No.
Honderd en zevende jaargang.
1905.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
taat
ZATERDAG
Prijs der gewone advertentiën
2 SEPTEMBER.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele Rijk f I,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groot©
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N, V. Boek- en Handelsdrukkerij
Vjh. HERMs. COSTER ZOONVoordam C 9.
Algemeen Overzicht.
Gemengde Mededeelingen.
Uit de Pers.
Nieuwstijdingen.
Een paar jaar geleden waren in ons land de worstel
wedstrijden meer en vogue dan tegenwoordig. Vooral te
Amsterdam werd er toen druk aan gedaan en van een
talrjjk toeschouwend publiek kon men altjjd verzekerd
zjjn. Dan zag men de forsche gestalten z:ch wringen en
inspannen, totdat eindeljjk een der worstelaars werd
„gelegd'' en de aanwezigen uitbarstten in geestdriftig ap
plaus. Wie 't gewonnen had was natuurlijk in benijdenswaar
diger positie dan de „gelegde", maar niettemin, ook bjj
voelde zjjn corpus en de ledematen, die in jjzeren knelling
v/aren geweest. De omstanders juichten van hun veilige
plaatsen, maar do worstelaars moesten zich vermannen
om hun gezicht in den gewonen plooi te houden.
Wat men hier kreeg te zien in het klein, aanschouwt
men thans in het groot.
Heel de wereld, die niet rechtstreeks had te maken
met den oorlog tusschen Rusland en Japan, juicht
nu de vrede is gekomen. In alle landen heeft zich de
bljjdscbap geuit, overal worden geroemd degenen, die
't tot deze uitkomst hebben weten te brengen. Men eert
de Japanners, dat zij hebben toegegeven om 't niet op
nieuw tot een bloedbad te laten komen, men prjjst Witte
als een der grootste diplomaten van dezen tijd. Doch al
die vreugde en al die uitbundige lof bepalen zich stipteljjk
tot de volkeren, die op een afstand hebben gestaan
bjj de beide betrokken partgen is niets daarvan te be
speuren.
In Japan neemt de verontwaardiging over de bepalingen
van het vredestractaat hand over hand toe. Een telegram
uit Tokio geeft ervan bljjk. De ministers Katsoera en Ito
dus heet 't daarin ontvingen een groot aantal
protesten tegen de vredesvoorwaarden zooals die door
de bladen gepubliceerd zijn. De afwezigheid van elk
vreugdebetoon is het meest opmerkenswaardige verschjjnsel
voor de ontvangst van het vredesbericht door het Japansche
volk. De meerderheid hoopte, dat de onderhandelingen
zouden worden afgebroken, wegens de weigering van
Rusland om een oorlogsvergoeding te betalen. De bladen
bevatten krachtige vertoogen tegen de vredesvoorwaarden.
De Jijt Shimpo zegt dat deze voorwaarden nooit de natie
kunnen bevredigen, de Kwai Nichi zegtonze eenige hoop
was dat de conferentie zou worden gestaakt. Japan was
zegerjjk in het veld, maar werd overwonnen in de raadkamer.
De Nicht Nichi verbaast zich erover, dat deze vrede kon
worden gesloten, terwjjl alles erop wees, dat het on
mogelijk was Rusland te bewegen tot aanneming van de
Japansche eischen,die voor dit land levensvoorwaarden wa
ren. De onafhanktljjke radicale Torozu >Shimbun roept het
volk op tot een krachtige actie tegen den vrede van Ports-
moutg, en verklaart dat alleen een spoedige tusschenkomst
van het volk een nationale ramp kan voorkomen. Slechts
één stem is er van ander geluid. Aan een vertegenwoordiger
van Reuter verklaarde namelijk Takahasji. financieel
commissaris van Japan, dat de nu zich uitende teleur
stelling weldra plaats zou maken voor een beter inzicht
in de wjjsheid der overwegingen, door welke de Mikado
zich liet leiden. Die stem verdwijnt echter in den
chaos van bittere verontwaardigingskreten.
En nu Rusland. Is er dankhaarheid jegens Witte
Slechts zeer sporadischDaarentegen zijn er veel meer
verschgnselen, dat hy zal worden een zondebok, dat op
zjjn hoofd zullen neerdalen de gevolgen van Rusland's
onbekwaamheid in het oorlogvoeren. De pers jnicht ook
niet over den vrede, integendeel, zjj slaat een toon aan,
die in de gegeven omstandigheden si zeer ongepast moet
worden genoemd. Zoo schrgft b. v. de Nowoje Wremja
Dat Rusland dezen treurigen vrede aanneemt, geschiedt
alleen omdat het er toe genoodzaakt is. Men kan den
vrede niet anders dan als een voorloopige beschouwen.
De overwinnaar kreeg te weinig en de overwonnene deed
te groote concessies. De vrede is slechts een rustpunt
in de geschiedenis van de betrekkingen tusschen Rusland
en Japan. Na een strijd van 18 maanden kunnen de
bussen en de Japanners elkaar de hand drukken en een
»tot wederziens" toeroepen.
w^leenu-6J ^Zar en tenminste een geluk voor
Witte, altgd wanneer de Keizer zich maar weer niet tot
een ander gevoelen laat overhalen moet zich oprechte-
g °ver den afloop verheugen. Hij had dien niet ver
wacht. Toen hg Dinsdag een bezoek aan Bjorko bracht
om een daar in aanbouw zjjndeu kruiser te bezichtigen,
seinde hg vóór zijn vertrek aan Witte om de onderhan
delingen af te breken en Portsmouth te verlaten als de
Japansche gevolmachtigden op schadeloosstelling bleven
aanhouden. Toen de Czar op Peterhof terugkeerde vond
g Witte's telegram, dat Japan had toegegeven en de
vrede was verzekerd.
Italië en de Paus. Veel voldoening wekt in Va-
de broeïe® vaTde ^iet.bericht, dat de hertog van Genua,
I S L koningin-weduwe van Italië, een som
van 200 frs. heeft geschonken als bijdrage voor de on-
richting van een standbeeld voor paus p!us X te Riese
ak fe„b0n^Pla?;tS Van,Z- F" ^en beschouwt deze gift
Iru® betrekkingen tusschen het
worden". Koninklijk huis langzamerhand beter
Keizer F ranz Jozef in Tirol. De Keizer van
Oostenrijk woont de manoeuvres in Zuid-Tirol bii Voor
zijne persoonlijke veiligheid worden pijnlijk nauwgezette
ziïnTmW f Regelen genomen. tie ItaliaiSe
zijn den Oostennjkschen autoriteiten in deze tot hub
geweest. Zij hebben o.a. de Italiaansche anarchisten, die
op een pas naar Tirol reisden, aangegeven en, zonder
om gevraagd te zijn, een aantal harer bekwaamste
detectives ter beschikking van de Oostenrijksche politie
gesteld.
Van al deze maatregelen ondervindt de bevolking van
Zuid-Tirol grooten overlast. Er heerscht ook een zenuw
achtige stemming en, hoe gaarne men den Keizer
die van zijn bewaking onkundig wordt gehouden in
andere omstandigheden in zijn midden ziet, thans zal
men zich opgelucht gevoelen, wanneer Z. M. weder ver
trokken is en men al die gendarmes en speurhonden
verdwijnen ziet.
Frankrijk en Marokko. Het geschil tusschen
I' rankrijk en Marokko over den Algerijn Boe Mzian
schijnt met de vrijlating van den gevangene niet afge-
loopen. Vooreerst zegt men, dat de mededeeling van de
Marokkaansche regeering over die vrijlating de Fransche
regeering mishaagt. Het Machzen zou nl. geschreven
hebben, dat Boe Mzian in de gevangenis ernstig ziek
was geworden en zij hem daarom in vrijheid stelde.
Dus niet om Frankrijk te gelieven, noch in erkenning
van Frankrijks recht ten deze. Ook zou het Machzen
niet geantwoord hebben op Frankrijks eisch van
schadevergoeding, verontschuldiging en bestraffing van
den betrokken ambtenaar. Nu echter, volgens de be
richten, de Duitsche gezant zijn invloed bij den sultan
laat gelden om hem te bewegen Frankrijk genoegdoe
ning te geven, mag men wel aannemen, dat dit kleine
geschil niet de reden voor een uitbarsting zal worden.
De Engelsche pers is anders weer druk bezig met
Frankrijk op te stoken. Frankrijks eer gedoogt niet, dat
het de zaak zoo kalm zijn beslag laat nemen; het moet
volledige voldoening eischen enz.
Cholerain Duitschland. Uit Culm wordt ge
meld, dat bij twee zieke jongens gebleken is, dat zij
aan cholera leden. Drie nieuwe ziektegevallen, waarbij
aan cholera gedacht wordt, deden zich voor. Een man
is aan cholera gestorven.
Nog meer onrust te Portsmouth. Te
Portsmouth, waar de vredesonderhandelaren bijeen zijn,
werd Donderdagnamiddag een aardbeving waargenomen.
De huizen schudden en onder de bevolking ontstond
een paniek. De toegebrachte schade is slechts gering.
De Fransche avonturier. Gallay, de diei'
van het sComptoir d'Escompte" te Parijs, heeft aan het
Braziliaansche volk een manifest gericht, waarin hij 't
oproept om zijn uitlevering niet te dulden, maar bewjjzen
voor zijn schuld te eischen. Naar men zegt is, vóór het
jacht te Bahia binnenviel, een onbekende aan boord
gekomen, waarna Gallay met hem aan wal is gegaan,
met een aantal pakjes bij zich. Als dat waar is, kan er
een en ander van den buit verborgen zijn. In 't geheel
heeft men nu 580,000 fr. gevonden in verschillende
waarden, benevens een aantal juweelen, een groote
hoeveelheid nieuwe kleeren, kortom alles wat er noodig
is voor eene langdurige reis.
Vier agenten zullen naar Bahia vertrekken, teneinde
de beschuldigden te bewaken. Einde October zullen zij
te Parijs aankomen. De waarden, juweelen, enz., zijn
aan den Franschen consul ter hand gesteld. Er waren
60.000 fr. in Engelsch goud en papier, 510.000 fr. in
Fransche bankbriefjes, 3 bankbriefjes van 20 pond,
600 fr. in goud en 5000 fr. in bankbriefjes, dus in 't
geheel 580.000 fr. Bij Gallay en Madame Merilly vond
men twee beurzen met goud gevuld, twee diamanten,
twee ringen versierd met briljanten en nog verscheidene
kostbaarheden van mindere waarde.
Vergiftiging op groote schaal. In de dor
pen Mohol, Obecte en Peterrev in het comitaat Bacs in
Hongarije werd sedert lang opgemerkt, dat verscheiden
mannen allen aan een eigenaardige, onbekende ziekte
overleden. Zij vermagerden verschrikkelijk en stierven
dan na verloop van ongeveer een half jaar.
Door een toeval heeft de gendarmerie nu ontdekt,
dat een bende vrouwen zich had vereenigd om haar
mannen, van wie zij genoeg hadden of waarvan ze hoopten
te erven, te vergiftigen. Het vergif werd geleverd door
een zekere vrouw Miriczky, bij wie een huiszoeking
negen verschillende vergiften in flesschen aan 't licht
bracht en een hoeveelheid arsenicum. Tot dusver zijn
veertien vrouwen aangehouden, die allen bekend hebben.
Daar de misdaden sedert jaren zijn gepleegd zullen nog
verscheiden arrestaties volgen.
Dikhuidige moordenaars. In den »Jardin
des Plantes" te Parijs heeft de groote Afrikaansche
olifant Said zijn oppasser gedood. Die oppasser kwam
binnen de omheining om het hok schoon te maken,
toen de olifant een dier van 7000 kilogram, op
den man aankwam, hem met den snuit om het middel
greep en hem in een hoek wierp. Toen men, niet zonder
moeite, de aandacht van het woeste dier had afgeleid
en den ongelukkige uit de omheining kon halen, was
hij reeds dood.
Er js in den Parijschen «Plantentuin" nog een andere
dikhuidige moordenaar, namelijk een nijlpaard, dat twee
oppassers heeft gedood, een in 1902 en een in 1904.
m e-\? bu^s van veertig verdiepingen. Te
New-lork, waar huizen van 20 en 25 verdiepingen
de zoogenaamde «luchtschrapers" geen zeldzaamheid
wor(^ nu °P den hoek van »Broadway" en de
«Thirty Secondstreet" een huis gebouwd van veertig ver
diepingen.
Ernstig spoorwegongeluk. De trein van
den »Great Eastern Railway" van Londen naar Cromer
deraillleerde gisteren bjj het station Witham en liep in
do stationsgebouwen. Tien personen werden gedood, twin
tig gewond. Een particulier telegram uit Landen aan het
Hbl. meldt hieromtrent de volgende bijzonderheden
De verongelukte trein was de express van Liverpool-
street-station naar de deftige badplaats Cromer aan de
Noordzee, welke daar omstreeks één uur moest arriveeren.
Even voor Witham, waar de trein niet behoefde te
stoppen, derailleerde een wagen in bet midden van den
trein door een onbekende oorzaak en sleepte de overige
wagens mee. Do locomotief bleef in de rails, enkele
wagens vielen dwars over het spoor, andere werden op
het perron geslingerd en tegen bet stationsgebouw ver
brijzeld, daarbjj werd een loods vernield en een zich
daarin bevindend besteller onmiddellijk gedood.
De gashouders onder de waggons vatten vlam en
legden de ruïnes in aseh. Toen waren echter reeds de
meeste slachtoffers door het toegesneld personeel uit de
verbrjjzelde wagens te voorschjjn gehaald.
Zes vronweljjke passagiers en drie mannen, behalve
genoert.de besteller, bleken gedood. De meesten waren
vreeseljjk verminkt, bovendien waren dertien personen
zwaar en vele anderen licht verwond.
Een meisje van zeven jaar werd zoo goed als gescalpeerd
gevonden, met gebroken arm, doch levend. Haar moeder
was gedood. Veertig kindoren uit het Barnardo-instituut,
in een der achterste wagens gezeten, kwamen met den
schrik vrjj.
Bjj het afzenden van dit telegram vonden aan Liver-
poolstreet nog steeds hartroerende tooneelen plaats, wjjl
daar honderden trachtten berichten omtrent bloedverwanten
te krjjgen die in den trein waren, terwijl enkele geredden
er van de plaats des onhrils aankwamen. Da oorzaak
van het ongeluk is nog steeds in duister gehuld.
Predikant-Hawerlld.
Er zijn in de laatste jaren al heelwat veranderingen
gekomen in de ongeschreven wetten, waaraan een pre
dikant, vooral ten plattenlande, zich had te onderwerpen.
Ongeschreven wetten, ja, maar daarom waren ze niet
minder streng. We kennen er niet alle artikelen van,
maar toch wel eenige. Sommige daarvan regelden tot
in het minutieuse het toilet en het voorkomen van den
predikantlichte pantalons en korte jasjes waren al
evenzeer uit den booze als wereldsche knevels. Wat den
hoed betreft, een zoogenaamd «kaasbolletje" vond geen
genade en evenmin een flambard of stroohoed: in elk
deel van het jaar moest 't »een hooge" zijn. De voor
geschreven kleur van de kleedij was zwart en een
gekleede jas genoot de voorkeur. Een ander asriikel van
deze wet der volks-ovei'levering schreef voor, dat de
predikant op Zaterdag volkomen onzichtbaar moest zijn,
dan was hij gehouden zich te bevinden op zijn studeer
kamer om zich voor te bereiden voor ae godsdienst
oefening van Zondag
Gaandeweg zijn die vereischten, waaraan een predikant
had te voldoen, uitgesleten, vooral in de grootere ge
meenten, maar 't is niet onmogelijk, dat er hier of daar
restanten van zijn blijven hangen. Wanneer men bij
het uiterlijk van deze dingen blijft, dan kunnen zij bij
sommigen wellicht aanleiding geven tot hilariteit, maar
de kern van de zaak heeft toch wezenlijk wel iets ernstigs
De dorpelingen toch zagen in al die opgesomde voor
schriften waarborgen voor het behoud van de waardig
heid van hun voorganger, zij wilden er door zijn uiterlijk
aan herinnerd worden dat hij boven hen stond.
Die hooge positie van den predikant is dezer dagen
ook een der elementen geweest in een debat over de
onvereenigbaarheid van het ambt van predikant met
het lidmaatschap der Staten-Generaal. Er zijn er, die
meenen dat aan deze positie schade wordt gedaan bij
het woeden van de politieke hartstochten. Overigens
zijn er in die quaestie nog verschillende andere elementen
te overwegen.
Zooals men weet heeft de Synode der Ned. Hervormde
Kerk de bewuste onvereenigbaarheid uitgesproken. Dr.
de Visser kan zich met die uitspraak kwalijk vereenigen
en bracht daartegen zijn bezwaren in De Nederlander
te berde. Op enkele punten kwamdaarop een tegenspraak
van Ds. Chavannes, aan wien Dr. de Visser weer het
antwoord niet is schuldig gebleven.
Het eerste artikel van Dr. de Visser was aanleiding
voor de N. ff. Ct. om aan deze zaak een hoofdartikel
te wijden. Daarin wijst zij erop, dat geen ander belang
dan dat der Kerk en van den godsdienst op den voor
grond heeft gestaan, zooals ook het geval was in de
moties der classicale vergaderingen en in de adressen,
aan de Synode gericht. Uit dat oogpunt wil zij de zaak
niet beoordeelen, maar wel wil zij van haar standpunt
zeggen, dat het haar alleszins verklaarbaar voorkomt,
dat zij, die voor de waardigheid en het aanzien der
Kerk en voor de godsdienstige belangen des volks te
waken hebben, tot een besluit komen, als door de Synode
op veelzijdigen en sterken aandrang uit den boezem
der Kerk genomen.
Nu zoekt Dr. Visser «het fond van den strijd" hierin,
dat de Nederlandsch Hervormde Kerk door het genomen
besluit «eigenwillig haar publiekrechtelijke positie ver
zwakt". Maar als dit zoo ware, hoe zou het dan te
verklaren zijn, vraagt de N. 11. Ct. dat de Kerk
nooit eene stem van protest heeft laten hooren, toen
de Grondwet des lands dienstdoende geestelijken en
bedienaren van den godsdienst van het lidmaatschap
der Staten-Generaal uitsloot In ons staatsrecht hebben
releveert de N. R. Ct. de kerkgenootschappen
geen publiekrechtelijk karakter; maar kón er van eene
publiekrechtelijke positie der Kerk sprake zijn, dan zou
deze toch h. i. zeker niet hiervan afhangen, dat dienst
doende predikanten zitting nemen in 's lands Vertegen
woordiging, want in elk geval krijgen zij daar geen
zitting als mandatarissen der Kerk. Hoe ook met die
stelling van dr. De Visser te rijmen zijn beweren, dat
het te doen is om de positief christelijke staatkunde,
door hem en anderen voorgestaan, tegen te gaan vraagt
zij voorts. Als dit de zaak is, dan staat er h. i. een
staatkundig belang op den voorgrond, en heeft dus de
publiekrechtelijke positie der Kerk (een zuiver kerkelijk
belang) niets met den strijd te maken.
Zou ook hier van toepassing zijn gaat de N. R. Crt.
voort de opmerking van den heer Chavannes, dat
dr. De Visser wèl zijn toevlucht tot slechte argumenten
moet nemen, om eene slechte zaak te verdedigen
In het belang van ons staatkundig volksleven en
uit dit oogpunt alleen hebben wij als politiek orgaan
de zaak te beoordeelen verheugen wij ons over de
beslissing der Synode en hopen wij, in tegenstelling
met den heer De Visser, dat zij wèl de goedkeuring
der Kerk op haar besluit zal ontvangen. Het staat
kundig volksleven toch kan er slechts bij winnen,
wanneer aan de toenemende vermenging van godsdienst
en politiek paal en perk gesteld wordt.
Dit kwaad, dat in de laatste jaren een steeds
verontrustender karakter heeft aangenomen, onder
den invloed van hen, die met den heer De Visser
stemming maken voor een zoogenaamd «positief
Christelijke Staatkunde", het moge dan niet geheel
gestuit kunnen worden door synodale besluiten of
besluiten van classicale vergaderingen, zal in elk
feval, nu het ook van bevoegde kerkelijke zijde af-
euring vindt, wel niet verder toenemen, maar tot
staan worden gebracht. Want die afkeuring zal er
krachtig toe bijdragen om veler oogen, nu nog voor
de noodlottige gevolgen blind, te openen.
De veranderde opvatting van de Synode wat zij
in 1901 heeft goedgevonden, keurt zij thans af is
volgens de N. R. Crt. ook gereedelijk te verklaren.
Want, betoogt het blad, het is een feit, dat de
geestelijken en bedienaren des Woords nooit te
voren zich zoo geroerd hebben in de politiek, als in
de vierjarige periode, die tusschen de twee beslissin
gen der Synode ligt, nooit zich in den politieken
strijd zóó op den voorgrond hebben gedrongen, als
waren zij de geroepenen om als staatkundige leiders
des volks op te treden, als ware het terrein der
politiek bij uitnemendheid h u'n terrein.
Het was eene ware invasie van met geestelijk gezag
bekleede heeren op het gebied van den Staat, wat
men aanschouwd heeft. Vroeger kon het nog als eene
uitzondering beschouwd worden, dat iemand met het
geestelijk ambt bekleed, naar een zetel in 's lands
raadzaal dong: bij de Juni-stembus van dit jaar echter
had het er iets van, als wilden de predikanten alle
beschikbare plaatsen op het Binnenhof innemen. Van
de vjjf Rotterdamsche zetels wilden zij er slechts twee
aan leeken overlaten Waarlijk, waar zoo de feiten
spraken, is het geen wonder, dat de Synode tot beter
ynzieht kwamOp ernstige mannen, met door partij
schap verblind, moesten zij wel een diepen indruk
maken, een indruk, die tot nadenken stemt.
Dr. Kuyper weder door eea liberaal
schrijver geëerd.
Een predikant, die in den jongsten verkiezingsstrijd
herhaaldelijk van zich heeft doen hooren, is Ds. K. Vos
te Woudeend. Vooral aan Dr. do Visser gaf hjj zeer
harde noten te kraken en Dr. Kuyper kwam er bjj hem
ook niet zonder kleerscheuren af.
Te aangenamer treft 't daarom nu te zien, dat na
den strijd Ds. Vos hulde brengt aan zjjn tegenstander.
In het Vad. worden nameljjk door dezen Doopsgezinden
voorganger brieven geschreven Uit de Friesche pastorie"
en in den jongsten brief wordt met groote waardeering
door hem over Dr. Kuyper gesproken.
Hjj zegt, dat hij hem beschouwt als den grootsten
politicus van ons land, den grootslen na Thorbecke,
roemt zjjn gaven als journalist en verklaart, na stilgestaan
te bebben bjj dr. Kuyper's groote werkkracht en diens
woekeren met den tjjd, dat, al moge een ander even
onverdroten arbeidzaam wezen als dr. Kuyper, zelfs al
beschikt hg over een sterk geheugen en een vlug verstand,
in de verste verte niet bereiken zal wat dr. Kuyper tot
stand bracht, niet alleen omdat deze is een door God
boven duizenden begenadigde, ook omdat hg is groot
van geloof en dèArdoor groot van volharding. Verder
merkt hjj op, dat ons land in den laatsten tjjd geen
grooter theoloog gehad heeft dan dr. A. Kuyper en
daarna besluit hg:
Wjj hebben behcefte openljjk te erkennen, dat met
dr. Kuyper een groot man heenging uit het Torentje.
Wjj wilden getuigen in dezen brief van onze persoon-
ljjke bewondering voor dezen man, dien wjj gaarne
eeren als een zeldzaam begaafde, en wien wjj dankbaar
zjjn voor vele uren van wetenschappelijk, litterarisch,
theologisch genot. Dr. Kuyper lezen is genieten.
Waarom spreken wjj het uit? Omdat wij herhaaldelijk
in de laatste maanden in geschrift en op de tribune
scherp hem hebben aangevallen, een strjjd hebben
gevoerd, die ons zelf somtjjds te bitter was. En nu
een ander in zjjn plaats is getreden, wenschen wjj
niet, dat de waan bljjft voortbestaan bjj hen, die niet
uit peraoonljjken omgang het tegendeel weten, alsof
bjj ons een haat, geboren uit miskenning, bestond.
Wjj begeeren strjjd, maar slechts eeu die gestreden
wordt met open vizier en volkomen goede trouw,
eerenda in den tegenstander wat eer verdient. De
strjjd is voor het oogenblik uitgestreden. Een wjjle
rust is ons volk gegund. Thans dan ook recht gedaan
en getuigd, dat al de gebreken en al de kleine fouteu
geen mensch die ze niet heeft van den afgetre
den bewindsman niet kannen verduisteren de ware
grootheid van dezen prins der Staatslieden, aan wien
ons volk waarlijk veel te danken heeft. Straks, over
weinige weken, wordt de strjjd opnieuw aanvaard. Wjj
hopan dr. Kuyper te mogen begroeten als aanvoerder
bjj eea loyalen en royalen aanval, ook erkennend, dat
hjj oneindig sterker is als aanvaller dan als verdediger.
Is die tjjd gekomen, wjj persoonljjk hopen ook dan
een woord af en toe mede te spreken, recht op den
man af, eerljjk in volle oprechtheid. Voor het tegen
woordige brengen wjj dr. Kuyper een eere-saluut, in
de overtuiging, dat het een gewoon sterveling voegt
de waarachtige groote mannen zjjn lands te eeren.
Het advies van den Raad van State omtrent het
Koninklijk besluit tot instelling van een nieuw depar
tement van arbeid, landbouw en nijverheid welk
advies overeenkomstig den wensch van mr. Veegens is
ingewonnen heeft dat Hooge College tot heden nog
niet verlaten, doch het zal weldra in handen worden