Indische Penkrassen.
Anna's huwelijk.
ALKMAARSCHE COURANT
FEUILLETON.
BU1TËNLAN D.
De Brusselsclie feesten.
No. 89. Honderd en Zevende Jaargang. 1905.
Woensdag SO Jail lOOS.
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.)
CX.V.
Als de tram bjj Passar Ngasem stoptzien wjj
»den Heer" en »Mevronw" Meyer, een Indo-Enropeesch
echtpaar, op den grond zitten, temidden van een troep
havelooze Inlandsche mannen en vrouwen. Dit edele span
leidt het kodok oeloh, een Javaansche »roulette" en
maakt 5 i f 6 per dag winst van de armo centjes
der domme bevolking. Een groot deel van de »ver-
dienste" wordt door »mjjnheer" en >mevrouw" weder
verschoven en daar alle dobbelspel, zelfs binnenshuis, ten
strengste verboden is, wjjst de brutaliteit om zoo'n speel
bank aan den openbaren weg te durven organiseeren, op
een meer dan gebrekkig politietoezicht.
De conducteur Baier vertelt ons, dat er hier nooit
iemand komt kijken en dat ook nog 'n Amboinees,
Péléh genaamd, er zoo'n speelbankje op nahoudt. Ook
die meneer brengt zjjn centjes grootendeels naar? de
opiumkit, waar zoo menige bruine broeder ten verderve
gaat-
Eindeijjk houdt de tram bg Banjoedono (gegeven
water) op en zijn we waar we wezen moeten.
Het is op deze stopplaats zeer druk. Tal van Solosche
edelknapen, te paard of per fiets, rijden af en aan en ik
ontmoet al dadelijk vele oude kennissen en vrienden. Ook
nu weer frappeert het mg, dat de jongelui hier op S o 1 o
zoo'n typisch Europeesch air over zich bobben. De meesten
dragen de Duitsche marinepet, door de Duitsche firma
Pröttel geïmporteerd en dat half-militaire hoofddeksel
kleedt hen uitmuntend.
Na eene korte begroeting stappen Prins P i n i 1 i h
en ik in een hofrjjtuig en rjjden we naar P e n g i n g,
waar ik dan nu zit.
Zjjne Hoogheid en de Prinsen Blapen nog, als we op
het feestterrein aankomen, doch een s o e r o e a n (bood
schapper) van den Soesoehoenan brengt ons naar
een vorstelijk gemeubileerd Paviljoengelegen aan de
Oemboel Pangabéhan, de gemetselde badplaats
van Zjjne Hoogheid en de Prinsen, (Oemboel betee-
kent bron en het water in de badplaats welt dan ook
uit den grond op en stroomt behoorlijk weg). Pinilih
is even een paar kennissen gaan opzoeken en ik schrjjf
nu gauw mjjne indrukken op, alvorens ze alweer door andere
zullen zjjn verdrongen.
Ik ben begonnen met een lekker bad in het zuivere
bronwater. Heel anders dan het gewone s i r a m m e n
in een mandiekamer!
Toen kwam de soeroean met vier in lange, roode
mantels gekleede Kraton-bedienden aanstappen. Ze droegen
ieder wat, en brachten Ghineesche thee, gebak, sigaren
en lucifers.
Na als een Pacha bediend te zjjn, en wel zóó statig
en deftig, dat mjjn jongen O e s s oef moeite had, om
niet in lachen uit te barsten, gingen de zwjjgende Rad
hens met eene sierljjke buiging weer heen.
Oessoef keek me eens aan en ik moest hem toen
uitleggen, dat ik nu de gast van den Keizer zelf was
en dat hjj dus z'n fatsoen had te houden. Mjjn fiere Su-
matraan begreep het opperbest en beloofde beterschap.
In een schoon wit pak ging ik nu, op de hielen ge
volgd door den nu ook deftig kjjkenden Oessoef, eens
een wandeling maken in het feestbivak.
Er was ontzettend veel desavolk uit den omtrek om
te nontonnen (kjjken) en overal waren tentjes en
vlaggen en ook eerepcorten voor den Soesoehoenan
opgericht.
Het lustverbljjf van den Vorst, de Pasangrahan
N g e k s i p a r n a, is een groot wit steenen huis met
een zeer ruim erf, van den weg gescheiden door een
iraai ijzeren hek. Twee ljjfwaohtdragonders met getrokken
Naar het Duitsch van IDA. B O - U,
DOOK
7) ED. VAN DEN GHEYN.
Toen Leopold nog jong was, koos Leonore steeds onder d
dochteren van den hoogen adel de schoonste en rjjkste
voor hem, en hnweljjkte hem dan uit in hare phantasie.
Legde bjj somwijlen een ernstige belangstelling voor deze
of gene jonge dame aan den dag, dan zette ze er terstond
zooveel jacht achter, dat óf haar broeder óf de schoone
'er den brui van begon te geven.
Ze was ook partjjgenoote van haar broeder en met hem
»vrjj-conservatief" in merg en been. Als eene vrouw
zich bemoeit met politiek, dan doet ze dit ook met
hartstocht. Leonore putte uit de lectuur van opgewonden
zittingen van den Rgksdag een genot, alsof ze een
boeiend tooneelstnk had bijgewoond. Ze was ook in
financieels aangelegenheden medevennoot van haren
broeder in het beheer. Terwjjl Regina haar mooi fortuin
had belegd in Pruisische Consols en het van lieverlede
uit het grondbezit van den broeder had te voorschjjn
gehaald, wees Leonore het aanbod van uitbetaling beslist
van de hand. Ze genoot ieder financieel gunstiar resultaat
met innige voldoening.
En dezen vurig bewonderden broeder, wiens aanzien
zjj zoo warm-belangstellend deelde, zag ze nu weg
schenken aan een meisje van wier bestaan ze allen, een
drie maanden nauweljjks geleden, geen vermoeden had
den hoegenaamd.
De dochter van een tameljjk welgezeten landedelman,
een jong ding van twintig jaar, was ten slotte de persoon
geworden, die deze zoozeer geambiëerde positie ging
innemen. Zjj zou gravin Eberhard zjjn.
Leonore gevoelde zioh door ontroering overmeesterd.
sabel loopen voor de trappen van het] Paleisje op en
neer. Bjj het hek is een wacht van Pradjoerits in
de oude Indische uniform. De manschappen hebben geen
geweren bjj zich, doch dragen het kapmes.
Er zijn acht man dragonders met een korporaal en
wachtmeester mee gegaan van Solo en bovendien 200
man P r a d j o e r i t's met een Kolonel, twee Majoors
vier Kapiteins en acht Luitenants.
Deze bjjzonderheden vernemen we van Pinilih, dien
ik zoo juist tegenkwam.
't Is thans vier uur en mijn jeugdige gids vertelt, dat
vóór half zes het eigenlijke Hof niet ontwaakt.
's Nachts blijft men zeer laat op en over dag wordt
de schade ingehaald, dus zoo eenigszins op de manier
van de heeren studenten, bjj groote feesten.
De Prinsen logeeren in gewone inlandsche huizen en
moeten zich hier behelpen, vooral de jongeren genieten
weinig comfort en, om de waarheid te zeggen, vind ik
't eigenlijk wel wat geneerend, om nu zelf zoo extra-fijn
onder dak te zjjn gebracht, terwijl b.v. de zonen van
den Vorst in die eenvoudige huisjes moeten wonen.
Pinilih vertelt me, dat het Paviljoen, mjj aange
wezen, feiteljjk de kleedkamer van den Keizer is, dat
Zjjne Hoogheid er vóór en n& het bad verblijf houdt en
dat bet prachtige ledikant met kanten muskietennet
(klam boe) voor de massage van PakoeBoewono
bestemd is.
Door mij dus dat Paviljoen af te staan, moet Zijne
Hoogheid zich eenige gemakken ontzeggen 1 Ik vind bet
heusoh maar halt leuk en zou veel liever ook in zoo'n
Javaansch huisje gekropen zjjn
Ik vraag Pinilih of de Javaansche hofadel inwendig
er niet over gebelgd zal zjjn, dat ik, eenvoudig verslag
gever, op zoo'n bijzondere wjj ze begunstigd word.
«Ben je gek," antwoordt Pinilih lachend. »A
wat de Keizer doet, vinden wij nitste
kend, hoor! Zjjne Hoogheid is onfeilbaar
en hoe meer gunsten de Keizer je bewjjst
hoe meer lui zich om je zullen verdrin
gen en je vriendsohap zullen afbedelen
Trek je er dus niets van aan, profiteer
van bet moment, want zelfs de meest
trotsche Javaansche Prins zal gaarne
beleefd zjjn tegen een gunsteling vanden
K e i z e r."
>Ik zal dus maar net doen of 't zoo
hoort?" vroeg ik.
-Aecoord van Putten!" is 't vrooljjk lachend
echt-Hollandsche antwoord. »Solo moet Jog ja
ov erbluffen, snap je 't nu?"
En toen, toen was ik er achter I
Nu, als de Soesoehoenan graag in de courant
komt, dan zal ik Zjjne Hoogheid helpen en ik wil dan
al dadelijk wel vertellen, dat ik heel wat meer jovia
liteit en harteljjkheid ondervond aan het Solosche dan
aan het min of meer stjjve Jogjasche Hof.
Het overbluffen is dus nog al gemakkeljjk 1
Behalve de gereserveerde vorsteljjke badplaats zjjn er
nog twee de Oemboel Pengantèn en de Oembool
Dahór, beide voor het publiek bestemd.
Honderden knapen ploeteren en plassen hier, dat 't
een lust is en net al als bjj Perim, het bekende kolen
station op de mailreis, zjjn ze ook hier belust op 't duiken
naar centen.
Voor de mop laat ik een gulden wisselen en werp ik
'n honderdtal centen tegeljjk in het ondiepe water. Wat
een woede plotseling, om een paar van die koperstukjes
machtig te worden, wat een geschreeuw en gekijf 1 Als
het katjesspul dreigt te gaan worden, vraag ik aan P i-
n i 1 i h om de orde te herstellen en ben daardoor weer eens
getuigo van de gedweeheid en volgzaamheid van het Ja
vaansche ras.
Pinilih schreeuwt, dat er stilte moet zjjn ener
is stilte, onmiddelljjk 1
Zjj, die nog geen centen in mond of vuisten geborgen
hebben, kunnen bljjven zoeken en de sterkeren, die reeds
hun buit veroverden, werden het water uitgejaagd,
denkt ge och neen, ze gaan van zelf, na het bevel van
Pinilih met een sembah en noeninggèh te
hebben beantwoord. Wat een discipline I
De tranen stonden haar in de oogen, zij vouwde de
handen en beschouwde het bruidspaar.
Dit werd door hare zuster Regina gezien en deze
dachtNatuurlijk 1
Tranen en dies meer had men toch kunnen sparen
tot de kerkeljjke plechtigheid. Hier getuigden ze van
geen goeden smaak.
Leonore evenwel wachtte niet eerst de komst van den
geesteljjke om te bidden, want met kinderljjk gevoel bad
zeGoede God om het even waarom Anna met hem
trouwt, zjj het uit liefde of koude berekening maar
laat hun echt gelukkig zjjn 1 Wees al het ljjden indachtig,
dat mjj te deel viel, en dat het mij niet gegund werd
met mjjn Hendrik vereend te worden. Laat daarom
Leopold zeer gelukkig worden 1
Het bruidspaar was thans de tafel genaderd waarachter
de heer Wolf Weber van Pallau met hoogroode kleur en
geheel uit elkaar gerafelden baard post had gevat.
Baron Hammers, die er een weinig frisscher en minder
voornaam uitzag dan zjjn broeder, stond in een houding
van ondoordringbaren ernst achter graaf Eberhard. De
zon scheen de baron precies op hethoofd en verraadde de
bizondere zorg, waarmede de donkerblonde haren over
een opkomende maneschjjn waren verdeeld. Achter Anna
stond haar eenige broer Karei, een blond heer, met
een weeke uitdrukking in zjjn gezicht.
Alle aanwezigen verkeerden in gespannen verwachting,
hoe de heer Weber van Pallau zich uit de »affaire" zou
redden. Hjj deed het verrassend kort en zakeljjk. Hjj
bepaalde zicht tot het formeel voorgeschrevene. Daarop
teekende het paar en de getuigden, en hjj vulde de
trouwakte ia, die hjj met een diepe buiging aan graaf
Eberhard overhandigde.
De burgerlijke plechtigheid was nu afgeloopen. De
afspraak was dat geen gelukwonschen hierop zouden vol
gen, doch het trouwpaar en de genoodigden terstond in
optocht zich zouden;begeven naar het aangrenzend vertrek,
waar reeds de predikant Ludeking voor een geïmpro
viseerd altaar de gehuwden afwachtte.
Johan opende alsnu de schuifdeuren, die toegang ver-
Wanneer zullen we eindeijjk eens onzen Javaanschen
adel als officier in het Leger zien 1
Penging. Lt. Olockener Bbousson b.d.
Particuliere Correspondentie).
Brussel, 22 Juli 1905.
Als ik over het tournooi ga schrijven, nu op 't
oogenblik kalm zittend voor een café in de Rue du Fossé
aux Loups, bestormt me zoo alles wat ik gezien heb,
de gansche wild-dwarreling van kleurenpracht, weelde
en schittering. Ik weet bijna niet hoe ik beginnen zal,
zoo diep is de indruk, dien de reproductie van dit vijf-
tiende-eeuwsche riddersteekspel op (mij heeft gemaakt.
De prachtige ruime hal in 't Palais du Cinquantenaire
was inderdaad als aangewezen voor deze gelegenheid.
Een uur voor den aanvang reeds voerden de trams
een verbazend talrijke menigte bezoekers aan, dames en
heeren van de Brusselsche elite-wereld, die zoo gelukkig
waren, dat ze door positie of relatie een plaats konden
krijgen. Langs de wanden van de hal waar men een
breede ruimte voor de vertooners en het publiek had
opengelaten, waren estrades en tribunes opgericht,
die vol zaten tot den nok toe, tot dicht bij het glazen
koepeldak, met een uiterst mondain publiek, dames in
lichte toiletten, heeren in rok en veel geschitter van
uniformen van militaire en civiele autoriteiten.
Duizenden en duizenden der upper ten van Brussel en
elders zijn hier vereenigd geweest.
Het steekspel, dit zij terloops medegedeeld, werd uit
gevoerd door de manschappen der Guides met de offi
cieren van het derde regiment-artillerie van België.
Het ridderlijk schouwspel moest zijn een reproductie
der eclatante feesten door Filips van Bourgondië gege
ven ter gelegenheid van zijn achttienden verjaardag (iO
Nov. 1451) in Februari 1452 op de Grand' Place te
Brussel.
Het feest bestaat uit vier onderdeeleneen joest, een
»pas d' armes," een tusschenspel, het eigenlijke tour
nooi en de uitdeeling der prijzen.
Te even twee uur deed Fdips zijn plechtigen intocht
het midden der hal was tot tournooiveld ingericht.
Tegenover de Koninklijke loge was die voor Filips, de
eere-dames en het gevolg en de ruimte daartusschen was
in tweeën gedeeld door een soort haag, terwijl men aan
beide einden van het tournooiveld de paviljoens had
voor de kampende partijen.
Filips deed zijn intocht te midden van een schitte
renden stoet ridders en edelvrouwen, voorafgegaan door
bazuinen die schetterende fanfares staken en minstree-
len die middeneeuwsche liederen van liefde ten gehoore
brachten of triomfmarschen ter eere van de dappere
helden.
Het was een verrukkelijk gezicht, die kleurige stoet
ridders in statigen ommegang in hun fluweelen ridder
rokken, baretten of stijf in 't gouden of fijn zilveren
harnas, stoer op het paard, geharnacheerd in de kleuren
van den ridder, dien het fier droeg.
Als de Vorst en de dames op hun tribunes gezeten
zijn, verschijnt de stoet van den Maarschalk van Bour
gondië, Thiebaud de Neuf-Chatel en dan klinken in de
verte de bazuinen ten teeken dat de stoet van Karei
van Bourgondië, graaf van Charleroi, in aantocht is.
Een zeldzaam schitterende stoet was dit, een prach
tige ridderstoet gedost in de schoonste kleuren met
een gansch leger bazuinen, herauten, wapen- en voet
knechten.
Een joest is een ridderspel, waarbij beurtelings in elke
partij twee ridders op elkaar instormen om een lans te
breken.
En zoo ging het hier.
Als t ceremonieele, het uitroepen der Tournooiwetten
en al wat dies meer zjj, naar behooren geschied was,
dan stormden de ridders op elkaar iner vloog van de
lans van een hunner een stuk af.
In dezen kamp bleef Karei de overwinnaar.
We kregen in de tweede afdeeling behalve enkele
kampen met zwaard en bijl van man tegen man, een
ridderslag en het opnemen onder de banier van den
vorst van een der ridders.
't Was hier, dat koning Leopold plotseling het strijd
perk kwam binnengereden!
leenden tot de »pronkkamer," en tegelgker tgd klonk bg
begeleiding van piano een brullend gezang. Een dozjjn
schooljongens uit Pallau, in Zondagskleeren, met noten
papier in de halfbevroren handen, stonden in een hoek
opeengedrongen en zongen met veel vuur tameljjk valsoh,
terwjjl de koster aan de piano reohts voor den muur'
hevig met het hoofd knikkend, de maat sloeg.
Rechtuit vóór het met wit damast bekleed altaar, met
bloemen en brandende kaarsen versierd, stond de predi
kant Ludeking met gevouwen handen en wachtte ineen
houding van bespiegelende kalmte het pas getrouwde paar
af. Hg vermeide zich niet in phrases, herdacht met een
passend woord de overleden barones Lindenberg, en vóór
alles was ook hg zakelijk en beknopt.
Vervolgens werden de gelukwenschen afgestoken en
deze formaliteit had veel weg van een knetterend kruis
vuur. De heer Lindenberg liet zioh door zjjn imposanten
schoonzoon omarmen en dacht er beangstigd over na, dat
bjj een woord van pas in het midden moest brengen,
msar hij vond deze rede niet zoo terstond, Hjj kuste
daarop zgne dochter, werd door aandoening plotseling
overmand en veegde zjjn tranen af.
Leonore en Regina omhelsden en kusten het getrouwde
paar. De predikantsvrouw deed desgeljjks. Ursula van
Pallau echter hing langen tgd snikkend om Anna's hals.
Deze aandoening barer dochter greep nu ook mevrouw
van Pallau aan tranen stortend zei zeJa ze zjjn toch
samen opgegroeid en het waren toch zulke vriendinnen.
Nu worden ze door het levenslot van elkaar gescheiden."
Wees gelukkig en maak gelukkig, Anna!" sprak de
jonge Wolf van Pallau, terwjj hij haar krachtig de hand
drukte, »en laten wij het bg het oude laten de vriend
schap onzer jeugd zal door uw nieuwe levenspositie niet
tot het verledene behooren."
»Gg zult in mijn huis steeds welkom zjjnik hoop dat
Anna uwe zuster Drsula en u weldra inviteert,", zei
graaf Leopold minzaamst.
{Wordt vervolgd.)