zonder stemming goedgekeurd. Verder werden nog goedgekeurd de wetsontwerpen tot verhooging van de begrooting van de uitgaven van Ned.- Indië voor het dienstjaar 1905 hoofdstuk I (uitgaven in Nederland) en hoofdstuk II (uitgaven in Indië). Vrijdag is een begin gemaakt met het debat over het wetsontwerp tot wjjziging der Provinciale Wet. Zooals men weet bevat dit ontwerp in hoofdzaak een andere regeling van de provinciale begrooting en van de pro vinciale belastingen. De Heer Ferf juichte de indiening van dit ontwerp toe, maar had bedenking tegen verschillende voorgestelde wijzigingen o. a. dat geesteljjken leden van de Provin ciale Staten kunnen worden, zoomede dat de uitoefening van bet ambt van advocaat en procureur vereeuigbaar zou zijn met het lidmaatschap van Gedep. Staten. De Minister stelde zjjn antwoord uit tot bjj de artikelen. Bij artikel 4 verklaarde de Minister zich tegen het denkbeeld van den Heer Van do Velde om voor com missie-vergaderingen der Staten presentiegeld toe te kennen. Bjj art. 5, bepalende dat de griffier moet zjjn manljjk Nederlander enz, klaagde de Heer Drucker over het niet benoembaar maken van vrouwen, terwjjl het vroeger nog steeds onzeker was. De Minister antwoordde, dat hjj eenvoudig den be- staanden toestand handhaaft tot tjjd en wijle de quaestie principieel eens zal worden uitgemaakt. Bjj artikel 11 verdedigde de Heer Van Asch van Wyck het amendement der Commissie van Rapporteurs, om geesteljjken uit te sluiten van het lidmaatschap van Gedep. Staten. Het amendement der Commissie werd verworpen mot 34 tegen 26 stemmen; artikel 11 werd goedgekeurd met 53 tegen 11 stemmen. Op art. 20 (datum voor bjjeenkoming der Staten in de najaarsvergadering) was een amendement voorgesteld door de Comm. van Rapp., strekkende om die bijeenroeping te bepalen op een Dinsdag tusschen 1 November en 31 December, teneinde meerdere speelruimte te geven en de najaarsvergadering niet zoo spoedig te doen volgen op de zomervergadering. De heer Den Tex had eenige bezwaren en adviseerde om het voorstel der Reg. (bjjeenrooping op den 2en Dinsdag in October) hoewel het met de goede bedoeling is gedaan om de Staten te helpen, niet aan te nemen, met het oog op practische bezwaren. De heer De Waal Malefjjt meende dat met het oog op de behandeling der begrooting wenscheljjk ware de bjjeen rooping vast te stellen tusschen 1 October en 1 Januari door Gedeputeerde Staten te bepalen. De Minister zeide getraebt te hebben aan de verschil lende wenschen tegemoet te komen. Het amendement komt niet aan de geopperde bezwaren te gemoet. Wilde de Comm. v. Rapp. haar amendt. wjj- zigen in den zin, door den heer De Waal Malefjjt aan gegeven, dan had de Regeering er geen bezwaar tegen. De Comm. v. Rapp. wjjzigde haar amendt. in dien zin, dat de najaarsvergadering nu bijeengeroepen wordt op een Dinsdag tuBschen 1 October en 31 December. De Minister nam dit amendt. over. Art. 20 werd daarna goedgekeuid met 50 tegen 7 stemmen. Op art. 21 was een amendement voorgesteld door de Commissie van Rapporteurs, om de najaarsvergadering te doen bjjeenroepen door Ged. Staten. De Minister achtte 't gewenscht, dat de commissaris der Koningin die bjjeenroeping gelast. Het amendement werd in dien geest gewijzigd en de Minister nam het daarna over. Bij art. 36 wees de heer De Waal Malefjjt er op, dat de Minister voorstelde om voor Ged. Staten dezelfde regelen te stellen bjj staking van stemmen voor de tweede maal als voor de Provinciale Staten, nl. dat dan het voorstel zal worden geacht te zjjn verworpen. Maar dan ontstaat tegenstrijdigheid met artikel 88. De Minister herstelde daarna de oude regeling en schrapte de bepaling, dat de provinciale begrooting in de najaarszitting moet behandeld worden. De heer van Sasse van Ysselt stelde voor, de lijst van uitgaven, welke verplicht op de begrooting moeten komen, aan te vullen met het presentiegeld voor de Statenle den, dat bjj dit ontwerp wordt ingevoerd. De Minister nam het amendement over. De heer Ferf had een amendement voorgesteld om de heffing van opoenten op de hoofdsommen der vermogens- en bedrijfsbelastingen niet eerst mogeljjk te maken, wan neer het getal personeel-opcenten, 40 bedraagt, maar alleen te bepalen, dat eerstgenoemde opcenten tot geen hooger* getal geheven mogen worden dan de helft van de geheven opcenten op de hoofdsom van het personeel. De bedoeling van het amendement is om de provinciale Staten geheel vrjj te laten en zelf te laten beoordeelen wanneer 't noodig is, in verband met de uitgaven der provincie, opoenten te gaan heffen op de hoofdsom der vermogensbelasting en de belasting op de bedrjjfs- en andere inkomsten. Het amendement houdt ook meer rekening met de behoeften der verschillende provinciën. Spr. toonde aan dat het bezwaarljjk is alle provinciën voor belastingheffing over één kam te scheren. In dit verband bestreed spr. nog de bepaling, dat opcenten op de hoofdsom der personeele belasting tot geen hooger getal worden geheven dan dat der opcenten op de hoofd som der grondbelasting voor de ongebouwde eigendommen in de provincie. Daardoor legt men op den grond een zwaren druk. Immers, wanneer de opcenten op de per soneele belasting 40 bedragen, dan moeten zjj ook 40 bedragen voor de grondbelasting. Dat is zeer bezwaarljjk. De heeren Schaper, Helsdingen, Van Kol en Ter Laan stelden voor om de heffing van opcenten op de hoofdsommen van bedrjjts- en vermogensbelastingen niet eerst mogeljjk te maken als de personeel-opcenten 40 bedragen, en verder, om de vermogens-opcenten in geen geval lager (dus wel hooger) toe te laten dan die op de bedrijfsbelasting. De minister besprak het amendement-Ferf en het andere voorstel en voerde tegen beide nog al bezwaren aan. Hjj was er niet persé tegen om de mogeljjkheid te openen om de belasting op het personeel wat hooger op te zetten maar hjj ging niet mee met den heer Ferf, die eene andere richting uit wil en dadeljjk opoenten op de vermogens- en bedrijfsbelasting wil heffen. De minister wilde eerst de grondbelasting en het personeel laten uitwerken. Achtte men meerdere soepelheid noodig voor sommige provinciën dan liet de minister de beslis sing over het amendement-Ferf aan de Kamer over. Dinsdag voortzetting. C. A. de Branw. f Donderdagavond is te Nieuwediep plotseling op 50-jarigen leeftjjd overleden de kapitein ter zee C. A. de Brauw, commandant van het wachtschip en marine-havenmeester aldaar. Met een eervolle militaire loopbaan achter zich werd de overledene 1 Mei 1902 tot zijn tegenwoordigen rang bevorderd. Naast het officierskruis der orde van Oranje- Nassau, de Eikenkroon en verschillende eereteekenen voor belangrjjke krjjgsbedrjjven, versierde het kruis van 30- jarigen dienst als officier zjjn borst. Vrouwen kiesrecht. Te Amsterdam heeft zich een comité gevormd van 20 vrouwen, allen leden der Vereeniging voor Vrouwen kiesrecht, om in den komenden verkiezingstijd in den geest dier Vereeniging in het belang der vrouw werk zaam te zjjn. Alk.ma.ah 12 Mei. Aangevoerd 223 stapels, wegende 132018 kilogrammen. Kleine kaas f 29.50, commissie 27,50, Middelbare f 28. Alkmaab 12 Mei Aangev. 175 mudden Tarwe f 0.— a 0.rogge f 0,a 0.gerst (ohev.) f 0.a 0. haver f 3.20 a 3.75, paardeboonen f 0.— a 0.— br. id. f 10.a 12.citroen id. f 13.witte id. f 17 a 17.50, karweizaad f 13.35 a rood mosterdz. f u a erwten groene f 5.50 a 8grauwe f a 0.vale 1 0.a gerst f0.bl.m.zaad f 10. Leeuwarden 5 Mei. Boter. Aangev. 32.4, 20.8 en 7.16 vaten. Prjjs f 43.50 Fabrieks-aanvoer 116.3 en 38.6 v. f89.a 41.50, commissie f 41.50 a Kaas. 41624 Kg. Nagel f 17.a 23.50. Amsterdam 12 Mei. De prjjzon der Aardappelen varen heden als volgt: Geldersche blauwen f 2,60 a 2.70, id. gieltjes f 2.a 2.40, IJpolder jammen f 1.60 a 2.—, Friesche borgers f 2.80 id. blauwe f2.60 a 2.80, id. Marnum bonums f 0.— Zeeuwsche bonten f 3.a 3.60, id. blauwe f 2.90 a 3.10, id. Eigenheimers f2.a 2.10, Zand Thomassen f3.75

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 9