Zitting van den Gemeenteraad
in de Oude Kerkstraat te Den Helder, even voor dat
haar man juffrouw Neels mishandeld had, deze toege
voegd had de woorden »Moordenares van je kinderen",
en nog meer beleedigende uitdrukkingen, die wjj maar
liever voor onze lezers zullen verzwjjgen.
Beklaagde erkende de woorden gebezigd te hebben, en
zeide dat zjj haar redenen had om deze woorden aan
juffrouw Neels toe te voegen.
Beklaagde die erg zenuwachtig was,'deelde aan do Recht
bank mede, dat zjj nu te IJmuiden gaan wonen, hetgeen
de O. v. J. verstandig noemde. Z.E.A. eischte voor
deze beleediging f 7 boete, te vervangen door 7 dagen
hechtenis.
Beleediging.
Niet verschenen was A. de G., een arbeider te Cas
tricum. Beklaagde had op 11 juni tegen den land
bouwer Nicolaas Kehl gezegd >Hoe zit dat nu, heb je
't land gekregen, gestolen of gekocht, heb je je ouden
vader ook onder curateele laten stellen, je bent een lage
kerel". Zich hierdoor beleedigd gevoelende, stelde Kehl
den Burgemeester hiermede in kennis en vandaar eene
vervolging wegens beleediging. Kehl wordt gedurig door
beklaagde lastig gevallen, die ook bjj de politie als
lastig bekend is.
Aangezien beklaagde herhaaldeljjk is veroordeeld, eischte
de O. v. J, ter zake dezer beleediging f 14 boete, subsi
diair 10 dagen hechtenis.
Beleediging.
„Zoo, leeljjke hufter, ben jjj daar, je hebt niets met
mij noodig, het is omdat je gladde knoopen draagt, anders
sloeg ik je te pletter
Deze beleedigende woorden moest de agent van politie
te Alkmaar, Jan Overeem, hooren, toen hjj Donderdag
nacht, 15 Juni, surveilleerde en in 't plantsoen bjj de
Wildemansstraat, een zekeren P. S., timmerman te Mar-
ken-Binnen, wakker maakte, omdat deze daar lag te slapen.
Beklaagde zegtdat de agent hem wakker schopte
hetgeen Overeem beweert niet gedaan te hebben. Ook
gedurende zjjn overbrenging naar het bureau van politie
ging beklaagde voort zich beleedigend uit te laten tegen
den agent.
Tegen beklaagde, die reeds tweemaal voor landlooperjj
veroordeeld iswerd voor de geuite beleediging f 10
boete, subsidiair 10 dagen hechtenis geëischt.
Mishandeling.
Daarna stond terecht J. K., volgens zijn opgave 20
jaar, koopman te Alkmaar. Beklaagde kwam Zondag
avond, 4 Juni, in het café van den heer de Wit, op het
Scharloo, ging aan de ronde tafel zitten en bestelde
daar iets. Ofschoon de toegang tot het café hem verboden
was en hjj wist, dat men hem niet meer wilde tapper,
wilde hjj van den bediende, Jan Sieriks, toch bier hebben,
waaraan deze niet voldeed. Hierover boos wordende,
stootte hjj met zjjn hoofd tegen Sieriks' gezicht, waar
door deze uit zjjn mond bloedde.
Beklaagde wilde 't ter terrechtzitting doen voorkomen,
of het bjj ongeluk wa» geschied.
De O. v. J. meentdat beklaagde wel degeljjk die
stooten met opzet aan Sieriks heeft toegebracht, tot twee
maal toe. Hjj mishandelde hem, omdat hjj zich op den
bediende wilde wreken, daar deze hem niet tappen wilde.
Het ware beter geweest, als beklaagde niet meer in de
herberg was gekomen. Met het oog op het feit, dat
K. als ongunstig bekend staat, eischte Z.E.A. voor deze
mishandeling f 8 boete, subsidiair 8 dagen hechtenis.
Mishandeling.
Tegen S. K., een 27-jarigen visscher te Schermerhorn,
eischte de O. v. J, f 3 boete, subsidiair 2 dagen hech
tenis, omdat hjj op 18 Juni te Schermerhorn Dirk Mod
der had geslagen. De reden van deze mishandeling was,
dat Modder, die op zijn fiets kwam aanrjjden, bij ongeluk
tegen een kind, dat uit een steeg vandaan kwam, was
aangeredentengevolge waarvan hjj viel. Modder ver
klaarde heden, dat hjj het kind niet kon zien, omdat het
onverwachts uit de steeg kwam aanloopen. Beklaagde
ziende, dat Modder tegen het kind aanreed, werd driftig,
pakte Modder aan en gaf hem een paar slagen op het
hoofd, zeggende: „Kan je niet uitkjjken." En daarmee
hadden de rechters zich heden bezig te houden.
Een oude be,kende.
Niet verschenen was J, D., visscherBknecht te Boven-
karspel. Beklaagde, die 's morgens wel op de publieke
tribune tegenwoordig was, was heengegaan (zjjn zaak
werd na de pauze behandeld) en was door de politie
wegens dronkenschap opgepakt, zoodat zijn zaak bjj ver
stek behandeld werd. D. had denlaatsten, Zondag 8 Juni,
van de Enkhuizer Kermis, den 73-jarigen Ravel van
Beveren, een koopman uit Amsterdam, die de kermissen
bezoekt met zjjn wagen met noten, amandelen en andere
fruitsoorten, mishandeld door hem op den grond te wer
pen waardoor de oude man nog al bloedde. De oorzaak
van deze laffe daad was, dat van Beveren om het geld
vroeg, voor stukjes oocosnoot, die D. van hem gekocht
had, doch niet wilde betalen.
Daar beklaagde reeds vele veroordeelingen heelt onder
gaan, eischte de O. v. J. voor het gepleegde feit 2 weken
gevangenisstraf.
Mishandeling.
Daarna had zich te verantwoorden J. de B., schippers
knecht te Edam, omdat hjj Dirk Makkes, een visscher
te Medemblik, op 12 Juni in de Nieuwstraat te Medem-
blik had mishandeld door hem in het aangezicht te slaan
en te krabben, zoodat Makkes bloedde.
Als reden van zjjn daad gaf beklaagde op, dat Makkes
hem gesard had, terwjjl hij tevens openhartig bekende
dat bjj hem gezocht had, omdat hjj een wrok op hem
wilde koelen. Hjj erkende M. geslagen te hebben.
Voor deze mishandeling eischte de O. v. J. f 6 boete,
subsidiair 6 dagen hechtenis.
Een vechtlustige.
Als laatste beklaagde stond te recht B. K,, arbeider
van beroep en wonende te Nibbixwoud. Aan beklaagde
is bjj dagvaarding ten laste gelegd, dat hjj op 21 Juni
Jocbem van Wieringen, koopman te Hoorn, toen deze
op de kermis te Nibbixwoud was, in zjjn pink heeft
gebeten. De zaak had zich als volgt toegedragen. K., die
zich in het café van V an Diepen te Nibbixwond bevond
was dien dag erg vechtlustig. In dat café waren de ge
broeders van Wieringen, en beklaagde had tegen de
fiotB van Jochem van Wieringen, die buiten stond,
getrapt, zoodat er 3 spaken van stuk waren. Hendrik van
W. zeide: „Wat moet jjj aan mjju broer z'n fiets doen V
waarop beklaagde op Jochem afkwam, hem beet pakte
zjjn hand greep en hem in zjjn pink beet.
De O. v. J. aohtte het wettig en overtuigend bewjj.
geleverd, beklaagde is gewaarschuwd om niet te vechten,
doch hjj stoorde zioh hier niet aan. Het lag wel degeljjk
in zjjne bedoeling om met de gebroeders van Wieringen
te worstelen.
Met het oog op het feit dat hjj zeer slecht aange
schreven staat, en reeds 4 maal is veroordeeld, eischte
de O. v. J. tegen hem 4 weken gevangenisstraf.
In alle zaken over 8 dagen uitspraak,
TAS ALKMAAR,
op Woensdag 19 Juli 1906,
's namiddags te 1 uur.
Voorzitter de heer J. de Wit Dz., lo. Burgemeester.
Secretaris: de heer C. D. Donath.
Tegenwoordig 11 leden. Afwezig met kennisgeving de
heeren Wicherink, Bosman, Moens, de Lange en
Glinderman.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen en
goedgekeurd.
1. Mededeellngen en Ingekomen stukken.
Ingekomen zjjn
a. Bericht van de dames HoekLoosjes en Vonk—
Blom, dat zjj do benoeming tot lid der commissie van
bjjstand voor het handwerk-onderwjjs aannemen en van
mevrouw Conjjnvan der Drift, dat zjj de benoeming
niet aanvaardt.
Voor kennisgeving aangenomeD.
b. Een schrjjven van den heer Commissaris der
Koningin, houdende bericht, dat aan den Burgemeester,
den heer G. Ripping, verlof is verleend, om zich tot 1
Aug. a.s. buiten de gemeente op te houden.
Als voren.
c. Proces-verbaal van de op 29 Juni ten kantore van
den gemeente-ontvanger gehouden kasverificatie. Aan
kas was f 14890.20®.
di Een circulaire van het Bestuur der vereeniging
van IJselsteen-fabrikantenhoudende verzoek om bjj de
vaststelling der Bouw- en Woningverordening rekening
te willen houden met het gebruik van IJselsteen.
De Voorzitter stelt voor om dit adres voor ken
nisgeving aan te nemen.
Da heer Kraakman geeft in overweging het ver
zoek in handen te stellen van de commissie van bjjstand,
niet om daarover thans rapport uit te brengen, doch om
mogeljjk later daarvan nota te nemen.
De heer i t e n b o s c h zegt, dat het adres bedoelt,
dat de raad rekening zal honden met den uitgesproken
wensch bjj het vaststellen dor Bouw- en Woningverorde-
ning. Daar deze voor onze gemeente reeds is vastge
steld, is er geen reden om er nu nog op in te gaan.
De heer Kraakman west dat wel, maar de veror
dening is toch voor wjjziging vatbaar, en hg acht het
mogeljjk, dat men bjj die wjjziging van dezen wensch
gebruik kan maken.
De heer De Groot wjjst er op, dat zjjns inziens
terecht ook het adres der Rjjnsteen fabrikanten in een
vorige vergadering voor kennisgeving aangenomen, daar
de maat dezer steenen niet overeenkomt met de dikte
der muren, in de verordening aangegeven. De IJsel-
steenen komon met de Rjjnsteenen vrjjwel in maat over
een bovendien worden beide soorten hier niet veel
gebruikt.
De Voorzittor op dit laatste nog eens de nadruk
leggende, zegt dat B. en W. ook op dien grond gemeend
hebben te moeten adviseeren om het verzoek eenvoudig
voor kennisgeving aan te nemen, doch wil de heer Kraak
man hot in handen stellen der commissie, dan is hjj
daar volstrekt niet tegen.
De heer Kraakman thans wetende dat er althans
door twee leden der commissie kennis genomen is van
't adres, en gehoord hebbende, dat beide heeren er geen
prjjs op stellen, dat het in handen der commissie wordt
gesteld, hoeft geen bezwaar meer, dat het voor kennis
geving wordt aangenomen.
Aldus wordt besloten.
e. Een adres van Mej. de Wed. 8. P. Kaptejjn, geb.
Roskam, om wjjziging te willen brengen in het voor haar
vastgestelde stratenplan. Gesteld in banden van B. en W.
om berioht en raad.
f. Adres van de Alkmaarsche Timmerlieden-vereeniging
Verbetering door Eendracht" en zes andere vereenigin-
gen, houdende verzoek om rekening te willen houden met
hunne billjjke eischen. Dit adres, dat in zjjn geheel wordt
voorgelezen is een critiek op het advies door den ge
meente-architect uitgebracht aan B. en W. op het verzoek
der timmerlieden.
De Voorzitter stelt voor ook dit adres te stellen
in handen van B. en W. om bericht en raad.
De heer Kraakman vraagt of het niet wenscheljjk
is, dat B. en W. ook de commissie van bjjstand voor
publieke werken hooren.
Den V oorzitter komt het voor, dat B. en W. zeer
zeker van het advies de commissie gebruik zullen maken
indien dat door hen noodig wordt geacht.
De heer U itenbosch wjjst er op, dat het eerst
op voorstel van den heer Kraakman is gesteld in handen
van B. en W. ter afdoening. De heer Kraakman zal toen
misschien hebben verondersteld, dat B. en W. de com
missie van bjjstand zouden hebben gehoord. Dit adres nu,
is ingediend naar aanleiding van het antwoord, dat B. en
W. aan adressanten hebben gegeven op advies van den
heer Looman. Dat antwoord is niet naar den zin van
adressanten, en nu meent spr., dat er in dat advies van
den architect wel een en ander is, dat aan critiek kan
worden onderworpen en daarom is het zeker wenscheljjk
dat de commissie van bjjstand gehoord wordt.
De Voorzitter meent, dat aan den wenBch vol
daan wordt door de toezegging, die hjj daar straks deed.
De heer Kraakman is daar echter nog niet geheel
meo tevreden, de commissie is deskundig, zjj is er om
den raad voor te lichten, de raad zal dan zeker gaarne
haar advies hooren. Daar is ook niets tegen en als de
commissie van advies buitengesloten zou worden, zou dat
niet goed zjjn; de raad moet in deze bepaald worden
ingelicht, en waarom geven B. en W. dan niet de toe
zegging, dat de commissie bepaald gehoord zal worden
De Voorzitter geeft de verzekering, dat het
geenszins de bedoeling is de commissie uit te sluiten,
doch B. en W. willen zich voorbehouden het recht om
het advies der oommissie in te winnen, als hun dit
noodig voorkomt, en man kan toch wel in deze vertrou
wen stellen in B. en W.
De heer Kraakman verklaart vertrouwen te stel-
len in B, en W., maar als de raad eens niet advies
kreeg van de commissie, dan zou zeker een voorstel om
de commissie te hooren worden gedaan. Hjj zal thans
afwachten, of dat na het rapport van B. en W. noodig
zal bljjken. Waar het grieven geldt tegen een gemeente
ambtenaar daar dient de raad alle mogeljjke inlichtingen
en adviezen te hebben:
Daarna wordt overeenkomstig het voorstel van den
voorzitter besloten en het adres dus in handen gesteld
van B. en W., die zoo noodig de commissie van bjjstand
zullen hooren.
g. Adres van het Bestuur der Vereeniging ter bevorde
ring van Christeljjk schoolonderwijs houdende verzoek
om het een strookje grond aan het Doelenveld in eigen
dom af te staan.
Gesteld in handen van B. en W. om bericht en raad.
h. Een schrjjven van Ged. Staten ten geleide van het
goedgekeurde raadsbesluit in zake het treffen van een
dading met den heer C. Duinker Az.
Voor kennisgeving aangenomen.
Idem van Ged. Staten, ten geleide van de koninkljjk
goedgekeurde raadsbesluiten dd. 15 Juni en 12 Oct.
1904 en 17 Mei 1905, tot vaststelling van een veror
dening regelende het treffen van reohten voor diensten
door de gemeente-reiniging bewezen.
Alsvoren.
Idem van Ged. Staten, ten geleide van het goedge
keurde raadsbesluit dd. 21 Juni, betreffende het aangaan
van een tjjdeljjke geldleening.
Alsvoren.
k. Adres van mevr. de wed. Kenens, houdende het verzoek
haar een jaarljjksche toelage toe te staan.
Gesteld in handen van B. en W. om bericht en raad.
Op een vraag van den heer Kraakman of de
financieele commissie niet gehoord moet worden, wordt
door den voorzitter geantwoord, dat dat bjj dergeljjke
aanvragen nooit het geval is.
I. Een adres van de afd. Alkmaar van den Typografen
bond houdende het verzoek het drukwerk der gemeente
niet weder te doen aannemen door oen buiten de gemeente
wonenden drukker, doch door iemand in de gemeente,
die een behoorljjk loon uitbetaalt.
Op dit adres zal later worden teruggekomen, als het
drukwerk opnieuw moet worden aanbesteed.
m. Een adres van eenige gemeente-werklieden houdende
het verzoek de behandeling van de verordening tot
regeling der rechtspositie van de werklieden der gemeente
uit te stellen.
De Voorzitter zegt, dat nu er een organisatie is
opgericht, B. en W. gaarne die organisatie in de ge
legenheid wil stellen hare opmerkingën te maken, zoodat
B. en W. voorstellen punt 11 der agenda aan te houden.
3. Onderzeek der geloofsbrieven van de
nieuw gekozen leden van den Raad.
Als leden der commissie van onderzoek worden door
den voorzitter aangewezen de heeren Cohen Stuart,
rapporteur en de heeren Wanna en Uitenbosch.
De vergadering wordt een wjjle geschorst.
Als de vergadering hersteld is, deelt de heer Cohen
Stuart mede, dat het onderzoek tot geen bedenking
heeft aanleiding gegeven, waarom de commissie adviseert
tot toelating van de gekozenen, de heeren H. J. Vonk,
G. T. M. van den Bosch, J. de Wit Dz., J. de Lange
G.Jz,, Mr. A. Dorbeck en A. Fortuin.
Aldus wordt besloten.
3. Benoeming van een commissie voor het
nazien der gemeente-rekening over 19(14.
Bij de eerste stemming worden als zoodanig benoemd
de heeren de Lange, Glinderman en Cohen Stuart, bjj
de tweede stemming de heeren Wanna en van den Bosch.
De heer de Lange wordt aangewezen als voorzitter.
4. Benoeming van een leeraar aan de
Burgeravondschool.
Ter vervulling der vacature van leeraar in de Ned.
Taal aan de Burgeravondschool bieden B. en W. de
volgende aanbevelingsljjst aan
1. A. List, onderw. aan de 5e Gemeenteschool.
2. J. Ott, 2e
3. J. R. v Arnhem le
Benoemd de heer A. List met 10 stemmen. De heeren
Ott en van Arnhem bekwamen ieder 1 stem.
5. Benoemingen voor het Herhallngsonderwijs.
B. en W. stellen voor, voor den cursus 1905/1906 te
benoemen
1. tot onderwjjzer, belast met de leiding van het
herhalingsonderwjjs voor jongens, de heer J. J. T.
Kooy, onderwijzer aan de Eerste Gemeenteschool
2. tot onderwjjzeres, belast met de leiding van het
herhalingsonderwjjs voor meisjes, Mej. J. Kjjhtra, onder-
wjjzeres aan de Meisjesschool. Conform besloten.
6. Terordening tot wering en beteugeling
van besmettelijke kinderziekten.
Gevolg gevende aan de uitnoodiging tot B. en W. ge
richt bjj besluit van 16 Maart 1904 is door hun college
in overleg met de Gezondheidscommissie een ontwerp
verordening opgemaakt, tot welker vaststelling zjj den
raad voorstellen thans over te gaan.
De verordening strekt om van de lagere scholen, be
waarscholen en kinderbewaarplaatsen tjjdeljjk te weren
kinderen, ljjdende aan kink- of sljjmhoest, hoofdzeer of
andere huiduitslag, tenzjj eene geneeskundige verklaring
wordt overgelegd, dat hunne aanwezigheid geen gevaar
voor besmetting oplevert.
Door den heer Cohen Stuart is een amendement
ingediend op art. 2, strekkende om het goed afsluitend
hoofdverband te eischen bij kinderen, ljjdend aan besmet-
teljjk hoofdzeer, terwjjl in de ontwerp-verordening sprake
van zoodanig verband bjj niet-besmettcljjk hoofdzeer.
Ter toelichting zegt hjj, dat dat strjjdt met het voorstel
der Gezondheidscommissie. De andere wjjziging betreft
meer de redactie van dit artikel. Onder de bepaling door
B. en W. opgenomen zouden kinderen kannen vallen,
die van de school anders toch niet behoeven weg te