Honderd en zevende jaargang.
1905.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
i\o. 121.
Prijs der gewone advertentiën
MAAIDAC
11 SEPTEMBER.
tTan Week tot Week.
BUITENLAND.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele Kijk f I,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.jV. Boek- en Handelsdrukkerij
vh. HEKMs. COSTEK ZOON, Voordam C 9.
Algemeen Overzicht.
T
E COURANT.
Onze kool en de W uit se lie Invoerrechten.
De le Maart 1906, de dag waarop de nieuwe Dnitsche
Tariefwet in working zal treden, nadert met rassche
schreden. Men weet, hoe zeer die Tariefwet de welvaart
van onze kool-verbouwende streken bedreigt.
In den laatsten tjjd hadden wg niet meer gehoord
van maatregelen om aan dat gevaar te ontkomen. Toen
de Tariefwet wbb aangenomen, zoodat er niet meer aan
te veranderen viel onze Directeur-Generaal van Land
bouw schjjnt er zelfs door overvallen te zijn en den
datum van in-werking-treden vernam hjj uit de couranten,
wat niet pleit voor de huldiging van het systeem »gou-
vorner o'eBt ptévoir" door onze dure vertegenwoordiging
in Duitsohland was er groote activiteit onder de
bouwers. Men weet, dat voor gemeenschappelgke rekening
een ingezetene van Schagen, de heer Joh. Merz, zich
op reis begaf om nieuwe débouché's te zoeken een
inderdaad voortreffelijk voorbeeld, waarvan een doeltrel-
fende uitvoering echter wel zeer groote moeilijkheden
moest opleveren voor één persoon; immers, voor zulk
een zwaren en omvangrijken arbeid zou eer opgewassen
zjjn een commissie van verscheidene leden, over ruime
fondsen beschikkende, wie 't niet aan tjjd ontbrak om
alles grondig te onderzoeken en voor wie het her- en
derwaarts reizen geen bezwaar kon zjjn.
Bovendien begaven zich in die dagen eenige invloedrgke
vertegenwoordigers van do koolbouwers naar den Haag,
daartoe uitgenoodigd door den Directeur-Generaal van
Landbouw. Deze mannen, zoo ten volle het vertrouwen
verdienende van hunne vakgenooten, keerden huiswaarts
met de vaste overtuiging, dat hunne zaak bg den heer
Lovink in de beste handen was. Die overtuiging mochten
zg dan ook koesteren alleen was naar onze meening te
betreuren de opvatting van den Directeur-Generaal, dat
hij den bouwers het werk uit handen nam en zich verder
daarmee geheel alleen belastte. Bovendien is ons nooit
duideljjk geworden, waarom de heer Lovink van deze
afgevaardigden de meest stipte geheimhouding vorderde,
terwjjl hjj ook van zijn kant niet mededeelde, wat hg
zou doen om het gevaar nog zooveel mogelgk te be
zweren. De zaak, waarom 't hier ging, was wel van zoo
grooten omvang, dat hier voor alle betrokken partijen
wat te doen viel en dat 't niet aanging den bouwers nu
maar verder een afwachtende houding voor te schrijven
te pjjnljjker, waar hun onbekend bleef, wat er voor hen
gedaan werd. Wg doen dit uitkomen, opdat men wete,
dat den rechtstreeks belanghebbenden geen verwijt kan
treffen over hun gemis aan activiteit immers, waar
de heer Lovink dit wengchte en zelfs ongaarne zag, dat
over de quaestie zoo druk in de bladen werd geschreven
alsof hjj-zelf daardoor er niet toe ware gebracht om
iets te doen, al was 't dan ook erg laat 1 konden de
mannen van den Langendjjk en omstreken moeiljjk daar
tegen in gaan
De Dirscteur-Generaal heeft daarna niet stilgezeten.
Als een verrassing kwam dezer dagen binnenvallen het
rapport van de heeieu E, Snellen en J. G. Hazeloop
over hun reis door een deel van Duitschland om ant
woord te bekomen op de vraag, in hoeverre bg onze
naburen de omstandigheden voor de beoefening van den
koolbouw geschikt zjjn. De kennis hiervan was noodig
tot uitvoering van de aan beide heeren gegeven opdracht
van wjjdere strekking, nameljjk
a. de vermoedeljjke schadeljjke gevolgen van het in
voerrecht voor den Nederlandschen koolbouw na te gaan en
b. de middelen te overwegen, door welke onze kool-
bouwers aan de te verwachten schadelgke werking van
dat invoerrecht het beBt zouden kunnen ontkomen.
Het onverwachte van dit rapport waarin de rap
porteurs overigens nog geen eindoordeel uitspreken
moest wel dit effect hebben, dat menigeen, die van on
geduld popelde omdat hg niets meer hoorde, nu met
een zuoht van verlichting zei»We hebben wel lai g
moeten wachten, maar dat is niets, want we zien nu
toch, dat de Directeur-Generaal de zaak niet op haar
beloop heeft gelaten. Hij denkt wel degelijk aan onze
belangen." In de vreugde van die ontdekking is men er
niet toegekomen om na gaan, of de enquête van de
Bjjkstninbonwleeraren, hoe belangwekkend ook op zich
zelf, heel veel zal knnnen bijdragen tot de afwending van
het zoo groote gevaar. Anderen hebben de zaak wat
meer met nnchteren blik beschouwd en zjj zjjn lang niet
zoo opgetogen. Wjj hebben hierbjj voornamelijk op het
oog den deskundigen^ medewerker van Het Nieuws
van den T)agt die onder den nom de plume A. van der
Tuin dit blad met zoo menige belangrgke bgdrage ver
rjjkt. In het nummer van Zaterdagavond schreef hjj
onder meer
't Is onzen lezers bekend, dat do nieuwe Dnitsche Tarief
wet, welke 1 Maart 1906 in werking treedt, onze kool
bouwers zeer sterk treffen zal.
Witte kool wordt met 1 '/2 maal de waarde, roode met
6/10 van de waarde belast-
Wel zal de uitvoer van vroege kool (vóór 1 September)
en van winterkool (na 15 November) van het recht minder
te lijden hebben, wegens de veel hoogere prijzen, die
alsdan voor het product worden verkregen, doch zulks is
slechts een schrale troost, daar verreweg de grootste
hoeveelheid kool van 1 September tot half November
moet worden van de hand gezet, daar zij wegens hare
qualiteit niet kan worden bewaard.
De late kool is vast en taai, kan worden opgeslagen
in schuren tot in het voorjaar en worden verhandeld,
wanneer de koopman daarvoor het gunstige oogenblik
gekomen acht. De koolbouwer bepaalt zich ochter niet
tot de teelt van vroege en late kool alleen. De eisehen
van het bedrjjf zjjn van dien aard, dat de werkzaamheden
over het gebeele seizoen dienen te worden verdeeld.
Duitsohland is verreweg de grootste afnemer en juist
daarom zit men al een paar jaar hier in de koolbouwende
streken in zak en asch.
Zeker, men is direct bg elkaar gekomen, toen het onweer
dreigde; men heeft zich tot de Begeering gewend, die
aandachtig luisterde, al bleek ook in de Tweede Kamer,
dat de Ministers zich de zaak niet erg aantrokken men
heeft niet stilgezeten.
Maar toch heeft men éóne groote fout gemaakt.
Men heeft alles op de Regeering laten aankomen en
die kon van haar standpunt niet anders adviseeren dan:
Kool- en andere bouwers, houdt u stilwjj zuUen langs
diplomatieken weg zien wat er af te wenden ishoudt
u dns kalm en wacht de dingen af."
En de Rjjksland- en tuinbouwleeraars voor zooverre
zp hun stem in het openbaar lieten hooren zongen
hetzelfde liedje.
Wij, daarentegen, hebben anders geadviseerd.
Geen berusting, niet wachten op de resultaten van de
diplomatie, doch wg hebben aangespoord tot kraohtige,
ernstige bespreking van den toestand door de vaklieden
zelf, om daardoor te komen tot ernBtig handelen, zoo dit
noodig mocht bljjken.
Wjj hebben de tuinbouwers tot samenkomen aangespoord;
wjj hebben ze opgewekt tot organisatie het heeft
niet mogen baten.
Men sliep, slaapt nog en schijnt te bljjven slapen.
Toch was een enkele wakend en zoo geschiedde het,
dat men uit een der meest bedreigde streken, uit het
kooldistrict boven Alkmaar, afgevaardigden zond naar
Den Haag, om daar ja, om wat daar eigenljjk te
doen V Eens informeeren, hoe het met de zaak staat; een
angstig menscb maakt gaarne een praatje.
En het was bg een dezer gelegenheden, dat de Directeur-
Generaal van Landbouw de koolbouwers een weinig in
verlegenheid bracht, toen zg naar aanleiding van zjjn
vragen moesten verklaren
a. dat zjj niet goed wisten, wat er met de kool ge
schiedde, wanneer die eenmaal over do grenzen is
b. dat zg heelemaal niet op de hoogte waren met de
cultuur in Duitsohland
c. dat zjj niet wisten of Duitschland zelf veel of weinig
kool verbouwde, of de koolteelt daar uitgebreid kon
worden, of enz., enz.
M. a. w. mon wist niets, lotterljjk niets van het leven
van zjjn concurrenten.
Toen heeft do heer Lovink, de Directeur Generaal,
gezegd welnu, dan zullen wjj een onderzoek laten instellen
Goed bedoeld en het getuigt van den practischen
zin van den heer Lovink doch met het onderzoek is
men minstens 4 a 5 jaar te laat.
Direct bjj de bekendmaking der voorgestelde tariefs-
verhoogingeu hadden de Hollandeche kweekers te zamen
moeten komen om deze vragen te behandelen
1. Kunnen de Dnitsche kweekers de zwaar belaste
artikelen op het oogenblik even goed kweeken als wjj
2. Zoo neen, kunnen zjj hun cultuur gaan verbeteren,
of staan er onoverkomeljjke bezwaren in den weg 1
Men heeft dit niet gedaan.
Men zocht bjj de Regeering en had het bjj de kweekers
moeten vinden; iren was aan het verkeerde kantoor.
Nu is het te laat en al wat men nu nog doen kan, is
het aanbrengen van een doekje voor het bloedende
wond is niet te heelen.
De heer van der Tuin vermeldt daarna de aan onze
lezers reeds bekende stellingen van de beide rapporteurs
om ten slotte tot de volgende conclusie te komen:
Uit deze stellingen spreekt zeker optimisme, dat
noodzakelijk is den moed er in te houden, al bevatten
zjj dan ook weinig positieve uitspraken, waarmede de
koolbonwers in Nederland hun voordeel kannen doen.
Voorloopig willen wij van dit voorloopige rapport
niet meer zeggenwjj zullen ook de tweede reis en het
meer uitgewerkte rapport afwachten. Wjj hopen, dat
dan dnidelgk zal bljjken: of Duitschland al dan niet
een concurrent is of kan worden, want het antwoord op
deze vraag is beslissend voor het voortbestaan van den
koolbonw in ons land.
Al het andere is ook wel belangrjjk, doch meer bijzaak.
Na hetgeen wij in den aanhef schreven kan men
hoezeer overigens de beschouwing tot nadenken moge
stemmen den heer A. van der Tnin moeilgk toegeven,
dat de sohuld bjj de bouwers ligt. Zjj waren actief
genoeg, maar bjj den loop, dien de zaken genomen
hebben, waren hunne voormannen wel genoodzaakt hunne
belofte aan den Directeur-Generaal na te komen. Dat
was bovendien een tactische eiscb,
Rest alleen de vraag, of men zich ook verder met die
houding zal kunnen tevreden stellen. Indien er maat
regelen te nemen zjjn, dan kan dit toch ook nn nog
gedaan worden. En zelfs al zou men daarmee eerst
gereed zjjn na den len Maart e.k., dan ware dit toch
nog beter dan dat er in het geheel niets gebeurt.
Als eerst de handen zjjn ineengeslagen neme men nog
eens het denkbeeld van den heer Merz to Schagen ter
hand en brenge dit tot uitvoering op grooter schaal
bg voorkeur met zjjue medewerking) dan mogelgk was,
zoo lang dit onderzoek meer het karakter had van een
particuliere onderneming.
De wereld is groot en 't zou wel vreemd zjjn, dat er
met de nieuwere middelen voor conserveering van
versche groenten men denke b.v. aan de koelkamers,
waardoor de vruchten uit Zuid-Afrika tegenwoordig
goed en gaaf op de Londensche markt komen niet een
débouchó voor de Langedjjker groenten ware te vinden,
dat met Duitschland zou kunnen wedjjveren.
Laat de Directeur-Generaal zijn enqnöte houden, maar
laten daarom de bouwers zelf niet verder stilzitten. Zg
hebben het recht gekregen zelf de handen uit de mouw
te steken, nu zij weten in welke richting zich de heer
Lovink beweegtsjj knnnen nu met zekerheid verklaren,
dat er buiten dit onderzoek nog genoeg te doen over-
bljjft. En aldus wordt op stuk van zaken de taak van
den Directeur-Generaal en daarmee zjjn verantwoorde-
Ijjkheid niet weinig verlicht.
luiden wat gunstiger. Maar daarom is 't nog niet zeker,
dat de hartstochten voor goed zjjn gekalmeerd. Er is
althans ook een bericht, waarin wordt gezegd, dat de
leiders der beweging uit alle gewesten des lands naar
de hoofdstad zjjn gestroomd en besloten hebben het verzet
over het gansche Rijk, van Jezo tot Formosa, te^ orga-
niseeren. Het gemeentebestuur van Tokio heeft zioh bg
het verzet zgdelings aangesloten door aanneming van een
motie, waarin de vredesvoorwaarden gegispt en de nietig
verklaring van het tractaat gevorderd wordt.
Wat in Japan ook wel onaangenaam zal stemmen is
de schoolmeesterachtige toon, dien nn de Engelsche
bladen aanslaan. De Japanners moeten door de Engelsche
pers wel in de meening gekomen zjjn, dat de Britten
hen als hansgeljjken beschouwden, doch nu znllen zjj
wel inzien, dat dit alles slechts schjjn is. De Times b.v.
wjjst er op, dat Japan een glibberig pad bewandelt eu
moet oppassen, waar 't den voet zet, maar tevens doet
het blad uitkomen, dat „Japans ontelbare vganden met
genoegen znllen zien, dat het ziohzelf aan hunne handen
overlevert en dat zg alom zullen verkondigen, dat het
ware binnenste van het Japansche volkskarakter eindeljjk
toch voor den dag is gekomen".
Wie zou er in een goed humeur kunnen bljjven, als
zoo iets je door je vrienden onder den neus wordt geduwd.
'tZjjn ontzettende toestanden, die thans in den Kan-
kasus heerschen.
t Schijnt, dat hier thans weer bewaarheid wordt, dat
't goed visschen is in troebel water. De Mohammedanen
schijnen namelijk van Rnsland's benarden toestand gebruik
te maken om hier hnn leer van het pan-islamisme in
practjjk te brengen. Bakoe was reeds lang een der centra
van deze propaganda en 't schjjnt vast te staan dat de
aanvoerders der benden, voor een deel afkomstig uit
Tarkjje, zich hadden getooid met üe roode fez.
Ontzagljjke verliezen zjjn door de naphta-iudustrie in
de omgeving van Bakoe geleden. Alleen van de firma
Nobel zjjn 40 bronnen uitgebrand. Geheel Rusland
wordt door deze ramp getroffen. Ook moet do petroleum
industrie van Bakoe letterlgk verdelgd zgn. Het verlies
van den Rnssisohen Staat, door deze catastrophe geleden,
wordt op 500.000.000 francs begroot. Niet minder smar-
teljjk zgn de verliezen van het particuliere kapitaal,
zoowel van het Russische als van het Fransche en En
gelsche, dat in de petrolenmondernemingen gestoken was.
Van uitvoer van petroleum kan nu geen sprake meer
zgn. Hoe groot de verliezen zjjn, die den nationalen
rijkdom daardoor treffen, kan men nagaan, als men hoort,
dat Batoem in 1904 naar het buitonland 75.514,000 poed
(één poed is rnim 16 KG.) uitvoerde.
Inmiddels heerscht er een wilde chaos in Bakoe, waar,
terwjjl de gevechten tnsschen Armeniërs en Tataren aan
houden, duizenden stakende arbeiders de fabriekswjjken
rondtrekken. De geheele stad is door de vreeseljjke bran
den in dikke rookwolken gehuld. Een felle storm begun
stigt de uitbreiding van het vuur. Scheepvaart en spoor
wegen hebben van deze naphtabranden zeer te lijden,
daar de naphtabereidings-maatsohappjjen hare contrac-
tneele verplichtingen niet kannen nakomen. Talrjjke
fabrieken zullen haar bedrjjf moeten staken, daar zg geen
groote voorraden hebben, in 't bjjzouder van residu, dat
den grooten korenmolens in het zuiden tot brandstof
dient. De naphta-industrieëleu hebben zich nu tot den
minister van Financiën gewend. Zg kunnen hun leverantie
contracten met de Regeering niet nakomen en vragen
daarom wjjziging der voorwaarden benevens voorschotten
tot herbouw van hunne totaal verbrande inrichtingen.
Zaterdag werd er een soort wapenstilstand tnsschen de
Tataren en Armeniërs gesloten. Doch elk oogenblik
kon een nieuwe uitbarsting van het gepeupel verwacht
worden. De filialen der banken te Bakoe seinden dan
ook dringend om hulp van Regeeripgswege. Een partij
kanonnen schjjnt nu daarheen te zgn gedirigeerd.
Doch niet alleen de Kaukasus vraagt de aandacht der
Regeering. Donderdag had te Petersburg de eerste bjj
eenkomst plaats van een commissie, onder leiding van
den adjunct-minister van binnenlandsche zaken, Batazzi
ter bespreking van den nood, en tot organisatie der
hnlp voor de bewoners van de provinciën, die door den
mislukten oogst getroffen zjjn. De rapporten van die
commissie toonen eerst, hoe ernstig de economische ramp
is, die Rusland thans treft. Het blijkt dat in de provin
ciën Saratof, Rjasau, Samara, Pensa, Tambof, Orel
Woronesch, Toela en Wiatka da oogst geheel, in de
provinciën Witebak en Kasan grootendeels mislukt is
Slechts de provincie Pskof zal waarschjjnlgk in staat
zgn zonder hnlp voor zich zelf te zorgen. Uit de pro
vincie Simbirsk zgn nog geen berichten ingekomen.
Das geheel midden-Rusland lijdt onder
het misgewas.
De commissie heeft oen berekening gemaakt, om te
kunnen nagaan welke hulp het rjjk geven moet, opdat
de hongersnood eenigermate gelenigd worden zal. Zjj
meent, dat 361/, millioen Poed graan als voedsel, en
12'/a millioen Poed graan als zaaigraan naar de meest
bedreigde streken moeten worden gezonden voor de andere
provinciën, berekent zjj, zullen nog 22 millioen Poed
graan voor voedsel en 3 '/2 millioen Poed voor zaaigraan
noodig zgn. En voor het aankoopen van dit graan zal
zjj aan de regeering etn crediet van 36 millioen roebels
aanvragen.
Bescheiden som, voorwaar, wanneer men bedenkt, dat
de Regeering 500 millioen roebels heeft aangewezen voor
den bouw van een nieuwe vloot. Zeker, Rusland heelt
die ook noodig, maar met 400 millioen kan zjj zich ook
nog redden en dan zou zjj zich kunnen ontdoen van de
schande der hongerige monjik's.
De berichten omtrent de onlusten in Japan
Het nieuwe Engelse h-J apansche trac
taat van bondgenootschap wordt in de
internationale pers druk besproken. Heel veel goeds heeft
ongeveer niemand ervan te vertellen.
De Russische pers is over het tractaat zelfs uitermate
verbolgen. Het evenwicht in Azië wordt erdoor ver
broken roept de Nowoje Wremja nit. Het maakt een
einde aan de ontwikkeling der Dnitsche politiek en aan
de uitbreiding der koloniale bezittingen van Frankrjjk
en plaatst de politiek van de Vereenigde Staten en China
onder lastige oontróle. Het is dus geen waarborg voor
den vrede.
De Swet geeft een zelfde meening te kennen en ziet
voorts in het verdrag een hinderpaal voor elke uitbreiding
van Rnsland in Azië.
Maar niet alleen in Rusland, ook in Duitschland
vreest men voor de gevolgen van het bondgenootschap.
Tjjdens den oorlog in Oost-Azië heeft Dnitschland zgn
RuBsischen bnurman heel wat diensten bewezen en het
a daarvoor nu gaarne een belooning ontvangen. Het
Engelsch-Russisotae bondgenootschap dreigt echter deze
aan Duitschland te doen ontgaan, want daardoor zal
Rusland zich gedrongen gevoelen nauwere aaneensluiting
met zgn Franschen bondgenoot te zoeken. Voorts zjjn
er nog meer grieven alle te zamen worden zjj door het
Berliner Tageblatt als volgt opgesomd:
Meer en meer zullen de Duitsche njjverheid en de
Dnitsche handel in Oóst-Azië te strjjden hebben tegen
de machtige concurrentie van de verbonden mogendheden,
aan wie thans China als veld voor hun arbeid is over
geleverd. De handel en njjverheid van Dnitschland hebben
den steun der Dnitsche regeering dringend noodig, maar
vooral hebben zjj er aanspraak op, dat deze hun arbeid
niet bemoeiljjkt en hun ondernemingsgeest niet verlamt.
En dat gebeurt, als de regeering in onbegrjjpeljjke
kortzichtigheid de levensmiddelen voor den arbeider
duurder maakt, niet in het belang van den landbouw,
maar van de agrariërs, met het gevolg dat de loonen
ook moeten stjjgen en de concurrentie bemoeiljjkt wordt.
Wat baten mooie verdragen, als handel en njjverheid er
geen nnt van kannen hebben.
Of Engeland en Japan pogen znllen ons uit Kiantsjou
te verdringen, is een vraag die ook in Duitschland zal
worden gedaan. Het is dnidelgk, dat door de gewjjzigde
toestanden in het Oosten Kiantsjou aan waarde verloren
heeft, hoewel het nog steeds groote beteekenis heeft voor
Duitschland. Dc Engelsche pers is reeds bezig, Dnitsch
land over te halen, in het belang van den vrede met
China Kiantsjou op te geven, en zich te verstaan met
Engeland, dat dan ook geneigd wezen zon Wei-hai-Wei
te ontrnimen.
Dit schjjnt wel aardig, maar men vergeet, dat
Duitschland een pachtcontraot heeft voor 99 jaren, en
dat Engeland volgens zgn contract verplicht zou zjjn
thans Wei-hai-wei te ontrnimen. Maar dat wil het niet.
De Observer zegt heel beslist: Als Dnitschland Kiants
jou niet opgeeft, zal Engeland ook in Wei hai-wei
bljjven-
Het Japansch-Engolsche tractaat heeft voor Dnitschland
nog een derde bedenkeljjke zjjde. Rusland wordt door
den oorlog en het nieuwe verbond in zgn Aziatische
politiek bemoeiljjkt. Het is niet meer in staat voort te
dringen naar de Perzische golf of naar lndië. Witte
zeide: Ruslands taak moet nu zgn op de Europeesche
staatkunde invloed te oefenen, en daarvoor rekent het
op de alliantie met Frankrjjk."
En nu Engeland. Daar zgn 't vooral de liberalen, die
bezwaar hebben tegen de verbintenis, omdat deze hen,
wanneer zjj eerlang weer aan het bewind zullen komen,
zoo erg aan banden legt en hen ook zal bemoeiljjken m
hun streven naar eensgezindheid met Frankrjjk. Veel
zal er van afhangen, aldus zegt de liberale Westmin
ster Gazette op welke wjjze het tractaat wordt uit
gelegd. Het zal de taak der aanstaande liberale regee
ring ziju, om waar zjj tronw haar verplichtingen tegen
over Japan nakomt, er voor te zorgen dat het tractaat
zoo min mogeljjk in vjjandigen zin voor Rusland wordt
uitgelegd".
Ontevredenheid ook in Frankrjjk. De groote vraag,
die daar gesteld wordt, is dezeOf de beide verdrags-
mogendheden zich zelf tot het behond van den «status
qno« verplichten, of dat zg het ook aan andere mogend
heden tot plicht znllen stellen. Dat Engeland in de toe
komst een tegenwicht wezen zal voor Japan's grootheids
waan en Japan's ondernemingsgeest, acht men in Frank
rjjk vrjjwel uitgesloten. En men kan zelfs de opmerking
hooren Indien Engeland werkelgk de vriend van Frank-
J