ALKMAARSCHE COURANT. BUITENLAND. BI ITNËN LAND. IN gezond'ënHst" ukken. Algemeen Overzicht. Nieuwstijdingen. No. 79. Honderd en Zevende Jaargang. 1905. Zondag 2 Juli 1905. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeens kennis, dat in het Gemeenteblad van Alkmaar, No. 186, is opgenomen het beslnit van den Raad dier gemeente, genomen in zijne vergadering van 21 Juni 1905, waarbij is vastgesteld eene Terordening op liet verstrekken van aterken drank In het klein op den open baren weg, welke verordening, heden afgekondigd, gedurende drie maanden ter gemeente-secretarie ter lezing is nedergelegd en aldaar tegen betaling van f 0.05 in afdruk is ver krijgbaar gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, JAN DE WIT Dz., Voorzitter, loco Burg. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 26 Juni 1905. KENNISGEVING. Het HOOFD van het Plaataeljjk Bestuur te Alkmaar brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der ingezetenen, dat bjj hem ingekomen en aan den ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering zjjn overgegeven 2 kohieren der bedrijfsbelasting No. 18 en 1, voor het dienstjaar 1904/5 en 5/6 executoir verklaard door den Directeur der directe belastingen in Noordholland te Amsterdam den 28 Juni j.l. dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de Wet bepE^alden voet, te voldoen en dat heden ingaat de termjjn van zes weken, binnen welken daartegen bezwaarschriften kunnen worden ingediend. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, Alkmaar, J. de WIT Dz. 1 Juli 1905. lo. Burg. Alle beschouwingen over den oorlog in Mantsjoerije en over de vredes onderhandelingen moeten thans wjjken voor de ernstige berichten, die komen uit Odessa. Een ernstig militair oproer is daar uitgebroken. Reeds geruimen tijd werd gefluisterd, dat er een geest van verbittering heerschte onder de matrozen van de Zwarte Zee-vloot. Daaraan was het voornamelijk toe te schrijven, dat die vloot rustig ter plaatse is gebleven, toen er sprake van was haar eveneens naar het Verre Oosten te zenden. Wanneer de Russische regeering de bemanning dier schepen hadde vertrouwd, zou zij de moeilijkheid der Dardanellen-zaak wel te boven hebben weten te komen. Maar zjj had dat vertrouwen niet. Zij durfde zioh niet op die matrozen te verlaten. Deze leefden op zeer ge spannen voet met hunne superieuren. En een enkele onhandige daad der laatsten zou voldoende zjjn, hen tot opotaad te drjjven. Deze onhandigheid is thans begaan. Een matroos van de «Knjas Potemkin» kwam een officier zijn nood klagen over het slechte eten aan boord en het antwoord van den officier was dat hjj den klager neerschoot. Dol van woede vermoordden de schepelingen toen den état-major, slechts acht officieren sparend. Daarop voeren de muitelingen met de roode vlag in top de haven van Odessa binnen en brachten onder wraakkreten het lijk van den matroos aan land. Zonder moeite sleepten zjj het reeds stakende boots- en fabrieksvolk tot geweld dadigheden mede* en thans zijn de havenwerken van het schoone Odessa, een der voornaamste graanhavens ter wereld, een aschhoop gelijk en 't is te vermoeden, dat de muitelingen de scheepskanonnen aan het vernielingswerk hebben laten deelnemen. Als een bliksemstraal hebben deze jobsmaren de St.-Petersburgsche Regeeringskringen getroffen en men is er niet blind voor de vreeseljjke gevolgen. Hoewel de censuur alle berichten uit Odessa tegenhoudt, heeft de tjjding van het oproer zich toch reeds verspreid onder de schepelingen van de nog over zijnde vaartuigen der Oostzee-vloot in Libau, met dit gevolg dat ook in die haven een opstand is uitgebroken. Bovendien is 't ook te Kroonstad zeer onrustig. De vice-admiraal Krieger is met een sterke macht uit Sewastopol naar Odessa vertrokken. Zjjne orders luiden dn bemanning van de Potemkin te sommeeren, zich over te geven en zoo zjj weigerachtig is, het schip met man en muis in den grond te boren. Maar 't is zeer de vraag, of hjj in staat zal zjjn, deze orders uit te voeren en of niet veeleer ook zjjne equipages zich met hunne muitende kameraden zullen verbroederen. Aan de Standard wordt geseind, dat de muiters van de «Potemkin" gisteren dreigden de stad te zullen be schieten als do overheid de begrafenis van den doodge schoten matroos mocht willen beletten. De havoncomman- dant begaf zich toen uit eigen beweging als gjjzelaar aan boord van de «Potemkin", zeggende dat hjj instond voor de veiligheid van den begrafenisstoet, 's Middags om vjjf uur stoomde de «Potemkin" weg, om een trans portschip tegemoet te gaan, dat een aantal Russen uit Port Arthur naar het vaderland terugbracht; het transportschip werd vermeesterd door de muiters, die het waarschjjnljjk in volle zee in brand gestoken hebben, waarna de «Potemkin" naar Odessa terugstoomde om de opvarenden van het transportschip aan wal te zetten. In de stad moeten 100.000 werklieden in opstand ge komen zj)u. De schade door brand aangericht wordt op 30 millioen galden geraamd. Ernstiger berichten zjjn al moeiljjk denkbaar. De ge schiedenis van vroeger eeuwen dus herinnert de Haarl. Cl. maakt verscheidene malen melding van oproer onder de bemanningen van oorlogsvloten. Op het laatst der 18e eeuw bjjvoorbesld sloeg oen geheel Engelsch eskader aan 't muiten en hield een maand lang de Theems gesloten, vóór de admiraliteit in staat was, den opstand te dempen. Aan de Kaap versloegen in dien zelfden tijd de schepelingen van ean fregat al hunne officieren en leverden het schip aan de Spanjaarden over. Historisch bekend zjjn nog de muiterjjen cp het Eogelsche schip Bounty in de Australische waterende weigering van het Oranjegezinde scheepsvolk op hot eskader van den schout bjj-nacht Storz om te vechten tegen de En- gelschen en de Rassen bjj de landing van dezen in de baai van Den Helder, 1799; eindeljjk nog het overleveren van Spaansche oorlogsschepen door de muitende beman ningen aan de Mexicanen, 1820. Maar 't was nog iets geheel nieuws in de geschiedenis, dat de bemanning van een schip, 't welk een Staat behoorde, de vlag der sociale revolutie uitstak. Dat dit nu te Odessa gebeurd is, teekent den tjjd, dien wjj beleventeekent in 't bjj- zonder den aard van de troebolen in het Russische rjjk. En middelerwjjl beraadslaagt de regeering te Petersburg dagen en dagen lang over een hervormingsplan, waarvan in den oorspronkeljjken vorm reeds niemand was gediend. En de burgemeester van Odessa verlaat zijn oproerige stad en gaat naar Moskou om daar een door de regeering verboden vergadering van vertegenwoordigers van 117 Russische steden bjj te wonen, wrarvan beweerd wordt dat ze in de oude Czarenstad een nevenregeering willen instellen Is er meer noodig om het ergste te vreezen voor Rusland Bjj herstemming is tot lid der Provinciale Staten van Noord-Holland in het kiesdistrict Zaandam met 3254 stemmen gekozen de heer D. van Legden, te Krommenie (lib.). De heer G. C. Kamphujjs, (r.k.) te Zaandam ver kreeg 1299 stemmen. Openbare Inzamelingen. Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend tot regeling van de openbare inzamelingen van geld of toezeggingen van geld (inschrijvingen). Daarbij wordt elke inzameling verbodenwanneer niet vooraf aan B. en W. van de betrokken gemeente twee weken vooraf is kennis gegeven van het voornemen tot het houden van de inzameling, met duidelijke opgave van naam, beroep enz. der inzamelende personen, de instelling, door welke wordt ingezameld, het doel waar voor, enz. enz. In de Memorie van Toelichting op het wetsontwerp wordt de indiening gemotiveerd met de verwijzing naar de groote verscheidenheid in de verordeningen, die de verschillende plaatselijke besturen op het houden van collecten hebben gemaakt, waardeor een drang naar eenvormige regeling bij de wet is ontstaan. Ook wordt gewezen op de groote toeneming van pseudo-weldadige instellingen, die inzamelingen houden voor gansch andere dan weldadige doeleinden, en op het bedrijf van particulieren, die een soort van beroep hebben gemaakt van het collecteeren. Predikanten- Kamerleden. De Classicale vergadering van Deventer heeft met groote meerderheid een voorstel aangenomen, strekkende, om aan de Algemeene Synode der Ned. Herv. Kerk te verzoeken, in haar reglement een bepaling op te nemen, waarbij het lidmaatschap van de Tweede Kamer onver- eenigbaar wordt verklaard met het predikambt bij de Hervormde Kerk. Met 30 tegen 15 stemmen verklaarde de vergadering der classis van Nijmegen zich eveneens voor de wensche- lijkheid eener bepaling, dat de Evangeliebediening onvereenigbaar is met het lidmaatschap der volksver tegenwoordiging, behoudens dispensatie van het classicaal bestuur. Verkte/.lngs-varla. Een vermakeljjke scène viel Woensdagagavond voor het bureau van het Nieuwsblad van Nederland te Amsterdam voor. Daar verscheen het portret van dr. Kuyper. Het publiek wist toen niet hoe zich te houden. De geestver wanten wilden de beeltenis niet toejuichen, want er stond onder »Kuyper moet aftreden" en ze wilden niet fluiten, want het was toch de beeltenis van dr. Kuyper. De tegenstanders stonden voor het omgekeerde probleem en het eind was, dat alles rustig afliep. Slechts een onbe stemd geroezemoes deed zich hooren. Te Schagen was het op de Laan voor het bureau van do Schager Courant, die ook voor het vernemen van den uitslag had gezorgd, zeer druk. Elk links werd met een hoera, een rechts met een >nou, dat was ook niet te winnen" begroet. Toen het 48—47 stond, riep een kranig biljarter«Carambole om 471" waarop een rechtsche antwoordde: «als het dan maar gelijk uit is!" Edoch, dat mocht niet zoo zjjn. De liberale partjj maakte nog een mooie vierstoot en tot onbeschrijfelijke vreugde stond de partjj op het einde van het spel 5248. Fietsbellen rinkelden op de Laan, de jongens van de «hoogere bur ger" juichten allen waren big, behalve een stuk of wat rochtschen, die het zich maar niet begrjjpen kon den, zoo'n uitslag. Een «hannekemaaier" uit Hoerde (district Kampen) die te Schagen werkte, ging even met een vergoed retourtje en een vergoed daghuurtje stemmen op Reyne. Zoo is over het geheel de zege bevochten. Nu, de linkschen konden, om met dr. Kuyper te spreken, ook niet langer waohtengeen dag en geen nacht Te Urk, district Enkhuizen, kwamen alle kiezers op zelfs ziekenalleen de 20, die op de Noordzee op een haringlogger zjjn, waren verhinderd. De heer Borgesius verkreeg thans 24, de heer Sluis 355 stemmen.Drie boo ten hadden daartoe de visschers uit IJmuiden, Nieuwe- diep en Harlingen vervoerd. (Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie). Nlog eens en voor liet laatsti Willy. Mijnheer de Redacteur, 't Spjjt me natunrljjk ten zeerste, nogmaals onder den door u uitgedachten, zoo compliment eusen, nickname «de mopperaar'1 een plaatsje in uw blad. te moeten vragen, doch uw laatste terecht, wjj zing heeft me in dier mate geamuseerd, dat ik onder nawerking van die pleizierige stemming naar de pen gegrepen heb. De eerste indruk, dien ik kreeg, na het lezen van uw artikel wasverbazing over de zonderlinge woordbe- teekenis, die in Alkmaar in zwang schjjnt te zjjn. Zoo o.a. het woord «afdoend". Nu heb ik steeds in de meening verkeerd en 't is me vroeger ook zoo geleerd, dat de betoekenis van dat woord zoo ongeveer dezelfde is als die van «ad rem". Uw redactie schjjnt evenwel oen andere meening te zjjn toegedaan, tenminste zjj teekent het stuk van den Heer Mr. A. M. de Lange als afdoend, terwjjl ik m. i. overtuigend in de Telegraaf bewezen heb, dat genoemd artikel juist het tegendeel van «ad rem" was en meer overeenkomst vertoonde met werkelijk handige reclame, waarover ik dan ook den heer de Lange een welgemeend complimentje maakte. En dan het woord «dwaasheden"! Mezelf nu niet al te na gesproken, was ik me niet bewust in m'n laatste Ingezonden stuk in de Telegraaf dwaasheden gedebiteerd te hebben, dus ook over de beteekenis daarvan schjjnt men hier een andere opvatting te hebben als de Telegraafredactie en onderge- teekende. Want, mjjnheer de redacteur, ik geloof nu niet, dat laatstgenoemde redactie haar kolommen voor dwaas heden, tenminste wat een gewoon mensch dan verstaat onder dwaasheden, beschikbaar zou stellen, evenmin als voor schooljongeDS-geschrgf of stukken, waarvoor men den schrjjver, z'n leeftjjd in aanmerking nemende, niet verantwoordelijk kan stellen. Geloof me, waarde heer, een Telegraaf-redactie weet heel goed wat ze doet en doen kan en hare beoordeeling over dergeljjke zaken zal toch altijd wel een weinig juister en beter overwogen zjjn, dan die van de Redactie der Alkmaarsche Courant. Of zoudt u werkeljjk uw blad op geljjken ljjn willen stellen met dat Amsterdamsche blad en zoodoende een aanschouwelijke voorstelling geven van la grenoille qui vent se faire aussi grosse comme le boeuf Ik voor mg, de simpele, onridderljjke, bazelende, kinderachtige Willy hecht dan toch meer aan het oordeel der Telegraaf en wanneer deze courant door opname toont mjjn stuk geen dwaasheid te vinden, acht ik me volkomen gedekt tegen over alle mogeljjke aanvallen en minachting uwerzjjds. Verder moet ik u oerljjk zeggen, dat ik uw lesje omtrent Ingezonden-stukken-conventie wel eenigszins verdiend vond, van uw standpunt dan altijd. Doch de eigenljjke reden, waarom ik alleen in de Telegraaf terugschreef, was, dat ik uw gegeven voorbeeld wenschend te volgen, ook aan de Telegraaf-lezers een amusementje trachtte te verschaffen, evenals u zulks den Alkmaarders bereidde met mjjn «geschrjjf." En daarom heb ik louter voor de Telegraaf menschen uw onderschrift even weerlegd, daar ik me met uw blad niet verdor wonschte te oocupeeren, dan tot zoover het dienen kon als amusement voor Am sterdammers en niet-Alkmaarders in dezen komkommer- tjjd op 't gebied van publieke vermakeljjkheden. Daar ik eenigszins vermoedde, dat n er zich toe zoudt voelen aangetrokken ('t geen inderdaad het geval bljjkt geweest te zjjn) schreef ik o. a. dat, wat mg betrof, u 't repliekje kon overnemen. In de Alkmaarsche Courant repliceerde ik niet, omdat ik uw antwoord, als antwoord op zich zelf, de moeite van 't weder-beantwoordon niet, daaren tegen als onderdeel der heele kwestie, dit wel waard vond. Wordt dit hier in Alkmaar beschouwd als een tekort koming ten opzichte der conventie, soit, dan nntnurljjk mes excuses. Maar dan wil ik de Alkmaarsche redactie, als eon soort tegenbeleefdheid, oven attent maken op een tekort schieten in bare wellevendheid of liever op een indirecte schending van ambtsgeheim. Met mjjn leekenverstand heb ik steeds gedacht, dat zelfs de geringste toespeling op den naam van een Inge- zondenstuk-ecbrjjver, aan de redactie verboden was. 't Is waar, verboden vruchten smaken wonderzoet en 't was nu zoo'n heerljjke gelegenheid voor die Alkmaarsohe redactie om, daar haar uit den aard der zaak mjjn naam, etc. bekend moest zijn, een scherpheidje op mjjn leeftjjd en positie te debiteeren. En dat ljjkt m. i. veel op een indirecte schending van ambtsgeheim Enfin, smaken verschillen en de redactie schjjnt op dit punt der convenance niet bepaald kieskeurig te zjjn. Ook al weer tot m'n spjjt deel ik den goeden Alk maarders m'n naam voorloopig liever niet mee, daar ik de kwestie vooreerst nog veel te interessant vind, om reeds nu m'n incognito te verbreken, want dan is na tunrljjk de aardigheid er af. En bovendien waarom zou ik m'n naam noemen it quoi bon Zooals men in Alkmaar beweert, aan overmaat van ridderljjkheid souffreer ik niet en dus als gevolg daarvan hoeft u iets dergeljjks niet te verwachten. Dan opdat men in Alkmaar mjjn leeftjjd wete God, beste menschen, ik ben heusch nog niet meerderjarig, doch dat acht ik absoluut geen bezwaar om een oordeel over den metropolis van Noord-Holland ten N. van het IJ te vellen. Waarachtig, daarvoor behoef je zoo oud niet te zjjn En omdat ik hier nu pas twee jaar ver- bljjf houd zou ik niet «competent" zjjn, altjjd dan volgens de Alkmaarsche redactie, hare stad zoo opper vlakkig als ik deed te beoordeelen Doch is dan een Redacteur, die er ongeveer 1 jaar en 2 maanden woont, wel «competent" die stad met zooveel vuur en 'sohjjnbare kennis van zaken te verdedigen Ten slotte geeft de Alkmaarsche Courant als hare vaststaande overtuiging op, dat beweringen, zooals ik me veroorloofd heb over twee ontwikkelde, zeer belezen enz. mensohen, tot de rubriek ongeoorloofde dingen behooren. 't Is mogeljjk, hoewel ik het er niet geheel mee eens ben (de oude onriddeljjkheid alweer), maar onder welke rubriek rangschikt zjj dan die qualificatie over mjjn geschrjjf? Evenmin als de redactie voorbeelden gaf over de dwaasheid enz. van mjjn geschrjjf, evenmin noemde ik de namen van die beide personen. Ik vind dit vrjjwel op het zelfde neerkomen en op 't ongeoorloofde gebied hebben we elkaar dus bitter weinig te verwjjten. U persoonlijk hunne namen noemen, doe ik in gèen geval, daar ik deze beide personen dan aan een even onnette,, behandeling blootstel, als die welke ik van uw zijde ondervond over mjjn eigen naam. En ze publiceeren Och, ook alweer quoi bon Opdat de Alkmaarsche ingezetenen onder welwillende leiding der Alkmaarsche Courant hun woede-uitingen gaan slingeren tegen de hoofdeu dier onwillekeurige martelaren? 't Lijkt mg al genoeg wanneer Willy alleen ljjdt ondor de minachting en verontwaardiging van ieder oprecht en weldenkend Alkmaarder. Laat het genoeg zjjn, dat beide personen werkeljjk geen voortbrengselen eener verhitte of wanhopige fantaisie zjjn, doch dat ze dageljjks door Alkmaars straten wandelen, door vele Alkmaarders met eerbied en hoog achting gegroet. En nu kan de Redactie zich kwaad maken zooveel ze wil over oen dergeljjk gebrek aan manie-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 9