Burgeravondschool
Herhalingsonderwij s
Anna's huwelijk.
No. 94. Honderd en zevende jaargang. Zondag 6 Aug. 1905.
te ALKMAAR.
Landweer.
FEUILLETON.
Van Week tot Week.
met 4-jarigen cursus
De Burgemeester der gemeente Alkmaar
herinnert den verlofgangers der militie van
de lichting 1897, die bestemd zijn op 1 Au
gustus a.s, naar de landweer over te gaan,
aan hunne verplichting om zich na 1 Au
gustus a s. doch vóór of op 30 Augustus d.
a. v. ter gemeente-secretarie aan te melden
onder overlegging van hun militair zak
boekje.
Jongens en Meisjes.
1LK1HMRSCHE COURANT.
Inschrijving van Leerlingen aan bovengenoemde in
richting voor den cursus 1905/1906 zal plaats hebben op
Donderdag, 17 Augustus, voor leerlingen van den vorigen
cursus en op Vrijdag, 18 Augustus, voor hen, die de
school voor het eerst wenschen te bezoeken, telkens des
avonds van 79 nren in het gebouw der Burgeravond
school.
Zjj die een bewjjs kunnen overleggen, van met vrncnt
het lager onderwijs aan eene openbare of bijzondere
school genoten te hebben, worden van het vereischte
toelatings examen vrijgesteld.
Het schoolgeld bedraagt f 5.per leerling, f 2.50 voor
wien dit te bezwarend is en geheel vrjj voor hen die
geen schoolgeld betalen kunnen, ter beoordeeling van
Burgemeester en wethouders. Voor zoover er plaats
ruimte is, kunnen oud-leerlingen, die aan het einde van
den vorigen cursus het diploma ontvingen, en leerlingen
uit omliggende gemeenten de laatsten tegen het hoogste
schoolgeld worden aangenomen.
Tevens wordt nog medegedeeld, dat zjj die meer dan
tweemaal in de maand zonder noodzaak de lessen ver
zuimen van de school kunnen worden verwjjderd.
Ouders en voogden gelieven hiervan goede nota te nemen.
De Directeur,
H. VAN DER HEIJ.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd,
Juli 1905. JAN DE WIT Dz., lo Burg.
VOOR
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Alkmaar brengen ter keunis van ouders of verzorgers
van kinderen, die dezen tot eene der herhalingsscholen
voor jongens of voor meisjes in deze gemeente wenschen
toegelaten te zien, dat de gelegenheid tot aangifte daartoe
zal bestaan, ook voor hen die reeds in het vorig jaar
aan het onderwjjs hebben deelgenomen, van 8 tot en
met ÏO Angnstnsa.s.,desavonds van 6—8 are
ten stadhaize.
Herhalingsonderwjjs zal omvatten
o. de IWederlandsche taal
b. het rekenen
c. het boekhouden, het bandelsrekcnen, het in
richten van eenvoudige administratie;
d. indien daaraan behoefte blijkt te bestaan de begin
selen der Fransche, Duftsche en Elngelsche
taal
e. de nattige handwerken voor meisjes.
Het schoolgeld bedraagt per kwartaalvoor een kind
Naar het Duitsch van IDA II O A - E D.
DOOR
12) ED. VAN DEN GHEYN.
«Toch mooi ik zou ook wel naar Parijs willen,"
zei Ursnla.
Ze zwegen een oogenblik, wat voor zoover Ursnla
betreft wel geheel tegen haar gewoonte was. Maar die
had vandaag ook zooveel aan het hoofd.
»Of ik het ooit zoo ver zal brengen zei de vriendin
plotseling met een zwaren zacht.
.Trouwen knn je iederen dag. Karei is er altijd nog.
En het zon een geluk voor hem zijn," antwoordde Anna,
terwjjl ze haar grjjzen reismantel omsloeg.
Dat wist Ursnla wel. Ze had er nooit anders over
gedacht. Trouwen moet men. En behalve Karei was er
geen pretendent voor haar. Willem Hammers beviel haar
niet, en zjj was te veel boerin voor hem, dat had zo
wel gemerkt.
Maar sedert luitenant Normann er was geweest, wist
ze hoe de man er moest uitzien, dien ze graag zou
hebben.
.Anna," zei Ursula, en ze keek ietwat verlegen voor
zich, .zul je me eens inviteeren?"
Zoo vaak als je maar wilt. Te Berlijn of te Som-
merhagen in 't voorjaar en te Ostrau in 't najaar. Je
hebt maar belet te vragen."
.Belet vragen dat is maar zoo zoo! Inviteer me
lieverwanneer wanneer jullie bijvoorbeeld nog
meer jonge logé's hebt."
Aduu begreep het, maar hield zich van de domme.
„Ben je soms bang, dat je alleen met graaf Leopold
en mjj, je znlt vervelen?" vroeg ze glimlachend.
Ursnla stak haar jnist met een gouden naald de
f 1.50voor twee kinderen nit een gezin, geljjktjjdig
de school bezoekende, per kind fl.voor elk kind meer,
per kind f 0,50.
Voor minvermogenden is slechts de helft en voor
onvermogenden geen schoolgeld verschuldigd.
Belanghebbenden worden uitgenoodigd by de aangifte
het vaccinebewjjs der leerlingen over te leggen.
Alkmaar, Burgemeester en Wethouders voornoemd
20 Juli 1905. JAN DE WIT Dj., Voorzitter, 1°. Barg
DONATH, Secretaris.
Het Ontwerp-Werklieden-reglement.
I.
Dank zij het uitstel van de behandeling der door
B. en W. van Alkmaar bij den Raad ingediende ver
ordening, regelende de rechtspositie van de werklieden
der gemeente ziehier de lange naam, dien men te
Alkmaar geeft aan hetgeen men elders kort weg «werk -
lieden-reglement" noemt zijn wij nu in staat eenigs-
zins d téte reposée de diverse artikelen te bespreken en
na te gaan, hoe in andere gemeenten de regeling van
hetzelfde onderwerp heeft plaats gehad.
In art. 1 wordt voorgeschreven dat de bepalingen
van het reglement niet van toepassing zijn op a. hen,
die voor korteren tijd dan 4 weken worden in dienst
genomen, b. hen, die aangesteld zijn om regelmatig
slechts enkele weken per jaar of enkele dagen per week
werkzaamheden te verrichten en c. leerlingen. Dit is
geheel de Leidsche opvatting. Elders heeft men zich
aan de benaming «leerlingen" gestooten en niet geheel
zonder grond. Zoo b.v. te Amsterdam, waar een grief
der werklieden was, dat op verschillende werkplaatsen
jongens worden aangenomen, die niet in de gelegenheid
worden gesteld een vak in allen deele te leeren en om
daaraan tegemoet te komen is de naam «jeugdige werk
lieden" voorgesteld, opdat aan de ouders duidelijk zou
blijken, dat de gemeente een opleiding in het vak niet
kan waarborgen en zij, indien zij deze voor hun kinderen
verlangen, hen niet op jeugdigen leeftijd in dienst der
gemeente moeten laten treden. Wij kunnen dit evenwel
verder in het midden laten alleen zij nog geconstateerd,
dat het schrappen voor Alkmaar van de in de laatste
alinea van het Leidsche art. 1 voorkomende zinsnede,
die voorschrijtt dat de staat van betrekkingen minstens
eenmaal 'sjaars moet worden herzien, kwalijk als een
verbetering is te beschouwen. Zooals de bepaling in het
Alkmaarsche ontwerp-reglement nu luidt, biedt zij niet
den minsten waarborg tegen veroudering van den staat.
De uitvoerige artikelen 3 en 4 zijn woordelijk uit het
Leidsche reglement overgenomen, alleen met dien ver
stande, dat hier het woord «eventueel" is gevoegd voor
alle zinsneden, waarin over pensioenen wordt gesproken
Hoe lang die artikelen ook zijn, toch wil 't ons voor
komen, dat daaraan nog een bepaling zou kunnen toe
gevoegd worden en wel deze, dat de werkman een
verklaring onderteekent, dat hij van het reglement enz.
heeft kennis genomen en zich aan de bepalingen daarvan
onderwerpt. Over het nut hiervan zullen wij zeker niet
behoeven uit te weiden.
In art. 4 wordt gezegd, dat de werkman geen loon
arbeid mag verrichten tenzij met schriftelijke vergunning
ceintuur vau achteren aan den rok vast.
»Och, ik geloof dat je man me zoo nietig en boerin
achtig vindt."
«Nonsens! Hij is zoowel een goed mensch als een man
van beteeken is."
«Ja o hemel zoo'n man! Jjj past ook jnist voor
hem, Anna. En je hebt het toch altjjd gezegd, dat je
hier niet wilde vegeteeren. Je verlangdet naar een groot-
scher levenal was het ook niet een van onverdeeld
gelnk. Weet je nog, hoo we Byron samen lazen? Een
half jaar lang en altjjd heb je geciteerd, dat niets gaat
boven een leven onzer kenze."
»Och ja, toen waren we dwaze bakvischjes", zei
Anna afwjjzend.
«Eigenlijk kan men echt fatalistisch worden," begon
Ursnla weer, terwijl ze handig en ving het handvalies
van Anna inpakte, >als men zoo nagaat hoe jnllie, jjj en
je man, bij elkaar zijt gekomen. Hij is toch zeker wel
dnizend keer in de gelegenheid geweest om verliefd te
worden. En dan zoo'n famenze partij als hjj is
die znllen ze hebben nageloopen I Maar hij kon maar
nooit tot een beslnit komen. En daar gaat hjj in Novem
ber bjj zjjn vriend Kranmer je weet het nog wel?
Hoe dikwijls verweet die hem niet, dat de vriend zijner
jengd alle uitnoodigingeu voor de jacht afwees en dat
het zelfs een heel knnststnk mocht heeten graaf Eberhard
eens te pakken te krjjgsn. Ja, bjj gelegenheid van het
zilveren feest van Kranmer komt-ie en leert jon
kennen, en ontmoet je daags daarna weer op het diner
bjj Hammers, waarnaar de Kranmers hem meesleepten.
Ik begreep het dadeljjk, dat-ie zich alleen om jon weer
te zien liet meetronen. Het was alsof het zoo had moe
ten zijn alsof een inwendige stem had gewaarschuwd
Wacht nog met trouwen zjj die je hebben moet,
heeft het lot nog voor je bewaard in petto gehouden."
»Nu, het noodlot kan voor jon ook nog iets in petto
hebben," troostte Anna.
»Dat willen we hopen 1" zuchtte Ursula oprecht, «maar
hij most brnine oogen hebbent"
Ze zon zoo graag in dit afscheidsuur haar hart hebben
van B. en W. en gedurende den tijd, waarin de ge
meente zijn diensten niet behoeft. Is dat niet wat erg
omslachtig en wordt daardoor niet noodeloos de toch
al niet zoo lichte taak van B. en W. verzwaard In
dergelijke zaken zou toch de beslissing kunnen gelaten
worden aan het hoofd van eiken tak van dienst, naar
wiens rapport zich B. en W. toch zeker meestal zullen
gedragen.
Over de ietwat zonderlinge redactie van het Alkmaar
sche artikel 5 schreven wij reeds in een vorig nummer.
Te Leiden heeft men voor het tweede gedeelte van dit
artikel het Amsterdamsche model gevolgd en derhalve
is dit ook hier geschied. De Amsterdamsche Raadscom
missie, die B. en W. aldaar heeft geadviseerd omtrent
het door de Commissie van Hoofdambtenaren ontworpen
nieuwe werklieden-reglement, heeft zich evenwel niet
tevreden gesteld met de bepaling«De werkman is
gehouden de hem opgedragen werkzaamheden met ijver
en nauwgezetheid te volbrengen en daarbij stiptelijk de
hem gegeven bevelen op te volgen", maar zij heett
daaraan toegevoegd: «Wanneer hij door onvoorziene
omstandigheden verplicht is van deze bevelen af te
wijken, geeft hij daarvan zoo spoedig mogelijk kennis
op de wijze als in de bijzondere voorschriften voor den
tak van dienst, waarin hij werkzaam is, is aangegeven."
Een bepaling, waarvoor wel iets te zeggen is.
Dat mede-zeggenschap van de werklieden wordt te
Alkmaar nog meer dan te Leiden beperkt in art. 6.
Daarin wordt namelijk de werkman verplicht schade te
vergoeden voor nadeel toegebracht aan hem ter verwer
king gegeven grondstoffen, toevertrouwde gereedschappen
enz., tenzij hij zooals het Leidsche reglement zegt
aantoone dat dit nadeel buiten zijn schuld is ontstaan.
Hier wijkt de Alkmaarsche redactie even af; zij luidt:
«De werkman is verplicht schade te vergoeden in zoo ver
door zijn schuld de gemeente mocht benadeeld zijn."
Overigens is dit artikel daar eenigszins zonderling geplaatst
en zou de strafbedreiging ook wel tot haar recht kunnen
komen in de speciale aan straften gewijde artikelen.
Van de regeling van de werk- en de rusttijden heeft
men zich in het Alkmaarsche reglement wel wat heel
gemakkelijk afgemaakter wordt toch in de eerste
alinea van art. 8 daaromtrent niets anders gezegd dan
dat deze tijden geregeld worden door het hoofd van
eiken tak van dienst, onder goedkeuring van B. en W.,
met alleen deze reserve, dat de werktijd niet meer mag
bedragen dan 10) uur per etmaal, daaronder niet be
grepen de gebruikelijke rusttijden. Wij meenden, dat
juist een werklieden-reglement in de eerste plaats diende
om wederzijds tusschen gemeente en werklieden de
rechten en verplichtingen, juist ook ten aanzien van de
werktijden, te regelen. Plotseling hebben B. en W. van
Alkmaar bij art. 8 het Leidsche reglement, dat zij zoo
trouw volgden, in den steek gelaten de beide eerste
alinea's werden alleen overgenomen en de drie anderen
werden geschrapt zonder daarvoor iets in de plaats te
geven, 't Zal wellicht sommigen onzer lezers interes
seeren, hoe minutieus dit punt is geregeld door de zoo-
even genoemde Amsterdamsche Raadscommissie, zoodat
wij de door haar te dien aanzien voorgestelde bepalingen
laten volgen
uitgestort en haar vriendin in het volste vertrouwen
hebben genomen. Maar Anna wilde op dit oogenblik
evenmin van die dnideljjke toespelingen iets weten als in
de vorige maanden. Het had er veel van, alsof ze met
Ursnla over haar dwepen met Stephan Normann liefst
niet wilde spreken. Ursula maakte er de gevolgtrekking
nit, dat haar schrandere Anna deze dweperjj geheel als
zonder eenig vooruitzicht beschouwde en dat was
vreeseljjk ontmoedigend.
Maar wie wist, boe een dubbeltje nog bon rollen, hoe
alles nog zon uitvallen, nn Anna met een bloedverwant
van Normann gehuwd was.
Er werd aan de denr geklopt, en gravin Leonore kwam
binnen.
«Klaar? vroeg ze. «En onze Ursnla heeft zoo nog een
laatst kwartiertje verpraat met de vriendin barer jengd.
üp dit oogenblik barstte Ursnla plotseling in tranen
nit, even jammerlijk als zs vöèr de voltrekking van het
hnweljjk had gedaan.
«Lief kind," troostte Leonore goedig, «je gaat Anna
zoo spoedig mogeljjk opzoeken bij voorbeeld in 't
voorjaar op Sommerhagen met je broer, niet waar?
Onzen neef Stephan Normann, dien je 'Ook kent, znllen
wo dan ook inviteeren niet waar?"
Ursnla ging voort met weenen. Haar hart was te vol.
Maar dankbaar kaste ze de band der onde dame.
Hot ontging Leonore niet, dat Anna niet scheen te
weten dat nn spoedig afscheid zon genomen worden. Ze
begreep evenmin, wat de vreemde, verbaasde, bjjna norsche
blik had te beduiden, waarmee Anna baar aanzag, toen
za van do invitaties sprak.
Zag de jonge vronw daarin misschien een ingrjjpen in
haar rechten? Was nn het tjjdstip gekomen, dat men
met zjjn woorden voorzichtig moest zjjn, teneinde zich
niet onbewnst in de vingers te snjjden?
Anna had er echter in 't geheel niet aan gedacht, dat
het voortaan aan ha&r was om logé's te Sommerhagen
te noodigen. Ze maakte zich gereed om heen te gaan.
{Wordt vervolgd.)