Dit mur bestaat uit 3 DU. Indische Penkrassen. No. 91. Honderd en zevende jaargang. 1905. ZONDAG 30 JULI. BUITENLAND. Deze Courant wordt I» 1 s d f-, Dtiitrdt|- en laterd «garoid uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alihüi f O,SOfranco door het geheele rjjk f 1, 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. PrfJs der gewone advertentlën Per regel f 0,13. Groote letters naar plaatsruimte^ Brieven franco aan de N/V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9. (elefoonnunner 3. Algemeen Overzicht. De Russische en de Japansche vredes- onderhandelaren zullen den 5en Augustus van New-York vertrekken aan boord van twee kruisers, bp president Roosevelt te Oyster Bay zullen zij het tweede ontbjjt gebruiken en dan zal 's namiddags de reis worden voortgezet naar Portsmouth, waar zjj den 7en Augustus zullen arriveeren. Er zal dus een begin komen aan de onderhandelingen, waarvan de uitslag met zoo groote spanning wordt verbeid. 't Heet, dat graaf Kamara, voordat hij den poet van gevolmachtigde bij de vredesonderhandelingen aauvaardde, de voorwaarde stelde, dat de conferentie eerst zon bijeenkomen, nadat de nienwe Japansche leening wasge- plaatst, opdat de oorlog zon kannen worden voortgezet m geval van mislukking der onderhandelingen, nadat Sachalin bezet was, de opmarsch naar Wladiwostock was begonnen en den Russen in Mantsjoerije een beslissende slag was toegebracht. Wat er op het oogenblik in Oost-Azië geaohiedtschjjat er wel op te wjjzen, dat men streeft in de door graaf Kamura gewenschte richting. Langzaam maar zeker breidt zich daar de macht der Japanners uit. In de laatste dagen hebben zij met name op Sachalin groote vorderingen gemaakt. Den 24en werd door Japansche torpedojagers een bataljon aan wal gezet in de baai van Castries, de vuurtoren werd in bezit genomen en de Japansche vlag geheschen. Daarop is gevolgd de bezetting van Alexan- drowsk, den militairen post van de Russen ten Zuiden van den mond van den Amoer, tegenover Sachalin. De Russische bezetting bestond hier uit een pas aangekomen bataljon en een paar honderd vrijwilligers, die over acht kanonnen beschikten. Aan de Oostzjjde van de stad werd door de Rnssen krachtige tegenstand geboden, doch ten slotte bereikten de Japanners hnn doel. Alexandrowsk is een pnnt niet zonder belang. Er is een goede haven en voorts vindt men er magazijnen en een hospitaal. Iets noordeljjker, waar de Amoer in zee nitlooptligt de nog belangrjjker plaats Nikolajefsk, en het vermoeden ligt voor de hand, dat de jongste beweging van de Japanners tot doel heeft, zich meester te maken van den waterweg van den Amoer, om daarlangs troepen naar het binnenland te vervoeren. De Amoer is een van de belangrjjkste waterwegen van Azië. Hjj is bevaarbaar van Nikolajefsk tot Stretensk, welke plaats vele maanden lang het eindstation is ge weest van den Transsiberischen spoorweg, zoodat een troepenmacht, die de rivier op wordt gezonden, de ver bindingslijn van het Russische leger in Mantsjoerjje ernstig zon kannen bedreigen. Een flotielje van 120 Russische stoombooten vaart op den Amoer heen en weer en heeft ontzaglijke voorraden voor het leger van generaal Linje witsj aangevoerd. De zijrivieren, de Oesoeri, die leidt naar de streek achter Wladiwostock en de Soengari, waaraan Kharbin ligt, zjjn ook bevaarbaar voor vaartui gen van niet te grooten diepgang. De Japanners zonden dns voorraden en troepen in drie verschillende richtingen tot op grooten afstand kannen vervoeren, zoodra zjj eenmaal bezit hebben genomen van den mond van de rivier. Sedert lang had men de bezetting van den be nedenloop van den Amoer verwacht en zij kan het voor spel worden van een krachtige hernieuwing van den veldtocht tegen generaal Linjswitsj. In Rnsland zelf bljjft 't nog maar steeds koken en gisten. Geen dag gaat er schier voorbjj, dat niet hier of daar naar het middel van geweld gegrepen wordt 't is of het herhaaldelijk lezen over dergeljjke voorvallen het gevoel voor al bet verschrikkelijke ervan verstompt, zoodat ze niet meer zooveel indrnk maken. De Moskonsche bladen melden over het gebeurde te Nisjni Nowgorod op 28 dezer, dat er bijna honderd menschen door het gepeupel vermoord zjjn. Vele lijken zjjn zoo verminkt, dat zjj niet te herkennen zjjn. Uren lang is de stad aan het granw overgeleverd geweest, dat in koelen bloede zelfs vronwen en kinderen vermoordde Te Lodz staken 2500 arbeiders van een katoenspinnerij wegens het heenzenden van een hnnner. Zjj dreigen de werktuigen te vernielen. De kozakken hebben een samen scholende menigte niteengejaagd en '200 werklieden op gepakt. Een aantal als soldaten verkleede landlieden heeft in den avond 25 dezer de stad Kysliar, in den Kankasns aangevallen. Verscheidene inwoners zijn mishandeld. Te Odessa is een proclamatie aangeplakt van den gonvernenr-generaal, behelzende dat hjj geen rekening zal honden met de talrjjke naamlooze brieven van aan brengers, die hjj ontvangt. De gonvernenr voegt er bjj dat de Israëlieten, die hem de brieven toezenden, de politie beschuldigen een moord op hnnne geloofsgenooten voor te bereiden. Deze beschuldiging is valsch. De gonver nenr verwijt den Israëlieten hnnne honding en stelt ze ver antwoordeljjk voor al de gebenrteniBsen der laatste dagen en ook voor het oproer op de >Potemkin". De aanplak king van deze proclamatie en hare meedeeling in de bla den doen eene toeneming vreezen van de verbittering tegen de Israëlieten, in het Lger en bjj de bevolking. Zaterdagmorgen. Ben officieel telegram nit Tokio meldt, dat de laatste Rnssische troepenmacht op Sachalin zestig mjjlen ten zuidoosten van Alexandrowsk is afgesneden en zich weldra zal moeten overgeven, waardoor de Japan ners in werkeljjkbeid meester van het geheele eiland zullen zjjn. Het welslagen van de expeditie geeft te Tokio groote vreugde. (Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.) CXVI. Ik weet een nieuwtje, een nieuwtje dat nog niemand weet, dat nog in geen Indische courant gestaan heeft en dat zelfs in Buitenzorg geheel onbekend is. De lezers en lezeressen der Penkrassen zullen dus de pri meur hebben en de Indische Pers zal het misschien uit Nederlandsche bladen moeten overnemen Zijne Hoogheid de Soesoehoenan wil nog eene R a t o e huwen, in de stille hoop, dat Allah Hem dan eens 'n echten G o e s t i schenkt, die eenmaal als Pakoe Boewono XI den troon of liever den dam par zijner vaderen bestijgen zal, waardoor, bij even tueel overlijden van den Vorst, alle mogelijke kwesties zouden worden voorkomen. Ik schreef u vroeger reeds een en ander uit Solo over de drie pretendenten Kroonprins en hun aanhang. Het besluit van den Soe soehoenan is dus wijs en zal ook der Regeering zeer welgevallig wezen. Wie nu echter de gelukkige uitver korene zijn zal, is voor het moment nog een onoplos baar geheim, misschien weet de Keizer dat zelf nog niet De jonge Prinsen waren recht hartelijk en deelden mij mede, dat de Keizer ons om 9 uur 's avonds bij den dans der B e d o j o's verwachtte. Nu, op het vastgestelde uur marcheer ik dan ook in groot tenue op, met de Prinsen KoesoemoJoeddho en H a d i W i d i o j o. Zijne Hoogheid is meer dan vriendelijk, informeert dadelijk naar Jogjakarta en is blijkbaar ten zeerste ge streeld, als hij hoort, dat ik het aan het Solosche Hof zooveel aangenamer vinddan aan het meer stijve Jogjasche. Als ik den Soesoehoenan eindelijk mededeel, dat ik als «persman" per se eens een oogenblikje rond moet wandelen, om de omgeving enz. op te nemen, gaat Zijne Hoogheid hier dadelijk mede accoord en wordt de Kolonel der Kratontroepen ontboden, om me de noodige inlichtingen te geven. Mijn oude vriend Raden Mas ArioKoesoemo W i n o t o kwijt zich uitstekend van die opdracht. Hij vertelt mij, dat op het ruime erf voor 's Vor sten verblijf alleen vrouwen mogen nontonnen (kijken), terwijl buiten het hek de mannen zich verdringen. Het Westersche honneur aux dames dus ook in het Oosten toegepast, hoewel het wel een beetje tegen de Oostersche begrippen indruischt. De Pradjoerits houden goede wacht en de enkele schalk die, over het hek geklommen, zich tusschen de dochteren Eva's waagt, wordt met de noodige oorvijgen weer netjes verdreven. In een ruime b a n g s a 1, vlak over de Pendopo, zitten de gamalan spelers, alsmede de zangers en zangeressen, die straks den dans der B e d o j o's zullen begeleiden. Rechts daarvan zitten de onder-regenten en de subal terne officieren der cavalerie, allen in de u reeds be kende s i 1 a-houding, te wachten op de dingen, die komen zullen. In de helverlichte Pendopo zien we, hoe de Keizer zich met Zijne broeders Prins Praboeningrat en Prins Noto Koesomo aan het edele belege- ringspel wijdt, terwijl links van Hem de overige Prinsen, de Hoofdofficieren van het Kratonleger, de Regenten en vier zoons van Prins Mangkoe Negoro, die hier gast zijn, op den grond hebben plaats genomen. De Keizerin blijft in al hare vertrekken, doch enkele hofdames zijn op het alignement, om den Keizer te be dienen. Heeft de eenigszins klassiek aangelegde Sultan van Jogjakarta steeds edelknapeu om zich heen, de meer modern denkende Soesoehoenan prefereert «damesbediening" 1 De volle maan schiet hare matgouden stralen naar omlaag. Ze belicht de schilderachtige omgeving met dat goddelijke schijnsel der tropennachten, dat wij in Europa slechts uiterst zelden genieten bij helder vriezend weer. Nog altijd is Indië mij dan liet liefst, als die prachtige maan door de boomen schijnt en de gamelan haar droomerig-sehoone melodieën hooren laat, odan ruil ik Java niet voor Amsterdam, Parijs of Londen, dan zou ik hier willen blijven tot mijn laatsten snik, om eenmaal te mogen rusten onder het loover der palmen. Ik ga thans weer een genot smaken, zoo hemelsch goddelijk, zoo intens hoog verheven boven óns banaal Westersch gedoe, dat ik de talenten van'n Henri Borel, 'n Otto Knaap, 'n Couperus zou behoeven/ om u er slechts een zeer vaag begrip van te kunnen geven. Deze Penkras heb ik wel tienmaal omgewerkt, en telkens weer verscheurde ik mistroostig 't geschrevene, omdat 't zoo ontzettend ver bleef van 't geen ik te Penging genoot. De Indische nachten zijn onzegbaar weemoedig schoon en harmonieeren zoo geheel volkomen aan het droef geluid van de gamelan. «Luisterluister met aandacht.... houd de tonen met uw gehoor vast en neem ze op in u, doe ze samenvloeien met uw stemming, teweeggebracht door den wonderstatigen nacht. »'n Droeve melodie? stillezacht gepre vel, 'nklagelijke w ij s, toch helder en so noor, gel ij k het maanlicht sch ij nend in 'n land van nevel, of als 'n klare stem, zich uitend wanden door. Hoe droomerige klank, zoo wondervol van beving, komt schuchter en vol schroom den luist'raar tegemoet. 't Is teere droefenis, melancholie's her leving, aanruischend, in een kalmenrei- nen tonenvloed «Daar breekt 'n zwaar slaginstrument de weeke stemming; de maat wordt dra versneld en de rhytmiek verkort: 'n Woeste tonenhorde klankt op zonder stremming, als had z ij zich, tot str ij d, de lendenen omgord. Zij deint nu hevig op, ze dondert door d e 1 uchten e n va art en woedt en stormt, verzadigd van de smart. «Slechts hier en daar, wat weif'lend nagegalm van zuchten, al spoedig door den wilden luiden drom overstemd. «Eén teere, broze toon maar blijft ge stadig klinken, trots overmachtenpraal van al hetkiachtgeluid Hoor, hij wint veld. Hoor, hoe de luchtbestormers zinken, 'n W ij le nog en het geweld is plots gestuit. «Thans ranken om dienteerentoonzich klankfiguren, heel fijn en ijlgeheimnis- vol subtiel. «En vrederijk blijft deze stemming lange duren; de stemming van gelaten heid der moede ziel Zoo schreef de begaafde Sastro Prawiro (Otto Knaap) in het Muziektijdschrift Caecilia van 15 No vember 1902 en al is zijn rhytmisch proza ook ver ver heven boven mijn eenvoudig Pengekras, toch geeft onze hier op Java geboren auteur, wien 't Oostersch bloed door de aderen .vloeit m. i. slechts zeer flauw weer, wat ik nu weer op Penging te genieten krijg. Misschien is onze taal te koud, misschien zou men Italiaanscli of Spaansch moeten schrijven of wellicht ook heeft Otto Knaap het slechts gehad over een gamelan van Batavia, die zich dan verhoudt tot eene van 't Solosche Hot, als een troepje Duitsche straatmu zikanten tot het bekende strijkorkest der Grenadiers. Hemelsche klanken begeleiden er een stemmenkoor, waarin nu eens het zachtvrouwelijke, dan weer de diepe bastoon van mannen of de heldere knapenzang domineert. De b e d o j o's, negen zwevende zielen, komen lang zaam aangetrild. In extase zien wij toe. Die zachte gratie grenst aan 't onstoffelijke; Ons hoogere ik ontwaakt nu, 't herinnert zich z'n astraallevens in de hoogere gebieden, ontworstelt zich aan het plompe grofstoffeljjke lichaam van deze aarde en weent van heimwee. Déar is dus de hemelsche sfeer, als geopenbaard aan 't oog van den nietigen aardbewoner. Mijn God, mijn God, wat is dat schoon Dat kan niemand beschrijven I De muziek zwijgt. De Javaansche hofdanseressen zijn er weer zacht weggegleden en ik hoor plots achter mij de stem van mijn vriend Pinilih«Hé, boy, hoe vindt je dat nu? Dat is toch nog wat an ders dan jullie cakewalk!" Ja, zeker, brave kerel! Wij Europeanen zijn je tot nog toe de baas in allerlei exacte kennis, maar, ik erken 't volmondig, wij zijn niet zoo ver in deze kunst. Daarin zijn de Indiërs ons verre vooruit en vooral de Javanen met hun Hindoezielen moeten wij op dit gebied als superieur beschouwen We gaan weer naar boven en maken ons welgemeend compliment aan Zijne Hoogheid over den meer dan be- valligen natuurdans Zijner bedojo's. «Ook in de krant schrijven, hoo r", zoo zegt mij de Vorst, niet begrijpende, dat slechts een groot Meester in de woordenkunst zou kunnen weergeven, wat mijn ziel zoo juist genoot. Na de b e d o j o's krijgen we w i r n g, een dansspel voor mannen. Dit is niet zoo mooi, alhoewel toch nog heel wat verheffender dan onze kruispolka. De jongere broeder van Zijne Hoogheid B e n d o r o Raden Mas Norojono, veertien ]aar oud, is als 'n oud Javaansche Prins gekleed en heeft te strijden met een monsterachtigen reus, zijn dansmeester Rong- UkUmstHK COURANT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 1