Op ongewissen bodem, No. 65, Honderd en zevende jaargang. Zondag 28 Mei 1905. Hinderwet. Van Week tot Week. FEUILLETON. Verkiezing van een lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal. één lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal in dit district ALKMAARSCHE COURANT. Stedelijk fluseum. Het Stedelijk Museum is Zondag 28 Mei a.s., 's na middags van 13 nar, te bezichtigen tegen betaling van 10 cents per persoon. B e v o 1 k 1 n g. Onderstaande persoon wordt verzocht zich ten spoe digste ter secretarie dezer gemeente aan te melden (af- deeling Bevolking) Alida Maria F r a jj m a n gekomen nit de ge meente Heiloo. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaab brengen ter algemeeue kennis, dat heden op de gemeente secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verzoek met bjjlagen van G. W. MELOHERSin kwaliteit van Direotenr der Naaml. Venn, het Landbouwkantoor Noord-Holland om vergnnning tot het oprichten van eene bewaarplaats van hulpmeststoffen in een te bonwen perceel aan den Stee- weg, ten kadaster bekend in sectie B, no. 3613. Bezwaren tegen deze oprichting kannen worden in gediend ten raadhaize dezer gemeente, mondeling op Donderdag 8 J n n i e.k., 's voormiddags te elf uur en schriftelijk vóór of op dien tjjd. Gedurende drie dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij, die bezwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer gemeente van de terzake ingekomen schriftnren kennis nemen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, JAN DE WIT Dz., lo. Burg., Voorz. 25 Mei 1905. L. VAN DER VEGT, lo. Secretaris De BURGEMEESTER van ALKMAAR brengt, over eenkomstig art. 51 der kieswet, ter algemeene kennis, dat op Dinsdag den 6 Jnni a. s. van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 nnr, bij hem opgaven van Candl- daten knnnen worden ingeleverd ten Stadhnize alhier, voor de verkiezing van Voor zooveel noodig wordt herinnerd, dat de opgaven moeten onderteekend zjjn door ten minste 40 kiezers, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing in dit district en dat de inlevering moet geschieden persoonlijk door een of meer der onderteekenaren. Formulieren voor de opgaven zijn ter secretarie kos- teloos verkrjjgbaar. De Burgemeester voornoemd, Alkmaar 27 Mei 1905. JAN DE WIT Dz, 1°. B. De verkiezingen. In ons vorig nummer hebben wjj er op gewezen, hoe noodzakeljjk 't is, dat bjj den komenden stembus-strijd de vrijzinnigen van verschillende schakeering vereenigd optrek ken en hun stem uitbrengen op den liberalen candidaat, die in een district de meeste kansen van slagen heeft. Wanneer men die woorden onderschrijft en wie wil pleiten voor verdeeldheid en ze daarna in toepas sing brengt op de toestanden in het kiesdistrict Alkmaar, dan moet noodzakelijkerwijs de conclusie zgn, dat 't een eisch van goede tactiek zon wezen voor de vrijzinnigen om aanstonds bjj eerste stemming in zoo groot mogeljjken getale te gaan stemmen op Jbr. Mr. P. vanForeest, den oud liberaal, die in de laatste jaren op het Haagse he Binnenhof dit district vertegenwoordigde. Het politieke program van Jhr. van Foreest is bekend immers, door hom werd mede-onderteekend het mani fest der oud-liberalen, gepubliceerd bij den aanvang der huidige electorale campagne. Met de stembus in het gezicht meenen wij goed te doen deze staatkundige ge loofsbelijdenis hier nog eens in herinnering te brengen Nu weldra de vierjarige periode van wetgeving zal zgn afgeloopen, zijn de ondergeteekenden te rade gegaan wat zij kunnen doen, eenerzijd3 om aau de vrijzinnige beginselen wederom een overwegenden invloed te verzeke ren, anderzjjds om hunne positie en die hunner naaste geestverwanten, mede ten aanzien van andere vrijzinnige groepen, nauwkeuriger te bepalen. Tegen de hoofdbeginselen, welke de coalitie der thans de meerderheid in de Staten-Generaal vormende partgen aan bet staatsbeleid ten grondslag legt, blijven zjj ge kant. Zij meenen, dat de vermenging van godsdienst en politiekwelke van de toepassing dier beginselen het onvermijdelijk gevolg is, slechts kan strekken tot ontwij ding van den godsdienst, tot schade aan waarheid in wetgeving en bestuur en tot verkorting der vrjjheid van denken en spreken. Zjj zien met zorg een ministerie aan het bewind, dat de verdeeldheid op grond van verschil in godsdienstige overtuiging verscherpt. Verschillende maatregelen in het thans bijna verstre ken regeeringstijdperk tot stand gebracht of voorbereid, bebben hen in deze zienswijze bevestigd. De uitoefening der bestuursmacht was in menig geval niet overeenkom stig hetgeen, naar hunne meening, door 's lands belang geöischt wordt. Op wetgevend gebied duchten zij met name van de onderwijspolitiek gevaar. Tevens achten zjj krachtig verzet noodig tegen de voorgestelde wijziging van het tarief van invoerrechten, vooreerst omdat de vrijhandelsgezinde staatkunde der laatste halve eeuw Neerlands welvaart ten goede is gekomen en niet minder, omdat die wijziging te groote uitbreiding geeft aan de heffingenwaarbij met de draagkracht geen rekening wordt gehouden. Naar hun oordeel gedoogt 's lands belang derhalve niet bestendiging van de tegenwoordige regeeringsmeer derheidzg achten zich verplicht tegenover haar front te maken, zoowel zelfstandig als met handhaving van eigen standpunt door het vorleenen vau steun aan vrijzinnige candidaten der linkerzjjde, die niet tot hun naaste geestverwanten behooren. Ter afbakening en handhaving van dit eigen stand punt wenschen zjj voorts nu andere groepen van vrij zinnigen, met het oog op de stembus van 1905, een com promis hebben gesloten in 't kort de beginselen te omschrijven, aan welke naar hun opvatting de liberale staatkunde behoort vast te houden bjj haar streven naar oplossing der staatkundige en maatschappelijke vraag stukken, die door de tijdsomstandigheden en de geleide lijke ontwikkeling van nieuwe denkbeelden aan de orde van behandeling worden gebracht. 1. Als hoofdbeginsel van liberale staatskunde stellen zij, dat de staat naar den eisch van strikte onpartijdig heid aan alle burgers zonder onderscheid de ruimBt moge lijke vrjjheid verzekere. 2. Staatkundige vrijheid achten zij gewaarborgd door de gezonde werking onzer constitutioneel-monarchale staatsinstellingen. Voor de gezonde werking is noodig geleidelijke uit breiding van kiesbevoegdheid naar gelang van toenemende geestelijke ontwikkeling en stoffelijke onafhankelijkheid der burgers. Uit het Dïïitbch VAN Iiudwlg Utnghof er. 74) »Ja, 't is goed, juffrouw," zei de hoofdknecht, »zoo'n haast hebben we niet. En de anderen spraken vriendelijk »Tot straks 1" Karlien ging naar de buurvrouw. Toen zij hoorde, dat het ventje reeds een half uur geleden door de meid gehaald was, jjlde ze in onrust naar huis zij kende de manier van spelen, die Purtscheller er op na hield uog altijd was de kleine er slecht bjj weg gekomen, in het gunstigste geval met traner. Terwijl Karlien de tuintrap opging, hoorde zjj door het open venster de vleiende stem van haar kind«Toe, vader, nog eens paardje I" »Neen, mijn kereltje," klonk Purtschellers stem, »nu is het genoegIk moet op de jacht 1" »Toe, vader, toe maarl" «Morgen, mijn scbatje, morgen weer En dan spelen we jager en haasje, maar nu moet ik weg." »Haasje spelen, nu haasje spelen 1" «Eren dan 1 Gauw, mjjn haasje, verstop je gauw in groen 1 De jager komt al met de buks Haasje, kiekiek 1" riep het kind vroolijk. Door een bang voorgevoel gedreven stortje Karlien in huis^ en vloog de trap op. Doch eer zjj de kamerdeur bereiken kon knalde een schot door het huis. Verlamd van schrik hoorde ze een gesmoorden uitroep van haar man en het vallen van kalk en steenen. Toen zjj na een seconde, die haar een eeuwigheid toescheen, de beweging weer vond en in vertwijfelden angst de deur openrukte. zag ze haar man met verwrongen, aechvaal gelaat tegen den wand geleund met het rookende geweer in de hand. Omringd van kruitdamp stond het kleine ventje bjj den haardhet beefde van echrik en blikte met groote, schuwe oogen naar zjjn kieltje, waarlangs roode druppels liepen. «Moesje, kjjk," begon het, toen het zijn moeder zag, »vader haasje doodschieten 1" Het wilde de armpjes uitstrekken maar daar viel het voorover op den grond en bewoog zich niet meer. Met een hartverscheurenden gil stortte Karlien zich als een waanzinnige op haar man en klemde de handen om zijn hals, als kon zjj met geweld het reeds gebeurde ongeluk nog voorkomen. Hij weerde zich niet, doch stiet onsamenhangende ge luiden uit en liet het geweer uit de slappe handen vallen. De slag, waarmee het op den vloer viel, bracht Karlien weder eenigszins tot zich zelve. »Mjjn kindMjjn kindMijn alles, wat ik nog heb Mjjn kind I" klaagde ze op hartroerenden toon en wierp zich snikkend op den grond. Zg nam hel bloedende lichaampje in haar armen, riep gillend om hulp en wilde het kind naar zijn bedje dragen. Doch eer zij den drem pel der slaapkamer bereikte, begaf haar de kracht en bewusteloos zonk ze neer. De dienstboden, die het schot en Karliens hulpgeroep hadden gehoord, stortten de kamer binnen en schreeuwden verschrikt door elkaar. Sommigen tilden Karlien en het kind van den grond op, de anderen drongen met ontstelde vragen om Purtscheller been. Sidderend zat deze op de bank, staarde de menschen met glazige oogen aan en stamelde schreiënd als een kind »Ik weet niet maar het geweer was geladen ik kan het niet helpenhet geweer was geladen Een ander woord was niet uit hem te krjjgeD. De hoofdnecht snelde heen om een dokter te halen. Die kwam ook dadeljjk, maar hg kon niet meer helpen kleine Toni had in pijnloozen dood de oogjes voor immer gesloten. Terwjjl de dokter met het kind bezig was, en de moeder weer bjj bracht, kwamen ook de buren toe* geloopen. Woonvertrek en slaapkamer vulden zich met Bjj de regeling van het kiesrecht zjj de eerste vraag hoe de vertegenwoordiging van het geheels Nederlandsi he volk als deel der wetgevende macht, het doeltreffendst zal worden samengesteld. 3. Maatschappelijke vrjjheid achten zjj, niet minder dan staatkundige, onmisbare voorwaarde voor volkswel vaart en beschaving. Wetgeving en administratie, welke strekken tot ver hooging van het stoffelijk, geesteljjk en zedeljjk peil der geheele natie, behooren waarborgen te stellen voor en gericht te zgn op ontwikkeling van de zelfstandige kracht van alle staatsburgers. Ook »sociale wetgeving" moet dus in de eerste plaats bestaan in het bevorderen, aanmoedigen en steunen van persoonlijk initiatief en energie. Staatsdwang en ambtenaars-bemoeiing zgn eerst toelaat baar, wanneer de werking van het vrije zelfstandige initiatief ontoereikend is en voldoende vaststaat, dat het geen ter behartiging van eenig algemeen belang tot stand moet komen, van staatswege eerder en boter kan worden verricht dan door de vrjje samenwerking der belang hebbenden. Over enkele onderworpen van actueel staatsbeleid willen ondergeteekenden meer in het bjjzonder hunne meening blootleggen. lo. Krachtige handhaving van orde en gezag is eerste plicht der overheid. Zjj is gerechtigd van alle ambtenaren te verlangen, dat zg haar in de vervulling van dien plicht niet bemoeilijken. De rechtstoestand dier ambte naren behoort afdoende te worden verzekerd. 2o. De grondwetteljjke waarborgen voor de handhaving der van overheidswege ingerichte volksschool, die aller godsdienstige overtuiging eerbiedigt, behooren onver zwakt te worden toegepast. Nauwere aansluiting van het lager onderwijs aan het practische leven verdient be vorderd te worden, niet daarentegen verscheidenheid van middelbare en hoogere scholen naar richtingen des geloofs en allerminst begunstiging van zoogenaamde «universi teiten" met leerstellig gebonden personeel. 3o. De «sociale wetgeving", inzonderheid de arbeiders verzekeringswetgeving, eischt vooralsnog uitbreiding en herziening. Een meer practische geest behoort deze wet geving te doordringen. Kosten en ambtenaarsbemoeiing, met de daaraan verknochte toeneming van strafvervol gingen, moeten binnen redeljjke grenzen worden gehouden en teruggebracht. 4o. Naar bezuiniging op de staatsuitgaven moet worden gestreefd, in de eerste plaats door verbetering van het beheer in vele takken van dienst. De technische ver betering van de bestaande belastingwetten moet, ook met het oog op vermeerdering van opbrengst, ter hand worden genomen. Voorzoover daarna versterking der rijksinkomsten onvermjjdeljjk is, moeten verhooging van da successiebelasting in do zijlijnen en belasting op voor werpen van weelde in de eerste plaats in aanmerking genomen worden. 5o. Bjj de inrichting onzer levende strjjdkrachten moet worden uitgegaan van het beginsel, dat een zoo groot mogelijk deel van het volk geoefend worde om aan de verdediging des vaderlands mede te werken. 6o. .Het op den voorgrond brengen van eene nieuwe regeling van het kiesrecht met een daaraan voorafgaande en daarvoor noodzakelijke Grondwetsherziening achten zij thans niet gewenscht. Voor een Grondwetsherziening, waarbij het kieerechtvraagstuk in zgn geheelen omvang, dus ook het gem* enteraadskiesrecht, het vrouwenkiesrecht, en de evenredige vertegenwoordiging, alsmede andere belangrjjke onderwerpen die daarmede samenhangen zoo als de samenstelling en de bevoegdheden der Eerste Kamer, worden in behandeling genomen, achten zjj de denkbeelden niet rijp. Een poging daartoe is bjj vooibaat met onvruchtbaarheid geslagen en zonde slechts eene menschen en de vrouwen trachtten Karlien te troosten. Zjj hoorde niet. Tranenloos, als versteend, zat ze aan het bedje van haar kind en wilde het verstjjfde, koude handje niet loslaten. De dokter etreek haar meeljjdend over het haar. Daarop wendde bij zich af en ging naar de woonkamer. De menschen zwegen, toen hjj kwam en sidderend zag Purtscheller, uitgeput van 't schreien, hem aan. «Heer Paitscheller," zei de dokter, «het is mjjn plicht het ongeluk, waarvan uw arm kind het slaehtoffer ge worden is, aan te geven." Purtscheller zag, dat aller oogen op hem gericht waren. En daar stond hjj op en dwong zich tot spreken. «Dokter, doe geen moeiteEen man moet kunnen instaan voor al wat hg doet 1 Al ben ik ook onschuldig ik rijd zelf naar de stad en ga nuar 't gerecht. Nog ben ik Purtscheller I" Weer rolden hem de tranen over de wangen. De dokter zag hem aan en sprak geen woord; terwjjl hjj zich aan de tafel zette om de aangifte van overigden te schrjjven, zei Partscheller tot den hoofdknecht: «Span Wildzang in 1" «Maar, om Godswil, mjjnheer «Doe wat ik zegl Ik moet naar 't gerecht I En mjjn draver brengt mij het snelst 1" Purtscheller liet zich door allen de hand drukken en wilde heengaan, doch hjj werd met onweerstaanbare macht naar de slaapkamer getrokken. Maar toen men de deur voor hem opende en hjj het bebloede kussen en het was- bleeke gezicht van zgn knaapje zag, overviel hem een rilling en snikkend bedekte hjj met sidderende handen zjjn oogen. «Ik kan niet meer zien... ik kan niet..." Wankelend ging bjj naar de gangdeur. Snikkend ging hjj de trap al en snikte nog immer, toen het rjjtnig werd voorgebracht. «Laat mjj liever rjjden, heer," sprak de knecht. »Gjj hebt nu geen kracht, hot paard te regeeren." Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 5