till
M-l
Stichtscbe Hypotheekbank,
HEERENKLEEDING naar
W. F. SLINGER
maat.
Biljarts
Diep Treurig!
Dorschwerktuigen
16.
Anna's huwelijk.
V. S. OHMSTEDE J.Czn,
Kapitaal en Reserven circa Drie en een Half Willioen Gulden,
Bloeiende Zaak
Dorschgereedschap,
i
Kantoor te Amsterdam, Singel 295, BASTIAAN VAN OMMEN verzekert Gelds-
waarden in brandkasten, Inboedels en CSroederen tegen zeer lage premiën, alles
op Amsterdamsche Heurspolis.
In alle plaatsen van Nederland worden invloedrijke Agenten gevraagd.
BROODBEZORGER.
een Broodbezorger
van 't IS-ME-EDSO.
1
voor Hand- en Paardenkracht,
W A N|M«0 LENS.
ALLERLEI.
FEUILLETON.
G-raan- en Zaadoogst,
C ,"Ï«AI,KMAAR,:
De Kinderen groeien er
flink en voorspoe
dig van op,en
lijden niet aan
slechte spijs
vertering. R^ILlLi
Bovenal een e'énig
middel tegen
Braakloop,
Darmcatarrh,
Diarrhee,
enz.
Aan de Coöp. Yereeniging „Ons Belang"
kan terstond geplaatst worden
voor de morgenuren. Hoog loon.
Pensioenvereeniging van
Burgerlijke Rijksambtenaren.
I angestraat 51.
UIT DE HAND TE KOOP, op drukken stand
(KOFFIEHUIS),
Geen tusschenpersonen. Br. fr. lett.
boekh. Sfederkoorn, Alkmaar.
V raagt immer
Hoofdagent
O
A. HILDERING, Hekelstraat 24, Alkmaar
Schaken.
Graanmaten, Schoppen, Wannen,
Zeven, Basculen, Kookpotten,
en verdere gereedschappen voor den
38)
t
le HVPOTHUEH op de aannemelljkste en
soliedste voorwaarden verkrijgbaar.
Franco brieven lett. W 2, bureau dezer Courant.
(Afdeellng Alkmaar).
Vergadering der leden op Maandag, 18 September,
des avonds te 8 uur in de bovenzaal van het gebouw
»de Unie", Cboorstraat te Alkmaar.
Te behandelen onderwerpen zjjn:
a. Bespreking der agenda van de Algemeene Verga
dering op 24 September te Utrecht te honden.
b. Verkiezing van een afgevaardigde ter Algemeene
Vergadering.
c. Bespreking van de circulaire van het Hoofdbestuur
omtrent wenseheljjke wijzigingen in de Pensioen
wetten voor Burgerlijke Rijksambtenaren.
De Secretaris,
P. W. UOETnAttUKI.
te UTRECHT, stelt verkrijgbaar:
4L pCt. Pandbrieven tot den koers van 99j pCt. in stukken van f 1000.
4i pCt. Pandbrieven ÏOO? pCt. j f 500.en f 100.—.
ie KL» öroote Kerk
Schipper de IiAMGM van Kolhorn
bericht, dat hij tot 1 Maart 1906
Vrf)dags ln plaats van Zaterdagmorgen vertrekt.
tft
fi
«N
Sk
0
is bet a Is men t« vepl betaalt. Vftor 8 £>ld- 100
pracht van een NAAIMACHINE, «n voor 17
gld. Hand- en Trap machine met Luxc-af-
sluitkast, bjj
Ue grootste reparatie-Inrichting hier ter
stede.
De nieuwe Schaakclub V. V. V. (Vau Vijanden
Vriendon) vergadert eiken Vrijdagavond 8 uur in het
lokaal van den beer CLAIJ aan de Kaasmarkt, en noodigt
alle Schaakliefhebbers zoowel Dames als Heeren uit, bare
Sohaakavonden met een bezoek te vereeren. lot 1 Jan.
1906 is introductie geen vereischte, daarna worden leden
aangenomen, de contributie bedraagt f 2.50.
Namens het bestuur
De Voorzitter 6. NOBEL.
Secretaris H. E. J. Ten KLEY.
De ondergeteekende deelt mede dat hjj DINSDAG
12 IEPTEHBER zitting lioudt in de Kerke-
ynRflslfftmp.r
's Avonds van 6—7 uur voor do inschrijving van
nieuwe leerlingen.
's Avonds van 7 8 uur voor do oudere leerlingen,
ten einde de regeling der lesuren te bespreken.
's Avonds van 8—uur voor hen, die zich willen
voorbereiden voor den Doop.
P. J. GLASZ, Leeraar.
Naar het Duitsch van IDA BO* -MD.
DOOR
ED. VAN DEN GHEYN.
tegen lage prijzen voorhanden ln de
lïe boon In het volksgeloof.
De boonen speelden in de gebruiken der Ouden eene
belangrijke rol. Dezen gebruikten reeds witte en zwarte
boonen om hunne stem uit te brengen.
De Atheners hadden een „boonengod" (Kyamites),
wiens tempel op de boonenmarkt stond en die door
het volk geraadpleegd werd, wanneer regeeringspersonen
moesten worden gekozen.
De boonen waren bij de Indiërs, de Egyptonaren.de
Grieken en de Romeinen het zinnebeeld van den dood
daar op de bloemkroonbladen rouwletters literae lugubres)
staan, nl. zwarte vlekken op de vleugels der bloem.
Op rouwfeesten ter eere van afgestorven bloedverwan
ten werden boonen gegeten. -
De „lemuriën lemur schaduw of geest van een
afgestorvene) waren feesten, ingesteld om de zielen
van afgestorvenen te verzoenen dan ging de huisvader
bij nacht blootsvoets en zwijgend door het gansche
huis rond en wierp zwarte boonen over zijn hoofd,
onder het uitspreken van tooverwoorden.
De „paliliën" werden gehouden ter eere van de
herdersgodin Pales dan brandde men boonenstroo en
sprong over de vuren heen
Bij de Calendae Fabariae (boonenfeesten) werden den
goden pas geoogste boonen geofferd.
Zangers aten boonen om eene goede stom te behouden
zij heetten daarom FabariiPytlugoras daarentegen
verbood zijnen leerlingen boonen te eten, daar zij op
geblazen maken, onrustig zouden doen slapen en de
zinnen zouden verstompen ja, zijne leerlingen mochten
niet eens door een boonenveld wandelen.
„In 't voorjaar," zegt een oud schrijver, „als de
Boonen beginnen te bloeijen, bevint men dat de Voch
tigheden onses Lichaams beginnen uyt te spruyten en
met dampen de Herssenen te vervollendewelcke dan
door den welrieckenden bloessem van de Boonen ge
scherpt zijnde, soo raken de Sinnen op de loop.".
Verschillende oude spreekwoorden wijzen op dit
volksgeloof, bijvAls de boonen bloeien, de zotten
groeien Wacht u voor de boonen Hij heeft de boonen
in 't hoofdDe boonen bloeien, d i. het is nu gekken-
tijd. De Duitschers zeggenWenn die Bohnen bliihen,
gibt es viel Narrende FranschenLes fèves sont en
fleurles fons en vigueur. In oude liederen (16de eeuw)
worden menschen van allen stand en leeftijd gewaar
schuwd niet te dicht bij de (bloeiende) boonen te komen.
Op het gebruik maken van boonen bij lotingen en
stemmingen wijst de door het Woordenboek vermelde
uitdrukking „te boone gaan," voorheen bjj de magi
straatsbestelling in sommige steden gebruikelijk. Zoo
werden te Hoorn de keurmannen, die de burgemeesters
verkozen en de schepenen benoemden, bij loting aan
gewezen door en uit de daartoe gerechtigde boon-
luiden (80 a 90 der meest gegoede burgers), die uit
een zak of bus, waarin zeker getal witte en zwarte
(elders gouden) boonen waren, moesten trekken wie
eene zwarte boon trokken, waren keurmannen.
Later werden bij geheime stemmingen over personen
de boonen gewoonlijk door balletjes vervangen (ballotage).
WaaroM de Chinees den Europeaan veracht.
De Aziaat heeft, naar zijn eigeu meening, een hooger
verstand dan de Europeaan. Hij is geestelijk opgewekter,
leest vlugger het karakter van anderen en doorgrondt
de gedachten van hen, met wie hij spreekthij kan
met groot gemak allerlei dingen uitvinden en kan beter
zuiver afgetrokken gevolgtrekkingen maken. Niet de
blanke, maar de gele man heeft den godsdienst uitgedacht
en gegrondvest, die het grootst aantal volgelingen heeft.
Wanneer hij zich verwaardigt te redetwisten of in
het openbaar iets bespreekt, wat zeer zelden gebeurt,
dan is hij de philosoof, waartegenover de Europeaan als
een middelmatig mensch of een domkop staat. Hij erkent
dit zelf en des te eer, omdat die erkentenis hem weinig
geeft en hij gewoonlijk moet toegeven. Hij gelijkt hierin
op eene verstandige vrouw, die met een gewonen man
spreekt en onmiddellijk, niet door redeneering, hare
gevolgtrekkingen maakthij is reeds ziende, nog voor
dat de Europeaan zijne oogen begint te openen en
dientengevolge voelt hij zekere geringschatting bij zich
opkomen, die geen tegenstand, maar bitterheid opwekt.
Dit is de hoofdoorzaak van de verachting, de wortel,
waaruit zij ontspringt, maar er komen nog andere
oorzaken bij.
De zeden der Europeanen zijn in het oog van den
Aziaat steeds zeer onbeschaafd. Hij verwacht in iemand,
die boven hem of met hem gelijk staat, eene zekere
zachtheid te vinden, die weinige Europeanen bezitten
en die zij in het verkeer met de gekleurde rassen,
wier gebrek aan openhartigheid en neiging tot eerbied
hen prikkelen, nooit vertoonen. De Aziaat stelt gebrek
aan openhartigheid gelijk met beleefdheidhij is steeds
terughoudend, wanneer hij niet lomp wil zijn en be
schouwt elke vertrouwelijkheid als beleedigend enruw,
vooral daar, waar een kaste- of rangverschil bestaat.
Weinige Europeanen komen hem voor gentlemen te
zijn en die weinigen nog alleen dan, wanneer zij niet
vertrouwelijk zijn.
Het lachen der Europeanen is hem even onaangenaam
als het gelach van onbeschaafden den beschaafden Euro
peaan in de ooren klinkt.
Grappen maken en elkander schertsend voor den gek
houden, zooals de Europeanen doen, is hem een gruwel
het is voor hem het toppunt van middelmatigheid en
herinnert er hem steeds aan, dat hij zich beleefd en
onderworpen betoont tegenover een persoon, die, als hij
het masker afgeworpen heeft, door en door een barbaar
is. Dit gevoel, dat algemeen en onuitroeibaar is, ver
sterkt hem zeer in zijne meening over de domheid van
den Europeaan en wordt nog sterker door de waarneming
van het feit, dat de Europeaan het gebruik van list of
valschheid versmaadt, al is dit in zijn voordeel, of geen
valschheid ontdekt, waar zij in het oog vallend is.
In gelijke mate vindt hij het ongeduld en de grillig
heid der Europeanen verachtelijk. De Aziaat kan toornig
worden en van dien toorn doen blijken maar „slecht
humeur" stoot hem af als een teeken van een barbaarsch
gebrek aan zelfbeheersching.
Strandrecht.
De zee als zoodanig kan niet verkocht worden.
Tot drie mijlen van de kust van elk land is de zee
vrij voor iedereen en geen enkel volk of persoon kan er
eenig eigendomsrecht op doen gelden.
De drie mijlen zee buiten de kust van elk land behooren
aan dat land en staan onder de wetten van den Staat,
waartoe de kust behoort. De strook lands onder dat
gedeelte van de zee, dat bij eb het strand vrij laat, behoort
in Engeland aan de Kroon, en het toezicht daarop is
opgedragen aan de Kamer van Koophandel, die slechts
met toestemming van het Parlement over het voorstrand
kan beschikken.
Sommige personen, zooals eigenaars van heerlijkheden
en anderen, kunnen zekere rechten over het voorstrand
uitoefenenmaar om die rechten wettig te doen zjjn,
moet er eene schenkingsakte van de Kroon bestaan of
moet het vermoeden gewettigd zijn, dat zulk een schen
king heeft plaats gehad, op grond van eene langdurige
uitoefening dier rechten.
In andere gevallen moeten de rechten vallen onder
de bepalingen van een Parlementsbesluit.'
Gebrild vee.
De uitgestrekte steppen van Rusland, waarop groote
kudden vee grazen, zijn elk jaar minstens zes maanden
lang met sneeuw bedekt. Alsdan moet het vee bestaan
van de lange grashalmen, die boven de sneeuw uitsteken.
Nu heeft men bevonden, dat de lang aanhoudende en
sterke schittering dezer sneeuwvelden de dieren blind
maakt, in welken toestand zij bezwaarlijk in staat zijn
de noodige hoeveelheid voedsel te vinden.
Een groot Russisch veefokker, die even gaarne zijn
voordeel zoekt als de menschelijkheid betracht, heeft,
naar de Chicago Tribune bericht, nu sneeuwbrillen uit
gevonden ter bescherming der oogen van het vee. Deze
brillen zijn van berookt glas en worden met lederen
riemen voor de oogen van het vee bevestigd. In eene
enkele kudde moeten zich, naar men beweert, wel 40,000
stuks vee bevinden, die met deze zonderlinge brillen
loopen te prijken.
Voor zoover het terrein het hun niet belette, liepen
Anna en Wolf snel in de maat achter elkaar voort. In
Anna's oor suisde hot eentoonig gernisch der zee, waar
door geen gedachten van beteekenis bjj haar werden op
gewekt. j
Binnen drie kwartier hadden ze den voet der krijtrot
sen van Stubbenkammer bereikt. Nn kwam het er nog
op aan, de slingerpaden te beklimmen van het bosch
ravijn, dat in een diepe bocht van de steile kust, tusschen
de rotsen van Groot- en Klein-Stnbbenkammer afdaalt.
»Langzaam„" waarecbnwde Wolf. »Kjjk^ eens wat een
boomwortels door het pad zjjn gesohoten."
Het klimmen begon Anna nu toch wat moeilijk te
vallen.
»Zal ik je wat opduwen
»Ga je gang
Hjj sloeg zjjn handen links en rechts om haar taille
en schoof haar gestalte nu zoo krachtig vooruit, dat ze
dien gang nauwelijks konden volhouden.
»Te hard, te hard 1" riep ze lachend. In diezelfde hou
ding had hjj haar vroeger over den bevroren vjjver van
Pallan voortgeduwd, maar hier hadden ze toch geen
schaatsen aan de voeten.
>Te hard
Wolf liet los. Bjjna op hetzelfde oogenblik struikelde
Anna over een boomwortel en viel. Hjj gaf een schreeuw.
Reeds was hg naast haar op den grond. Hjj tilde haar
op, hjj lette volstrekt niet op haar. >Laat maar gaan...1'
Hij nam haar op zjjn armen.
»Laat me toch zeide ze, >het beteekent immers niets.
Men moet wel eens vallen."
Drommels...." mompelde hjj, »wat kunnen vrouwen
iemand toch doen schrikken...."
Ze maakte zich nu met een krachtige poging van
hem Iob.
»Knn je ook staan? Heb je geen letsel? Aan aen
voet? Of de knie?"
Ze strompelde weer voort, en bjj vatte haar voet boven
den enkel. Maar even spoedig liet hjj los
Ze waren immers geen kinderen meer als destjjds
toen hjj haar eens met zjjn zakdoek den voet had ver
bonden.
De vreemdsoortige trilling, die hem doorhuiverde, toen
hjj eenige seconden haar enkel omvatte gaf hem voor
zeker te kennen nu gaat dat zoo niet meer.
Nog voor haar geknield, zag hjj haar aan en vraagde
met een zonderling schorre stem: »Voef je wezenljjk
geen pjjn
»In 't minst niet", zei ze langzaam.
Ze zag zjjn blauwe oogen zoo wonderljjk schittereu
ze zag de ^alteratie" in dit open mannelgk jong ge
zicht
En ze begreep, dat hjj haar liefbad
Haar hart begon sneller te kloppen.
»Kom", zei ze en zette de beklimming voort hoewel
de hartklopping haar bjjna don adem benam. Hjj be
minde haarEn hjj zelf had er niet het geringste be-
wustzjjn van. Hjj zou zich anders reeds verwjjderd hebben.
Dat wist Anna wel. Dit groot kind zou een gevoel ge
waarworden vau schuld en als een misdadiger haar aan -
schjjn mjjdeu en niet minder dat van haren echtgenoot.
Dat mocht niet gebeuren. Wolf mocht niet begrjjpen
wat zoo iets is. Onwetepd moest hjj bljjven omtrent den
aard zjjner gevoelens. Neen, Anna wilde hem niet ver
liezen. Een man, zoo geheel en al aan haar onderworpen,
een man met zulk een toewjjding als Wolf, kon ten
allen tjjde een werktuig zjjn in haar hand.
Wie zou de toekomst kunnen peilen trouwe harten
zjjn schaarsch in dit leven, men kan ze gebruiken 1
Jawel dit was nu het leven met zjjn verwikkelin
gen 1 Ze was er nu geheel in 1 Nu reeds had het over
vloed van talrijke schakels, die spanning en heimelijke
emoties teweeg brachten.
Toen het toch noodig b'eek om eens eenige minuten
te rusten, zei ze, naar adem snakkend en onsohuldig
lachend
»Of we wel bjjtjjds komen Meneer Reinbeck is een
van de lui, die erin groeien, als ze geljjk hebben. En dan
heeft hjj een leedvermaak waaraan geen einde komt.
Wolf koek op zjjn horloge.
»Ik denk het toch wel. Wg hebben ook niet slecht
geloopen."
Ze zag, dat zijn opwinding bedaard was en ze hem
niet tot het zelfbewnstzgn had gebracht zgner liefde.
Goddank 1
Ze zetten hun beklim mie gstocht voort door het woud,
waarin de zonnewarmte zich deed gevoeleu en de lente
geurde. De blauwe, ruiechende zee lag achter hen, en de
blauwe, lachende hemel scheen altijd verder en verder
zich van hen te verwjjderen, naarmate zjj hooger stegen.
Boven gekomen, hoorden ze reods do stommen van het
overig gezelschap, dat ook nu juist uit het bosch te voor-
schjju kwam en het plateau betrad, waarop het hotel
restaurant van Stubbenkammer gebouwd was.
Ook de anderen waren, hoe meer ze het doel naderden,
des te feller door eerzucht aangetast, om meneer Rein
beck geen geljjk te laten hebben zjj hadden op de aller
dwaaste manier haast gemaakt.
Ze stonden allen van warmte en inspanning uit te
blazen voor meneer Reinbeok, die met innig leedvermaak
en het horloge in de hand, constateerde dat hg gelgk had
want het was tien minuten over den tjjd. Blijkbaar ver
kneukelde hjj zich in het feit. Maar de wandelaars waren
ook zeer tevreden, dat het maar tien minuten scheelde.
Vrooljjk en welgemoed traden allen de restauratie-zaal
binnen.
»Kiud, wat heb je 't warm", zei graaf Eberbard min
zaamst, »ik heb wat een zorg voor je gehad, nadat je
me ontglipt was. Denk toch aan je zenuwpgn!
Al het hooge zelfbewnstzgn van zegevierende heersoh-
zuchf, waarin zg zoo even nog haar triomf had genoten,
was eensklaps verdwenen. Een gevoel van schaamte drukte
haar terneer. En die gewaarwording was onverdragelijk.
Het beste is, maar niet te liegen dacht ze.
Twee, drie dagen waren vorloopen, zonder^ dat Stephan
in de mogeljjkheid was geweest met graaf Eberhard een
onderhoud te hebben. Een dergelijk gesprek moest, volgens
het uitdrnkkeljjk verlangen van Sophie eerst wat voor
bereid worden en dan nog alleen dienen om het terrein
te verkennen.
Het prachtig lenteweer gaf aanleiding tot herhaalde
uitstapjes, die dikwerf geheele dagen in beslag namen.
Per rjjtuig ging het naar Breege en Aroona. Op zekereu
dag werd te Sasnitz geluncht en reed men van daar met
den trein naar Putbus. Bg de thuiskomst was het nacht.
Een andere dag ging voorbjj met kleinere ondernemingen.
Wolf en Ursula waren verzot op een zeiltocht, een genoe
gen, dat hnn beiden nog totaal onbekend was. Alle an
dere gasten raadden het af, het was nog te vroeg in het
jaargetijde, en daarbg was het onhebbeljjke van zeeziekte
niet uitgesloten. Maar er hielp geen praten aan. En graaf
Eberhard, die een bizondere voorliefde koesterde voor
Wolf en diens zusterkon het niet aanzien, dat deze
verstoken zouden bljjven van een genot dat hun toe
lachte. Hg verzocht Stephan om vooruit te gaan en te
zien, dat hjj beneden aan het strand een vissoherssloep
kon huren. Hg zou met de twee Pallau's dan nakomen.
Anna vond dit overdreven goedheid van haren man.
Hjj verwende de Pallau's maar al te zeer. Daarbg zou
Ursula nog bet geluk hebben, langen tjjd met Stephan
in gezelschap te zjjn, zonder dat iemand daar een stokje
voor kon steken.
Maar dat geluk zou van korten duur wezen.
{Wordt vervolgd
Drukkerjj v. Harms. Coster Zoon, Alkmaar.