no. vu.
Honderd en zevende jaargang.
1905.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Manier van reizen in 1815.
buitenland.
DONDERDAG
14 SEPTEMBER.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele Rijk f I,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groot®
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.jV. Boek- en Handelsdrukkerij
vh. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Algemeen Overzicht.
Gemengde Mededeelingen.
OURANT.
Rusland doet denken aan een vronw, die met wereld-
scho pracht langs de straten en door de bosschen flaneert,
terwijl haar kinderen thuis verslonzen en verkwgnen
van ellende.
De binnenlandsche toestand in het rijk van den Czar
kon al moeilijk ellendiger zijn. Er is hongersnood, er is
opstand, er is brandstichting, er wordt gemoord op groote
sohaal. Maar niet aan het verhelpen daarvan wordt in
de eerste plaats gedacht, neen, Rusland is aan het
reconstrueeren van zjjn vloot.
Te Helsingfors is een nieuwe torpedoboot te water ge'
laten en gedoopt «Generaal Kondratenko," naar den be
kenden held van Port. Arthur. Het schip is 246 voet
lang, heeft een waterverplaatsing van 615 ton en machines
van 7300 paardekracht. Op de werven van de »Forges
et Chantiers de la Méditerranée" te Toulon is verder in
aanbouw een nieuwe kruiser, die zal heeten »Admiraal
Makarof." De gevechtsmarsen, waar de Russen geen nut
van hebben gehad in den oorlog, maar wel nadeel, door
dat zjj den Japanners goede mikpunten boden, zijn ver
vallen op de «Admiraal Makarof." Op de kruisers »Rossya"
en «Gromoboj" te Wladiwostock zjjn ze trouwens reeds
weggenomen. Dan ligt te Tsingtau de »Czesaréwitsj
klaar om naar Rusland terug te gaan. Het schip is zoo
goed mogelijk gerepareerd, hoewel de Duit?chers alle hulp
daarbjj weigerden.
Voorts wordt er omgezien naar een nieuwe oorlogs
haven, die gevestigd zou worden aan de Moerman-kust
(Lapland). De haven zon dienst doen als basis voor een
vloot, die 's zomers op deze kust zon worden gestationeerd.
Verschillende officieren hebben van Archangel nit de
havens langs de knst bezocht; vermoedeljjk zal de keuze
op Alexandrofsk vallen, waar de haven dan vergroot en
versterkt zal worden.
Aldns zorgt »Vadertje'' voor de grootheid van zgn
Rjjk. Maar wat er in het Noorden geschiedt kan niet
wegnemen de schandvlek in het Zoiden.
Over de eerste dagen der onlusten in den Kan-
k a s u s, weet de Westminster Gazette nog het volgende
te melden:
In den avond van 2 September was heel Bakoe in een
slaat van paniek door het bericht, dat een bloedige ont
moeting tusschen Armeniërs en Tataren had plaats gehad.
De winkels werden onmiddellijk gesloten en de inwoners
haastten zich naar plaatsen, waar zjj zich konden verbergen.
Het geruoht van het gevecht werd beveBtigd door het
gelnid van geweervuur, in verschillende gedeelten van de
stad hoorbaar. Het vnren ging den geheelen nacht door
en werd ook Zondag voortgezet. Bakoe kreeg het aan
zien van een doodenstad. Niemand waagde zich bniten
de deur, de straten waren geheel verlaten, alleen reed
nu en dan een ambtenaar in een rjjtnig, geëscorteerd
door kozakken, naar het paleis van den gouverneur.
Tegen den avond werd een lichte glans gezien boven
Tcherny Gorod, aantooDende, dat de petroleumreservoirs
van do Nobelmaatsohappij in brand stonden. In den
tweeden nacht was de stand van zaken nog verergerd.
Overal hoorde men vnren en nn stonden de Balakhaneko
Sahoent Chi-werken in brand. De telefonische verbinding
daarvan met de stad was afgesneden.
Maandag had een algemeene uittocht plaats. Het station
was vol menschen, die verlangden de stad te verlaten.
Hnizen en bezittingen werden aan hun lot overgelaten.
Overal had men de grootste moeite, levensmiddelen te
II. {Slot).
Van Rotterdam wordt weinig in de Gids vermeld.
Alleen, dat deze plaats het voordeel had een betere
verbinding naar zee te hebben dan Amsterdam.
Als men in Delft kwam, moest men het arsenaal en
het stadhuis gaan bezichtigen.
Vervolgens worden de beurtschepen beschreven als zeer
groote vaartuigen met twee masten, varende over de Zui
derzee van Amsterdam naar Lemmer, Harlingen en andere
plaatsen. In 1815 was Schokland, het eilandje in de Zui
derzee, nog bewoond. Er was een plaatsje genaamd Ens.
De bewoners waren allen zeldzaam mooie menschen.
Men had in de beurtschepen vier soorten van plaatsen
»1. De kajuit, waarin een persoon van middelbare
lengte behoorlijk in kan staan, is een vertrek met banken
aan de kanten voor acht personen, twee raampjes en
een tafel in het middenverder een paar kasten en
achter een beschot bedden, die men «kooyen" noemt.1'
«2. de roef, dit is een overdekte plaats op het dek
waar twaalf personen kunnen zitten. Ook hier is een
tafelden zijn kooyen."
«3. De kelder is eenige treden lager en op het voorste
gedeelte van het schip. Deze verblijfplaats is laag en
ongemakkelijk. Er bevinden zich ook slaapplaatsen."
«4. Het onderste en zeer ruime gedeelte van het
vaartuig voor de arme reizigers bestemd en tevens de
bergplaats van de vrachtgoederen."
Een dergelijk vervoermiddel kon 100—130 personen
bevatten. Van Lemmer naar Amsterdam betaalde men
eeu ducaat voor de kajuit (1 ducaat is f 5.15) zoowel
als men alleen reisde, als in gezelschap, in tegenstelling
met de trekschuit, waar men, alleen zijnde, zooals ver
meld is, de helft van den prijs slechts behoefde te
betalen. Dezen afstand legde men in 810 uren af.
Overigens vond men in deze schuiten alle mogelijke
gemakken. Men kon er alles krijgenzeer goeden wijn,
uitstekende koffie, thee, likeuren enz. Deze dranken
waren ook goedkoop.
"Wij spraken zooeven over Amsterdam, de hoofdstad
van het rijk. Zij dateert van omstreeks 1272 en had in
1815 twee honderd duizend inwoners.
De haven kon meer dan 1000 schepen bevatten, maar
verkrijgen. Men vroeg prjjzan als bjj een hongersnood.
Bij alle ellende en verschrikking kwam nog, dat
Dinsdag een hevige noordenwind over de stad opstak.
Alle branden werden daardoor aangewakkerd. De Shak-
tawerken werden ook in brand gestoken. Den volgenden
morgen geraakte een houtmagazjjn in de Telegrafnaza-
straat in brand en de vlammen sloegen over op een
circusgebouw, een schouwburg en de aangrenzende hnizen.
Den geheelen dag breidde de brand zich uit. Een tweedo
hontpakhuis vatte vnur en toen deelde het zich aan de
haven mede. In den loop van den avond sloegen de
vlammen uit de woningen van de Armeniërs in de bunrt
van Tchember-Kente. Personen, van Balakhany komende,
meldden hartverscheurende verschrikkingen. Al de werken
waren in handen der Tataren, die in alle richtingen
plunderden.
"Woensdag werden de kreten «vrede* gehoord en had
den besprekingen tusschen de partjjhoofden plaats. Men
kon echter niet tot een resultaat komen en het vuren
werd voortgezet. Winkels, bureaux en banken waren
gesloten en de straten verlaten. Sinds is bekend gemaakt,
dat de ingezetenen hnn hnizen niet na 8 nur nm. mogen
verlaten en de hooiden der gezinnen zjjn er aansprakelijk
voor als nit hnn woningen gevuurd wordt.
Andere berichten bevestigen, dat de Tataren den
heiligen oorlog hebben uitgeroepen en als eertjjds
de Hunnen moordend en plunderend rondtrekken. De
districten Zangezoer en Jebrail moeten overstroomd zijn
met benden Tataren, onder leiding van hnn hoofden en
soms zelfs vergezeld van ambtenaren. Zij dragen groene
vlaggen mee, ten teeken dat de heilige oorlog ver
klaard is.
Alle Armeniërs zonder onderscheid van sekse of leef
tijd worden vermoord. Duizenden Tataarsche ruiters zjjn
de Perzisch-Rnssische grens over getrokken om zich
bij de oproerlingen te voegen. Verschrikkelijke tooneelen
hebben bjj de verwoesting van het dorp Minkend plaats
gehad. Drie honderd Armeniërs werden vermoord. Ver
minkte kinderen werden voor de honden geworpen en
de weinige overgebleven personen werden genoodzaakt
tot den Islam over te gaan.
De geschillen tusBchen Zweden en Noorwegen
zjjn nog lang niet bjjgelegd en 't wordt langzamerhand
zelfs de vraag, of de scheiding op vredelievende wjjze
tot stand zal komen. De quaestie loopt voornameljjk
over de historische vestingen Prederiksten en Kongs-
vinger, waaraan nieuwe werken overeenkomstig de
hedendaagscbe eischen zjjn toegevoegd. Die nienwe wer
ken, zoo verzekert men, wil Noorwegen prijs geven, maar
de eeuwenoude vestingen zelf niet. Frederiksten is van
de Zweedsohe grens alleen door een nanwe fjord geschei
den, Kongsvinger ligt er ongeveer 30 K.M. af, zoodat
het nanwljjks eeno grensvesting heeten kan. Beider roem
is, nog nooit ingenomen te zjjn geweest en nit een stra
tegisch oogpunt heeft met name Kongsvinger vooi Zweden
weinig dreigends, zonder de nienwe werken zeker in
't geheel niets.
Do Zweden big ven echter op hnn stnk staan en do
toon hnnner bladen over deze zaak is in het oogloopend
fel. Bovendien moeten er in de laatste weken ongeveer
70.000 man Zweedsohe troepen bjj de Noorsohe grens
zjjn saamgetrokken. Dit ziet er dus dreigend genoeg uit.
De Engelsche en Fransche pers betoogt, dat 't hier
niet tot een oorlog mag komen. En zjj doet een beslissing
door het Hof van Arbitrage te 's Gravenhage aan de hand,
dat zeker hiervoor al bjjzonder is aangewezen.
Heden komen de wederzjjdsche onderhandelaren, na
■was zoo ondiep, dat men voor de lossing van de groote
schepen zich bedienen moest van lichters, dat waren
groote niet-diep varende schuiten. Zij werden in 1690
door Matthias, zoon van Meinard Bakker, uitgevonden,
en waren vooral bestemd om over het Pampus te varen.
De regeering van de stad bestond, evenals die van
alle andere Hollandsche steden uit een Vroedschap,"
terwijl het beheer van de Rechtbank opgedragen was
aan den eersten rechterhet hoofd van de politie was
de «directeur-generaal", die verscheidene commissarissen
onder zich had.
Gaan wij in die dagen een wandeling door Amsterdam
maken, dan bezoeken wij eerst het Paleis, dat vroeger
dienst deed als Stadhuis, een gebouw wel de moeite
waard om het te gaan bezien wegens het prachtige
beeldhouwwerk en de inrichting. Het is gebouwd in
het midden der 17de eeuw door Jacob van Campen en
staat op 13659 palen. Het bouwen heeft meer dan 30
millioen gulden gekost.
Als stadhuis werden, na het in gebruik nemen door
den Koning van Holland van het Paleis op den Dam,
gebezigd de vroegere bureaux van de Marine, genaamd
het «Prinsenhof."
De beurs is een vierkant gebouw, met aan het
front een zuilengaanderij met 46 pilaren. Vervolgens
komt voor een bespreking in aanmerking het «Aal-
moeseniershuis". Dit is een gesticht voor verwaarloosde
kinderen. Het gebouw was geplaatst op de Prinsengracht
en gebouwd in 1664. In dien tijd vond de overheid het
noodzakelijk een huis te bouwen voor de verzorging en
de opvoeding van door de ouders verlaten of verwaar
loosde kinderen. Er was plaats voor 1500 personen. Tot
1780 heeft men dit aantal nooit overschreden, maar na
dien tijd hebben de ongelukken en de oorlogen met
Frankrijk gemaakt, dat verbazend veel kinderen opge
nomen moesten worden. Er bevonden zich zelfs in
1815 nog 3000 kinderen. Zij verlieten niet het huis,
alvorens een ambacht te kunnen uitoefenen. Zij mochten
niet langer blijven dan hun twee en twintigste jaar.
Het bestuur was opgedragen aan 8 commissarissen en
6 dames, die de verschillende werkzaamheden, de functies,
verdeelden hun orders moesten onmiddellijk door de
minderen worden uitgevoerd. Amsterdam bezat ver
schillende verbeter-huizen, o.a. het rasphuis, het werk
huis, waarvan het spinhuis een onderdeel uitmaakte, enz.
In hét rasphuis moesten de gevangenen Braziliaansch
overleg met hunne regearingen te hebben gepleegd, weder
te Karlstad bjjeen.
Er is een klein, klein sprankje van hoop, dat er een
kink in de kabel zal komen met betrekking tot het
nienwe Duitsche toltarief. Zooals men weet
heeft de Bondsraad als dag voor invoering genomen 1
Maart 1906. Dit geschiedde met het doel vóór dien
tjjd de handelsverdragen vast, te stellen, die met het oog
op den nieuwen toestand noodig werden geacht. Men
verwacht, dat alle handelsverdragen voor den 1 Maart
zullen zjjn goedgekeurdde Duitsche Rjjksdag heeft de
gesloten tractaten reeds aangenomen maar in de andere
staten is dat nog niet geschied.
En nn begint men zich, naar wij in het Hbl. lezen,
bezorgd te maken of dat nog wel zal geschieden vooral
voor het traotaat met Oostenrjjk-Hongarije maakt men
zich bevreesd, met het oog op de zonderlinge politieke
toestanden, die in dat land heerschen.
Daarbjj komt nn nog dat gisteren vrjj onverwacht de
Oostenrjjksche minister van handel baron Von Call, en
die van onderwjjs, Ridder von Hartel, van hnn post
ontheven zjjn, zonder dat eenige crisis daartoe aanleiding
gaf. De Keizer heeft het ontslag van de beide ministers
op de meest eervolle wjjze verleendmaar het neemt
niet weg dat de indrnk er van in Oostenr jjk en Dnitsch-
land eenigszins pjjnljjk is.
Baron von Call had zich zeer veel moeite gegeven om
het handelstractaat tusschen de monarchie en het Duit
sche rijk tot stand te brengen. Het is bekend met hoeveel
inspanning de onderhandelingen zjjn gevoerd en hoeveel
zorg het gekost heeft om de belangen van beide landen
zoo goed mogeljjk te vereenigen. En nn, nog voordat de
minister in de gelegenheid is, het handelstractaat in den
Ooatenrjjkschen Rgksraad te verdedigen, volgt zgn ontslag.
Het Berliner Tageblatt verneemt nit Weecen, dat er
reeds langen tjjd ernstige verschillen van meening beston
den tusschen den minister van handel en zgn ambtge-
nooten van financiën en landbouw. Die verschillen van
meening kunnen toegenomen zgn, nn het ontwerp-han-
delsverdrag, tengevolge van het agrarische streven van
Dnitsche zjjde, niet heel voordeelig voor den Ooatenrjjk
schen landbouw is uitgevallen. Maar het zou toch al zeer
merkwaardig zgn zoo nu, vlak voor de behandeling van
het handelstractaat in den Rgksraad, een poging zou
worden gedaan door den minister van landbonw om het
traotaat op dit punt gewijzigd te krjjgen. Na alle moeiten
om tot overeenstemming te komen, is het niet aan te
nemen, dat Daitsohland wjjzigingen in overweging zon
nemen, die van Oostenrjjksche zjjde nog zouden worden
voorgesteld.
Hoe het ook zjj in Duitschland maakt men zich
werkeljjk bezorgd over dit ontslag.
De toestand te Tokio. Een groot aantal burge
meesters nit verschillende streken van Japan zgn te Tokio
aangekomen, om don Mikado een verzoekschrift, tegen
het vredesverdrag gericht, te overhandigen. Toen zjj ten
paleize toegelaten wilden worden, werd hun echter door
gendarmen de boodschap overgebracht, dat zjj dadel jjk
naar ban woonplaatsen moesten terngkeeren. De beeren
voldeden daaraan zonder verzet. Volgens een correspon
dent van het Journal verlangen eenige afgevaardigden de
instelling van een commissie tot onderzoek van de jou gste
ongeregeldheden.
De ramp van de »Mikasa". Een gerucht
hout raspendeze bezigheid was zeer vermoeiend, afmat
tend en ongezond. Was hun dagelijksche taak klaar,
dan mochten de gevangenen kleine voorwerpen voor
zich zelf maken en deze verkoopen aan hen, die een
bezoek kwamen brengen. De boosdoeners, die bijzonder
goed oppasten, hun dagelijksch werk op uitstekende
wijze uitvoerden en wier gedrag goed was, konden van
de overheid vermindering van straf krijgen. Om tot dit
doel te geraken hield de cipier een register, waarin alles
werd opgeschreven en dat dan werd overgelegd. De
gevangenen, die het beste oppasten, werden ook aan
gesteld om te zorgen voor hen die minder kalm waren.
Een andere gewoonte in dit verbeterhuis was, dat
eens per week, 's Maandags de vrouwen en kennissen
van den gedetineerde hem een bezoek mochten brengen.
Zij mochten dan met hem eenen maaltjjd gebruiken.
Merkten de overige kennissen dat de beide echtelieden
wel eens alleen wilden zijn, dan gingen zij weg, om
hen in dit verlangen niet te storen.
Het werk- en spinhuis was bestemd voor vrouwen
alleen. Het stond onder toezicht van zes regenten en
4 dames, die twee «vaders en moeders" aanstelden om
voor het eten te zorgen. In de werkzalen zat een van
de moeders op een verhoogde lessenaar, om toezicht op
de werkzaamheden te houden.
Het was geoorloofd, dat de vrouwen eenige kleine
fooien ontvingen van diegenen, die haar kwamen bezoeken;
het bedrag werd dan opgezameld en zoodoende waren
zij instaat van tijd tot tijd een kopje thee of koffie te
koopen. De kosten van dit huis werden bestreden door
een lichte belasting op tabak, bier en l keuren. Een
g deelte van de vrouwen moes', spinnen, vandaar de
naam van «spinhuis".
Nu we de verbeterhuizen bezichtigd hebben, gaan wij
naar de Marineschool''.
Deze inrichting was bestemd voor hen, die zich wilden
bekwamen in de scheepvaart en den handel.
«Het merkwaardige hiervan is, dat jongelui van alle
klassen en standen hier vertegenwoordigd zjjn; men treft
er aan zonen van zeer rijke kooplieden, van hoofdoffi
cieren, van gouverneurs van koloniën met de kinderen
van eenvoudige matrozen. Zjj komen reeds op school
met hun 7e jaar. Er zijn leerlingen kosteloos opgeno
men, terwijl andere betalen een bescheiden pensionsprijs,
te weten 12 gulden in de maand. Allen zijn gekleed,
worden gevoed en onderwezen op dezelfde wijze, zonder
zegt, dat het vuur, waardoor de ontploffing geschiedde,
zon zgn ontstoken door dweepzieke chauvinisten, die op
deze onnatuurijjfee wjjze wilden protesteeren tegen het
vredesverdrag.
De censuur laat bjjua geen bericht over deze ramp
door.
Tabakebelasting in Duitschland. Ver
zekerd wordt, dat bjj de heropening van de zitting van
den Dnitschen Rjjksdag een wetsontwerp tot invoering
van een nieuwe belasting op de tabak zal worden inge
diend. Dit zon een vermeerdering van belasting van 30
pfennig per K. G. zgn. De sigarenfabrikanten en koop
lieden in tabak maken zich reeds tot protest gereed.
De aardbeving in Italië. Dinsdagmiddag
werd in Messina een nienwe, lichte aardbeving waarge
nomen. De zoldering van de gemeenteschool stortte in.
Dit feit zal nienwe onrust brengen in de gemoederen
der Calabriërs, die langzamerhand tot kalmte begonnen
te komen en weer terugtrokken naar hnnne huizen, in
zooverre die niet ten prooi waren gevallen aan de bjjna
algemeene verwoesting.
De tegenwoordigheid van den koning heeft veel bijge
dragen tot den spoedigen terugkeer van moed en gerust
heid. De ljjken zijn nu bjjna alle begraven. Niettegen
staande de steeds aanhoudendo droogte, zgn de rivieren
en beken buiten de oevers geloopen.
Op verschillende plaatsen vreest men voor onlusten
tengevolge van de ellende en den dreigenden hongersnood
onder de overgeblevenen. Zelfmoorden zjjn aan de otde
van den dag. Er wordt anders alles gedaan om hulp te
verleenende regeering heeft door den minister van
binnenlandsche zaken reeds 500,000 lire besohikbaar
gesteld en ook het buitenland helpt. Overal zijn comités
tot het inzamelen van giften samengesteld, alle schouw
burgen geven weldadigheidsvoorslellingen, dagbladen
openen inschrjjvingen. Het gemeentebestuur van Milaan
geeft 50.000, de Spaarbank aldaar 100.000, de algemeene
Italiaansche Stoomvaart-maatschappg 10,000 lire, de
Barque de Paris et de3 Pays-Baa" 5000 fres. enz.
De Koning bljjft een geheele week in Oalabrië.
De cholera. Een offioieel berioht uit Berljjn meldt,
dat van Dinsdag- tot Woensdagmiddag in Pruisen 15
nieuwe ziektegevallen en 4 sterfgevallen werden aange
geven van Aziatische cholera.
Het geheimzinnige schip. In aanslniting met
hetgeen in ons vorig Dammer onder «Laatste Berichten"
is meegedeeld, zjj vermeld, dat volgens een telegram nit
Helsingfors aan de Böln. Zeit. in den nacht van Woens
dag op Donderdag bjj het eiland Kaloscher, 25 K.M. van
Jakobstad, een onbekend stoomschip aankwam. Door den
dichten mist stiet het schip op een zandbank, ongeveer
4 K. M. van de knst. Er volgde een ontploffing, waardoor
schip en bemanning in de lucht vlogen. Een gedeelte van
het m.ddenschip is gezonken, het achterdeel van het
schip en de boeg zgn nog boven het water ziohtbaar.
Hot sohip was met geweren en ammunitie geladen. Aan
den oever werden 1500 magazjjngeweren geborgen, be
nevens drie kisten met revolvers. De naam van het schip
was door overschilderen onleesbaar gemaakt. Bjj het schip
werden een Zweedsohe reddiuïsboot en Duitsche en En
gelsche vlaggen gevonden. Men vermoedt dat het schip
onder Amerikaansche vlag voer.
Een terechtstelling in Europa. Omtrent
de terechtstelling van Kasprzak, den te Warschau ter
dood veroordeelden Dnitschen onderdaan worden de vol
gende bjjzonderheden meegedeeld's Ochtends 5 uur
kwam er een aalmoezenier in de cel van den veroordeelde,
een enkele uitzondering." Natuurlijk werd hoofdzakelijk
onderwezen, alles wat op de scheepvaart betrekking had.
De spaarzaamheid die in dat huis regeerde was voor
beeldig. Men had een zoo klein mogelijk aantal bedien
den, alleen eenige die beslist noodzakelijk waren. De
leerlingen deden verder om de beurt de diensten van
knecht.
In die dagen waren in Amsterdam drie schouwburgen;
de Hollandsche, de Fransche, en ten derde de Duitsche
en Italiaansche.
En hiermede zijn de voornaamste gebouwen van dien
tijd besproken.
HerbergenHet wapen van Amsterdam, het Nieuwe-
zijds Heerenlogement, de Doelen, de Munt, In het Ron
deel, de Zon, Bijbel-Hotel, enz. enz. Er werden ook vele
gemeubileerde kamers voor matigen prijs door particu
lieren verhuurd.
"Vooral in Amsterdam deed men bij aankomst wèl,
zeer goed optepassen, want de «kruyers" waren overal,
maar in het bijzonder in genoemde plaats, zeer onbeschei
den in hun eischen. Men moest op zijn hoede zijn, en
vooraf het bedrag overeenkomen, dat men hun voor de
moeite wilde geven. Zonder dat, was men blootgesteld
aan lompheden, en men eindigde gewoonlijk te moeten
betalen, hetgeen zij afpersten. Men kon niet genoeg
voorzorgen nemen. Men moest ook den kruier geen oogen-
blik uit het oog verliezendeed men dat, dan liep men
gevaar, niet alleen dat de handbagage die men hem liet
bezorgen nimmer terugkeerde, maar ook dat de groote
koflers, die men aan zijn zorgen overliet, denzelfden weg
opgingen. Men moest ook vooruit weten straat en huis
nummer waar men logeeren wilde. Ofschoon de verhalen
die men vertelde van lieden, szielsverkoopers" genaamd,
sterk overdreven waren, moest toch geconstateerd wor
den, dat zij niet van allen grond ontbloot waren. Ook
moest men er voor zorgen, door den kapitein van het
schip te laten aanwijzen een aan hem bekend persoon,
op wien men kon rekenen.
Het bovenstaande is hoofdzakelijk wat de reisgids
omtrent de manier van reizen in 1815 aangeeft. Wij
hebben uit die gids het een en ander omtrent sommige
plaatsen er bijgevoegd en uit het geheel blijkt de bui
tengewone vooruitgang, dien wij gelukkig in alle opzich
ten kunnen constateeren.
LUCIUS.