Burgeravondschool
Anna's huwelijk.
buitenland;
91 Honderd en zevende jaargang. Zondag 30 Juli 1905.
Van "Week tot Week.
FEUILLETON.
BERLIJNSCHE BRIEVEN.
met 4-jarigen cursus
te ALKMAAR.
4LKJMAARSCHË COURANT.
Inschrijving van Leerlingen aan bovengenoemde in
richting voor den cursus 1905/1906 zal plaats hebben op
Donderdag, 17 Angustus, voor leerlingen van den vorigen
cnrsus en op Vrijdag, 18 Augustus, voor hen, die de
school voor het eerst wenschen te bezoeken, telkens des
avonds van 79 uren in het gebouw der Burgeravond
school.
Zjj die een bewjjs kunnen overleggen, van met vrucht
het lager onderwijs aan eene openbare of bijzondere
school genoten te hebben, worden van het vereischte
toelatings-examen vrijgesteld.
Het schoolgeld bedraagt f5.per leerling, f2.50 voor
wien dit te bezwarend is en geheel vrjj voor hen die
geen schoolgeld betalen kunnen, ter beoordeeling van
Burgemeester en wethouders. Voor zoover er plaats
ruimte is, kunnen oud-leerlingen, die aan het einde van
den vorigen cursus het diploma ontvingen, en leerlingen
nit omliggende gemeenten de laatsten tegen het hoogste
schoolgeld worden aangenomen.
Tevens wordt nog medegedeeld, dat zjj die meer dan
tweemaal in de maand zonder noodzaak de lessen ver
zuimen van de school kunnen worden verwjjderd.
Ouders en voogden gelieven hiervan goede nota te nemen.
De Directeur,
H. VAN DER HEIJ.
Uit den Gemeenteraad.
Woensdag een Raadszitting van ongeveer een half
uur. Daar valt niet heel veel over te schrijven. En toch
willen wij er niet geheel over zwijgen.
Hoofdschotel was de verdere beraadslaging over de
voordracht van B. en W, om te komen tot een dading
met mr. W. C. Bosman inzake het Eilandje in den
Hout. B. en W. hadden, ingevolge het door den Raad
in zijn vorige zitting genomen besluit, nogmaals over
leg gepleegd met mr. Bosman, waarbij deze zich alles-,
zins inschikkelijk had betoond. Dat was den heer Kraak
man echter nog niet voldoende, onder meer wenschte
hij nu ook nog de sloot, waarover reeds zoo eindeloos
was gedebatteerd, met een erfdienstbaarheid te belasten.
Gelukkig had de voorzitter, de heer Boelmans ter Spill5
van dezen wensch te voren kennis gekregen, zoodat hij
daarover nog vóór de Raadsvergadering het gevoelen
van mr. Bosman had kunnen inwinnendeze was
natuurlijk daarop niet zeer gesteld, maar wenschte de
Raad deze erfdienstbaarheid, dan zou hij zich in vredes
naam maar daarbij neerleggen. De Raad vond 't best,
dat ook nog deze nieuwe concessie werd verkregen en
hij vereenigde zich zonder veel discussie met nog eenige
andere amendementen van meer ondergeschikt belang
van den heer Kraakman en daarmede was de voordracht
de veilige haven binnengeloodst.
Een resultaat, zeker verblijdend voor de Raadsleden
zelf en niet minder voor hen, wier beroep meebrengt
de Raadszittingen bij te wonen immers, het gevaar
was volstrekt niet denkbeeldig, dat een groot deel van
den middag zou verloren gaan met discussies, waarbij
het eene voorstel het andere uitlokt en de eene op
merking een tweede. Een verblijdende uitkomst ook
voor den voorzitter van dezen middag, den heer Boe 1-
mans ter Spill, aan wien gerekte debatten al zeer slecht
zijn besteed.
Ware er trouwens lang gedebatteerd over de amen
dementen van den heer Kraakman, 't zou een reuzen -
toer geweest zijn, daarvan voor een courant een behoor-
lijk verslag te maken. Want de indiening van die amen -
dementen geschiedde op een manier, waaraan een ge
meente als Alkmaar nu toch eigenlijk behoorde ontwassen
te zijn. De heer Kraakman kwam namelijk de Raadszaal
binnen met drie of vier afschriften van zijn amende
menten, welke hij neerlei voor de Raadsleden, die reeds
hunne zetels hadden ingenomen, doch in een zoo klein
aantal exemplaren, dat de hoofden bij elkaar moesten
gestoken worden voor de lezing. Zijn de Raadsleden
daarmede tevreden, dat moeten zij weten. Wij van onzen
kant willen slechts opmerken, dat 't in andere gemeen -
ten van eenigen omvang gebruikelijk is om van zulke
amendementen ook den heeren aan de pers-tafel een
afschrift (afdruk) te geven. De heeren, die daar verslag
zitten te maken, zijn als 't ware de grammophonen, die
opvangen de geluiden in den Raad om ze over te bren
gen naar de burgerij. De ingezetenen grijpen naar dat
verslag, omdat zij weten daarin te zullen vinden een
weerklank van het in den Raad gesprokene, 't Is dus
niet alleen wellevendheid jegens de pers wij zullen daar
op maar niet al te veel speculeeren, omdat er sommigen
zijn, die 't niet goed kunnen zetten, dat de pers wel
eens een woordje meespreekt in gemeente-zaken
maar 't is bovendien een wellevendheid van de Raads
leden jegens degenen, die hen hebben afgevaardigd,
wanneer zij van hun kant meewerken om de verslag
gevers in staat te stellen hun taak zoo goed mogelijk
uit te voeren. Dit nu werd Woensdag door den heer
Kraakman geheel uit het oog verloren. Zooals gezegd,
er werd gelukkig niet veel gesproken over de amende
menten en na afloop der Raadsvergadering werden deze
ter inzage gegeven aan de pers, zoodat zij zich ten
slotte nog uit de moeilijkheid heeft weten te redden.
Doch dit was niet vooruit te zien en ware 't anders
geloopen, het verslag zou er onder geleden hebben en
de burgerij had geen juisten indruk van het gesprokene
kunnen krijgen.
Men vraagt van ons eu wij spannen onze uiterste
krachten in om daaraan te voldoen een getrouw
verslag. Wordt niettemin eens een enkele maal een
vergissing gemaakt, dan vraagt men ons om herstel,
wat wel bewijst, dat ook de Raadsleden niet wenschen
misverstaan te worden. Doch daartegenover vragen
wij en wij willen dat zoo ootmoedig doen als men
't maar begeert dat men ons niet onthoudt wat voor
een goed verslag noodzakelijk is, dat men ons verstrekt
wat onmisbaar is voor een behoorlijk volgen en daardoor
begrijpen van de debatten. Waar dit elders geen bezwaar
oplevert is 't toch ook voor de Raadsleden van Alkmaar
niet onbereikbaar.
Wat de heer J. Blom wel zal zeggen van de Raads
zitting van W oensdag Hij had zich de moeite gegeven
een adres in te zenden met verzoek om de behandeling
Naar het Duitsch van I V A H O - K 1».
DOOR
9) ED. VAN DEN GHEYN.
»Dus Anna gelijkt op hare moeder
»Niet zoo precies. Van aanzien ja. Maar ze bezit niet
zoo dat passieve, de stille ljjdeljjke natuur barer moeder.
De arme mevrouw Lindenberg kon niets doorzettenal
haar wenschen, al haar plannen leden schipbreuk op de
traagheid van haren man. En zulke mannen, weet u,
zjjn erger dan woestelingen en tirannen. Het is alsof ze
over een moeras trekken ze zakken erin. Over een rots
kun je klauteren, door een doornenhaag kan men zich
heenwerken, maar over sljjkgrond gaat het niet. De
vrouw gaf het ten allerlaatste op, ze liet alles zjjn gang
gaan zooals het wilde. En Anna, toen ze groot was ge
worden, heeft geen poging gedaan om krachtig in te
grjjpen en een einde te maken aan dien voozeD toestand.
Ik heb het mjjn oudje altjjd gezegd: Anna is te bereke
nend, die pakt de koe niet het eerst bij de horens, ze
denktIk ga er toch gauw vandoor. En ik heb ook
altijd beweerdDie zal nog eens een heel eigenaardig
huwelijk doen
Lsonore hoorde al deze vertronwljjkheden met hartklop
ping aan, al zette ze ook een glimlachend gezicht, alsof
haar buurman heel alledaagsche zaken behandelde.
Nu dacht ze er achter te zjjn, waarom Anna zonder
eenige bedenking de hand van haren broeder Leopold
had aanvaard. Ze had aan hare moeder het stil treurspel
beleefd, dat zich afspeelt, wanneer het leven eener edele,
begaafde vrouw afstuit op de onbekwaamheid van den
man. Ze zocht voor zich een andere lotsbestemming.
Vóór alles zag ze uit naar een man tegen wien ze kon
opzien. Dat was wel geen onedel motief om een huwelijk
aan te gaan, maar het was ook geen, dat zjjn oorsprong
had in het hart.
Leopold moest dus eerst alles nog veroveren, wat hjj
reeds waande te bezitten. Zou hjj daarin slagen Zou
die taak iu weerwil van al zjjn talent, hem niet te
zwaar vallen
>Een vrooljjke jeugd schjjnt de arme Anna niet te
hebben gehad," zei Leonore bovendien.
»Zoo, zoo, la, la," antwoordde de heer Wolf. »Kinderen
die op het land opgroeien, hebben altjjd plezier, al ziet
het er in het ouderljjk huis ook niet rooskleurig nit. En
Anna verkeerde veel bjj ons. Bjjna iederen dag. Het
gaat by ons fideel toe, dat kan ik u verzekeren. We
mopperen zoo maar niet dadeljjk, als de oogst al eens
tegenvalt. Het volgend jaar of het jaar daarna komt
een betere. De oude Landheer hierboven, die den akker
der menschheid jaarin-jaaruit, met Zjju eeuwige ploeg
schaar omwoelt, zorgt er wel voor dat alles weer boven
komt, wat er onder lag. Gelooft u dat ook niet
»Zoker, zeker," bevestigde Leonore, en met volle over
tuiging voegde ze eraan toe»Wat een geluk voor Anna,
dat ze uw huis had. Te hopen is het dat deze vriend
schap in stand bijjvel"
»Wij zjjn eenvoudige mensehen", zei de heer van
Pallau afwerend, »wie weet of wjj wel passen in den
kring der gravin Eberhard. Ze komt nu toch in de
groote wereld. Wat betreft mjjne Ursula die vriend
schap zal wel aanhouden, want ze dweepte zeer met
Anna. Lang zal het niet duren, of die twee ziet men
weer samen. En Wolf, de slungel, zal hen ook zoo maar
niet laten loopen Och. als je met z'n beiden zoo
peren hebt gestolen U moet weten ik had in de
oranjerie een nieuwe fijne soort. Er zaten voor het eerst
zes peren aan. Op straffe des doods was verboden eraan
te komen. En op zekeren dag zjjn alle zes naar de maan.
De tuinman beweerde, dat hjj den jongen en de twee
meisjes samen uit de oranjerie had zien komen. Nu, ik
nam ze allen in verhoor. Aan liegen doet mijn Wolf
niet. >Ik heb de peren gestolen,'' zei-ie. Maar ik alleen."
Dit laatste beschouwde hjj als geen leugen, maar als een
van het voorstel betreffende de veelbesproken dading
uit te stellen totdat zijne belangen ook waren geregeld.
Bij de voordracht van B. en W. zou 't in behandeling
genomen worden. Doch dit voornemen is bij een voor
nemen gebleven. Laten wij aannemen, dat de Raad
heeft gedacht, dat door de wijzigingen in de overeen
komst met mr. W. C. Bosman voldoende de belangen
van den heer Blom zijn behartigd. En als 't weer mocht
voorkomen, laat adressant dan een juister tijdstip kiezen
voor het te berde brengen van zijne bezwaren de
Raadszitting van de vorige week was daarvoor toch
veel meer aangewezen.
Een gelukkige gedachte was 't zeker van den Voor
zitter om met enkele woorden te memoreeren de be
reidwilligheid van de Hollandsche IJzeren Spoorweg
maatschappij om aan de ernstige grieven tegen de dienst
regeling op delijnEgmondAlkmaarBergen tegemoet
te komen. Waar in de laatste Raadszitting de stemming
ten opzichte van deze Maatschappij verre van vriendelijk
was, was 't goed dat van de tafel van B. en W.
die Woensdag allen in één persoon waren vereenigd
geconstateerd werd, dat met groote voldoening kennis
was genomen van het verhelpen der geuite klachten.
The bitter past, more welcome is the sweet
Na nog een opmerking van den heer Kraakman over
polder lasten en een dito van den heer Van den Bosch
over gras in de nieuwe straten bij het station, konden
allen in de Raadszaal tot hunne gewone dagelijksche
bezigheden weerkeeren.
Particuliere Correspondentie).
Berlijn, 27 Juli 1905.
Tuinbouwschool voor vrouwen.
Elvira Gastner is eene vrouw van veel talent en met
veel energie. Toen de Duitsche toestanden haar niet
boden wat ze zocht, ging ze naar Amerika, studeerde in
de tandheelkunde en verwierf het >Doctor Dental Sur
gery", d. i. het doctoraat in de tandheelkunde, een graad
waarmede de meeste Amerikaansche vrije universiteiten
nog al vrjjgevig zjjn en vroeger nog vrjjgeviger waren.
Mejuffrouw Elvira had zich echter niet blind gestaard
op de gebitten van de Amerikanen, doch aan de over»
zjjde van den Oceaan ook verder hare oogen goed ge
bruikt. Zoo had het prachtige fruit dat in California
gekweekt wordt, hare aandacht getrokken en weid het
baar duideljjk hoe achterljjk Duitschland nog op het ge
bied der ooftcultuur was. Naar Europa teruggekeerd,
vestigde Elvira Castner Dr. D. S. zich als dentiste te
Berlijn. Ze kreeg een goede praktjjk, doch vond geen
bevrediging bij haren werkkring binnenskamers. Met het
verworven kapitaaltje kocht ze een terrein te Friedenau
en begon zich op de ooftteelt toe te leggen. Het duurde
niet lang of ze meende haar verkregen kundigheden ook
anderen te kunnen mededeelen. Ruim 10 jaren geleden
nam zjj hare eerste leerlingen aan. En thans stroomen
jaarljjks, behalve de >hospitanten", 60 leerlingen en meer
naar de „Obst- und Gartenbau-Schnle ftlr gebildete
Frauen" te Marienfelde bij Berljjn. Want bjj de snelle
ontwikkeling van Berljjn werd de tuinbouwschool te
Friedenau geheel ingebouwd, terwjjl tevens de oorspron
kelijke gebouwen en tuinen te klein bleken te zjjn voor
het aantal dames, dat zich bjj Elvira Gostner, Dr.D. S.
ridderplicht, zooals hjj me later bekende. >Ja, dat was
me een geschiedenis
En in een opwellende aandoening zei hjj na een kleine
pauze: »Van die peren moet ik Anna voortaan ieder
jaar een mandje sturen ik heb nu twee groote boomen
van die soort."
Het diner was onderwijl tot het dessert gevorderd. De
heer van Pallau gaf den bediende een wenk, om de dame
in de frambozen-japon de schaal met chocolade en con
fituren nog eens te presenteernn en die liefst maar voor
haar te laten staan. >Zooals ik Ursula ken, steekt ze
ervan in den zak," zei hjj zich verkneukelend.
Barones van Hammers liet over de tafel heen haren
zwager aan de pistache trekken, die niet stuk was te
krjjgen en ook niet wilde knallen.
De predikantsvrouw wenschte te weten, wanneer het
paar ging vertrekken en mevrouw van Pallau riep haar
in de hoorn, dat het voor Anna zachtjes aan tjjd werd
van kleeding te wisselen. De trein ging om zes uur, en
het was nog wel een vjjf kwartier per slede naar het
station.
Daarop kwam de huisknecht met een presenteerblad
vol telegrammen. Het telegraafkantoor had van graaf
Eberhard aanzegging gekregen, om depêches maar zooveel
mogeljjk te laten oploopen en dan bjjeenvergaard te laten
bezorgen.
Voorlezen riep mevrouw van Pallau. Ursula en
barones Hammers klapten met bijvalsbetuigingen in de
handen.
Wat een massa telegrammen l" zei meneer Lindenberg,
zich ongerust makend, dat men hem, den vader der bruid,
de taak om ze voor te lezen eens mocht opdragen. Wolf,
de zoon, evenwel, die van ongeduld ervoor brandde, nam
met een zwaai langs barones Nadine, het geheele thee
blad in beslag.
Hij las op ernstigen, eerbiedigen toon, telkens zich tot
graaf Leopold wendend, de gelukwenschen voor, die uit
den kring van diens partjjgenooten, huurlieden of verwij
derde familiebetrekkingen afkomstig waren.
(Wordt vervolgd.)