No. 130. Honderd en zevende jaargang. 1905. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DONDERDAG Prijs der gewone advertentiën 21 SEPTÜM3HE. Zij, die zich met in gang van 1 October op ons blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers GRATIS. BI N NEN L AN d7 Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaak f 0,80 franco door het geheele Kijk f I,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieyen franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij Vjh. HEKMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Algemeen Overzicht. Gemengde Mededeelingen. Uit de Pers. ALKMAARSCHE COURANT Er zijn nieuwe uitingen van ongeduld in de Frausche pers over den langen duur der besprekingen met Duitschland over de Marokkaansche conferentie. En, geljjk 't ongeduldigen menscbou gaat, de pers wordt achterdochtig en begint te zoeken naar dingen, die er mogeljjk achter kunnen zitten. Zoo wordt nu al door de Matin beweerd, dat de heele toeleg van Duitschland geen andere is dan eeu haven in Ma rokko te bezitten Volgens den Parijschen berichtgever der Frankfurter Zeituny is de quaestie der Marokkaanicbe financiën, de door Marokko aangegane en nog aan te gane leeningen, het eigenlijke struikelblok bij de onderhandelingen. De Temps erkent wel dat hierover inlichtingen te Tanger gevraagd zjjis, maar ontkent dat dit hei hoofdpunt der onderhandelingen is. Intusschen had dit blad zelf roeds in een vroeger nummer bedenkingen over het slepen der zaken in het midden gobracht en naar aanleiding daarvan bevat de Times thans een waarschuwend hoofdartikel aan het adres van Duitschland, welks goede trouw, betoogt zjj, gaandeweg gevaar zou loopen in verdenking te komen. Tenzij Duitschland zeer ernstige oogmerken heeft", zegt het Cityblad, »loopt het een niet te rechtvaardigen hacho- ljjke kans en het is niet gemakkelijk in te zien welke ernstige oogmerken het hopen kan door v lharding in zijne tegenwoordige houding te bereiken. Duitsohknd kan er toch niet aan denken, wegens de Marokkaansche quaestie, of liever nog wegens het onbeduidende gedeelte dier quaestie, die op Duitschlands bijzonderen wensch niet tot onderwerp der besprekingen op de conferentie gemaakt is een Europeeschen oorlog uit te lokken." Een eigenaardig gevolg van de verbolgenheid van een deel der Franscbe pers is zeker wel, dat zjj als kampioen gaat optreden voor onzen nog steeds te Keulen in de gevangenis vastgehouden landgenoot Domela Nien wenhuis. Terwjjl in Nederland deze onrechtmatige daad met groote kalmte wordt opgenomen, doen een aantal Fransche bladen een beroep op de Duitsche sociaal democraten om voor den gearresteerden Hollander, ook al is deze hun tegenstander, in de bres te springen. En zij schromen niet te protesteeren tegen >het regeeren met den knoet", dat in DuitBchland geschiedt. Als dat nog een tjjdje zoo voortduurt, wordt Domela Nienwenhuis meer besproken in de internationale pers dan in vele jaren is gebeurd. En men kan erop rekenen, dat nu reeds de verslaggevers van de kapitalistisch» bladen" in de hoofdstad mobiel zjjn om hem terstond na zjjn terugkomst te intorviewen, waaraan Domela Nienwenhuis ook geheel is ontwend geraakt. In Kusland is men aan het opmaken van de rekeningen. Dat is geen hartverheffende arbeid. In de Slowo geeft professor Migoelin een becijfering van wat de oorlog met Japan zoo ongeveer moet hebben gekost. Hjj grondt zjjn raming op de door Rusland tjjdens den oorlog gesloten leeningen en stelt als minimum de som van 2,093,550,000 gulden. Tengevolge van den oorlog is Rusland's schuld geklommen van 8,481,800,000 tot 10,114,575,000 en de daarop te betalen interest van 368,475,000 tot 448,800,000 gulden. Een ander Russisch blad berekent de verliezen der Russische marine bij Port Arthur en Wladiwostock op ruim 135 millioen gulden en die bij Rodjestwensky's nederlaag in de straat van Foesjima op niet minder dan bjjna 154 millioen. Daarbij komt dan nog, dat tot dusverre te Bakoe voor een bedrag van ongeveer 300 millioea gulden vernield is, ongerekend nog de indirecte verliezen door deu stil stand in het verkeer. Bovendien wordt die rekening nog met elk uur hooger. Het moorden, plunderen en branden toch gaat in Bakoo nog steeds voort. Vele winkels zjjn gesloten, of schoon de gouverneur de winkeliers met een boete van 8000 roebel bedreigd heeft als zjj hun zaken niet openden. De stad moet nu verdeeld zjjn in twee kampen. De Ar meniërs houden het centrum van de stad bezet, en de Tataren de voorsteden. Dagelijks worden gevechten ge leverd, waa'bjj vele dooden en gewonden vallen. Wie zjjn huis durft verlaten wordt door soldaten geëscorteerd. Gewapende Ossoten zijn van de heuvelreeksen gekomen en hebben de landhuizen in de buurt van Gori aange vallen waarbij ook meermalen ernstig gevochten werd. Maar nu schijnt 't der Russische regeering dan toch ernst te worden om den opstand te onderdrukken het XXIe legerkorps van Kiew en de Zwarte Zee is gemo biliseerd en een der divisiën van dit korps is uit Odessa naar Bakoe, via Batoem, scheep gegaan. Da mobilisatie was oorspronkelijk gelast met het oog op den veldtocht in Oost-Azië. Nu er met Japan vrede was gesloten, hoopten de nabestaanden der opgeroepen reservisten, dat dezen naar hunne haardsteden zonden mogen terugkooren. Deze hoop is bitter beschaamd. Do reservisten moeten thans tegen de opstandelingen in Kankasië uitrnkken. Voor het spoorwegstation te Kiew verdringen zich jam merende vrouwen en kinderendie van hunne echtge- nooten en vaders beroofd worden. Zoo gaat 't toe in het Rgk van den Czar. Maar de Keizer heeft nog andere beslommeringenhjj heeft 't niet goed kunnen zetten, dat President Roosevelt, de man van den vrede, hem, den vorst van den buiten» en binnenlandschen oorlog, het initiatief tot het houden van een tweede vredes-oonferontie heeft afgesnoept. Nauw is dat ter kennis gekomen van den Ame rikaan of hjj heeft met een hoofsche buiging en eon stalen gezicht zich achterwaarts bewogendie tweede conferentie zal nu het werk van Rusland wezen. Er is genoeg voor haar te doen. Van baar voorgang ster vindt zij alreeds, om maar wat te noemenhet spoedig bijeenkomen vau een tweede conferentie tot herziening der conventie vau Gonève, de behandeling der rechten en plichten van de neutralen, de onschend baarheid van den particulieren eigendom in den zeeoorlog, de beschieting van havens, steden en plaatsen door de zeemacht, en het voorstel tot beperking van de land en zeemachten en tot vermindering der uitgaven voor oorlogsdoeleinden. Bovendien is in den jongsten oorlog gebleken, dat er nog wel meer punten te regelen vallen. Zoo zijn groote verschillen van meening over het begrip contrabande aan den dag gekomeneveneens over het recht van inbeslag-neming en van vernietiging van vreemde schepen, die wellicht contrabande aan boord hebbenover het recht van oorlogsschepen, om in vreemde havens langer dan eeu aangenomen tjjd verbljjf te houden, over de verzorging van vreemde oorlogs schepen met kolen en levensmiddelen en andere punten. Gisterenmorgen is de heer Witte, die van Cher bourg kwam, vanwaar hij 's naohts om 2 uur vertrokken is, te Parijs aangekomen. De heer en mevrouw Narishkine, zijne dochter en schoonzoon, vergezelden de Russische gevolmachtigden, die door verscheidene personen opge wacht werdeu aan het station Samt-Lazare. In het Bristolhotel, waarheen Witte zich heeft begeven, was, op de eerste étage, een kamer voor hem eoreser vesrd, waar hij den geheelen morgen gerust heeft. Daarna had hij een samenkomst met ministsr Rouvier. De heer Witte is zeer voldaan over ziju reis, waartoe ongetwjjfeld de gelukkige uitslag van zijne zending naar Portsmouth niet weinig heeft bijgedragen. Serge Witte is geboren te Tiflis, een provincie in Kankasië, in 1849 bij heeft dus nu den leeftjjd van 56 jaar bereikt. Hij bracht er zjjn jeugd door, ging daar na naar Odessa, waar hjj de colleges in wiskunde volgde aan de Universiteit. Van den kant van zijn vader is, hij, zooals men weet, van Hollandsche afkomst. Toen Peter de Groote in 1697 to Zaandam was, waar hjj, als eenvoudig werkmun den soheepebouw bestudeerde, maakte hjj kennis met een timmerman, wiens helder inzicht den Czar bjjzonder beviel. De naam van dezen werkman was Witte. Toen Peter de Groote weer naar zjjn rjjk terugkeerde, nam hjj Witte mee en benoemde hem tot chef der scheepsbonwkunde. Dit was de voorvader van Serge Witte, die van moeders zjj de aan twee der meest bekende Russische families is geparenteerd. Op het oogenblik van ziju aankomst ts Parjjs, is het niet onaardig aan het eerste verbljjf van den beer Witte aldaar te herinneren. Het was in 1879. Da studies van den heer Witte waren voltooid te Odessa en hjj veroor loofde zich een reisje naar Parjjs. Op den dag van zjjn aankomst wandelde hij langs de Seine en bjj 't Palais- Bonrbon gekomen, stond hjj stil en daobt: »Ik ga de vergadering bjjwouen." Hjj trad binnen en men vroeg hem ziju entréekaart. >Ik heb geen entréekaart," antwoordde de jonge Witte. »Kent gjj een afgevaardigde »Neen," »Kent gjj den president »Zear goed," riep hjj uit, ofschoon hij hem volstrekt niet kende, maar hjj greep dit middel aan om binnen te komen. Inderdaad, nooit van z'n leven had hjj Gambetta gezien. »Geef mij dan uw kaartje", zeide de portier, »en ik zal het den president laten zien." Gambetta ontving het kaartje en lasSerge Witte. Gambetta herinnerde zich dezen naam volstrekt niet, maar zeideMisschien kent die heer mij en ben ik zijn naam vergeten" en de portier kon den heer Witte iu de galerij voor de baitenlandsche pers laten. Bjj het einde der vergadering liet Gambetta den toe- komstigen president der Russische ministers bij zich ont bieden en twee uur lang onderhield hjj zich met hem over Russische aangelegenheden. Dit was de eerste ont moeting tusschen Gambetta en Witte. De toestand in Finland. In Finland is, volgens de Daily Chronicle, op het oogenblik een photographic in omloop, die den moord op generaal Bobrikofï nauw keurig weergeeft. Daar de vervaardiger vau deze photo graphic noodzakelijkerwijze een medeplichtige moet zjjn, laten de autoriteiten ratuurljjk niets onbeproefd om dezen op het spoor te komen. Deze pogingen hebben echter reeds weder eeu slacht, fier geëiseht. De commissaris Kramarenko, die belast was met de opsporing, is door een revolverschot gedood, Hoe 't in Rusland toegaat. In den nacht van Dinsdag op Woensdag zijn twee mannen, die wegens staatkundige vergrijpen veroordeeld waren, en die een leidende rol hadden gespeeld, met geweld uit de cen trale gevangenis te Riga bevrijd. Daarbij zijn twee be waarders en een agent gedood en verscheidene agenten gewond. Twee personen, die aan de bevrijding der ge vangenen meededen, zijn in hechtenis genomen. In Japan. Volgens een particulier bericht uit Tokio aan het Berl. Tagèblatt houdt de agitatie tegen het ministerie nog steeds aan. Gisteren zou een groote protestvergadering plaats hebben in welke de houding van het kabinet in de vredesquaestie en bij de onlusten in Tokio afgekeurd en het onmiddellijk ontslag zou wor den geëiseht. Men verwachtte groote volksbetoogingen. Ook' de pers eischt eenstemmig het aftreden van het ministerie. Een verkiezing voor den Rjjksdag. Dins dag is te Essen, dat totdusver door een lid van het centrum vertegenwoordigd is geweest, een tusschen- tijdsche verkiezing voor den Rijksdag gehouden. De uitkomst was dat er herstemming moet zijn tusschen Giesberts van het centrum die 35,478 stemmen en Gewehr, den sociaal-democraat, die 28,532 stemmen kreeg. De liberalen bleven met 17,873 stemmen in de minderheid. In vergelijking met 1903 heeft het centrum 350 stemmen gewonnen, de sociaal-democratie 5750. De voor de kolen- delvers onbevredigende mijnwet is natuurlijk niet vreemd aan de groote toeneming van het aantal socialistische stemmen. De aardbeving in Italië. Kardinaal Porta- nova, aartsbisschop van Reggio, heeft namens den Paus in Monteleone en elders gitten uitgedeeld. De Bank van Italië heett 75,000 lire geschonken. De ambtelijke op gaven deelen mee, hoe tot dusver is vastgesteld, dat 4600 gebouwen vernield zijn, waaronder vier prachtige kasteelen en negentig kerken. Men schat het aantal dakloozen op 70,000. Het aantal dooden zou 4000 be dragen. De pracLische Amerikanen. In Januari a. s. zal uit de Vereenigde Staten een stoomschip ver trekken dat als tentoonstelling is ingericht. Het zal ongeveer 75 havens in 46 verschillende landen in Eu ropa, Azië, Australië, Zuid- en Centraal-Amerika en West-Indië aandoen en in het geheel ongeveer 15 maanden uitblijven. Aan boord zjjn monsters van Ame- rikaansche goederen derwijze verpakt, dat zij gemakkelijk in elke haven kunnen uitgestald worden. In elke haven die aangedaan wordt zal het schip zoolang blijven dat er ruimschoots gelegenheid zal zijn voor kooplieden ter plaatse om de monsters te bezichtigen. Agenten in de verschillende landen zullen vooraf kennis bekomen van den tijd van aankomst en dan aan belanghebbenden uitnoodigingen uitzenden. Vertegenwoordigers der fabri kanten zijn aan boord om de noodige inlichtingen te geven. Een paard van anderhalve ton. Baron Ed. von Oppenheim, te Keulen, heeft voor een som van ƒ150,000 het vermaarde renpaard „Cajus" gekocht van den heer Edm. Blanc. „Cajus" behaalde van 1902—1905 den prijs in 40 wedrennen. Een eigenaardig geschenk. De emir van Bochara, die een groot bewonderaar van Tolstoi is, heeft dezen onlangs een prachtig paard ten geschenke gezonden. Ongelukkigerwijs is het beest zoo wild, dat graaf Leo, die nu 78 jaar is, het niet kan berijden. Een wedstrij d-s 1 a c h t o f f e r. Bij een wieler wedstrijd te Leipzig is de 21-jarige rijder Schnutter uit Keulen Zondag om het leven gekomen. Zijn voorband knaptehjj viel en de vlak achter hem komende gang makermotor overreed hem. Dood werd hij opgenomen. De motor vloog in brand en werd geheel vernield. Onschuldige boeven. Te Parijs heeft Dinsdag eene bijeenkomst plaats gehad van onschuldige boeven, d. w. z. van vier in 1875 veroordeelden, mannén van 54 tot 73 jaar, aan wier onschuld niet meer getwijfeld wordt, maar die onder de tegenwoordige wetgeving geen herziening van hun proces en eerherstel verkrijgen kunnen. Zij zetten hun treurig geval voor de opgekomen journalisten uiteen. Een besluit werd niet genomen. De Vroonrede. Wij hebben nu van zooveel bladen het oordeel over de Troonrede gelezen, dat 't wel mogelijk is een totaal indruk te geven. Deze is, dat met een zeer enkele uitzondering (het Utr. Dagblad) het nieuwe ministerie van de linkerzijde met waardeering is begroet en dat er aan den kant der oppositie ook enkele organen zjjn, met name De Nederlander, die stof tot loven gevonden hebben. Na die algemeene opmerking zetten wij ons verder verslag voort. Het Vaderland is van meening dat de troonrede tevredenheid zal wekken vooral om de zinsnede die er op wjjst dat geen bepaalde partjj zal bevoorrecht worden. Die zinsnede, zegt het blad, wjjst op een streven naar waarlijk nationale politiek, dat ook buiten de vrjjzinnige groepen waardeering moet en zal vinden. Goeddeels van de oppositie zal het afhangen, welke vruchten zullen kiemen uit het uitgestrooide zaad. De rede wordt, zoo zegt het blad voorts, gedragen door het besef dat hard moet worden gewerkt voor de verbetering van de vaderlandsche en koloniale toestanden. Omtrent de financieele paragraaf heet het dat wat daarin gezegd wordt, een wijziging der Tariefwet, naast wjjziging der directe belastingen, niet uitsluit. Maar zjj stelt aan een nieuwe Tariefwet zeer bepaalde gren zen. Versterkte bescherming, d» w. z. hooger rechten op hier te lande voortgebrachte artikelen, zal zjj niet mogen brengen. En hooger belasting op artikelen vau algemeen volksverbrnik evenmin. En de conclusie van Het Vaderland is dat geen lid der oppositie zal kunnen ontkennen, dat, met mede werking dor Staten-Generaal, uit de voornemens der regeering veel goeds zal kunnen geboren worden,, »voor alle groepen van Mijn Volk, zonder onderscheid van richting." De Nieuwe Courant, zegt over het voornemen om zoo veel mogelijk rekening te houden met de weuschen van I alle groopen zonder onderscheid van richting: Ziedaar een zinsnede die uitstekend klinkt na de laatste regeeringsjaren die achter ons liggen. Het is waar, dat die woorden kunnen beteekenen een laveeren tusschen alle klippen, een schipperen met alle groepen der meerderheidlooze Kamer, welke het ministerie zou 'kunnen maken, »la proie du premier venu." Iu dat geval zal zjjn bestaan kort zjjn. Maar deze zinsnede kan ook de toezegging bevatten van een bewind, dat bezield is van »esprit de gouvernement," dat, niet slechts wijl de feitoljjke constellatie van het parlement daartoe dwingt, maar ook krachtens innerlijk begin sel schawl al wat naar partijzucht lijkt en dat fins in den be3ten zin liberaal wenscht te besinreu. Zjj kau beteekenen, dat dit kabinet, schoon niet logisch voort gekomen uit deu jongsten verkiezingsstrijd, ernstig doordrongen is van den wensch om te regeeren in den gematigden, verzoenenden, rnstigen geest, dien het land na de buitengewone opwinding der laatste jaren allermeest behoeft. Hopen wij, dat zulk voornemen in dezen belang rijken regel der Troonrede mag worden gelezen. Het blad is voorts van meening dat 8r wel wat veel beloofd wordt. Veel staat in de Troonrede dat goede verwach tingen wettigt en veel dat het ministerie stellig niet zal kannen uitvoeren. Indien de Troonrede niet voldoende gotaigt van eeu zelfbeperking, welke de hand weerhoudt verder te grij pen dan naar het bereikbare, moge niettemin het be leid van het ministerie van dion geest, doortrokken zjjn. Het program kan dan beschouwd worden als een hooge stapel van arbeidsmateriaal, waarvan het parle ment onder leiding van de bewindslieden rustig, stuk voor stuk afneemt, zorgvuldig bewerkt au met toe passing eener beleidvolle arbeidsverdeeling, als werke- ljjk gereed product aflevert aan de natie. De toon van de bladed der rechterzijde luidt, zooals voor de hand ligt, eenigszins anders. Gewezen wordt door de jmeesten op een leegheid der Troonrede en er wordt betoogd, dat van een ministerie dat Hare Majesteit dergelijke zinsneden in den mond gaf, voor de toekomst weinig goeds is te verwachten. Al zeer sarcastisch is heigeen De Standaard schrjjft. Zjj noemt de Troonrede, al jnist als d<s,De Telegraaf, eeu blanco-rede. Het blad had verwacht, dat ten opzichte van de financiën, de sociale wetten en ook van het kiesrecht iets positiefs zou worden gezegd. Maar op alle hoofdpun ten is het blanco. Blanco de financieele politiek van het Ministerie. Blanco, wat het doen zal ten opzichte van de soci ale wetgeving. Blanco zelfs tegenover het blanco-artikel. Toch is er wel iets in de Troonrede, dat De Stan- daard niet verwerpt. Merkwaardig is de zinsnede»Bjj de uitvoering der aangekondigde voornemens zal zooveel doenijjk reke ning gehonden worden met de wenschen van alle groepen van mjjn volk zonder onderscheid van richting". Zjj het zoo. Het vorige Ministerie heeft getoond hetzelfde na te streven. Het heeft zoo positief mogeljjk rekening gehouden met de wenschen van alle groepen onder het Nederlandsche volk. Alleen maar onder het regime van da vrjjzinnigheid bespeurden we wel eens iets anders. Maar de hoeren zullen nu hun leven beteren. Als werkelijkheid wordt, wat' de Troonrede toezegt, kunnen we althans op dit stuk nog voor haar dank- baar zjjn. De Nederlander schrjjft, zooals reeds gezegd, op geheel andoren toonzij zegt onder meer De eerste Troonrede, onder verantwoordelijkheid van het nieuwe Ministerie uitgesproken, maakt in menig opzicht een goeden indruk, Er loopt een draad van verzoeningsgezindheid door, welke er op schjjnt te wijzen, dat de ministers, zich losmakende van de onreinheid der verkiezingen, zoo veel doenijjk de continuïteit met het vorig kabinet willen bevorderen. Over 't algemeen is de Troonrede van partgtendenzen gespeend. Velen zullen dit niet onnatuurljjk achten, met 't oog op de meerderheid der Eerste Kamer en de minderheid van 48 in de Tweede in verband met het gebrek aan homogeniteit onder de meerderheid der Tweede. Niettemin kan, welk dan ook het motief zjj, do oppositie in deze juiste opvatting van het Kabinet te meer aanleiding vinden tot een welwillend-af- waehtende houding. De Tijd ziet niet veel goeds in de Troonrede. Zjj is van meening dat vermoedelijk niemand er door zal zjjn bevredigd, in geen geval zal ze tot dankbaarheid stemmen. De vrjjzinnige molen zal misschien onstuimig malen, maar zal er ook meel komen er, zoo ja, welk meel? Blanco-artikel, blanco-Troonrede 1 Blanco-Regeering Deze Troonrede toont nog eens ten overvloede, dat het land door dr. Kuypor en zjjn collega's aan den dijk te zetten, ten einde de nauwe en verre geestverwanten van den heer Borgesins binnen te halen, een slechten ruil heeft gedaan. Wat dit Ministerie in de volgende periode nattigs voornemens is te doon, lag ook in het plan der vorige Regeering, die daarbjj de macht had om het doen. Het nieuwe, dat beloofd wordt, is ófwel betrekkeljjk onbeduidend, ófwel voorloopig onuitvoerbaar. Als men na deze Troonrede iets zeker kan zeggen, dan is het, dat de directe belastingen reeds aanstonds zullen moeten verhoogd worden en dat van de groote sociale wetten in deu eersten tijd niets kau komen. Het Centrum wijst er op dat het programma, door het .u euwe Kabinet ontwikkeld er een is voor vele jaren. Het streven der nieuwe ministers sohgnt te zijn zoo veel mogelijk aan geuite verlangens te voldoen. Zichzelf bet karakter te verzekeren van een »Kabinet vaa verzoening" is bljjkbaar de bedoeling. En dan valt het aanstonds op, dat bjj dien verzoeningsarbaid" de medewerking der Kamers niet slechts wordt gevraagd voor nieawe voorstellen, maar ook voor veel, dat door de afgetreden ministers werd voorbereid. Snmma summarum is de belangrijkheid der Troon rede, wat de nieuwe punten betreft, niet geëvenredigd aan haar lengte en vertoont óok dit staatsstuk de leemten, welke de linkerzjjde in haar houding als op positie steeds onaangevnld liet. Thans echter had die aanvulling niet achterwege mogen bljjven. Ook De Maasbode ziet niet veel loffelgks in het ïtiiBisteriëele program. Zjj mist er elk groot regaeringa- Ajeginael in. Voarta zegt het blad

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 1