Anna's huwelijk. No. 85. Honderd en zevende jaargang. Zondag 16 Juli 1905. STRIJD. FEUILLETON. BUITENLAND. BERLIJNSCHE~BRIEVEN. ALK1HAARSCHE COURANT. De mensch is een geboren strijder. Strijdvoeren is uiting van welbewust leven, d. w. z. van willen, streven, een doel najagen om het eenmaal te bereiken. De mensch is een strijder, want hij denkt en oordeelt. Zijn denken doet hem opstaan tegen donkerheid en duistere machten. Zijn zoeken naar oplossing van raad selen en beantwoording van vragen, zijn hongeren en dorsten naar werkelijkheid en waarheid zijn reeds bron nen van volhardenden, nooit geëindigden strijd. Hij wil licht op elk terrein des levens en verzet zich tegen alles en tegen allen die hem belemmeren willen te denken en de vruchten er van te openbaren. De mensch is een strijder, want hij draagt een hart in zich om en dit hart doet hem zien, opmerken, gevoelen, indrukken ontvangen van de buitenwereld. Hij verzet zich tegen alles waartegen dat hart in opstand komt, want het duldt niet de bestendiging van wat indruischt tegen zijn gemoed. Hij is een strijder, want als mensch heeft hij een karakter en dit verbiedt hem te zwijgen, te berusten lijdelijk, af te wachten. Hij moet'getuigen, protesteeren verdedigen, dus den strijd aanbinden tegen velen en velerlei. Als mensch wordt hij gedragen en gedreven door overtuigingen en beginselen, welke hij moet uiten en ingang trachten te doen vinden, voor welke hij opkomt moe dig en fier, voor welke hij als deze belaagd, tegen gewerkt, belasterd worden in de bres springt. Hij heeft zijn toekomstdroomen, zijn idealen en met deze hij één. Spreken, handelen, worstelen zal hij om er harten voor te winnen. In hem of hij is een levend doode weerklinkt het lied «Menschenkmd, voortin het wondere leven, Rust u ter strijd Hoort gij de leus niet alom me geheven: Rust u ten strijd? Wee, wie er weifelend achtergebleven, 't Kampen vermijdt! Rouw kiemt uit rusten en stilstaan is sneven Rust u, rust u ten strijd! Kracht brengt het kampen en sterk maakt het streven, Mensch, wie gij zijt, Op uw banier zij de leuze geschreven Rust? Ja rust na den strijd!" Een mensch die niet kampt met en tegen zichzelven en heel een wereld in het klein welke hij in zich om. draagt, is bezig te sterven en juist dat is het droe vige dit sterven gaat aanvankelijk onmerkbaar en zoo langzaam, 't Is een uitteren. Kampen moet hij tegen menschen die door hun spre ken en zwijgen, door' hun duen en laien, door nun persoonlijkheid moordenden, geest en ziel verwoesten den, invloed oetenen. De wereld voert hem in een kampperk. De wereld van leugen en schijn, van ongerechtigheid en zonde, van kilheid en harteloosheid, van egoïsme en stofvergoding. Zij mag hem niet met rust laten. Als lid der maat schappij moet hij het zwaard aangorden ten bate van den stoffelijken, geestelijken en zedelijken bloei harer leden, wien hij levensvoorwaarden scheppen moet, voor wie hij mee helpen moet uit den weg te ruimen wat ontwikkeling en vooruitgang tegenhoudt. Als staatsburger kiest hij partij, sluit hij zich aan bij een richting op grond van beginselen en idealen en, waar deze worden miskend en aangerand, daar voelt hij het als een onafwijsbaren, heiligen plicht de wapenen op te nemen en zijn slagvaardigheid te toonen. Dat is de heiligste kampde strijd om beginselen. Grootsch, den mensch waardig,is het doel wanneer het om deze gaat, om de zegepraal van overtuigingen in wier innerlijke waarde wij gelooven, van wier over- Naar het Duitsch van IDA R O f - E U, DOOR S) ED. VAN DEN GHEYN. »Een groot licbt, die Leopold Eberhard," klonk het nn en dan dnidelgk oit de kamer naast die der beide dames. je welmerkte Leonore tevredengesteld op. »Die menschen brallen er maar op los!" »Er komen nog meer aanzetten!" riep Leonore, want met zilveren klank klonk het helder en harmonisch door de zonnige winterlucht. Een elegante slede, blinkend.ZWart verlakt, met geel- bruin en wit-gevlekte deken, hield plotseling vóór het woonhuis stil. Leonore kon nauwelijks zeggen of er drie personen inzatenze wist niet eens of het drie heeren waren, of misschien^ in een der dikke pelsjassen een dame zich schuil hield. De drie pelsmutsen waren alle van hetzelfde maaksel. »Natuurlflk zal er een dame bg geweest zgn. Behalve de Webers worden alleen de van Hammers verwacht" rekende gravin Leonore uit. .Je schijnt een echt kinderlgk pleizier te hebben in dit half dozjjn landelgke bruiloftsgasten," merkte Begina op. »Schik heb ik erin Alsof mg de gasten niet zouden interesseeren, die op de bruiloft verschjjnen van Leopold Dertig jaren lang heb ik gewacht op dien dag." »Maar we hebben ons dien vroeger anders voorgesteld. Zoo iets als een grandiose wereldgebeurtenis niet op zoo n nietig schaaltje, met een handjevol landjonkers als getuigen," bracht Regina in het midden, die nu eindeljjk klaar was met haar hoofd. Met een tevreden air beschouwde ze haar kapsel, haar kunstmatige frisuur winning wij een zegen, een nieuwen dageraad ver wachten 't Gaat niet om persoonlijk belang. Geen eerzucht en heerschzucht, geen jjdelheid en zelfzucht, geen lage doeleinden drijven en prikkelen; geestdrift en heerlijk idealisme vuren aan en bezielen, omdat het doelhet welk wordt beoogd, rein is en verhevende bevorde ring van aller belang in heden en toekomst, van kind en nageslacht. Niet om personen gaat het en daarom were elke begin selstrijd den onedelen personenstrijd welke tekort doet aan menschenwaardeering en aan de eerbiediging van ande rer beginselen die dezen heilig zijn. Men kan, ja moet de broederliefde blijven betrachten, want het gaat niet om menschen, maar om ideale goederen. Deze strijd is openbaring van kracht, van geloof en vertrouwen en sterkt innerlijk den strijder die zelf gelouterd worde door het doel van zijn worstelen. Deze kamp verliest zijn schoonheid, zijn edel karakter, waar hij gevoerd wordt met onedele wapenen, met de wapenen van list en oneerlijkheid, van verdachtmaking en lastering, van hoogmoed en eigengerechtigheid. Wie deze wapenen hanteert, toont zijn zwakheid, zijn onge loof en onteert zichzelf! Wie langs dezen weg over wint, hem vernedert de kroon, hem is de winst inder daad verlies en de overwonnene zoo hij eerlijk bleef wordt door zijn nederlaag gekroond. Strijdt den goeden strijd en voert dien zóó dat g' als strijder het beste behoudt: een zuiver karakter, een onergerlijk geweten. Strijders meet uwe krachtenKampt met open vizier. Durft u zelf, durft elkander onder de oogen te komen I Komt op voor uwe beginselen, maar erkent de waarde van die welke d'uwe niet zijn. Wacht den afloop af in het bewustzijn uw plicht te hebben vervuld, wetend naar heilige overtuiging het algemeen belang te hebben behartigd naar de mate uwer krachten. De overwonnene eere den overwinnaar Wie het zijne deed, behoeft zich de nederlaag niet te schamen. Hij kan berusten in het onvermijdelijke, maar hij grijpt een winst uit die nederlaag: nog krachtiger, nog vuriger, met nog méér warmte, toewijdingen geestdrift dan te voren getuigt hij van zijne beginselen. Het geloof in deze doe hem voorwaarts zien en ver- dubbele den arbeid voor hun eindelijke zegepraal. De overwinnaar eere den overwonnene en toone de over winning te kunnen dragen Zij worde niet een oorzaak van overmoed, van hoog moed, van eigengerechtigheid; zij voere niet tot mis bruik van macht, tot het verdrukken en vernederen van den overwonnene. Dezen huidige hij als mede strijder Als de slag is geleverd, komt dan tot elkaar- gij die voor uwe beginselen den strijd aanbondt en zegt tot elkanderons beider doel was éénhet gemeenschap pelijk belangdurft dan eikaars personen ten volle eerbiedigend, aan elkanders beginselen recht doende wedervaren te verklaren als menschen van geweten en van karakter streden wij eerlijk en koninklijk. Wat ons -- overwinnaars zoowel als overwonnenen doe uiteengaan, nogtans beziele immer één streven ons: Saam té werken ten bate van aller belang J. F.T. A. Particuliere Correspondentie). Berlijn, 13 Juli 1905. Berlijn op reis. Bgna een ieder die in de laatste tgden met mg in aanraking komt, is een-en-al verbazing. »Wat, meneer, U niet op reis?" Deze vraag gaat bg den één gepaard met een blik vol medeljjden, een ander ziet mg vol min achting aan, op het gezicht van een derde staat het en haar geblanket gezicht met de rose-getinte wangen. »Och, al die geur en zwier laten mg koud. Ik houd het met den koster, die bg het Nachtmaal een rood vest droeg en verontschuldigend zei, in goede beteekenis als het hart maar zwart is. In dit geval zouden we met een variant kunnen zeggen als het bart maar warm is. En dan komt Anna me als iets aparts voor, ze dweept met Leopold, zooals hg met haar. Eu met welk een smaak geven ze dat enkel te r a d e n Ik kan in geest drift geraken over den tact van beiden. Je kunt zoo zien, dat het een huwelgk is uit liefde. Men gevoelt zich volstrekt niet door het verschil van leeftgd gekwetst Alles is breed opgevat door Leopold. En daarin past zn' bg hem volkomen." v Regina haalde de schouders op. Ze wist het immers dat hare zuster ook met het zevende tiental harer levens- jaren de gewoonte van voorbarig enthousiasme niet zou afleggen. Maar op dit oogenblik had Regina geen tijd alles tegen te spreken, want ze had het te druk met haar toilet, en de sluiting van haar japon wilde maar niet gelukken. Help me toch eens!" riep ze ten laatste, zenuwachtig geprikkeld, »zoó zal ik zeker te laat komen »De japon is natuurlgk te nauw," zei Leonore. >Ik heb je toch al honderdmaal gezegd dat men op znn zestigste en zooveel jaar geen taille meer hoeft te hebben." »Als de natuur me die dan toch gelaten heeft 1" >Dan moet men ze maskeeren. Zoo en en Meer dan noodig spande Leonore zich in, om het' ifif der robe dicht te maken. Ten laatste was Regina dan ook met haar toilet gereed. In haar jeugd, zoo heette het, geleken de twee gravinnen Eberhard sprekend op elkander; men zou zich in haar personen hebben vergist, zoo niet Regina door een stijve Leonore daarentegen door luchtige vroo- lgkheid zich had onderscheiden. Van deze gelgkheid was nu alleen nog maar in het profiel, door een zaeht ge bogen lgn van den edelen Eberhardschen neus, iets te bespeuren. Overigens had het leven op de trekken der ongeloof geschreven, een vierde kan zich niet begrgpen dat ik heelemaal niet »Erholungs bedürftig" ben. Heel Berljjn is of gaat des zomers op reis en van af Mei wordt men hier overal begroet, niet met.een praatje over het weer doch met een »Sehon Sommerpldne De belangstelling geldt niet uwe reisplannen, doch is slechts een aanloopje om zelf mede te kunnen deelen waar men denkt heen te gaan. Iedereen reist hier zelfs mijn barbier en werkvrouw incluis. Bjjna allen kennen een brokje van den Harz, van Thüringen, van de Oostsee- kustbijna niemand kent de onmiddellijke omgeving van Berljjn, de Mark Brandenburg met hare mooie meren, heerljjke bosschen en heuvelen, 't Is onbegrjjpeljjk dat de groote massa der menschheid Blaaf der mode ison begrjjpeljjk en belachelijk tevens. Ziet maar eens den uittocht van menige familie naar het station. De droschke ljjkt wel een verhuiswagen want aangezien men »in der Frische" van wege de goedkoopte eigen huishouding voert, moet van-alles-en- nog-wat medegenomen worden. Te midden van tallooze pakken eu pakjes zit moeder te blazen en te puilen, in groote bezorgdheid dat - een der leden van haar kroost door eene onverwachte tuimeling op het asphalt terecht zal komen. Nog voordat het station van vertrek bereikt is, zjjn de zandemmertjes of bergstokjes artikelen die open-en-bloot worden medegenomenopdat de onbe kende »men" toch vooral zien kan.', waarheen de pleizierreis gaat reeds gedeukt of krom. Het is voor den Berljjnschen vader, die gewoonljjk in de hoofdstad achterbljjft, dan ook een morgen vol zorgen voordat zjjne familie in den trein heeft plaatsgenomen. Men gaat hier in drie gedeelten op reis. Het grootste eon derde deel in het begin van Juli. Dan beginnen de schoolvacanties en gaan de families op reis althans de moeders met kroost waarvan kinderen op school gaan. Half Juli volgen de juristen, de rechterljjke ambtenaren, advocated, deurwaarders met verderen aanhang, in één woord allen, die door vrouw Justitia gevoed worden. Zjj kannen tot half September wegblijven. Begin Augustus, als de »Schulferien" zoowat ten einde loopen, vangen de »Universi(atsferien" aan. Dan pakken de professoren hunne koffers en de studenten hunne valiezen en gaan verder ook zjj op reisdie ge wacht hebben tot de kinderen weder binnen zgn. Dan zgn da hotels niet zoo overvol en heeft men minder last van vechtende, schreeuwende of huilende kinderen, die zich, vooral bg ongunstig weer, duchtig vervelen. Berljjn heeft in de afgeloopen week de eerste portie aan de zee of de bergen afgeleverd. Meer dan 300.000 personen wendden Spres-Athane voor oeuigeu tjjd den rug toe. Alleen deze reizigers vormen reeds 15<>/0 van de Berljjnsche bevolking. Het aantal extra-treinen dat de stations verliet, was bjjna niet te tellen. Desniettegen staande haperde aan den gewonen treinenloop, zoowel voor het »Fern-" als het »Vorortverkehr niets, en gin gen alle treinen op tjjd afdie naar de Oostzee, in de richting van Stettin om de 10 minuten, zoodat op het traject Berljjn—Bernau de extra- en gewone treinen elkander met tusschenruimten van 4 minuten onophou- delgk volgden. Alleen van het Stettiner-Bahnhof vertrok ken in den tjjd van 3 dagen 80.000 pleizierreizigers. Buitengewoon amusant is het den uittocht van de berg- bestijgers bg te wonen. Vanaf het Anhalter- en het Postdamer-Bahnhof worden de extra-treinen naar Mün- chen en Basel gedirigeerd. Voor families met eene groote schaar kleinere kinderen zgn deze reizen wat ver eu duur. De deelnemers zgn dan ook hoofdzakelijk leerlingen nit de hoogere schoolklassen met hunne families, alsmede Berlijners die van de goedkoope reisgelegenheid willen profiteeren. beide dames zeer veel invloed uitgeoefend. Men wane niet door een achtereenvolgende reeks heftige slagen van het noodlot want Regina had niets ondervonden doch voornameljjk was het toe te schrgven aan de lang zame en geleideljjke ontwikkeling van haar innerlijken gemoedstoestand. Het zusterpaar daalde tezamen de trappen af. In de smalle gang was het kil, de wit gepleisterde muren schenen een gzige lucht af te geven. Maar gravin Leonore bespeurde er niets van. Ze was nu geheel ver vuld van de gedachte aan het gewichtig oogenblik dat op handen was Ontroering maakte zich van haar meester. Ook een weinig angst. Ze zou het voor Regina nooit hebben willen weten, maar in den diepsten grond van haar hart was ze het met het hnweljjk, dat haar broer aanging, ook niet eens. Ze had eenig vermoeden van een geschiedenis, een of ander avon tuurlijke, misschien ook grillige drijfveer, waardoor de jeagdige Anna tot een dergeljjke verbintenis kon beslniten. En dat streed tegen haar gevoel. Zg had haren broeder lief op eenzgdige dweepachtige manier. Mocht hg al een huwelgk aangaan, dan moest zgn uitverkorene hem nemen om zgn persoon alleen. Doch met haar gedachten sprong zjj ook al geheel willekeurig van den hak op den tak. Terwjjl ze meende bg Anna een geheim te moeten zoeken, en niet aan Annas onvoorwaardeljjke liefde voor den achtenvjjftig- jarige gelooven kon, dacht ze terstond daarop met zus- terljjken trots, dat ieder vrouweljjk wezen, ook het schoonste en jongste, op Leopold verliefd moest worden. Haar hart klopte hevig, alsof ze bg de op til zgnde gebeurtenissen niet enkel toeschouwster diende te zijn, maar ook handelend moest optreden. Door het hoofd van Regina woelden invallende ge dachten, vrees en beschonwingen van allerlei aard in bonte schakeering dooreen. Als Leonore zich maar niet liet meesleepen, om te zeer aangedaan of al te vrooljjk te worden. Alle twee was te vreezen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 5