Toelating Burger- u leislesscbool. De Zeven Wonderen van Alkmaar. No. 82. Honderd en zevende jaargang. Zondag 9 Juli 1905. Van "Week tot "Week. itLKMAARSCHE COURANT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter kennia van belanghebbenden, dat zg, die na afloop der zomervacantie hunne kinderen de Burger school of de meisjesschool wenachen te laten bezoe ken daarvan aangifte moeten doen vóór of op IS Juli e.k bij de hoofden dezer acholen, onder overlegging van het geboorte- en inöntingsbewija van het betrokken kind. De leerlingen moeten den leeftgd van zea jaren hebben bereikt. Kinderen, die binnen de eeratvolgende zes maan den na het tjjdstip der toelatingvoor de Burgerschool op den Dinsdagvolgende op den 3den Maandag in Augustus en voor de Meisjesschool op den Dinsdag vol gende op den 4den Maandag in Augustus dien leeftjjd zullen hebben bereiktkunnen onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders op de genoemde scholen worden toegelaten. De gelegenheid tot aangifte voor de meisjesschool, van welke school het onderwijs gegeven wor dende In de 7e klasse aansluit aan dat van de B jjks Hoogere Burgerschoolbestaat aan de woning van het Hoofd dier schoolaan de Oudegracht op maandag en Donderdag van half één tot half twee ure en voor de Burgerschool aan het schoolgebouw in de Brillesteeg eveneens op maandag en Donderdag, van half één tot half twee ure. Zij noodigen belanghebbenden uithunne aanvragen niet tot het laatste oogenblik uit te stellen. Alkmaar, Burgemeester en Wethouders voornoemd, 30 Juni 1905. JAN DE WIT Dz., Voorzitter, 1°. Burg. DONATH, Secretaris. Wij ontvingen onderstaande Ingezonden Stukken Den Heer Eedacteur van de Alkmaarsche Courant. WelEdele Heer, Beleefd verzoek ik u het volgende op te nemen naar aanleiding van uw hoofdartikel omtrent de verkiezingen voor den gemeenteraad. Daar gelaten of de billijkheid betracht wordt, wanneer slechts 4 zetels in den gemeenteraad door R. K. bezet worden, is uwe meening juist, dat dezerzijds geen strijd gewenscht wordtzöö was werkelijk in het algemeen de strooming in de vergadering der R. K. kiesvereeni- ging «Vrijheid en Recht". Op een welwillende verhouding tusschen Lib. en R.K. kiesvereenigingen werd aangestuurd en over en weer werd na de vergadering van «Eensgezindheid" gemeend dat dit dool bereikt was. Geheel onverwacht kwam de candidaatstelling van den heer Fortuin; ik kanu stellig verzekeren, dat diens naam in de vergadering van V. en R. niet genoemd is, dat geen van de 11 R. K. onderteekenaars van diens candidaatstelling op de ver gadering aanwezig was, dat 10 van hen geen lid zijn van V. en R. Het is voor de Katholieken van geen belang, of de heer Morra dan wel de heer Fortuin gekozen wordt er bestaat dan ook geen enkele reden om de Kiesvereeni- ging V. en R. in haar geheel, zelfs niet om hare leden afzonderlijk te verdenken van minderwaardige hande lingen. De R. K. kiesvereeniging heeft niet anders ge wild dan loyaal handelende advertentie Maandag 1.1. door haar bestuur gesteld alzoo vóórdat uw hoofdartikel was verschenen en Dinsdag aan de Nieuwe Courant gezondenzooals zij ook ter plaat sing in uwe courant aangeboden is ol zal worden, geeft duidelijk weer den goeden wil om «Eensgezindheid" niet in de wielen te rijden. Immers het bestuur van V. en R. beveelt derf R. K. kiezers aan zich van stemming te onthouden, wat betreft den zetel van Dr. Wicherink. Dit is. nu het in hoofdzaak gaat tusschen 2 liberale candidaten, de meest eerlijke raad, die gegeven kan worden. Meer van «Vrijheid en Recht" te vorderen zou voor «Eensgezindheid" gevaarlijk kunnen worden. Wat de daad zelve betreft, is mij meegedeeld, dat in de Winkeliersvereeniging geuit is het verlangen haar voorzitter, den heer Fortuin, in den gemeenteraad te zien, doch dat de Winkeliersvereeniging als zoodanig zich niet met politiek mag bemoeien. Is 't nu te ver wonderen, dat de leden van de Winkeliersvereeniging zelfstandig een candidaat stellen, ook met behulp van mannen uit den winkelstand, al zijn die geen leden? En gaat het nu aan de schuld op de R. K. te werpen, wanneer enkele hunner zonder nadenken met 19 libe ralen en u gelieve den naam van den laatsten onder teekenaar eens goed te lezen spelbrekers worden In de hoop, dat deze uiteenzetting u er toe zal bren gen uwe zeer zeker ongegronde verdenking te laten varen en in de verwachting, dat de R. K. kiezersin district I ook met 't oog op district II zich aan den Raad van de kiesvereeniging V. en R. zullen houden, 'Hoogachtend Alkmaar, Uw. dw. 5 Juli 1905. H. P. M. KRAAKMAN. Mijnheer de Redacteur Mopperen schijnt tegenwoordig hier aanstekeljjk te zijn. Eenige tijd heeft U zich moeten bezighouden met een »Willy de Mopperaar" en zie, de ziekte schijnt op U overgeslagen, U begint ook te mopperen en -wel zóó, dat ik onwillekeurig het begin dier kwaal ook al voel aan komen. Is er reden voor al dat gemopper Och, Mijnheer de Red., ik meen dat deze slechts in schjjn voor U bestaat, maar als men er toe geneigd is, kan het meest onschul dige voorval vaak zoo'n mopperuitbarsting" veroorzaken. Want hoe komt U er ia vredesnaam toe in Uw »Van Week tot Week" van 11. Woensdag, nota bene midden in Kermesse d' été en bloemencorso te gaan brommen op alles en nog wat, wat met de candidatuur van den Heer Fortuin maar eenigzins in verband zou kunnen staan? Waarom wordt de R. K. Kiesvereeniging «Vrij heid en Recht" door U gesommeerd (boemhet zoo noodige licht te ontsteken in deze aangelegenheid, terwijl zij door geen der onderteekenaars daarin werd gemoeid, als misschien na het bekend worden der 4 candidaten Ik wil daarmede zeggen, M. de R., dat noch de R. K. Kiesvereeniging, noch de R. K. onderteekenaars, met elkander overleg hebben gepleegd, en alzoo de goede trouw geschonden hebben, waarop U belieft te insinueeren. De zaak is eenvoudig deze: Er zijn winkeliers (niet de Alkm. Winkel. Vereen, als zoodanig) die gaarne een collega in de Gemeenteraad wenschen. U vindt dit zelf ook billijk. Nu is er een plaats vacant, daar Dr. Wiche rink bedankte. Het overleg der Kiesvereenigingen onderling gepleegd, hetwelk door U een prijzenswaardige maatregel wordt genoemd, bedoelt volgens Uwe meening bij de periodieke verkiezing zoowel aan Liberalen als aan Ka tholieken een zelfde aantal zetels te verzekeren, als zij hadden in den Raad bij zjjn tegenwoordigo samenstelling. De winkeliers onderteekenaars der candidatuur-Fortuin (ook de Katholieken I) zijn van dezelfde meening als U en de beide Kiesvereenigingen, en hoewel onbekend met de besprekingen dier vereenigingen onderling, voelden zjj als iets dat van zelf spreekt, dat de plaats van Dr. Wicherink ook weder door iemand der Liberale partij moest worden ingenomen. Zg kozen dus een winkelier dier party en wel iemand, die, zooals U het met ons eens blijkt te zgn, in geen geval minder aanbevelenswaardig is, dan de Heer Morra. Maar nu zoekt U er weer andere beweegredenen achter ja, ja, mopperaars zgn lastige menschen 1 Dat de vier eerste onderteekenaars der Candidatuur Fortuin juist Katholieken zjjn, geeft iemand, die, in deze gaarne brommen wil, een heerlgke gelegenheid; doch M. de R., indien de rondgaande candidatenlgst op een ander punt der stad begonnen was te circuleeren, waar nu juist (5) (Slot.) 7. De leugenbank zonder volk. Eer de graving van het Groot Noordhollandsch Kanaal een vroeger goed bebouwd maar in den franschen tijd verval len deel der stad, het Eiland, met het Heilige Land en het Hondsbosch van het overige had afgescheiden, was de toegang tot de stadshaven slaitbaar door een boom, lig gende tusschen een aan het Zeglis uitgebouwden steiger en een van de overzyde uitgaand paalwerk, op den kop waarvan een houten gebouwtje, het sassershuisje ten ge- bruike van den „chercher op den boom"-stond. Nabij dezen steiger, op de hoogte van het Baanpad, bevond zich, ten dienste der wachtenden op de aankomst en het vertrek der schepen, een houten, van voren meest open schuilhuisje, dat, ook door kaailoopers en baliekluivers niet onbezocht gelaten, wegens de daar gevoerde wel eens rumoerige en niet steeds van waarheid getuigende ge sprekken, doorgaans het lawaaihuisje of de leugenbank werd genoemd. Tgdens burgemeester Yerschuir werd in plaats van dit huisje eene andere gelegenheid voor de wachtenden ge maakt, aan den stadskant van de Boompoortsbrug, waar een van 2 trapjesgevels voorzien huisje in de punt van het langs de straat met een hoogen muur bemetselde Boom- bolwerk gestaan had, blgkens eene schilderg van O. Rond hout in het Stedelgk Museum van omstreeks 1800 ge diend hebbende voor de militaire wacht. De 2 naar het bolwerk gekeerde muren van het huisje werden behouden en overpleisterd en op den hoek naar de brug een kolom geplaatst, welke met die muren de lgst en de dakbe dekking droeg. Het waB er, door de groote hoogte en de 2 geheel open zgdeu, tochtig en ongezellig en ook te ver van bovengenoemden steiger, van welke den 1 Au gustus 1829 tweemaal daags de trekschuiten naar Pur- merend (Amsterdam) begonnen te varen, en waarbg het in der tgd druk bezochte Schelvischje en andere herbergen van minder gehalte de wachtenden tot intreden lokten. De nieuwe leugenbank bleef zonder volk, al bleek vaak van naohtelgk bezoek door onreinheden op den bodem. Bg de afbraak in 1865 der poort met portiers- en ambtenaarswoningen, van het in stand gebleven zuidelgk hoofd der Hoogebrug en den muur van het z.g. russische kerkhof verdween ook het ,,labayhuis'', zooals het in de raadsnotulen heet. Het afgegraven bolwerk werd tot plantsoen aangelegd, dat in 1879 plaats moest maken voor de Alkmaarsche IJzer- en Metaalgieterg. De stoomboot Zaanstroom, bggenaamd „het zieke varken" ving den 10 October 1842 den dienst cp Zaandam, in correspondentie met Amsterdam aan van genoemden steiger (een der 3 directeuren, J. Kehl, bewoonde het Schelvischje), tot wiens afbraak de Raad besloot in 1877, bg de behandeling der gemeentebegrooting voor 1878. Nummer Acht. Het stadshuis, nu paleis, te Amsterdam, dat zoo zicht baar getuigt van de macht der handelsstad in de 17e. eeuw, werd na zgne voltooiing in 1660 door Oonstantgn Huygens 's werelds achtste wonder genoemd. AU stadshuis was het, wat grootte en pracht betrof, toenmaals mis schien eenig in de wereld, maar overigens bestond er reeds lang tal van bouw- en kunstgewrochten, waardig om in de rg van 's werelds wonderen meégeteld te worden en Bederf is het aantal van dezulke, niet het minst door de vorderingen der ingenieurskunst in de laatste eeuw, nog steeds vermeerderd. Komen wg van het groote tot het kleine, dan behoeft er voor Alkmaar geen kwestie van te zjjn wat al of niet, na de reeds behandelde wonderen, als het achtste kan aangemerkt worden. Wg kunnen er evenmin op roemen als op de 7 andere, maar omdat het de wereld is ingegaan heeft het ver van hier van zich doen spreken dus willen wg het ook in onze serie gedenken. toevallig géén vier katholieke middenstanders bij elkander woonden, dan had len die vier eerste onderteekenaars diverse richtingen aangegeven, 't Is louter toeval 1 Dat er wel elf katholieken mede voor den heer Fortuin geteekend hebben, verbaast Utoch is dit niet zoo ver bazingwekkend, als U bedenkt, dat plm, 2/s deel der Alk maarsche bevolking katholiek is; en juist die elf katholieke winkeliers en middenstanders, voorstellende een liberaal collega, brengen duidelgk aan het licht, dat de politiek in deze hen koud laat. Alleen het «winkelier zgn" van den heer Fortuin, is zonder ander bjjoogmerk voor 'hen de reden geweest tot diens candidaatstelling, zonder advies van wien ookl Door de mededeeling van den 2den secretaris der Alkm. Winkel. Vereen, (die echter alleen m.i, geen bestuur vormt) dat deze vereeniging buiten den candidatuur des heeren Fortuin staat, wordt uw twgfel aan de goede trouw der katholieken nog krachtiger. Als u echter op de hoogte waart met de statuten dier vereeniging, waarin staat, dat elke deelname in de politiek buiten gesloten wordt, dan had Uw twgfel in de katholieke vertrouwbaarheid ten minste stationair gebleven. Ik zie echter niet in M. de R., waarom de katholieke kiesvereeniging zal moeten spreken, waar zg in 't geheel geen aanleiding tot discussie heeft gegeven; zich zal moeten rechtvaardigen, waar zg geen schuld kan hebben of alwéér gebruik zal moeten maken van haar macht, (een leuke uitdrukking hier gebruikt door een tegenpartg maar enfin, waar het te pas komt, blgkt die macht te worden gewaardeerd!) waar zg die reeds gebruikt heeft, door te verklaren, blgkens haar niet uitkomen met eigen candidaat, dat in District I ook door haar met de liberale kiesvereeniging overleg is gepleegd, om de liberale zetels in de gemeenteraad aan de liberale party te laten. Is de heer Fortuin nu liberaal of niet? Ik geloof zelfs dat de heer Fortuin nog liberaler is dan de heer Morra 1 Wat U bedoelt met «niet al te nobel Bpelletje", ik meen M. de Red. dat dit niet aan onze kant is gespeeld; en nu begin ik te mopperen. Is het nobel te wachten tot do laatste avond vóór de verkiezing en dan pas te ver gaderen, dan pas een candidaat te stellen, en alzoo de burgers dood eenvoudig voor het feit te plaatsen, dat, bg gebrek aan een tegen-candidaat, de candidaat der liberale kiesvereeniging, die door de meeste menschen niet eens gekend wordt, zonder stemming gekozen is Is het billijk, geen rekening te houden met de recht vaardige eisch der middenstand, ook hen een zetel in de Gemeenteraad af te staan terwgl geen afbreuk wordt ge daan aan onderlinge Concessies of heeft men daar ook soms beweegredenen voor Is het nobel van U, M. de R., beschuldigingen te ui ten op zulke losse schgogronden als door u aangevoerd b.v. dat de Candidatuur Fortuin beoogt afbreuk te doen (en nog wel door de katholieken) aan de kiesvereeniging «Eensgezindheid", terwgl toch, toen de ljjst voor den heer Fortuin reeds meer dan volteekend was, er niemand nog iets kon weten van de plannen dier kiesvereeniging Men kan toch aan iets onbekends geen afbreuk doen. In waarheid, M. de R,, Uw geheel betoog berust op gissingen, U maakt zich ongerust over dingen, die niet bestaan, U moppert zonder reden en niemand zal U in die liefbebberg storen maar, op phantastische grondslag mede-burgers gaan verdenken van unfaire bedoelingen, dat gaat niet aan, dan maar liever mopperen, daar raken wg aan gewend. Indien U in deze de gemoederen niet had opgewon den, och, hoe vredelievend zou deze kwestie opgelost zgn, te meer, daar ook volgens Uwe meenicg ar toch geen groote beginselen op 't spel staan. We zonden in district I dan alleen maar gestemd moeten hebben of de Liberale vacante zetel door een winkelier,, bekend bjj collega's en verdere stadgenooten, of door een vrgwel onbekende candidaat zou worden ingenomen. Nu echter Het was het schip de Dankbaarheid, een soort van bark, het laatste der 6 zeeschepen, door C. Bagge van 1836 tet 1842 op het Eiland gebouwd. Bg kennisgeving van 19 Mei 1836 hadden burgemeester en wethouders dit terrein beschikbaar gesteld voor eene fabriek of andere inrichting van eenige uitgebreidheid, waarover men op gemakkelgke voorwaarden in onderhandeling kon treden. Bagge, schuitenmaker op het Hondsboscb, werd toen ge bruiker, onder welke voorwaarden is onbekend, daar de resolutiën van den Raad en van B. en W. niets te dezer zake bevatten en ook in de thesauriersrekeningen niets van eene recognitie te vinden is. Hg begon toen met den bouw van een kofschip, Alkmaar geheeten, dat door eenige burgers gekocht werd, den 22 November 1837 van stapel liep en den 22 Mei van het volgende jaar plechtig met een stadsvlag beschonken werd, terwgl andere ingezetenen een tweede kof, de Onderneming, deden bouwen. De laatste zonk in 1842 in de Adriatische zee bg Fiume, de eerste in het volgende jaar in de Oostzee, zoodat onze reedergen niets fortuinlgk waren. Of de constructie der schepen ook schuld aan deze onheilen had is niet te zeggen, maar wat de bekwaamheid van den bouwmeester betreft baart zgn zesde schip twijfel. Reeder was de heer Jacob Kruyt, die, van Westzaan hier gekomen, Beyershof bewoonde en zgn schip de Dankbaarheid doopte de niet gewone vorm wekte bg scheepsbouwers en zeevaarders bedenking, zoodat het al spoedig den bgnaam verkreeg van „het wonder van Alkmaar" en reeds op de eerste reis in Engeland aanzienlgke herstellingen vorderde. De verdere lotgevallen van dit vaartuig zgn ons niet bekend. Of er sedert te Alkmaar nog moer gewrooht is dat, in den zin als de door ons besproken wonderen, daarbg geteld kan worden Misschien wel, maar men is het terecht ontwend iets vreemds als oen wonder te kenmerkeD, en bovendien gedurig in staat zooveel wonderlgks te zien, dat men zich ten slotte over niets meer verwondert. C. W. B.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 5