no. vu. Honderd en zevende jaargang. 1905. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Manier van reizen in 1815. buitenland. DONDERDAG 14 SEPTEMBER. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele Rijk f I,—. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groot® letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.jV. Boek- en Handelsdrukkerij vh. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Algemeen Overzicht. Gemengde Mededeelingen. OURANT. Rusland doet denken aan een vronw, die met wereld- scho pracht langs de straten en door de bosschen flaneert, terwijl haar kinderen thuis verslonzen en verkwgnen van ellende. De binnenlandsche toestand in het rijk van den Czar kon al moeilijk ellendiger zijn. Er is hongersnood, er is opstand, er is brandstichting, er wordt gemoord op groote sohaal. Maar niet aan het verhelpen daarvan wordt in de eerste plaats gedacht, neen, Rusland is aan het reconstrueeren van zjjn vloot. Te Helsingfors is een nieuwe torpedoboot te water ge' laten en gedoopt «Generaal Kondratenko," naar den be kenden held van Port. Arthur. Het schip is 246 voet lang, heeft een waterverplaatsing van 615 ton en machines van 7300 paardekracht. Op de werven van de »Forges et Chantiers de la Méditerranée" te Toulon is verder in aanbouw een nieuwe kruiser, die zal heeten »Admiraal Makarof." De gevechtsmarsen, waar de Russen geen nut van hebben gehad in den oorlog, maar wel nadeel, door dat zjj den Japanners goede mikpunten boden, zijn ver vallen op de «Admiraal Makarof." Op de kruisers »Rossya" en «Gromoboj" te Wladiwostock zjjn ze trouwens reeds weggenomen. Dan ligt te Tsingtau de »Czesaréwitsj klaar om naar Rusland terug te gaan. Het schip is zoo goed mogelijk gerepareerd, hoewel de Duit?chers alle hulp daarbjj weigerden. Voorts wordt er omgezien naar een nieuwe oorlogs haven, die gevestigd zou worden aan de Moerman-kust (Lapland). De haven zon dienst doen als basis voor een vloot, die 's zomers op deze kust zon worden gestationeerd. Verschillende officieren hebben van Archangel nit de havens langs de knst bezocht; vermoedeljjk zal de keuze op Alexandrofsk vallen, waar de haven dan vergroot en versterkt zal worden. Aldns zorgt »Vadertje'' voor de grootheid van zgn Rjjk. Maar wat er in het Noorden geschiedt kan niet wegnemen de schandvlek in het Zoiden. Over de eerste dagen der onlusten in den Kan- k a s u s, weet de Westminster Gazette nog het volgende te melden: In den avond van 2 September was heel Bakoe in een slaat van paniek door het bericht, dat een bloedige ont moeting tusschen Armeniërs en Tataren had plaats gehad. De winkels werden onmiddellijk gesloten en de inwoners haastten zich naar plaatsen, waar zjj zich konden verbergen. Het geruoht van het gevecht werd beveBtigd door het gelnid van geweervuur, in verschillende gedeelten van de stad hoorbaar. Het vnren ging den geheelen nacht door en werd ook Zondag voortgezet. Bakoe kreeg het aan zien van een doodenstad. Niemand waagde zich bniten de deur, de straten waren geheel verlaten, alleen reed nu en dan een ambtenaar in een rjjtnig, geëscorteerd door kozakken, naar het paleis van den gouverneur. Tegen den avond werd een lichte glans gezien boven Tcherny Gorod, aantooDende, dat de petroleumreservoirs van do Nobelmaatsohappij in brand stonden. In den tweeden nacht was de stand van zaken nog verergerd. Overal hoorde men vnren en nn stonden de Balakhaneko Sahoent Chi-werken in brand. De telefonische verbinding daarvan met de stad was afgesneden. Maandag had een algemeene uittocht plaats. Het station was vol menschen, die verlangden de stad te verlaten. Hnizen en bezittingen werden aan hun lot overgelaten. Overal had men de grootste moeite, levensmiddelen te II. {Slot). Van Rotterdam wordt weinig in de Gids vermeld. Alleen, dat deze plaats het voordeel had een betere verbinding naar zee te hebben dan Amsterdam. Als men in Delft kwam, moest men het arsenaal en het stadhuis gaan bezichtigen. Vervolgens worden de beurtschepen beschreven als zeer groote vaartuigen met twee masten, varende over de Zui derzee van Amsterdam naar Lemmer, Harlingen en andere plaatsen. In 1815 was Schokland, het eilandje in de Zui derzee, nog bewoond. Er was een plaatsje genaamd Ens. De bewoners waren allen zeldzaam mooie menschen. Men had in de beurtschepen vier soorten van plaatsen »1. De kajuit, waarin een persoon van middelbare lengte behoorlijk in kan staan, is een vertrek met banken aan de kanten voor acht personen, twee raampjes en een tafel in het middenverder een paar kasten en achter een beschot bedden, die men «kooyen" noemt.1' «2. de roef, dit is een overdekte plaats op het dek waar twaalf personen kunnen zitten. Ook hier is een tafelden zijn kooyen." «3. De kelder is eenige treden lager en op het voorste gedeelte van het schip. Deze verblijfplaats is laag en ongemakkelijk. Er bevinden zich ook slaapplaatsen." «4. Het onderste en zeer ruime gedeelte van het vaartuig voor de arme reizigers bestemd en tevens de bergplaats van de vrachtgoederen." Een dergelijk vervoermiddel kon 100—130 personen bevatten. Van Lemmer naar Amsterdam betaalde men eeu ducaat voor de kajuit (1 ducaat is f 5.15) zoowel als men alleen reisde, als in gezelschap, in tegenstelling met de trekschuit, waar men, alleen zijnde, zooals ver meld is, de helft van den prijs slechts behoefde te betalen. Dezen afstand legde men in 810 uren af. Overigens vond men in deze schuiten alle mogelijke gemakken. Men kon er alles krijgenzeer goeden wijn, uitstekende koffie, thee, likeuren enz. Deze dranken waren ook goedkoop. "Wij spraken zooeven over Amsterdam, de hoofdstad van het rijk. Zij dateert van omstreeks 1272 en had in 1815 twee honderd duizend inwoners. De haven kon meer dan 1000 schepen bevatten, maar verkrijgen. Men vroeg prjjzan als bjj een hongersnood. Bij alle ellende en verschrikking kwam nog, dat Dinsdag een hevige noordenwind over de stad opstak. Alle branden werden daardoor aangewakkerd. De Shak- tawerken werden ook in brand gestoken. Den volgenden morgen geraakte een houtmagazjjn in de Telegrafnaza- straat in brand en de vlammen sloegen over op een circusgebouw, een schouwburg en de aangrenzende hnizen. Den geheelen dag breidde de brand zich uit. Een tweedo hontpakhuis vatte vnur en toen deelde het zich aan de haven mede. In den loop van den avond sloegen de vlammen uit de woningen van de Armeniërs in de bunrt van Tchember-Kente. Personen, van Balakhany komende, meldden hartverscheurende verschrikkingen. Al de werken waren in handen der Tataren, die in alle richtingen plunderden. "Woensdag werden de kreten «vrede* gehoord en had den besprekingen tusschen de partjjhoofden plaats. Men kon echter niet tot een resultaat komen en het vuren werd voortgezet. Winkels, bureaux en banken waren gesloten en de straten verlaten. Sinds is bekend gemaakt, dat de ingezetenen hnn hnizen niet na 8 nur nm. mogen verlaten en de hooiden der gezinnen zjjn er aansprakelijk voor als nit hnn woningen gevuurd wordt. Andere berichten bevestigen, dat de Tataren den heiligen oorlog hebben uitgeroepen en als eertjjds de Hunnen moordend en plunderend rondtrekken. De districten Zangezoer en Jebrail moeten overstroomd zijn met benden Tataren, onder leiding van hnn hoofden en soms zelfs vergezeld van ambtenaren. Zij dragen groene vlaggen mee, ten teeken dat de heilige oorlog ver klaard is. Alle Armeniërs zonder onderscheid van sekse of leef tijd worden vermoord. Duizenden Tataarsche ruiters zjjn de Perzisch-Rnssische grens over getrokken om zich bij de oproerlingen te voegen. Verschrikkelijke tooneelen hebben bjj de verwoesting van het dorp Minkend plaats gehad. Drie honderd Armeniërs werden vermoord. Ver minkte kinderen werden voor de honden geworpen en de weinige overgebleven personen werden genoodzaakt tot den Islam over te gaan. De geschillen tusBchen Zweden en Noorwegen zjjn nog lang niet bjjgelegd en 't wordt langzamerhand zelfs de vraag, of de scheiding op vredelievende wjjze tot stand zal komen. De quaestie loopt voornameljjk over de historische vestingen Prederiksten en Kongs- vinger, waaraan nieuwe werken overeenkomstig de hedendaagscbe eischen zjjn toegevoegd. Die nienwe wer ken, zoo verzekert men, wil Noorwegen prijs geven, maar de eeuwenoude vestingen zelf niet. Frederiksten is van de Zweedsohe grens alleen door een nanwe fjord geschei den, Kongsvinger ligt er ongeveer 30 K.M. af, zoodat het nanwljjks eeno grensvesting heeten kan. Beider roem is, nog nooit ingenomen te zjjn geweest en nit een stra tegisch oogpunt heeft met name Kongsvinger vooi Zweden weinig dreigends, zonder de nienwe werken zeker in 't geheel niets. Do Zweden big ven echter op hnn stnk staan en do toon hnnner bladen over deze zaak is in het oogloopend fel. Bovendien moeten er in de laatste weken ongeveer 70.000 man Zweedsohe troepen bjj de Noorsohe grens zjjn saamgetrokken. Dit ziet er dus dreigend genoeg uit. De Engelsche en Fransche pers betoogt, dat 't hier niet tot een oorlog mag komen. En zjj doet een beslissing door het Hof van Arbitrage te 's Gravenhage aan de hand, dat zeker hiervoor al bjjzonder is aangewezen. Heden komen de wederzjjdsche onderhandelaren, na ■was zoo ondiep, dat men voor de lossing van de groote schepen zich bedienen moest van lichters, dat waren groote niet-diep varende schuiten. Zij werden in 1690 door Matthias, zoon van Meinard Bakker, uitgevonden, en waren vooral bestemd om over het Pampus te varen. De regeering van de stad bestond, evenals die van alle andere Hollandsche steden uit een Vroedschap," terwijl het beheer van de Rechtbank opgedragen was aan den eersten rechterhet hoofd van de politie was de «directeur-generaal", die verscheidene commissarissen onder zich had. Gaan wij in die dagen een wandeling door Amsterdam maken, dan bezoeken wij eerst het Paleis, dat vroeger dienst deed als Stadhuis, een gebouw wel de moeite waard om het te gaan bezien wegens het prachtige beeldhouwwerk en de inrichting. Het is gebouwd in het midden der 17de eeuw door Jacob van Campen en staat op 13659 palen. Het bouwen heeft meer dan 30 millioen gulden gekost. Als stadhuis werden, na het in gebruik nemen door den Koning van Holland van het Paleis op den Dam, gebezigd de vroegere bureaux van de Marine, genaamd het «Prinsenhof." De beurs is een vierkant gebouw, met aan het front een zuilengaanderij met 46 pilaren. Vervolgens komt voor een bespreking in aanmerking het «Aal- moeseniershuis". Dit is een gesticht voor verwaarloosde kinderen. Het gebouw was geplaatst op de Prinsengracht en gebouwd in 1664. In dien tijd vond de overheid het noodzakelijk een huis te bouwen voor de verzorging en de opvoeding van door de ouders verlaten of verwaar loosde kinderen. Er was plaats voor 1500 personen. Tot 1780 heeft men dit aantal nooit overschreden, maar na dien tijd hebben de ongelukken en de oorlogen met Frankrijk gemaakt, dat verbazend veel kinderen opge nomen moesten worden. Er bevonden zich zelfs in 1815 nog 3000 kinderen. Zij verlieten niet het huis, alvorens een ambacht te kunnen uitoefenen. Zij mochten niet langer blijven dan hun twee en twintigste jaar. Het bestuur was opgedragen aan 8 commissarissen en 6 dames, die de verschillende werkzaamheden, de functies, verdeelden hun orders moesten onmiddellijk door de minderen worden uitgevoerd. Amsterdam bezat ver schillende verbeter-huizen, o.a. het rasphuis, het werk huis, waarvan het spinhuis een onderdeel uitmaakte, enz. In hét rasphuis moesten de gevangenen Braziliaansch overleg met hunne regearingen te hebben gepleegd, weder te Karlstad bjjeen. Er is een klein, klein sprankje van hoop, dat er een kink in de kabel zal komen met betrekking tot het nienwe Duitsche toltarief. Zooals men weet heeft de Bondsraad als dag voor invoering genomen 1 Maart 1906. Dit geschiedde met het doel vóór dien tjjd de handelsverdragen vast, te stellen, die met het oog op den nieuwen toestand noodig werden geacht. Men verwacht, dat alle handelsverdragen voor den 1 Maart zullen zjjn goedgekeurdde Duitsche Rjjksdag heeft de gesloten tractaten reeds aangenomen maar in de andere staten is dat nog niet geschied. En nn begint men zich, naar wij in het Hbl. lezen, bezorgd te maken of dat nog wel zal geschieden vooral voor het traotaat met Oostenrjjk-Hongarije maakt men zich bevreesd, met het oog op de zonderlinge politieke toestanden, die in dat land heerschen. Daarbjj komt nn nog dat gisteren vrjj onverwacht de Oostenrjjksche minister van handel baron Von Call, en die van onderwjjs, Ridder von Hartel, van hnn post ontheven zjjn, zonder dat eenige crisis daartoe aanleiding gaf. De Keizer heeft het ontslag van de beide ministers op de meest eervolle wjjze verleendmaar het neemt niet weg dat de indrnk er van in Oostenr jjk en Dnitsch- land eenigszins pjjnljjk is. Baron von Call had zich zeer veel moeite gegeven om het handelstractaat tusschen de monarchie en het Duit sche rijk tot stand te brengen. Het is bekend met hoeveel inspanning de onderhandelingen zjjn gevoerd en hoeveel zorg het gekost heeft om de belangen van beide landen zoo goed mogeljjk te vereenigen. En nn, nog voordat de minister in de gelegenheid is, het handelstractaat in den Ooatenrjjkschen Rgksraad te verdedigen, volgt zgn ontslag. Het Berliner Tageblatt verneemt nit Weecen, dat er reeds langen tjjd ernstige verschillen van meening beston den tusschen den minister van handel en zgn ambtge- nooten van financiën en landbouw. Die verschillen van meening kunnen toegenomen zgn, nn het ontwerp-han- delsverdrag, tengevolge van het agrarische streven van Dnitsche zjjde, niet heel voordeelig voor den Ooatenrjjk schen landbouw is uitgevallen. Maar het zou toch al zeer merkwaardig zgn zoo nu, vlak voor de behandeling van het handelstractaat in den Rgksraad, een poging zou worden gedaan door den minister van landbonw om het traotaat op dit punt gewijzigd te krjjgen. Na alle moeiten om tot overeenstemming te komen, is het niet aan te nemen, dat Daitsohland wjjzigingen in overweging zon nemen, die van Oostenrjjksche zjjde nog zouden worden voorgesteld. Hoe het ook zjj in Duitschland maakt men zich werkeljjk bezorgd over dit ontslag. De toestand te Tokio. Een groot aantal burge meesters nit verschillende streken van Japan zgn te Tokio aangekomen, om don Mikado een verzoekschrift, tegen het vredesverdrag gericht, te overhandigen. Toen zjj ten paleize toegelaten wilden worden, werd hun echter door gendarmen de boodschap overgebracht, dat zjj dadel jjk naar ban woonplaatsen moesten terngkeeren. De beeren voldeden daaraan zonder verzet. Volgens een correspon dent van het Journal verlangen eenige afgevaardigden de instelling van een commissie tot onderzoek van de jou gste ongeregeldheden. De ramp van de »Mikasa". Een gerucht hout raspendeze bezigheid was zeer vermoeiend, afmat tend en ongezond. Was hun dagelijksche taak klaar, dan mochten de gevangenen kleine voorwerpen voor zich zelf maken en deze verkoopen aan hen, die een bezoek kwamen brengen. De boosdoeners, die bijzonder goed oppasten, hun dagelijksch werk op uitstekende wijze uitvoerden en wier gedrag goed was, konden van de overheid vermindering van straf krijgen. Om tot dit doel te geraken hield de cipier een register, waarin alles werd opgeschreven en dat dan werd overgelegd. De gevangenen, die het beste oppasten, werden ook aan gesteld om te zorgen voor hen die minder kalm waren. Een andere gewoonte in dit verbeterhuis was, dat eens per week, 's Maandags de vrouwen en kennissen van den gedetineerde hem een bezoek mochten brengen. Zij mochten dan met hem eenen maaltjjd gebruiken. Merkten de overige kennissen dat de beide echtelieden wel eens alleen wilden zijn, dan gingen zij weg, om hen in dit verlangen niet te storen. Het werk- en spinhuis was bestemd voor vrouwen alleen. Het stond onder toezicht van zes regenten en 4 dames, die twee «vaders en moeders" aanstelden om voor het eten te zorgen. In de werkzalen zat een van de moeders op een verhoogde lessenaar, om toezicht op de werkzaamheden te houden. Het was geoorloofd, dat de vrouwen eenige kleine fooien ontvingen van diegenen, die haar kwamen bezoeken; het bedrag werd dan opgezameld en zoodoende waren zij instaat van tijd tot tijd een kopje thee of koffie te koopen. De kosten van dit huis werden bestreden door een lichte belasting op tabak, bier en l keuren. Een g deelte van de vrouwen moes', spinnen, vandaar de naam van «spinhuis". Nu we de verbeterhuizen bezichtigd hebben, gaan wij naar de Marineschool''. Deze inrichting was bestemd voor hen, die zich wilden bekwamen in de scheepvaart en den handel. «Het merkwaardige hiervan is, dat jongelui van alle klassen en standen hier vertegenwoordigd zjjn; men treft er aan zonen van zeer rijke kooplieden, van hoofdoffi cieren, van gouverneurs van koloniën met de kinderen van eenvoudige matrozen. Zjj komen reeds op school met hun 7e jaar. Er zijn leerlingen kosteloos opgeno men, terwijl andere betalen een bescheiden pensionsprijs, te weten 12 gulden in de maand. Allen zijn gekleed, worden gevoed en onderwezen op dezelfde wijze, zonder zegt, dat het vuur, waardoor de ontploffing geschiedde, zon zgn ontstoken door dweepzieke chauvinisten, die op deze onnatuurijjfee wjjze wilden protesteeren tegen het vredesverdrag. De censuur laat bjjua geen bericht over deze ramp door. Tabakebelasting in Duitschland. Ver zekerd wordt, dat bjj de heropening van de zitting van den Dnitschen Rjjksdag een wetsontwerp tot invoering van een nieuwe belasting op de tabak zal worden inge diend. Dit zon een vermeerdering van belasting van 30 pfennig per K. G. zgn. De sigarenfabrikanten en koop lieden in tabak maken zich reeds tot protest gereed. De aardbeving in Italië. Dinsdagmiddag werd in Messina een nienwe, lichte aardbeving waarge nomen. De zoldering van de gemeenteschool stortte in. Dit feit zal nienwe onrust brengen in de gemoederen der Calabriërs, die langzamerhand tot kalmte begonnen te komen en weer terugtrokken naar hnnne huizen, in zooverre die niet ten prooi waren gevallen aan de bjjna algemeene verwoesting. De tegenwoordigheid van den koning heeft veel bijge dragen tot den spoedigen terugkeer van moed en gerust heid. De ljjken zijn nu bjjna alle begraven. Niettegen staande de steeds aanhoudendo droogte, zgn de rivieren en beken buiten de oevers geloopen. Op verschillende plaatsen vreest men voor onlusten tengevolge van de ellende en den dreigenden hongersnood onder de overgeblevenen. Zelfmoorden zjjn aan de otde van den dag. Er wordt anders alles gedaan om hulp te verleenende regeering heeft door den minister van binnenlandsche zaken reeds 500,000 lire besohikbaar gesteld en ook het buitenland helpt. Overal zijn comités tot het inzamelen van giften samengesteld, alle schouw burgen geven weldadigheidsvoorslellingen, dagbladen openen inschrjjvingen. Het gemeentebestuur van Milaan geeft 50.000, de Spaarbank aldaar 100.000, de algemeene Italiaansche Stoomvaart-maatschappg 10,000 lire, de Barque de Paris et de3 Pays-Baa" 5000 fres. enz. De Koning bljjft een geheele week in Oalabrië. De cholera. Een offioieel berioht uit Berljjn meldt, dat van Dinsdag- tot Woensdagmiddag in Pruisen 15 nieuwe ziektegevallen en 4 sterfgevallen werden aange geven van Aziatische cholera. Het geheimzinnige schip. In aanslniting met hetgeen in ons vorig Dammer onder «Laatste Berichten" is meegedeeld, zjj vermeld, dat volgens een telegram nit Helsingfors aan de Böln. Zeit. in den nacht van Woens dag op Donderdag bjj het eiland Kaloscher, 25 K.M. van Jakobstad, een onbekend stoomschip aankwam. Door den dichten mist stiet het schip op een zandbank, ongeveer 4 K. M. van de knst. Er volgde een ontploffing, waardoor schip en bemanning in de lucht vlogen. Een gedeelte van het m.ddenschip is gezonken, het achterdeel van het schip en de boeg zgn nog boven het water ziohtbaar. Hot sohip was met geweren en ammunitie geladen. Aan den oever werden 1500 magazjjngeweren geborgen, be nevens drie kisten met revolvers. De naam van het schip was door overschilderen onleesbaar gemaakt. Bjj het schip werden een Zweedsohe reddiuïsboot en Duitsche en En gelsche vlaggen gevonden. Men vermoedt dat het schip onder Amerikaansche vlag voer. Een terechtstelling in Europa. Omtrent de terechtstelling van Kasprzak, den te Warschau ter dood veroordeelden Dnitschen onderdaan worden de vol gende bjjzonderheden meegedeeld's Ochtends 5 uur kwam er een aalmoezenier in de cel van den veroordeelde, een enkele uitzondering." Natuurlijk werd hoofdzakelijk onderwezen, alles wat op de scheepvaart betrekking had. De spaarzaamheid die in dat huis regeerde was voor beeldig. Men had een zoo klein mogelijk aantal bedien den, alleen eenige die beslist noodzakelijk waren. De leerlingen deden verder om de beurt de diensten van knecht. In die dagen waren in Amsterdam drie schouwburgen; de Hollandsche, de Fransche, en ten derde de Duitsche en Italiaansche. En hiermede zijn de voornaamste gebouwen van dien tijd besproken. HerbergenHet wapen van Amsterdam, het Nieuwe- zijds Heerenlogement, de Doelen, de Munt, In het Ron deel, de Zon, Bijbel-Hotel, enz. enz. Er werden ook vele gemeubileerde kamers voor matigen prijs door particu lieren verhuurd. "Vooral in Amsterdam deed men bij aankomst wèl, zeer goed optepassen, want de «kruyers" waren overal, maar in het bijzonder in genoemde plaats, zeer onbeschei den in hun eischen. Men moest op zijn hoede zijn, en vooraf het bedrag overeenkomen, dat men hun voor de moeite wilde geven. Zonder dat, was men blootgesteld aan lompheden, en men eindigde gewoonlijk te moeten betalen, hetgeen zij afpersten. Men kon niet genoeg voorzorgen nemen. Men moest ook den kruier geen oogen- blik uit het oog verliezendeed men dat, dan liep men gevaar, niet alleen dat de handbagage die men hem liet bezorgen nimmer terugkeerde, maar ook dat de groote koflers, die men aan zijn zorgen overliet, denzelfden weg opgingen. Men moest ook vooruit weten straat en huis nummer waar men logeeren wilde. Ofschoon de verhalen die men vertelde van lieden, szielsverkoopers" genaamd, sterk overdreven waren, moest toch geconstateerd wor den, dat zij niet van allen grond ontbloot waren. Ook moest men er voor zorgen, door den kapitein van het schip te laten aanwijzen een aan hem bekend persoon, op wien men kon rekenen. Het bovenstaande is hoofdzakelijk wat de reisgids omtrent de manier van reizen in 1815 aangeeft. Wij hebben uit die gids het een en ander omtrent sommige plaatsen er bijgevoegd en uit het geheel blijkt de bui tengewone vooruitgang, dien wij gelukkig in alle opzich ten kunnen constateeren. LUCIUS.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 1