Anna's huwelijk. AI.KMAAKSC1IK COURANT BUITENLAND. De Brusselscke feesten. FEUILLETON. Gemengde Mededeelingen. No. 90. Honderd en Zevende Jaargang. 1905. Vrijdag #8 Juli l#Oft. (Particuliere Correspondentie). Brussel, 23 Juli 1905. 't Is vandaag de dag, de langverwachte dag, de eigen lijke feestdag bij uitnemendheid. Vroeg in den morgen kondigden kanonschoten het aanbreken van dezen dag der dagen aan en toen schit terde de zomerzon in de heldere, blauwe lucht en zette Brussel met zijn gebouwen-weelde, zijn onvergetelijke luxe van pleinen en boulevards, in een helder licht, dat het schoonste voorspelde. 't Begon met een plechtig Te Deum in de beroemde kerk van St. Michel et Gudule, die zich hoog verheft aan 't einde der straat van dien naamhet monumentale bouwwerk met de breede trappenrijen en fiere, stompe toren*. 't Officieele programma vermeldde dat het ie Deum te elf uur zou aanvangen, maar dat bleek mis. Toen ik te half elf kwam, kon ik met mijn perskaart nog slechts een plaatsje krijgen, heel, heel achter aan, vóór me stonden dichte drommen menschen achter een haag van geberemutste soldaten, waar niet door te drin gen viel. Moe en geweldig warm ben ik toen maar heengeto gen om me tijdig te begeven naar het groote feest van den dag, waarin eigenlijk alle Belgische feesten dezer dagen gesymboliseerd zijnhet vaderlandsch feest op de Place Poelaert. Spoedig na den afloop van het Te Deum werd een aanvang gemaakt met het afzetten van den weg van de Place Royale naar de Place Poelaert, een prachtigen, twintig minuten gaans langen boulevard met aan weers zijden kasteelen van huizen en in 't verschiet in de laagte het Palais de Justice. De soldaten ter eene en de schutterij uit Brussel en omliggende gemeenten ter andere zijde, stonden ge schaard man tegen man en waar straten op den boule vard uitkomen, had men houten afschuttingen gemaakt. Duizenden en duizenden stonden natuurlijk daarach ter en uit de ramen hingen er niet minder. De hooge autoriteiten en corporaties die tegenwoor dig waren geweest bij het Te Deum, konden zich langs dezen veiligen weg naar de Place Poelaert begeven, die trouwens van nog een andere zijde bereikbaar was. De Place Poelaert is een schier onmetelijk plein voor het Palais de Justice en dit was nu voor deze gelegen heid met een rijkdom en weelde versierd als ik nog nergens aantrof. Aan de zijde der Rue Régence had men van weers zijden naar het paleis, dus het plein omvattend, een bouwwerk gemaakt dat uit architectonisch oogpunt een lust voor de oogen was en beter naam verdient dan estrade. Het was een kunstwerk. Links waren de hooge tribunes voor de provinciale gedeputeerden, burgemeesters en dergelijke autoriteiten, dan dicht bij de Koninklijke loge waren de zitplaatsen voor de hooge rechterlijke ambtenaren en de Koninklijke loge passeerend, drie tri bunes, waarvan de middelste voor een koor van twee duizend uitvoerenden. De Koninklijke loge was voor het paleis een troon onder baldakijn, geschraagd door gedecoreerde zuilen en rijk versierd met groen en goud-bestikt fluweel. Te midden van het plein was een estrade van acht honderd meter in 't vierkant, overdadig met de mooiste bloemen versierd, waar gedurende de plechtigheid de vaandels van het leger gepresenteerd waren, terwijl aan de vier hoeken kanonnen en militaire versieringen waren opgesteld. Toen ik het plein binnenkwam voelde ik me als be dwelmd door de overweldigende pracht. Overal het goudgeschitter van duizenden en nog eens duizenden uniformen Belgische lanciers, verschillende linie-regimenten, alles krioelde in bonte warreling door Naar het Duitsch van IDA H O - U. DOOK 8) ED. VAN DEN GHEYN. Daarop ging men aan tafel. Rechts van het paar zat de predikant met gravin Eegina, links gravin Leonore met den heer Lindenberg. Maakte het voor een oogen blik ook al Leonore's misnoegen gaande, dat ze niet naast haar broer zat, zoo zag ze toch weldra het voorrecht ervan in om den onden heer Weber van Pallan aan baar groene zjjde te hebben. Deze was zeer communicatief en zoo eenvoudig. Hg sprak rondweg, zonder zjjn woorden voorzichtig in te kleeden. Misschien was hg ook wel over niets anders te spreken dan zgn beroep en hetgeen den evenmensch betrof. Het ging spoedig heel laid en vrooljjk aan tafel tce. De rnimte in het tamelgk lang vertrek werd bgna geheel ingenomen door de bruiloftstafel, waarop meer en kost baarder oud zilver te zien was dan Regina had verwacht. De prachtige bloemstukken, waarmede de bruiloftsdisch pronkte, waren door Regina en Leonora nit Berlijn ont boden. Voor de familie Weber was het de natuurlijkste zaak ter wereld dat men op een bruiloft zich moest amuseeren. Zg zorgden dan ook in de eerste plaats voor een levendig krnisvuur van stemmen in het zeer drukke tafelgesprek. Wolf Weber, de zoon, maakte in zekeren zin barones Hammers het hof. Maar Regina kreeg het in de gaten, dat deze haren zwager zeer coquette blikken toewierp, alsof ze wilde zeggen Ik moet me erin schikken, tegen wil en dank, maar liever zat ik bjj jou. Mevrouw van Pallan schreeuwde des predikant» weder helft een en ander over haar keukenmeid in het oor. Ursnla nam haar bnurman Karei, den broer der jong gehuwde in het ootje en lachte zich halfdood, omdat deze haar grappen niet altjjd terstond begreep. elkander en op de tribunes, zoo wjjd het oog kon zien, in oneindige verte menschen, menschen, geen duizenden, maar een millioen. 't Was één kleur en schittering en pracht als uit het mooiste boek van de verrukkelijkste tooverwereld. Hooge militaire en civiele autoriteiten, generaals, diplomaten, gouverneurs der provincies, senateurs, hooge rechterlijke ambtenaren in hun roode toga's en zwarte baretten met gouden banden en dan de duizend dames op de tribune voor het koor in de lichte zomertoiletten. Denkt daar nog bij de uitbundige bloemenweelde en de honderden vaandels der Belgische regimenten en van een ontelbaar aantal corporaties uit het geheele land, en ge kunt u een flauw denkbeeld maken van den too- verglans van dit zeldzaam milieu. De zomerzon goot haar stralen op 't wonderland en speelde op de gouden pieken der helmen en op de vergulde standaards der vaandels, stralen-schitterend overal. Daar kondigden de kanonschoten de komst des Konings aan en na korten poos rijdt een escorte Belgische troe pen, gevolgd door rijtuigen van Koning Leopold met Prins Albert in het eerste, de prinsessen Clementine en Albertine in het tweede rijtuig met het kleine prinsje Leopold en dan het gevolg. De Brabaneonne klinkt te midden van gejuich en gewuif en langzaam rijdt de oude vorst naar zijn loge waar hij met familie en gevolg plaats neemt. Nu volgen de toespraken namens de Kamers, het gouvernement, de provincieraden en gemeenten, waarna door het koor een cantate werd uitgevoerd. Verder nog het indrukwekkend défilé der militaire en burgerlijke vaandels en hiermede was dit vaderlandsch feest weer ten einde. 24 Juli. Het lichtfeest van gister is in een woord subliem ge weest, van onbeschrijfelijke pracht. Den ganschen avond door hebben de menschen-stroomen gegolfd onder het lichtgebogen koepeldak der ontelbare electrische boog lampen. In lijnen, driehoeken en slingers waren langs de huizenrijen de lichtjes gespannen en over boulevards waren op onderling niet groote afstanden kunstige net werken gespannen, waaraan de vlinderlichten waren bevestigd. De groote boulevards door 't midden van geheel Brussel van de Gare du Nord tot de Gare du Midi toe over de Place Bronckere heen, waren elec- trisch verlicht en 't was een onvergelijkelijk gezicht, zoover het oog reiken kon die duizenden lichtjes boven de hoofden te zien schitteren, dat rijke kleurenspel van rood en violet en geel en groen. Groote gebouwen, hotels, mooie winkels droegen het feestkleed van vlaggen-, vanen- en bloem-versieringen. De Grand' Place was net middenpunt van de feest vreugde. Men moet dit plein met zijn heerlijke imposante Gothische bouwwerken kennen om te kunnen beseffen welken indruk de electrische versieringen van het stad huis en van La maison du Roi heeft gemaakt; de slin gers licht langs de teekenende lijnen en bogen van het Gothisch karakter en die slank zich in hare witte schit tering hieven tegen den donkeren avondhemel. Op 't plein zelf was het feest en overal was het feest, op ae boulevards en in de verste buurten. En wat een prettig, mooi feestEen feest zonder de bij ons maar al te veel gebruikelijke leelijke vlekken van losbandigheid en ergerlijke uitspatting. Een feest van genoeglijke en gemoedelijke vreugde, van blijdschap in wat schoon was en vreugdevol in deze lichtstad van mooi leven. Vandaag was het de dag voor the men in the street. Vandaag de grand cortege. Ik ben al vroeg naar het station gegaan om eens te zien hoe de treinen weer duizenden aanbrachten. Van acht uur af was het op de straten een bont gewoel en in de café's vol. Men loopt en rijdt, men lacht en praat, de camelots venten hun programma's, ansichten, strikjes en medail lons. De predikaat klonk op de gezondheid van het huweljjks- paar. Zgn heildronk was een gering gewijzigde editie van zjjn toespraak bjj den eoht. Daarop besteedde hg zgn beste krachten aan den wel voorzienen disch. Wat een brniloftl Wat een brniloftdacht Regina, onder wijl ze haren broeder van terzjjde begluurde. Maar Leopold Eberhard zat daar geheel onbevangen, met vriendelijke uitdrukking in zgn gezichtschijnbaar zag hij niets buitengewoons, hg sprak bijna altijd half luid, in ridderljjke houding, heel goedig, maar niet smakeloos mal verliefd, met zjjn jonge vronw. En Anna glimlachte vergenoegd, maar toch met zekere berusting. Ze scheen haar zenuwachtigheid meester te zijn geworden. Kloek en fier zat ze daar, zoo schoon, als ze te voren er niet had uitgezien. Almachtig", zei de heer Wolf van Pallan, de vader, tol Leonore, »znlk een prachtbruid zie je maar zelden. En het beste ervan is, dat ze er zoo gelukkig uitziet. Nu, dat gun ik haar van harte. Mjjn arme vriendin Linden- berg en mjjn oudje hebben altjjd gezegd, dat van mjjn zoon en Anna nog eens een paar zou groeien. Maar dat is nu anders uitgekomen. De bengel zou ook in de verte zich niet aan haar hebben gewaagd. Als kinderen kan men goede kameraadjes zgn maar kinderliefde en trouwen zgn twee. Als echtgenoot zou hjj bjj haar vol strekt niet gepast hebben. Maar u drinkt niets, freule. Bjj den rooien baai loopt u geen gevaarik heb onzen vriend Lindenberg dit merk aangeraden.'' »Dank u,'' zei Leonore en ze liet haar glas vullen. >Maar waarom zouden uw zoon en Anna niet bjj elkaar gepast hebben »Och lieve hemel," antwoordde hij bijna verontschuldigend, »u moet weten hjj is mjjn eenigste en daarbjj mjjn stamhouder hjj is een oprechte, werkzame, flinke borst 't klinkt zonderling als een vader zoo over zjjn jongen spreektik heb achting voor hem, zooals ik geen ander jonkman acht. Maar Anna heeft van jongsaf altjjd gezegd, dat ze alleen een man van beteekenis, een heel voornaam heer zou nemen, zoo een, waarbij andere mannen maar dwergen zgn. Nu, zoo'n heer is mjjn jon gen in 't geheel niet. Daarbjj komt nog, dat ze als kinderen elkaar hebben gekend met al hun gebreken Rijtuigen rijden af en aan het is in 't vroege mor genuur al feest. Tegen het middaguur liep het reeds druk naar alle kanten om te pogen een goed plaatsje te krijgen voor den grooten historisch-allegorischen optocht. Op de breede beurstrappen bijvoorbeeld stonden om twaalf uur honderden menschen, terwijl het toch niet voor vijven was, eer de stoet, die als bij eiken optocht een uur latei1 aanving dan aangegeven was, passeerde. De stoet werd opgesteld aan de Halles de Cinquan- tenaire en toen heb ik boven op een stoel een uur staan wachten tot er eindelijk beweging kwam. Natuurlijk stonden langs den geheelen weg, langs de urenlange boulevards duizenden menschen in dichte rijen. Tafels, stoelen, planken, karren, ladders, alles werd aangesleept om staanplaatsen te improviseeren, die goed en grif verhuurd werden, terwijl natuurlijk ook de noodige balkons en vensters waren verhuurd. Vanzelf waren de verwachtingen hoog gespannen. Dat kan in België, want men verstaat er de kunst kleurige stoeten samen te stellen, en aan die verwach tingen is schitterend voldaan. De stoet bestond uit dertien groepen, sommige his torisch, anderen allegorisch. De eerste groep was een allegorische voorstelling dei- Belgische nationaliteit. Trompetters te paard, en ruiters door voetknechten begeleid, dragend de schilden der negen Belgische provinciën. Dan kwam de veertiende eeuw, de periode der ge meenten en hare baas-spelerij en nijdigheid tegenover de andere. Deze periode werd uitgebeeld door in kleurige kleederdrachten gedoste ruiters en door gilden met de emblemen van hun beroep of bedrijf. Hoofdmoment van deze groep was de wagen, allegorisch vertoonend het verbond in 1339 gesloten tusschen Vlaanderen en en Brabant. Nu kwam de groep, die verreweg het mooiste was, die welke den Bourgondischen tijd voorstelt. Philips den Goede en Karei den eerste in zijn roodfluweelen ridder kleed ij, den tweede in zijn gulden wapenrusting, zag men in deze groep en dertig ridders in harnas, trompetters en herauten en dat alles in dezelfde mooie costuums en op dezelfde mooi geharnacheerde paarden als op 't tournooi. Ook de riddervrouwen waren er en gingen vooraf aan den wagen, voorstellend het feit dat onder het huis van Bourgondië de zeven provinciën vereenigd werden. Nu volgde de Spaansche tijd met de Spaansche pracht en elegance der rederijkers en artisten, waarin hoofd moment was de wagen, voorstellend het bezoek van groothertog Albert en Isabella aan Rubens. De Fransche en Hollandsche tijd volgden, de uitbeel ding van België's koloniale ontwikkeling en van den bloei van wetenschap, letteren en kunst, maar het lust me niet, al catalogiseerend daarvan een meer gedetail leerde beschrijving te geven. De indruk van het geheel was werkelijk grootsch en Brussel waardig. De zorg, waarmede de prachtige wagens waren opge steld, de weelde der costuums waren weer subliem en legden getuigenis af van de bekwaamheid en den smaak der leiders. Het publiek is dan ook één en al bewondering ge weest. - Nu ik, dit relaas schrijvend, aan de feestdagen terug denk, denk ik met bewondering en eerbied aan de grootsche wijze waarop door de regeering deze feesten zijn aangepakt en met niet minder bewondering aan de waardige en aangename wijze waarop de bewoners in het prachtige, heerlijke Brussel weten feest te vieren en die boven mijn lof verheven is. Fransche en Dnitsche soldaten. Generaal Lacroix, commandant van het 4de legercorps in Ljon, die, zooals men weet, Frankrgk vertegenwoordigde bg de huwelijksplechtigheid van den kroonprins van Duitsoh- land hield na een wapenschouwing de volgende toespraak tot de troepen; „Soldaten I Ik hebgedurende mjjn reis naar Berlgn den Duitschen soldaat goed kannen waar ten anderen is het hun altjjd voorgezongen, dat ze nog- eens een paar zouden worden och, toen was alles te voren al verkorven. De prikkel van het nieuwe was weg geen verassing meer kon het heeten. Vanwaar moest bjj dergeljjbe gegevens de liefde komen Anna Linden berg is iets bizonders en verlangt ook iets bizonders." Dus wellicht in een vlaag van meisjes-romanesk-doen heeft ze mijn broer genomen, dacht Leonore en ze zag daarbjj de jonge vrouw eens aan. Eén ding was zeker, haar verschijning en de geheele manier van doen stem pelden haar tot een wezen, dat al heel weinig paste bjj haar omgeving. Misschien aardde Anna wel naar hare moeder Een dergeljjke vraag mocht men zich, zonder indiscreet te zgn, wel veroorloven. Toen derhalve de heer Wolf zgn glas rooden wjjn weer eens met langzame teugen, als een echte kenner, had geledigd, vraagde Leonore »U zult kannen nagaan, dat ik Anna gisteren en vandaag niet onnoodig zenuwachtig wilde maken door navragen betreffende haar moeder toch zou ik wel willen weten of Anna veel van haar moeder wegheeft en waar aan die vrouw zoo vroegtjjdig is overleden *Die heeft het door haren man moeten afleggen," fluisterde van Pallan, terwjjl hjj zioh zoo dicht naar Leonore njjgde, dat alle gasten het konden merken, dat hjj haar in vertrouwen iets mededeelde onder ons gezegd en gebleven, geneeskundig gesproken is ze aan longont steking heengegaan. Maar de wil en het vermogen om beter te worden lieten haar in den steek, ze is wegge teerd door stil dagelgksch verdriet. U kent Lindenberg eerst sedert gisteren. Maar zooveel doorzicht heeft iedereen wel om zgn gevolgtrekkingen te maken. Lindenberg heeft geen ruggegraat. Een oude familie. Er zgn er die ontaarden, omdat ze er maar onzinnig op los leven. Anderen verkwijnen, omdat ze in 't geheel niet leven. De Lindenbergs zgn nooit actieve menschen geweest. Ze deden niet aan politiek, niet aan landhuiskunde en hebben ook het land niet in het leger gediend, ze vege teerden ze sliepen hun winterslaap. En Karei aardt naar hen jammer, niet waar (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 5