Op ongewissen bodem. ALKMAARSCHE COURANT. BUITENLAND. BERLIJNSCHE BRIEVEN. FEUILLETON. Gemengde Mededeelingen. No. 68. Honderd en Zevende Jaargang. 1905. Woensdag 7 Juni 190A. (Particuliere Correspondentie). Berlijn, 3 Juni 1905. Hertogin Cecllie's Intocht binnen Berlijn. Stormenderhand heeft de toekomstige Duitsohe Kroon prinses de genegenheid van hare nieuwe onderdanen veroverd. Een ieder, die haar bjj den intocht in de Duitsche hoofdstad zag, werd bekoord door, raakte geheel onder den indruk van hare zeer aanvallige, ongekunstelde persoonlijkheid, een indruk, die niet vermindert indien men de jeugdige bruid by herhaling ziet. Men kende haar alleen maar van de portretten dat ze er veel liever uitziet dan men volgens die afbeeldingen zou oordeelen was de algemeene meening. De dag van gisteren, toen de jonge hertogin onder aanhoudend gejubel den langen weg van het slot Bellevue door den Tiergarten, door den Brandenburger Tor, langs de Linden en over de zich daarbjj aansluitende pleinen naar het Koninklijke slot aflegde, had in menig opzicht enorm veel overeenkomst met den intocht van Koningin Wilhelmina binnen den Haag in het jaar 1898. In één opzicht was de regeling in de Nederlandsche residentie echter veel bevredigender. Iedereen kon toen ons Koninginnetje heel goed zien, dank zij het open rjjtuig, waarin onze Majesteiten gezeten waren. Men wenrchte hier echter van het gebruikelijke ceremonieel niet af te wijken en liet hertogin Cecilie in dezelfde gouden staatsiekaros haren intocht houden, waarin sedert 1793 alle toekomstige Pruisische Kroonprinsessen Berlijn binnenrolden en die door Louise van Mecklenburg, de latere zwaarbeproefde Koningin, werd ingewijd. De omstandigheden wilden dat deze intochten tot nog toe steeds in het koude jaargetijde plaats hadden ditmaal op eenen heeten Junidag vallende, ware het in het belang van een ieder, niet het minst van de bruid en de haar begele dende Keizerin ze zaten in een ware broeikas geweest met deze traditie te breken en in een open statieijjtuig hertogin Cecilie eenen volledigen blik te gunnen op den zeer smaakvol versierden feestweg en de honderdduizenden die de randen daarvan omzoomden. Smaakvol, buitengewoon smaakvol zelfs, waren de ver sieringen, die de stad Berljjn en in aansluiting met haar, particulieren en administrateurs van openbare gebouwen hadden doen aanbrengen. Als motiet van bjjna elke ver siering gold de rose roos »La France", hetzij in natura, hetzjj kunstig in papier nagebootst. Ging men door de Bellevue-allee en later van het Brandenburger Tor tot aan het slot, dan waandet ge u steeds in een rozen-park. Voor overlading had men zich gelukkig weten te behoe den. Vooral de »Pariser Platz" leverde een tooverachtigen aanblik op. Het intieme plein, zoo uiterst gelukkig door een tiental paleizen en het Brandenburger Tor omljjst, leende zich uitstekend voor de officieels ontvangst door den Berljjnschen gemeenteraad. Aan weerszjjdeu van de plek, waar de opper-burgemeester Kirschner zich met de raadsleden zou opstellen aan enkele journalisten was het vergund zioh hierbij te voegen boden 2 enorme tribunes zitplaatsen aan de vrouwen van autoriteiten. De achterwanden dezer tribuues werden bekroond door manden vol rozen. Meer op den achtergrond de omlig gende gebouwen, allen zeer gelukkig versierd, aan het paleis van den Franschen gezant waren de bloemen- arrangementen alleen wat laag aangebracht en gingen ten deele schuil achter de tribunes en tot op de daken dicht bezet met kjjklustigen. Op het Blllcher-paleis, het Kasinogebouw van de officieren van het eerste-garde_ regiment te voet en het paleis van wijlen den vorst Rad_ ziwill waren zelfs tribunes gebouwd echte gelegen_ Uit het Duitsgh VAN Ludwl| Onnghofer. 77) Zuchtend legden de Simmeraurers de werktuigen neer en toch was de rust hun welkom. Daar steeg een dof, langgerekt geluid uit den grond op, als had de aarde gezucht. Langzaam bewogen zich de tegen de helling nieuw ingeslagen palen, en violen op zjjde, in den hof verschoof de balkenvloer, met traag ge kraak braken de saamgespjjkerde planken door midden, en terwjjl van de muren van het huisje steeDen en kalk afbrokkelden, klonk van de schuur een dof gekraak, het gerammel der van het dak gljjdende pannen en het vallen van losgebroken planken. «Genadige hemel 1" stamelde moeder Kathe. En Michel zei met verstikte stem: «Daar beweegt hjj weer, de berg 1" Zonder een woord te spreken had Mathes den laatsten nog brandenden fakkel van den boom gerukt en snelde allen vooruit naar de schuur. Zwjjgend, als hadden schrik en kommer hun de spraak benomen, liepen zjj rondom het houten gebouw en knikten bjj elke treurige ontdekking, die ze deden. Alle wanden der schuur stonden scheef, het dak was verschoven en vertoonde overal gaten, van den achterwand waren de planken neergevallen, en door de openingen puilde aan alle kanten het hooi uit. Toen zjj dat gezien hadden, moest Mathes den fakkel, die bjjna tct zijn vingers was afgebrand, uitdooven. Daar stonden ze zwjjgend in den donkeren nacht. Eindelijk verbrak Michel met vermoeide stem dit bange zwjjgen. «Nu in den nacht kunnen wjj er niets aan doen Morgen vroeg zullen we weer beginnen. Kom, moeder, heden tot het nemen van zonnebaden en zag men de pluimen van officiers-hoofdtooisels heen-en-weer wiegelen. Waarheen men ook keek, op niets kon men aanmer king maken en alles zou ideaal geweest zijn, ware het niet dat de zonnestralen zich te sterk deden gelden en zelfs aan de kunstbloemen de rose tinten begonnen te onttrekken, 't Was om te braden op den Pariser Platz, het duurde niet lang of er werd een brancard aan ons voorbjjgedragen, waarop een «Schutzmann'' als wezenloos lag uitgestrekt. Gelukkig transporteerde men de overigen per ziekenwagens, die langen tjjd het eenige, doch helaas, drukke verkeer 600 menschen zakten ineen vorm den door het Brandenburger Tor. Neen, toch niet. Muziek klinkt ons in deooren. Maar dat is immers niets bijzonders. Van de vereenigingen, die langs den weg zjjn opgesteld, hebben meer dan 60 een eigen muziekkorps, die zich bij afwisseling doen hooienopdat «die da hinter uns nicht einschlafen". De muziek wordt echter dnideljjker. Blechmiitzen dagen op, marcheeren zonder zelfs de oogwimpers te bewegen door het Brandenburger Tor; voorop de reusachtige tam boer-majoor, hem volgen tamboers en pjjpers, altemaal reuzen, ah, zoo, 't ia het eerste-garde-regiment te VO0t nu volgt de muziek en dan hoog te paard, slank, jeugdig, zeer elastisch, steeds naar rechts en links buigende de Kroonprins, met zjjne compaguie op weg naar het slot om zjjne bruid op te wachten en er door zijn commando de militaire honneurs te laten verrichten. Hg is de eerste die midden door de Linden de rozenallee, den bruidsweg, volgt. Da1: kleine militaire commando met den toekomstigen Keizer, den eenige die te paard is, in het midden maakt een kranig figuur. De hoofdindruk, dien men ook ditmaal van den bruidegom krjjgt, is «jeugdig, zeer jeugdig zelfs." De prinsen Eitel-Fritz en Adalbert, zjjne jongere broeders, zjjn veel geposeerder. We hebben nog een uur tjjd, toch is iedereen reeds lang ter plaatse. De politie had bokend gemaakt, dat zjj tjjdig zou afsluiten met het gewenschte gevolg, dat reeds uren te voren iedereen zich in beweging had ge steld, tameljjk snel kwam waar hjj wezen wilde, zoodat de politie ruim den tjjd had nauwkeurig na te gaan, of zich ook verdachte individuen langs den feestweg hadden geschaard. Nog eenmaal afwisseling, de stoet statiekarossen, die straks de bruid en haar gevolg naar het paleis zullen brengenbewegen zich thans in omgekeerde richting naar het slot Bellevue. Dat is jammer. Wel ziet men de prachtige paarden, de fraaie rjjtuigen, zelfs de gouden koets tweemalen en amuseert men zich met de voorrjjders en lakeien, die gepoederd en gepruikt, met stjjve, uitge streken gezichten in open rjjtuigen naar de plaats van opstelling worden gereden, doch 't neemt toch een deel der verwachting, een deel der poëzie weg. Als laatste afwisseling zien we de «Ehrenjungfrauen'' den Pariser platz betreden. Zoolang mogeljjk had men ze in een der naburige huizen ondergebracht, 't Zjjn voor het meerendeel lieve verschoningenwien de eenvoudige witte toiletjes en rose rozenkransjes goed staan. Vóór ons vormen ze een langen keten onderling door rozen- guirlandes verbondendie ze bevestigen aan met rose linten versierde staafjesin den geest als Philine in de «Mignon" met zich voert die haar het vasthouden niet te zwaar doet vallen. Deze rjj jonkvrouwen volmaken het lieflijke beeld der omgeving en cacheeren uitstekend den dichten drom zwartrokkendie zich steeds meer aaneensluiten bij de plekwaar de gouden koets zal stilhouden. Het oogenblik is daar dat Cecilie onderweg moet zjjn, zelfs de kellners, die onvermoeid den dorstigen gemeen teraadsleden bier en nog eens bier aanboden, verdwjjnen van den Parieer platz. Twee politieagenten komen per fiets door het Brandenburger Tor geraasd, eenige oogen- blikken daarna volgt een «Polizeilentnant" in gestrekten galop. De stoet is in aantocht de parasols gaan neer, alle blikken hangen aan de binnenzjjde van de histori sche poort. Wat aan gene zjjde ligt is aan onze blikken verborgen. Voor we wat zien, dringt ons reeds: «Wir binden Dir den Jungfernkranz" in de ooren. De postiljons der Koninkljjke postergen rjjden voorop en blazen de kom, kinderen, thans gaan we slapenals we kunnen," liet hjj er onhoorbaar op volgen. Met bevende hand streek hjj over zjjn oogen en ging gebogen en met zware sohreden op het huis toe. De anderen volgden zwjjgend. Nu wist ook Mathes zjjn vader geen troostwoord meer te zeggen. Op den drempel legde de oude man zjjn arm om den hals zjjner vrouw en vraagde met een stem, die hem nauweljjks uit de keel wilde: «Kathe? Zou je niet liever van nacht met Broni naar beneden naar tante gaan Het is genoeg, wanneer Mathes en ik hier bljjven." «Neen, Michel, voor niets ter wereld," stamelde moeder Kathe verschrikt en leunde het grijze hoofd tegen zijn borst. «Ik bljjf bjj jel Eu Broni nam zjjn hand. «Foei, vader, ge wilt me toch niet wegzenden?" Hjj drukte beiden tegen zich aan. «Dank, dankl De zorg heeft me gedreven om 't to zeggen maar er was mjj een stuk van de ziel gescheurd, als ik alleen had moeten bljjven Nu voel ik mjj wat lichterMaar eenmaal moet ik het zeggenik beef voor den dag van morgen Als God geen uitkomst geeft, ziet het er slecht uit met ons huisl Onze moede handen richten niets meer ait «Ja, met den arbeid is het gedaan," zei moeder Kathe, «maar bidden kunnen we nog 1" «Ja, mceder, ge hebt geljjk!" Daarop wendde hg zich tot Mathes. «Kom, Mathes, laten we eerst nog even naar den stal zien 1" Terwjjl Broni en moeder Kathe in huis traden, ging Mathes met zjjn vader naar den stal; zjj maakten de strikken der geiten los, ontdeden de koe van den ketting, openden hot hoenderhok en zetten de staldeur wjjd open, opdat de dieren bjj dreigend gevaar zioh konden redden. Toen zjj in de kamer kwamen, waar de hanglamp brandde, vonden zjj de tafel gedekt. «Kom, Michel," sprak moeder Kathe, «eet eerst wat 1 Sinds van middag heb je niets genuttigd!" Ze zetten zich aan tafel. Zwjjgend dronken zjj hun melk en kauwden het zwarte brood. Terwjjl Michel at, blikte hjj steeds in de kamer rond, zag onderzoekend naar den zolder en streek een paar maal met de hand langs den muur. De maaltjjd duurde niet lang. Daarop knielden ze neer bekende melodie op zeer verdiensteljjke wjjze. Nu volgt een muziekkorps in kleederdrachten uit den tjjd van Frederik deu Groote, driemasters en staartpruiken. Zoodra do postiljons zwjjgen, zetten zij de «Ilohenfriedberg- marech" in. Groot is het aantal bereden meester-slagers, die van hun oud recht gebruik maken en deel van den stoet vormen. Allen zjjn in rok en hoogen hoed, enkelen groeten naar rechts en links, alsof zjj de eer hebben in te oogsten. Wat onmiddelljjk verder volgttrekt niet meer onze aandacht, 't zjjn hovelingen in gala-rjj tuigen, neen, we rekken ons nog meer uit, in groot verlaDgen naar de bruid, die nu spoedig volgen moet. De Gardes- du-Corps, die haar voorafrjjden, zien we reeds, 't Zjjn pracht-kerels en in hunne Lohengrin-uniformen echte decoratiestukhen. De pluimen der gitzwarte hengsten, die het gouden gevaarte trekkentrappelen onder de poort door. Thans dubbel acht gegeven, hoed af, daar is zei In één woord bekoorljjk verrukkeljjk, ze buigt be vallig naar onze zjjde, de Keizerin zit in fiere houding aan haar linkerzjjde. Een ruk, nog een, de wagen houdt stil, schommelt nog eenigen tjjd in de riemen na, het portier gaat open. We stellen ons gauw achter de gemeenteraadsleden en hebben een prachtigen kijk op de beide vorsteljjke gestalten die men, dank zjj hare hooge zitplaatsen, over de hoofden der Berljjnsche magis traten heen, zeer duideljjk kan gadeslaan. De opper-burgemeester Kirschner begint te spreken ik luister niet, 't kan me niet schelen wat bjj zegt, zien wil ik, met volle tengen genieten van het heerljjke beeld voor mjj. Hertogin Ceoilie buigt zich een weinig voor over om de rede goed te kunnen hooren. De jonge brunette heeft een hoog voorhoofd, edel van vorm, do wenkbrauwen zjjn fijn en sierljjk geteekend, juist slaat ze even de oogen op en overziet de voor haar staanden met een oog dat fonkelt van levenslust en wilskracht, en als zich straks de mond opent, om duideljjk eenige bekoorljjke zinnen van dank te uiten, dan vertoonen zich twee rjjen mooi gevormde tanden, die bet volstrekt niet doen betreuren, dat de mond iets groot is uitgevallen. In fraaie ljjnen vertoonde zich de hals, die eene lichte juweelen parure droeg. De bovenkant van het uitgesneden kleed was met myrthen en rozentakken geborduurd. Het hoofd droeg een luchtig kroontje in Russischen handvorm, dat won derwel in de zwarte haren deed. Over het geheele wezen der 18 jarige bruid lag zooveel charme dat men niet moede werd »hoch" te roepen, en de aanwezige heeren, steeds met hoeden wuivende naast de statiekaros mede liepen tot zjj den rand van den Pariser Platz bereikt hadden, en het rjjtuig het midden der Linden volgde, vanwaar in rose en wit gekleede schoolmeisjes haar met rozentakken te gemoet wuifden. Voorbjj was deze verschijning uit een sprookjeswereld, doch voorgoed gevestigd de overtuiging der Berljjners die zich samenvat in «Wir haben eine allerliebste Prinzessin". Gebaand is voor haar de weg itot veler hartenmoge zjj dien weten te vinden dan zal Cecilie de eerste Prui sische Koningin zjjn die na den dood van Koningin Louiseevenals zjj uit het Mecklenburgsche huis stam mende weder populair in den goeden zin des woords is. De aanslag te Parjjs. De Fransche politie gelooft den dader van den aanslag op koning Alfonso in handen te hebben. Zjj beeft te Bordeaux een man in hechtenis genomen, die met den sneltrein van Parjjs daar aankwam. Hg was gewond in het gezicht, aan de knieën en de hand, en trachtte zich in een hoek van den waggon te verbergen. De man verklaarde Martini te heeten, hg weigert op verdere vragen te antwoorden. De «Petite République" vertelt, dat er een vjjftiental personen in hechtenis genomen zjjn, o.a. een anarchist, Malato, die de volgende verklaring aflegde: Ik ben anarchist. Ik nam geen deel aan den aanslag, doch wist, dat deze zou plaats hebben. Hef is waar, dat mjj van uit Barcelona bommen gezonden zjjn, doch zjj waren niet geladen. Ik heb ze verborgen en er geen gebruik van gemaakt. De «Gaulois" deelt mede, dat in de kerk van St. Francois-Xavier een plechtige dankdienst gehouden zal worden, naar aanleiding van de gelukkige ontkoming van en baden lang en vurig Eensklaps sprong Mathes op, bleek tot in de lippen. «Vader, hoort ge niets?" Met beide handen omklemde bjj den arm des ouden. «Dat kan het wéér zijn! Zoo doet geen storm! Hoor, vader, hoor toch 1 Het is, alsof het water stroomt. «Water stotterde Michel. Allen luisterden met ingehouden adem. Daar hoorden ze duideljjk een stroomen en ruischen, dat over de berghelling naar beneden kwam. Nu klonk het reeds dicht in de nabjjheid nu was het, als had het reeds den tuin bereikt nu ging het met het bruischen van een grooten waterval ter rechter-en linker zijde van het kleine huis voorbjj en jaagde naar het dal. En midden onder het bruischen hoorde men het vriende- 1 ij k geklok en gemurmel der kleine golfjes, die tegen de voeting der muren sloegen-. Michel sprong op. «Daar is het water, het heerljjke waterNaar adem hjjgend sloeg hjj de armen omhoog en in zjjn plotseling herleefde hoop en vreugde sprongen hem de tranen uit de oogen. «Het water is uit de diepte gestegen Het water is weer aan het daglicht!" Zjjn zoon op zjj duwend snelde hjj de deur uit en jjlde in den donkeren nacht naar buiten. De anderen liepen hem na, lachend en schreiend tegeljjk. Ruischende beken, welker dansend schuim witachtig schemerde in den duisteren nacht, vloeiden aan alle zjjden langs de helling neer en overstroomden een voet hoog den ganschen hof, terwjjl de grootere massa's water bruischend haar weg zochten door de greppels on slootendie den hof omgaven. «Michel, Michel! Waar ben je?" riep moeder Kathe snikkend en Mathes en Broni riepen«Om Godswil, vader, kom toch 1" Tot de heupen toe nat kwam hjj uit een stortbeek geBtegen en liet zich naar de huisdeur voereD. Daar bleef bjj staan en riep buiten zich zelf van vreugde: «Moeder Kinderen I Daar is het water wear! Nu kunne- we gerust zjjn 1 Ons huis is gered 1 Dat heeft de com missie gezegd als 't water weer stijgt, dan komt de berg weer tot rust!" Vreugdetranen verstikten zjjn stem. Met moeite kregen vrouw en kinderen hem in huis, hjj kon zich aan den aanblik van het reddende water niet verzadigen. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 5