Honderd en zevende jaargang. 1905. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. i\o. 121. Prijs der gewone advertentiën MAAIDAC 11 SEPTEMBER. tTan Week tot Week. BUITENLAND. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele Kijk f I,—. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.jV. Boek- en Handelsdrukkerij vh. HEKMs. COSTEK ZOON, Voordam C 9. Algemeen Overzicht. T E COURANT. Onze kool en de W uit se lie Invoerrechten. De le Maart 1906, de dag waarop de nieuwe Dnitsche Tariefwet in working zal treden, nadert met rassche schreden. Men weet, hoe zeer die Tariefwet de welvaart van onze kool-verbouwende streken bedreigt. In den laatsten tjjd hadden wg niet meer gehoord van maatregelen om aan dat gevaar te ontkomen. Toen de Tariefwet wbb aangenomen, zoodat er niet meer aan te veranderen viel onze Directeur-Generaal van Land bouw schjjnt er zelfs door overvallen te zijn en den datum van in-werking-treden vernam hjj uit de couranten, wat niet pleit voor de huldiging van het systeem »gou- vorner o'eBt ptévoir" door onze dure vertegenwoordiging in Duitsohland was er groote activiteit onder de bouwers. Men weet, dat voor gemeenschappelgke rekening een ingezetene van Schagen, de heer Joh. Merz, zich op reis begaf om nieuwe débouché's te zoeken een inderdaad voortreffelijk voorbeeld, waarvan een doeltrel- fende uitvoering echter wel zeer groote moeilijkheden moest opleveren voor één persoon; immers, voor zulk een zwaren en omvangrijken arbeid zou eer opgewassen zjjn een commissie van verscheidene leden, over ruime fondsen beschikkende, wie 't niet aan tjjd ontbrak om alles grondig te onderzoeken en voor wie het her- en derwaarts reizen geen bezwaar kon zjjn. Bovendien begaven zich in die dagen eenige invloedrgke vertegenwoordigers van do koolbouwers naar den Haag, daartoe uitgenoodigd door den Directeur-Generaal van Landbouw. Deze mannen, zoo ten volle het vertrouwen verdienende van hunne vakgenooten, keerden huiswaarts met de vaste overtuiging, dat hunne zaak bg den heer Lovink in de beste handen was. Die overtuiging mochten zg dan ook koesteren alleen was naar onze meening te betreuren de opvatting van den Directeur-Generaal, dat hij den bouwers het werk uit handen nam en zich verder daarmee geheel alleen belastte. Bovendien is ons nooit duideljjk geworden, waarom de heer Lovink van deze afgevaardigden de meest stipte geheimhouding vorderde, terwjjl hjj ook van zijn kant niet mededeelde, wat hg zou doen om het gevaar nog zooveel mogelgk te be zweren. De zaak, waarom 't hier ging, was wel van zoo grooten omvang, dat hier voor alle betrokken partijen wat te doen viel en dat 't niet aanging den bouwers nu maar verder een afwachtende houding voor te schrijven te pjjnljjker, waar hun onbekend bleef, wat er voor hen gedaan werd. Wg doen dit uitkomen, opdat men wete, dat den rechtstreeks belanghebbenden geen verwijt kan treffen over hun gemis aan activiteit immers, waar de heer Lovink dit wengchte en zelfs ongaarne zag, dat over de quaestie zoo druk in de bladen werd geschreven alsof hjj-zelf daardoor er niet toe ware gebracht om iets te doen, al was 't dan ook erg laat 1 konden de mannen van den Langendjjk en omstreken moeiljjk daar tegen in gaan De Dirscteur-Generaal heeft daarna niet stilgezeten. Als een verrassing kwam dezer dagen binnenvallen het rapport van de heeieu E, Snellen en J. G. Hazeloop over hun reis door een deel van Duitschland om ant woord te bekomen op de vraag, in hoeverre bg onze naburen de omstandigheden voor de beoefening van den koolbouw geschikt zjjn. De kennis hiervan was noodig tot uitvoering van de aan beide heeren gegeven opdracht van wjjdere strekking, nameljjk a. de vermoedeljjke schadeljjke gevolgen van het in voerrecht voor den Nederlandschen koolbouw na te gaan en b. de middelen te overwegen, door welke onze kool- bouwers aan de te verwachten schadelgke werking van dat invoerrecht het beBt zouden kunnen ontkomen. Het onverwachte van dit rapport waarin de rap porteurs overigens nog geen eindoordeel uitspreken moest wel dit effect hebben, dat menigeen, die van on geduld popelde omdat hg niets meer hoorde, nu met een zuoht van verlichting zei»We hebben wel lai g moeten wachten, maar dat is niets, want we zien nu toch, dat de Directeur-Generaal de zaak niet op haar beloop heeft gelaten. Hij denkt wel degelijk aan onze belangen." In de vreugde van die ontdekking is men er niet toegekomen om na gaan, of de enquête van de Bjjkstninbonwleeraren, hoe belangwekkend ook op zich zelf, heel veel zal knnnen bijdragen tot de afwending van het zoo groote gevaar. Anderen hebben de zaak wat meer met nnchteren blik beschouwd en zjj zjjn lang niet zoo opgetogen. Wjj hebben hierbjj voornamelijk op het oog den deskundigen^ medewerker van Het Nieuws van den T)agt die onder den nom de plume A. van der Tuin dit blad met zoo menige belangrgke bgdrage ver rjjkt. In het nummer van Zaterdagavond schreef hjj onder meer 't Is onzen lezers bekend, dat do nieuwe Dnitsche Tarief wet, welke 1 Maart 1906 in werking treedt, onze kool bouwers zeer sterk treffen zal. Witte kool wordt met 1 '/2 maal de waarde, roode met 6/10 van de waarde belast- Wel zal de uitvoer van vroege kool (vóór 1 September) en van winterkool (na 15 November) van het recht minder te lijden hebben, wegens de veel hoogere prijzen, die alsdan voor het product worden verkregen, doch zulks is slechts een schrale troost, daar verreweg de grootste hoeveelheid kool van 1 September tot half November moet worden van de hand gezet, daar zij wegens hare qualiteit niet kan worden bewaard. De late kool is vast en taai, kan worden opgeslagen in schuren tot in het voorjaar en worden verhandeld, wanneer de koopman daarvoor het gunstige oogenblik gekomen acht. De koolbouwer bepaalt zich ochter niet tot de teelt van vroege en late kool alleen. De eisehen van het bedrjjf zjjn van dien aard, dat de werkzaamheden over het gebeele seizoen dienen te worden verdeeld. Duitsohland is verreweg de grootste afnemer en juist daarom zit men al een paar jaar hier in de koolbouwende streken in zak en asch. Zeker, men is direct bg elkaar gekomen, toen het onweer dreigde; men heeft zich tot de Begeering gewend, die aandachtig luisterde, al bleek ook in de Tweede Kamer, dat de Ministers zich de zaak niet erg aantrokken men heeft niet stilgezeten. Maar toch heeft men éóne groote fout gemaakt. Men heeft alles op de Regeering laten aankomen en die kon van haar standpunt niet anders adviseeren dan: Kool- en andere bouwers, houdt u stilwjj zuUen langs diplomatieken weg zien wat er af te wenden ishoudt u dns kalm en wacht de dingen af." En de Rjjksland- en tuinbouwleeraars voor zooverre zp hun stem in het openbaar lieten hooren zongen hetzelfde liedje. Wij, daarentegen, hebben anders geadviseerd. Geen berusting, niet wachten op de resultaten van de diplomatie, doch wg hebben aangespoord tot kraohtige, ernstige bespreking van den toestand door de vaklieden zelf, om daardoor te komen tot ernBtig handelen, zoo dit noodig mocht bljjken. Wjj hebben de tuinbouwers tot samenkomen aangespoord; wjj hebben ze opgewekt tot organisatie het heeft niet mogen baten. Men sliep, slaapt nog en schijnt te bljjven slapen. Toch was een enkele wakend en zoo geschiedde het, dat men uit een der meest bedreigde streken, uit het kooldistrict boven Alkmaar, afgevaardigden zond naar Den Haag, om daar ja, om wat daar eigenljjk te doen V Eens informeeren, hoe het met de zaak staat; een angstig menscb maakt gaarne een praatje. En het was bg een dezer gelegenheden, dat de Directeur- Generaal van Landbouw de koolbouwers een weinig in verlegenheid bracht, toen zg naar aanleiding van zjjn vragen moesten verklaren a. dat zjj niet goed wisten, wat er met de kool ge schiedde, wanneer die eenmaal over do grenzen is b. dat zg heelemaal niet op de hoogte waren met de cultuur in Duitsohland c. dat zjj niet wisten of Duitschland zelf veel of weinig kool verbouwde, of de koolteelt daar uitgebreid kon worden, of enz., enz. M. a. w. mon wist niets, lotterljjk niets van het leven van zjjn concurrenten. Toen heeft do heer Lovink, de Directeur Generaal, gezegd welnu, dan zullen wjj een onderzoek laten instellen Goed bedoeld en het getuigt van den practischen zin van den heer Lovink doch met het onderzoek is men minstens 4 a 5 jaar te laat. Direct bjj de bekendmaking der voorgestelde tariefs- verhoogingeu hadden de Hollandeche kweekers te zamen moeten komen om deze vragen te behandelen 1. Kunnen de Dnitsche kweekers de zwaar belaste artikelen op het oogenblik even goed kweeken als wjj 2. Zoo neen, kunnen zjj hun cultuur gaan verbeteren, of staan er onoverkomeljjke bezwaren in den weg 1 Men heeft dit niet gedaan. Men zocht bjj de Regeering en had het bjj de kweekers moeten vinden; iren was aan het verkeerde kantoor. Nu is het te laat en al wat men nu nog doen kan, is het aanbrengen van een doekje voor het bloedende wond is niet te heelen. De heer van der Tuin vermeldt daarna de aan onze lezers reeds bekende stellingen van de beide rapporteurs om ten slotte tot de volgende conclusie te komen: Uit deze stellingen spreekt zeker optimisme, dat noodzakelijk is den moed er in te houden, al bevatten zjj dan ook weinig positieve uitspraken, waarmede de koolbonwers in Nederland hun voordeel kannen doen. Voorloopig willen wij van dit voorloopige rapport niet meer zeggenwjj zullen ook de tweede reis en het meer uitgewerkte rapport afwachten. Wjj hopen, dat dan dnidelgk zal bljjken: of Duitschland al dan niet een concurrent is of kan worden, want het antwoord op deze vraag is beslissend voor het voortbestaan van den koolbonw in ons land. Al het andere is ook wel belangrjjk, doch meer bijzaak. Na hetgeen wij in den aanhef schreven kan men hoezeer overigens de beschouwing tot nadenken moge stemmen den heer A. van der Tnin moeilgk toegeven, dat de sohuld bjj de bouwers ligt. Zjj waren actief genoeg, maar bjj den loop, dien de zaken genomen hebben, waren hunne voormannen wel genoodzaakt hunne belofte aan den Directeur-Generaal na te komen. Dat was bovendien een tactische eiscb, Rest alleen de vraag, of men zich ook verder met die houding zal kunnen tevreden stellen. Indien er maat regelen te nemen zjjn, dan kan dit toch ook nn nog gedaan worden. En zelfs al zou men daarmee eerst gereed zjjn na den len Maart e.k., dan ware dit toch nog beter dan dat er in het geheel niets gebeurt. Als eerst de handen zjjn ineengeslagen neme men nog eens het denkbeeld van den heer Merz to Schagen ter hand en brenge dit tot uitvoering op grooter schaal bg voorkeur met zjjue medewerking) dan mogelgk was, zoo lang dit onderzoek meer het karakter had van een particuliere onderneming. De wereld is groot en 't zou wel vreemd zjjn, dat er met de nieuwere middelen voor conserveering van versche groenten men denke b.v. aan de koelkamers, waardoor de vruchten uit Zuid-Afrika tegenwoordig goed en gaaf op de Londensche markt komen niet een débouchó voor de Langedjjker groenten ware te vinden, dat met Duitschland zou kunnen wedjjveren. Laat de Directeur-Generaal zijn enqnöte houden, maar laten daarom de bouwers zelf niet verder stilzitten. Zg hebben het recht gekregen zelf de handen uit de mouw te steken, nu zij weten in welke richting zich de heer Lovink beweegtsjj knnnen nu met zekerheid verklaren, dat er buiten dit onderzoek nog genoeg te doen over- bljjft. En aldus wordt op stuk van zaken de taak van den Directeur-Generaal en daarmee zjjn verantwoorde- Ijjkheid niet weinig verlicht. luiden wat gunstiger. Maar daarom is 't nog niet zeker, dat de hartstochten voor goed zjjn gekalmeerd. Er is althans ook een bericht, waarin wordt gezegd, dat de leiders der beweging uit alle gewesten des lands naar de hoofdstad zjjn gestroomd en besloten hebben het verzet over het gansche Rijk, van Jezo tot Formosa, te^ orga- niseeren. Het gemeentebestuur van Tokio heeft zioh bg het verzet zgdelings aangesloten door aanneming van een motie, waarin de vredesvoorwaarden gegispt en de nietig verklaring van het tractaat gevorderd wordt. Wat in Japan ook wel onaangenaam zal stemmen is de schoolmeesterachtige toon, dien nn de Engelsche bladen aanslaan. De Japanners moeten door de Engelsche pers wel in de meening gekomen zjjn, dat de Britten hen als hansgeljjken beschouwden, doch nu znllen zjj wel inzien, dat dit alles slechts schjjn is. De Times b.v. wjjst er op, dat Japan een glibberig pad bewandelt eu moet oppassen, waar 't den voet zet, maar tevens doet het blad uitkomen, dat „Japans ontelbare vganden met genoegen znllen zien, dat het ziohzelf aan hunne handen overlevert en dat zg alom zullen verkondigen, dat het ware binnenste van het Japansche volkskarakter eindeljjk toch voor den dag is gekomen". Wie zou er in een goed humeur kunnen bljjven, als zoo iets je door je vrienden onder den neus wordt geduwd. 'tZjjn ontzettende toestanden, die thans in den Kan- kasus heerschen. t Schijnt, dat hier thans weer bewaarheid wordt, dat 't goed visschen is in troebel water. De Mohammedanen schijnen namelijk van Rnsland's benarden toestand gebruik te maken om hier hnn leer van het pan-islamisme in practjjk te brengen. Bakoe was reeds lang een der centra van deze propaganda en 't schjjnt vast te staan dat de aanvoerders der benden, voor een deel afkomstig uit Tarkjje, zich hadden getooid met üe roode fez. Ontzagljjke verliezen zjjn door de naphta-iudustrie in de omgeving van Bakoe geleden. Alleen van de firma Nobel zjjn 40 bronnen uitgebrand. Geheel Rusland wordt door deze ramp getroffen. Ook moet do petroleum industrie van Bakoe letterlgk verdelgd zgn. Het verlies van den Rnssisohen Staat, door deze catastrophe geleden, wordt op 500.000.000 francs begroot. Niet minder smar- teljjk zgn de verliezen van het particuliere kapitaal, zoowel van het Russische als van het Fransche en En gelsche, dat in de petrolenmondernemingen gestoken was. Van uitvoer van petroleum kan nu geen sprake meer zgn. Hoe groot de verliezen zjjn, die den nationalen rijkdom daardoor treffen, kan men nagaan, als men hoort, dat Batoem in 1904 naar het buitonland 75.514,000 poed (één poed is rnim 16 KG.) uitvoerde. Inmiddels heerscht er een wilde chaos in Bakoe, waar, terwjjl de gevechten tnsschen Armeniërs en Tataren aan houden, duizenden stakende arbeiders de fabriekswjjken rondtrekken. De geheele stad is door de vreeseljjke bran den in dikke rookwolken gehuld. Een felle storm begun stigt de uitbreiding van het vuur. Scheepvaart en spoor wegen hebben van deze naphtabranden zeer te lijden, daar de naphtabereidings-maatsohappjjen hare contrac- tneele verplichtingen niet kannen nakomen. Talrjjke fabrieken zullen haar bedrjjf moeten staken, daar zg geen groote voorraden hebben, in 't bjjzouder van residu, dat den grooten korenmolens in het zuiden tot brandstof dient. De naphta-industrieëleu hebben zich nu tot den minister van Financiën gewend. Zg kunnen hun leverantie contracten met de Regeering niet nakomen en vragen daarom wjjziging der voorwaarden benevens voorschotten tot herbouw van hunne totaal verbrande inrichtingen. Zaterdag werd er een soort wapenstilstand tnsschen de Tataren en Armeniërs gesloten. Doch elk oogenblik kon een nieuwe uitbarsting van het gepeupel verwacht worden. De filialen der banken te Bakoe seinden dan ook dringend om hulp van Regeeripgswege. Een partij kanonnen schjjnt nu daarheen te zgn gedirigeerd. Doch niet alleen de Kaukasus vraagt de aandacht der Regeering. Donderdag had te Petersburg de eerste bjj eenkomst plaats van een commissie, onder leiding van den adjunct-minister van binnenlandsche zaken, Batazzi ter bespreking van den nood, en tot organisatie der hnlp voor de bewoners van de provinciën, die door den mislukten oogst getroffen zjjn. De rapporten van die commissie toonen eerst, hoe ernstig de economische ramp is, die Rusland thans treft. Het blijkt dat in de provin ciën Saratof, Rjasau, Samara, Pensa, Tambof, Orel Woronesch, Toela en Wiatka da oogst geheel, in de provinciën Witebak en Kasan grootendeels mislukt is Slechts de provincie Pskof zal waarschjjnlgk in staat zgn zonder hnlp voor zich zelf te zorgen. Uit de pro vincie Simbirsk zgn nog geen berichten ingekomen. Das geheel midden-Rusland lijdt onder het misgewas. De commissie heeft oen berekening gemaakt, om te kunnen nagaan welke hulp het rjjk geven moet, opdat de hongersnood eenigermate gelenigd worden zal. Zjj meent, dat 361/, millioen Poed graan als voedsel, en 12'/a millioen Poed graan als zaaigraan naar de meest bedreigde streken moeten worden gezonden voor de andere provinciën, berekent zjj, zullen nog 22 millioen Poed graan voor voedsel en 3 '/2 millioen Poed voor zaaigraan noodig zgn. En voor het aankoopen van dit graan zal zjj aan de regeering etn crediet van 36 millioen roebels aanvragen. Bescheiden som, voorwaar, wanneer men bedenkt, dat de Regeering 500 millioen roebels heeft aangewezen voor den bouw van een nieuwe vloot. Zeker, Rusland heelt die ook noodig, maar met 400 millioen kan zjj zich ook nog redden en dan zou zjj zich kunnen ontdoen van de schande der hongerige monjik's. De berichten omtrent de onlusten in Japan Het nieuwe Engelse h-J apansche trac taat van bondgenootschap wordt in de internationale pers druk besproken. Heel veel goeds heeft ongeveer niemand ervan te vertellen. De Russische pers is over het tractaat zelfs uitermate verbolgen. Het evenwicht in Azië wordt erdoor ver broken roept de Nowoje Wremja nit. Het maakt een einde aan de ontwikkeling der Dnitsche politiek en aan de uitbreiding der koloniale bezittingen van Frankrjjk en plaatst de politiek van de Vereenigde Staten en China onder lastige oontróle. Het is dus geen waarborg voor den vrede. De Swet geeft een zelfde meening te kennen en ziet voorts in het verdrag een hinderpaal voor elke uitbreiding van Rnsland in Azië. Maar niet alleen in Rusland, ook in Duitschland vreest men voor de gevolgen van het bondgenootschap. Tjjdens den oorlog in Oost-Azië heeft Dnitschland zgn RuBsischen bnurman heel wat diensten bewezen en het a daarvoor nu gaarne een belooning ontvangen. Het Engelsch-Russisotae bondgenootschap dreigt echter deze aan Duitschland te doen ontgaan, want daardoor zal Rusland zich gedrongen gevoelen nauwere aaneensluiting met zgn Franschen bondgenoot te zoeken. Voorts zjjn er nog meer grieven alle te zamen worden zjj door het Berliner Tageblatt als volgt opgesomd: Meer en meer zullen de Duitsche njjverheid en de Dnitsche handel in Oóst-Azië te strjjden hebben tegen de machtige concurrentie van de verbonden mogendheden, aan wie thans China als veld voor hun arbeid is over geleverd. De handel en njjverheid van Dnitschland hebben den steun der Dnitsche regeering dringend noodig, maar vooral hebben zjj er aanspraak op, dat deze hun arbeid niet bemoeiljjkt en hun ondernemingsgeest niet verlamt. En dat gebeurt, als de regeering in onbegrjjpeljjke kortzichtigheid de levensmiddelen voor den arbeider duurder maakt, niet in het belang van den landbouw, maar van de agrariërs, met het gevolg dat de loonen ook moeten stjjgen en de concurrentie bemoeiljjkt wordt. Wat baten mooie verdragen, als handel en njjverheid er geen nnt van kannen hebben. Of Engeland en Japan pogen znllen ons uit Kiantsjou te verdringen, is een vraag die ook in Duitschland zal worden gedaan. Het is dnidelgk, dat door de gewjjzigde toestanden in het Oosten Kiantsjou aan waarde verloren heeft, hoewel het nog steeds groote beteekenis heeft voor Duitschland. Dc Engelsche pers is reeds bezig, Dnitsch land over te halen, in het belang van den vrede met China Kiantsjou op te geven, en zich te verstaan met Engeland, dat dan ook geneigd wezen zon Wei-hai-Wei te ontrnimen. Dit schjjnt wel aardig, maar men vergeet, dat Duitschland een pachtcontraot heeft voor 99 jaren, en dat Engeland volgens zgn contract verplicht zou zjjn thans Wei-hai-wei te ontrnimen. Maar dat wil het niet. De Observer zegt heel beslist: Als Dnitschland Kiants jou niet opgeeft, zal Engeland ook in Wei hai-wei bljjven- Het Japansch-Engolsche tractaat heeft voor Dnitschland nog een derde bedenkeljjke zjjde. Rusland wordt door den oorlog en het nieuwe verbond in zgn Aziatische politiek bemoeiljjkt. Het is niet meer in staat voort te dringen naar de Perzische golf of naar lndië. Witte zeide: Ruslands taak moet nu zgn op de Europeesche staatkunde invloed te oefenen, en daarvoor rekent het op de alliantie met Frankrjjk." En nu Engeland. Daar zgn 't vooral de liberalen, die bezwaar hebben tegen de verbintenis, omdat deze hen, wanneer zjj eerlang weer aan het bewind zullen komen, zoo erg aan banden legt en hen ook zal bemoeiljjken m hun streven naar eensgezindheid met Frankrjjk. Veel zal er van afhangen, aldus zegt de liberale Westmin ster Gazette op welke wjjze het tractaat wordt uit gelegd. Het zal de taak der aanstaande liberale regee ring ziju, om waar zjj tronw haar verplichtingen tegen over Japan nakomt, er voor te zorgen dat het tractaat zoo min mogeljjk in vjjandigen zin voor Rusland wordt uitgelegd". Ontevredenheid ook in Frankrjjk. De groote vraag, die daar gesteld wordt, is dezeOf de beide verdrags- mogendheden zich zelf tot het behond van den «status qno« verplichten, of dat zg het ook aan andere mogend heden tot plicht znllen stellen. Dat Engeland in de toe komst een tegenwicht wezen zal voor Japan's grootheids waan en Japan's ondernemingsgeest, acht men in Frank rjjk vrjjwel uitgesloten. En men kan zelfs de opmerking hooren Indien Engeland werkelgk de vriend van Frank- J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 1