BUI TENLAlSf
BERLIJNSCHE BRIEVEN.
STADSNIEUWS.
Beschadiging van aan een ander toebe-
hoorende goederen.
de meeste kansen van slagen biedt. Een afgevaardigde,
die zich aldns van zijn taak heeft gekweten, wordt maar
niet zoo mir nichts, dir nichts ter zijde gezet. En wjj
verwachten, dat de poging daartoe van vrjjzinnige zjjde
maar weinig sympathie zal vinden.
Dat de heer van Foreest wordt bestreden van den kant
der kiezers in dit district, die gaarne Dr. Knyper op-
nienw als Premier zonden zien in de komende regeerings-
periode, ligt voor de handhjj is van hen de verklaarde
tegenstander. Desgelijks is het begrijpeljjk, dat de sociaal
democraten een eigen candidaat hebben geproclameerd
tegen hetgeen hunne voormannen in de Tweede Kamer
hebben voorgesteld, heeft de heer van Foreest herhaal
delijk gestemd. Van de vrijzinnig-democraten hadden
wjj eohter een wijzer beleid verwacht.
In een volgend artikel daarover meer.
Particuliere Correspondentie).
Berlijn, 1 Jnni 1905.
Berljjn begint in het teeken van des Kroonprinsen
bruiloft te staan. Met de officieele versieringen is een aan
vang gemaakt en de vreemde gasten, officieele en voor
eigen risico reizende, stroomen Berljjn binnen.
Vooral de l&atsten verzamelen zich in groepen om te
zien hoe de Berljjnsche brandweermannen met hunne
hoogste brandladders bij de toppen der enorm hooge
versieringsmasten komen om deze met papieren roosjes
te tooien. Na uren van vljjtigen arbeid onder een voort
durend zachtkens heen- en weer wiegelen onstaat er onder
hunne handen een knutselwerk, dat veel aan een hard-rose
ananas doet denken, vrucht en kroon alles van papieren
roosjes De buitenman staat al dien tjjd gespannen toe
te zien, hoelang de gehelmde brandblusscher dit vermoeiende
werkje wel uithoudt. Later zullen ook nog de palen met
rozen-guirlandes omwonden en verbonden worden. Als
versieringsmotief geldt voor den geheelen intochtsweg de
rose roos.
Totdat de bruid hier zal zjjn, is het middelpunt van
alles, niet de bruidegom, maar diens vader, de Duitsche
keizer, die in de afgeloopen dagen een bewonderens
waardige activiteit aan den dag legde. Heeft men hem
des morgens vroeg in zijn schimmeltweespan begroet,
dan raast hjj u des middags in een automobiel voorbjj
om zich in een extra-trein te storten, die hem naar
Potsdam of Döberitz brengt, waar hjj fluks te paard
stjjgt en terwjjl ge in den Tiergart n over zooveel
volharding zit na te denken, wordt ge opgeschrikt door
de aanzegging van een politieambtenaar, dat de ver weg
gewaande Keizer nadert, die in den namiddag al wan
delende met den Rjjks-kanselier de regeeringszaken
afdoet. Den volgenden morgen leest ge dat Zjjne Majesteit
's avonds nog gasten aan het station begroette, de opera
bezocht of bjj een der gezanten soupeerde.
In de laatste dagen is het keizerlijke programma echter
zoo overvnld, dat Keizer Wilhelm zelfs niet meer den
tjjd heeft, zich in een zjjner paleizen te veikleeden.
Zondagavond, bjjvoorbeeld, ontving de keizer den kroon
prins en de kroonprinses van Griekenland aan den
Anhalter Bahnhof,| begeleidde hen naar het hotel Kaiserhof,
verkleedde zich aldaar in een der salons om tjjdig genoeg
in de opera te kunnen zjjn, waar hg de opvoering van
»Roland von Berlin" nog eens wenschte bjj te wonen.
De belangstelling voor dit Keizerljjke bestelwerk is
nameljjk duchtig aan het tanen, zoodat andere lokmiddelen
de zaal moeten helpen vullen. Het gaat hier als vroeger
in den Haagde mededeeling dat de Majesteiten de
voorstelling zullen bjj wonen is voor menigeen deeenige
reden om naar den schouwburg te gaan.
Indien men nu weet dat de koninkljjko opera nog
geen minuut van het koninkljjke slot is verwijderd, dan
kan men nagaan hoe Duitschlands heerscher gebruik
van zjjn tjjd weet te maken.
Denk n eens even in, dat onze Koningin-Moeder, na
hare gasten in het hotel do »Oude Doelen" te hebben
begeleid, geen tjjd meer zou hebben om in haar in de
onmiddelljjke nabjjheid aan het Voorhout gelegen paleis
van toilet te veranderen om eene voorstelling in den
koninkljjken schouwburg van den aanvang aan te kunnen
bjjwonen en daarom maar besloot haar kamenier met
een koffertje naar de Oude Doelen te laten komen, ten
einde aldaar in een ommezientje van kleeding te ver
wisselen. 't Is maar eene veronderstelling mjjnerzjjds,
om u duideljjk in beeld te brengen, hoe Keizer Wilhelm
met zjjn tjjd weet te woekeren.
Met buitengewone eerbewjjzen zjjn Maandagavond de
Japansche prins en prinses Arisugawa ontvangen. Men
vroeg zich hier algemeen af wie toch wel die prins kon
wezen. Een zoonvan den Mikado Neen. Een oom? Ook niet.
Ja, wat dan. Dat is moeiljjk te zeggen. Al is Japan op weg
Europa in alles natebootsen, toch zien de registers van
den burgerljjken stand er nog wel eenigszins anders uit
dan bjj u of bij ons. De Japansche Keizer rekent zich
aan 9 prinselijke huizen verwant, uit een dier huizen,
dat van Arisugawa, stamt de 43-jarige prins Takehito,
die hier thans vertoeft.
De Kroonprins, die aan het hof van Schwerin de
afscheidsfeesteljjkhsden ter eere zjjner bruid gegeven,
medemaakte, moest op bevel van zjjnen vader Maandag
naar Berljjn terugkomen om bij de ontvangst der Oos-
tersche gasten aan het statioD tegenwoordig te zjjn. Op
het groote tuinfeest, dat dien avond te Schwerin gegeven
werd, dwaalde de bruid hertogin Oecilie alleen onder
de 500 gasten rond.
Toen even vóór de aankomst van de Japanners de
extra-trein, die den Kroonprins en zjjn broeder Adalbert
naar Berljjn bracht, het station binnenliep, ging de Kei
zer den jeugdigen bruidegom tegemoet en kuste hem op
beide wangen. Prins Adalbert moest met een handdruk
genoegen nemen. Het perron vulde zich met de aller
hoogste autoriteiten en ook des Keizers tweede zoon,
Eitel Fritz, die een oogenblik te voren den vorst van
Montenegro aan een der andere stations had begroet,
voegde zich bjj de groep Hohenzollerns, die de vertegen
woordigers van het gele gevaar stonden optewachten.
Daar liep de extra-trein binnen.
De Keizer was Prinses Arisugawa persoonljjk bjj het
uitstjjgen behulpzaam, geleidde hare Keizerljjke hoogheid
naar de Koninkljjke wachtkamer om daarna met den
Japanschen Prins de eerewacht te inBpeeteeren. Begeleid
door den Kroonprins en prins Adalbert reden de Oos-
tersche gasten in galarjjtuigen naar het hotel Bristol.
Eenige uren te voren had het bericht van den laatsten
grooten zeeslag Berljjn bereikt. Prins Arisugawa, die in
admiraals-uniform gekleed was, werd door eene dichte
menschenmassa opgewacht, die hem met een »Hoch
Japan" begroette, een kreet die zich langs den geheelen
weg voortplantte.
De Keizer gaat voort zjjne gasten met oplettendheden
te overladen. De Japansche prins werd benoemd tot ridder
van den Zwarten Adelaar, de prinses kreeg de medalje
le klasse van het Roode Kruis. Bjj de groote parade,
30 Mei te Potsdam gehouden, was de Keizer bjj voorkeur
in de nabijheid zjjner gele gasten. De groote parade, 31
Mei op het Tempelhoferveld gehouden, werd alleen door
prinses Arisugawa bezocht, de prins was lichteljjk onge
steld.
Men maakt hier de opmerking dat het »Orient' geheel
in de schaduw gesteld wordt door het »Extrem Orient"
want vóór alles gaan de Japanners en dan eerst komen
de Grieken en de Montenegrjjnen. Nu arriveert Vorst
Ferdinand van Bulgarjje ook nog, daarentegen durft
grootvorst Wladimir van Rosland de reis naar Berljjn
bljjkbaar niet te ondernemen. Nu grootvorst Sergius
vermoord is, schjjnt Wladimir eenzelfde lot te wachten.
Hij is thans de meest gehate onder de grootvorsten.
Men zegt dat de hoven van Pruisen en Mecklenburg
mededeeling ontvangen hebben, dat een aanslag tegen
het leven van Wladimir zoo goed als zeker is. Door
thuis te blijven bewijst hij dus ook den overigen bruilofts
gasten eenen grooten dienst. Deze grootvorst is een der
naaste familieleden van hertogin Oecilie, want behalve
zjjn bloedverwantschap met Cecilie's moeder, telt voor
alles mede dat hjj met de hertogin Maria van Mecklen
burg, eene zuster van prins Hendrik der Nederlanden,
is gehuwd.
Bjj de mededeeling dat grootvorst Wladimir, die bo
venaan het ljjstje der terdoodveroordeelden schjjnt te
staan, het huwelijk van den Kroonprins niet zal bjjwonen
moet de politie van Berljjn een steen van het hart zjjn
genomen.
De omstandigheden hebben gewild dat de BussisGhe
gasten we laten in het midden welke grootvorsten
zullen komen in hetzelfde hotel zullen logeeren,
waarin ook de Japanners hun intrek hebben genomen.
Gelukkig heeft het hotel Bristol twee uitgangen. Prins
Arisugawa en de zjjnen betreden dan ook steeds het
hotel van uit de Behrenstrasse. De eere-posten, die aan
die zjjde het hotel bewaken, gelden dan ook nitsluitend
hem. De Russen verlaten hotel Bristol door den uitgang
aan de Linden. De schildwachten, die daar geposteerd
zjjn, gelden als eerbewjjs voor de grootvorsten. Of in het
binnenste van het vreemdelingenhuis eene ontmoeting
blijft uitgesloten is mjj niet bekend. Mogelijk draagt een
muur van geheime polite-agenten aldaar voor eene on
verbreekbare scheiding zorg.
Arrondlssements-ftechtbank te Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 30 Mei.
Een dievegge.
Als eerste beklaagde had zich Dinsdag voor de Recht
bank te verantwoorden A. O., eebtgenoote van O. V.,
gedetineerd in het huis van bewaring, wegens diefstal
op Maandag 8 Mei, van gouden voorwerpen ten nadeele
van de heeren A. Oudes en J. Oudes, wonende respec-
tieveljjk in de Achterstraat en 't Fnidsen alhier.
In ons nummer van Vrjjdag 12 Mei gaven wjj van
deze diefstal-zaak een uitvoerig verslag, zoodat wij thans
in geen détails behoeven te treden. Behalve bjj de ge
noemde heeren Oudes is later gebleken dat ook bjj den
heer Oudes in de Ridderstraat door beklaagde diefstal
is gepleegd. Als verdediger zou voor beklaagde optreden
Mr. A. A. Huizenga van Hoorn, doch Mr. A. M. de
Lange had deze verdediging van zjjn collega overgenomen.
De drie gebroeders Oudes, als getuigen gehoord, ver
klaarden dat A. C. Maandag 8 Mei bjj hen was gekomen,
en dat zjj, den schjjn aannemende van iets te willen
koopen, voorwerpen had weggenomen.
Beklaagde, die zoodra zjj in de Rechtzaal kwam, was
beginnen te jammeren en huilen, bekende (onverstaan
baar) de haar ten laste gelegde feiten. Als reden van
haar daad.,, gaf zjj oponeenigheid waarin zjj met haar
man leefde. Hjj gaf haar geen geld, en liet haar maar
aan haar lot over; hjj was de oorzaak dat zjj tot deze
daden gekomen was, en hjj had haar zoo slecht gemaakt.
De O. v. J., zjjn requisitoir nemende, achtte het ten
laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Z. E, A.
gaat breedvoerig na, hoe beklaagde tot deze mis-
drjjven gekomen is. Beklaagde verkeerde in benarde
omstandigheden, achteruitgang van zaken, het misbruik
maken van sterken drank, de oneenigheid met haar man,
dit alles neemt de O. v. J. aan dat haar tot deze daden
gebracht heeft, maar zjj heeft daarbij een buitengewone
geslepenheid aan don dag gelegd. In het huis van be
waring heeft Z. E. A. beklaagde er op gewezen, dat haar
motiveering zou zjjn opgegaan, wanneer zjj één voorwerp
had weggenomen; maar hoe is het nu te verklaren, had
Z.E.A. gevraagd, dat de geheele familie Oudes door U is
opgelicht, en hierop was beklaagde het antwoord schuldig
gebleven.
Het requis toir strekt tot veroordeeling, wegens dief
stal, 3 maal gepleegd, tot een gevangenisstraf voor den
tjjd van 2 maanden en 14 dagen.
Mr. A. M. de Lange, het woord verkrijgende, deelt
vervolgens de Rechtbank mede, dat zjjn collega Huizenga
zich het lot van deze vrouw, die hjj ongelukkig noemt,
heeft aangetrokkeu, Mr. Huizenga heeft omtrent haar
goede getuigschriften bekomen, o.a. van Ds. Versteeg te
St. Pancras, van den heer Knuppel te Alkmaar, waar
zjj vóór haar huweljjk 2 jaar trouw en eerljjk gediend
heeft, en van de Bierbrouwerjj »de Gekroonde Valk" te
Amsterdam, waar haar man werkzaam is. Pleiter rele
veert eveneens, op welke schandeljjke wijze deze beklaagde
door haar man mishandeld is. Pleiter vertrouwt, dat de
Rechtbank hier rekening mede zal houden, en beveelt
beklaagde in de clementie der rechters aan.
Een jeugdige beklaagde.
Daarna stond terecht de 14-jarige R. B., volgens zjjn
opgaaf visscherman (het was maar een visschersjongentje),
geboren en woonachtig te Urk.
Deze jongen had zich schuldig gemaakt aan diefstal
van een koperen aker, ten nadeele van zjjn vroegeren
patroon, Anke van Slooten, visscher te Urk. Hjj was
nameljjk met een kameraad, Willem Koning, op Zaterdag
avond ongeveer 6 uur naar de visschersschuit U. K. 309
van zjjn vroegeren patroon gegaan, en had den koperen
aker, die achter de mast lag, mede genomen. Dit voor
werp heeft hjj bjj zich thuis op den zolder verborgen.
Donderdag, 9 Februari, heeft hjj den aker verkocht aan
Lubbert Hakvoort en daarvoor 8 centen ontvangen. Hjj
heeft toen met Willem Koning voor dit geld koek gekocht
en deze met Willem verdeeld. Tegen Hakvoort had R.
gezegd, dat hjj don aker gevonden had, er bjjvoegende:
»Koop hem maar, dan ben ik er af 1"
Beklaagde bekende volmondig.
President: Was snoeplust niet de reden, dat ge dien
aker hebt weggenomen
Beklaagde durft er niet flink voor uit te komen, en
krjjgt van den President een flinke vermaning.
Getuige Auke van Slooten verklaart, dat de jongen
gedurende 7 a 8 maanden op zjjn schip U. K. 309 als
kneohtje werkzaam is geweest. In zijn werk was hjj goed.
Getuige heeft aan zjjn vader gezegd, dat hjj van zjjn
zoontje wel een goeden derden man zou kunnen maken.
Thans was de jongen werkzaam bjj Hakvoort.
De O. v. J. deelde de rechtbank mede, dat het bewjjs
tegen Willem Koning niet geleverd kon worden. Het
opleggen van straf aan dezen beklaagde is, naar men
mag hopen, eene vicgerwjjzing voor anderen te Urk en
een les voor dezen beklaagde. Als hjj zoo voortgaat,
zal het slecht voor hem afloopen. Bjj herhaling zou eene
plaatsing in een Rijksopvoedingsgesticht het gevolg zjjn,
wat zeker zeer tegen zjjn zin zou zjjn, bjj die het vrjje
leven op zee gewoon is.
Eisch wegens diefstal 8 dagen gevangenisstraf.
Aan bovengenoemd misdrjjf had zich schuldig gemaakt
G. van der L., een aannemer te Medemblik, waarvoor hjj
zich heden had te verantwoorden. Op Woensdag 19 April
had bjj 9 emmers weggenomen, behoorende bjj den bagger
molen, eigendom van Pieter Berkhout, Johannes Lageveen
Jan Schuurman, allen te Medemblik woonachtig, zoodat
de molen hierdoor onbruikbaar was.
Beklaagde, die volledig bekende, geelt op, dat bjj dien
molen voor 4 jaar gehuurd heeft. Als de huur om is,
moet hjj hem in goeden staat teruggeven. Berkbout
(zjjn schoonvader) is geen man, om de baggerwerken der
gemeente Enkhuizen, (die Berkhout had aangenomen) uit
te voeren.
Beklaagde's schoonvader geeft een geheel andere lezing
van de zaak. Als getuige gehoord.verklaart hjj dat
zijn schoonzoon hem erg tegenwerkte. Vroeger had van
der L. ook deel aan den molen. Hjj wilde een bewjjs als
compagnon van hem hebben.
Johannes Lageveen, als getuige gehoord, verklaart, dat
hij beklaagde's deel gekocht heeft, waarvan hjj den Presi
dent een bewjjs overlegt.
Daartegenover vertoont beklaagde een huurcontract, «lat
hij met Lageveen gesloten heeft.
De O. v. J. achtte het wettig bewjjs niet volkomen
geleverd, en vroeg derhalve beklaagde's vrijspraak.
Mishandeling en wederspannigheid.
C. T., een arbeider te Anna Paulowna, bevond zich in
den nacht van Zondag 24 op 25 April in de herberg van
Dirk Marees te Koegras, gemeente den Helder. Daar was
dien avond een danspartjj, en C., die onder den invloed
van sterken drank vorkeerde, was hinderlijk en lastig.
Hjj ging in het buffet, en toen de kastelein hem gelastte
hieruit te gaan, en bjj hier niet aan wilde voldoen, riep
Marees de hulp in van den surveilleerenden Rjjksveld
wachter Jan Tiessen, die T. uit het lokaal verwjjderde.
Buiten gekomen, sprak A. wartaal; bjj had het over be
talingen, die hjj voor Tiessen zou doen, waarop deze zei:
»Je hebt voor mij niets te betalen". Daarop had be
klaagde gezegd: »dan heb ik 5 dagen voor je over." Hjj
had den Rijksveldwachter een stomp en een duw gegeven,
waarvoor deze hem verbaliseerde.
Tegen beklaagde, die niet ter terechtzitting verschenen
was, eischte de O. v. J. by verstek 14 dagen gevangenis
straf.
Beleediging en mishandeling.
Den Helder levert nogal dikwgls kibbelpartijen, ook nu
diende weder een dusdanige zaak.
Juffrouw M. P. C. P., echtgenoote van J, C. M. en
juffrouw S. S. H., echtgenoote van A. H. van V., beiden
woonachtig te den Helder, zgn buren en wonen in de
Govertstraat aldaar. Nu kunnen zjj zich niet heel
goed met elkander verstaan, omdat da een de ander be
schuldigt van minder goede behandeling van haar beider
kinderen. Op Maandag 1 Mei was het weder mis, één
van de jongens van juffrouw M. wierp naar juffrouw van
V., die op haar erf stond, met een stuk cokes, en een
hevige scheldpartjj was het gevolg. Juffrouw M. zeide tot
juffrouw van V.: »Ga weg, ieelijke dief," en juffrouw van
V., boos wordend, gaf juffrouw M. een slag met een stoffer.
Partgen hadden elkander aangeklaagd bg den Commissaris
van politie, vandaar dat juffrouw M. voor beleediging, en
juffrouw van V. voor mishandeling terecht stond. De
O. v. J., in beide zaken zjjn requisitoir nemende, achtte
beide feiten wettig en overtuigend bewezen. Z. E. A.
noemde de spruiten der beide dames de aanleidende oor
zaak en eischte voor ieder f 7 boete, te vervangen door
5 dagen hechtenis.
B e d e 1 a r jj.
Als laatste beklaagde had zich te verantwoorden P. R.
van Hoorn, omdat hg op Dinsdag 9 Mei te Enkhuizen
bedelde, waarvoor de surveilleerende gemeente-veldwachter,
Johannes van den Belg, hem verbaliseerde.
De O. v. J., het ten laste gelegde wettig en overtuigend
bewezen achtende, eischte tegen beklaagde, wegens bedelarjj,
12 dagen hechtenis.
In alle zaken over 8 dagen uitspraak.