No. 130.
Honderd en zevende jaargang.
1905.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DONDERDAG
Prijs der gewone advertentiën
21 SEPTÜM3HE.
Zij, die zich met in
gang van 1 October op
ons blad abonneeren, ontvangen
de tot dien datum verschijnende
nummers GRATIS.
BI N NEN L AN d7
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaak f 0,80 franco door het geheele Kijk f I,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieyen franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
Vjh. HEKMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Algemeen Overzicht.
Gemengde Mededeelingen.
Uit de Pers.
ALKMAARSCHE COURANT
Er zijn nieuwe uitingen van ongeduld in de Frausche
pers over den langen duur der besprekingen
met Duitschland over de Marokkaansche
conferentie. En, geljjk 't ongeduldigen menscbou
gaat, de pers wordt achterdochtig en begint te zoeken
naar dingen, die er mogeljjk achter kunnen zitten. Zoo
wordt nu al door de Matin beweerd, dat de heele toeleg
van Duitschland geen andere is dan eeu haven in Ma
rokko te bezitten
Volgens den Parijschen berichtgever der Frankfurter
Zeituny is de quaestie der Marokkaanicbe financiën, de
door Marokko aangegane en nog aan te gane leeningen,
het eigenlijke struikelblok bij de onderhandelingen. De
Temps erkent wel dat hierover inlichtingen te Tanger
gevraagd zjjis, maar ontkent dat dit hei hoofdpunt der
onderhandelingen is. Intusschen had dit blad zelf roeds
in een vroeger nummer bedenkingen over het slepen der
zaken in het midden gobracht en naar aanleiding daarvan
bevat de Times thans een waarschuwend hoofdartikel aan
het adres van Duitschland, welks goede trouw, betoogt
zjj, gaandeweg gevaar zou loopen in verdenking te komen.
Tenzij Duitschland zeer ernstige oogmerken heeft", zegt
het Cityblad, »loopt het een niet te rechtvaardigen hacho-
ljjke kans en het is niet gemakkelijk in te zien welke
ernstige oogmerken het hopen kan door v lharding in
zijne tegenwoordige houding te bereiken. Duitsohknd
kan er toch niet aan denken, wegens de Marokkaansche
quaestie, of liever nog wegens het onbeduidende gedeelte
dier quaestie, die op Duitschlands bijzonderen wensch niet
tot onderwerp der besprekingen op de conferentie gemaakt
is een Europeeschen oorlog uit te lokken."
Een eigenaardig gevolg van de verbolgenheid van een
deel der Franscbe pers is zeker wel, dat zjj als kampioen
gaat optreden voor onzen nog steeds te Keulen in de
gevangenis vastgehouden landgenoot Domela Nien
wenhuis. Terwjjl in Nederland deze onrechtmatige
daad met groote kalmte wordt opgenomen, doen een
aantal Fransche bladen een beroep op de Duitsche sociaal
democraten om voor den gearresteerden Hollander, ook
al is deze hun tegenstander, in de bres te springen. En
zij schromen niet te protesteeren tegen >het regeeren met
den knoet", dat in DuitBchland geschiedt. Als dat nog
een tjjdje zoo voortduurt, wordt Domela Nienwenhuis
meer besproken in de internationale pers dan in vele
jaren is gebeurd. En men kan erop rekenen, dat nu
reeds de verslaggevers van de kapitalistisch» bladen"
in de hoofdstad mobiel zjjn om hem terstond na zjjn
terugkomst te intorviewen, waaraan Domela Nienwenhuis
ook geheel is ontwend geraakt.
In Kusland is men aan het opmaken van
de rekeningen. Dat is geen hartverheffende arbeid.
In de Slowo geeft professor Migoelin een becijfering
van wat de oorlog met Japan zoo ongeveer moet hebben
gekost. Hjj grondt zjjn raming op de door Rusland
tjjdens den oorlog gesloten leeningen en stelt als minimum
de som van 2,093,550,000 gulden. Tengevolge van den
oorlog is Rusland's schuld geklommen van 8,481,800,000
tot 10,114,575,000 en de daarop te betalen interest van
368,475,000 tot 448,800,000 gulden.
Een ander Russisch blad berekent de verliezen der
Russische marine bij Port Arthur en Wladiwostock op
ruim 135 millioen gulden en die bij Rodjestwensky's
nederlaag in de straat van Foesjima op niet minder dan
bjjna 154 millioen.
Daarbij komt dan nog, dat tot dusverre te Bakoe voor
een bedrag van ongeveer 300 millioea gulden vernield
is, ongerekend nog de indirecte verliezen door deu stil
stand in het verkeer. Bovendien wordt die rekening nog
met elk uur hooger.
Het moorden, plunderen en branden toch gaat in
Bakoo nog steeds voort. Vele winkels zjjn gesloten, of
schoon de gouverneur de winkeliers met een boete van
8000 roebel bedreigd heeft als zjj hun zaken niet openden.
De stad moet nu verdeeld zjjn in twee kampen. De Ar
meniërs houden het centrum van de stad bezet, en de
Tataren de voorsteden. Dagelijks worden gevechten ge
leverd, waa'bjj vele dooden en gewonden vallen. Wie
zjjn huis durft verlaten wordt door soldaten geëscorteerd.
Gewapende Ossoten zijn van de heuvelreeksen gekomen
en hebben de landhuizen in de buurt van Gori aange
vallen waarbij ook meermalen ernstig gevochten werd.
Maar nu schijnt 't der Russische regeering dan toch
ernst te worden om den opstand te onderdrukken het
XXIe legerkorps van Kiew en de Zwarte Zee is gemo
biliseerd en een der divisiën van dit korps is uit Odessa
naar Bakoe, via Batoem, scheep gegaan. Da mobilisatie
was oorspronkelijk gelast met het oog op den veldtocht
in Oost-Azië. Nu er met Japan vrede was gesloten,
hoopten de nabestaanden der opgeroepen reservisten, dat
dezen naar hunne haardsteden zonden mogen terugkooren.
Deze hoop is bitter beschaamd. Do reservisten moeten
thans tegen de opstandelingen in Kankasië uitrnkken.
Voor het spoorwegstation te Kiew verdringen zich jam
merende vrouwen en kinderendie van hunne echtge-
nooten en vaders beroofd worden.
Zoo gaat 't toe in het Rgk van den Czar. Maar de
Keizer heeft nog andere beslommeringenhjj heeft 't
niet goed kunnen zetten, dat President Roosevelt, de
man van den vrede, hem, den vorst van den buiten» en
binnenlandschen oorlog, het initiatief tot het houden
van een tweede vredes-oonferontie heeft
afgesnoept. Nauw is dat ter kennis gekomen van den Ame
rikaan of hjj heeft met een hoofsche buiging en eon
stalen gezicht zich achterwaarts bewogendie tweede
conferentie zal nu het werk van Rusland wezen.
Er is genoeg voor haar te doen. Van baar voorgang
ster vindt zij alreeds, om maar wat te noemenhet
spoedig bijeenkomen vau een tweede conferentie tot
herziening der conventie vau Gonève, de behandeling
der rechten en plichten van de neutralen, de onschend
baarheid van den particulieren eigendom in den zeeoorlog,
de beschieting van havens, steden en plaatsen door de
zeemacht, en het voorstel tot beperking van de land
en zeemachten en tot vermindering der uitgaven voor
oorlogsdoeleinden. Bovendien is in den jongsten oorlog
gebleken, dat er nog wel meer punten te regelen vallen.
Zoo zijn groote verschillen van meening over het begrip
contrabande aan den dag gekomeneveneens over het
recht van inbeslag-neming en van vernietiging van
vreemde schepen, die wellicht contrabande aan boord
hebbenover het recht van oorlogsschepen, om in
vreemde havens langer dan eeu aangenomen tjjd verbljjf
te houden, over de verzorging van vreemde oorlogs
schepen met kolen en levensmiddelen en andere punten.
Gisterenmorgen is de heer Witte, die van Cher
bourg kwam, vanwaar hij 's naohts om 2 uur vertrokken
is, te Parijs aangekomen. De heer en mevrouw Narishkine,
zijne dochter en schoonzoon, vergezelden de Russische
gevolmachtigden, die door verscheidene personen opge
wacht werdeu aan het station Samt-Lazare.
In het Bristolhotel, waarheen Witte zich heeft begeven,
was, op de eerste étage, een kamer voor hem eoreser
vesrd, waar hij den geheelen morgen gerust heeft. Daarna
had hij een samenkomst met ministsr Rouvier.
De heer Witte is zeer voldaan over ziju reis, waartoe
ongetwjjfeld de gelukkige uitslag van zijne zending
naar Portsmouth niet weinig heeft bijgedragen.
Serge Witte is geboren te Tiflis, een provincie in
Kankasië, in 1849 bij heeft dus nu den leeftjjd van 56
jaar bereikt. Hij bracht er zjjn jeugd door, ging daar
na naar Odessa, waar hjj de colleges in wiskunde volgde
aan de Universiteit. Van den kant van zijn vader is,
hij, zooals men weet, van Hollandsche afkomst. Toen
Peter de Groote in 1697 to Zaandam was, waar hjj, als
eenvoudig werkmun den soheepebouw bestudeerde, maakte
hjj kennis met een timmerman, wiens helder inzicht den
Czar bjjzonder beviel. De naam van dezen werkman
was Witte.
Toen Peter de Groote weer naar zjjn rjjk terugkeerde,
nam hjj Witte mee en benoemde hem tot chef der
scheepsbonwkunde. Dit was de voorvader van Serge
Witte, die van moeders zjj de aan twee der meest bekende
Russische families is geparenteerd.
Op het oogenblik van ziju aankomst ts Parjjs, is het
niet onaardig aan het eerste verbljjf van den beer Witte
aldaar te herinneren. Het was in 1879. Da studies van
den heer Witte waren voltooid te Odessa en hjj veroor
loofde zich een reisje naar Parjjs. Op den dag van zjjn
aankomst wandelde hij langs de Seine en bjj 't Palais-
Bonrbon gekomen, stond hjj stil en daobt: »Ik ga de
vergadering bjjwouen." Hjj trad binnen en men vroeg
hem ziju entréekaart.
>Ik heb geen entréekaart," antwoordde de jonge Witte.
»Kent gjj een afgevaardigde
»Neen,"
»Kent gjj den president
»Zear goed," riep hjj uit, ofschoon hij hem volstrekt
niet kende, maar hjj greep dit middel aan om binnen
te komen.
Inderdaad, nooit van z'n leven had hjj Gambetta gezien.
»Geef mij dan uw kaartje", zeide de portier, »en ik zal
het den president laten zien."
Gambetta ontving het kaartje en lasSerge Witte.
Gambetta herinnerde zich dezen naam volstrekt niet,
maar zeideMisschien kent die heer mij en ben ik zijn
naam vergeten" en de portier kon den heer Witte iu de
galerij voor de baitenlandsche pers laten.
Bjj het einde der vergadering liet Gambetta den toe-
komstigen president der Russische ministers bij zich ont
bieden en twee uur lang onderhield hjj zich met hem
over Russische aangelegenheden. Dit was de eerste ont
moeting tusschen Gambetta en Witte.
De toestand in Finland. In Finland is, volgens
de Daily Chronicle, op het oogenblik een photographic
in omloop, die den moord op generaal Bobrikofï nauw
keurig weergeeft. Daar de vervaardiger vau deze photo
graphic noodzakelijkerwijze een medeplichtige moet zjjn,
laten de autoriteiten ratuurljjk niets onbeproefd om dezen
op het spoor te komen. Deze pogingen hebben echter
reeds weder eeu slacht, fier geëiseht. De commissaris
Kramarenko, die belast was met de opsporing, is door
een revolverschot gedood,
Hoe 't in Rusland toegaat. In den nacht van
Dinsdag op Woensdag zijn twee mannen, die wegens
staatkundige vergrijpen veroordeeld waren, en die een
leidende rol hadden gespeeld, met geweld uit de cen
trale gevangenis te Riga bevrijd. Daarbij zijn twee be
waarders en een agent gedood en verscheidene agenten
gewond. Twee personen, die aan de bevrijding der ge
vangenen meededen, zijn in hechtenis genomen.
In Japan. Volgens een particulier bericht uit
Tokio aan het Berl. Tagèblatt houdt de agitatie tegen
het ministerie nog steeds aan. Gisteren zou een groote
protestvergadering plaats hebben in welke de houding
van het kabinet in de vredesquaestie en bij de onlusten
in Tokio afgekeurd en het onmiddellijk ontslag zou wor
den geëiseht. Men verwachtte groote volksbetoogingen.
Ook' de pers eischt eenstemmig het aftreden van het
ministerie.
Een verkiezing voor den Rjjksdag. Dins
dag is te Essen, dat totdusver door een lid van het
centrum vertegenwoordigd is geweest, een tusschen-
tijdsche verkiezing voor den Rijksdag gehouden. De
uitkomst was dat er herstemming moet zijn tusschen
Giesberts van het centrum die 35,478 stemmen en Gewehr,
den sociaal-democraat, die 28,532 stemmen kreeg. De
liberalen bleven met 17,873 stemmen in de minderheid.
In vergelijking met 1903 heeft het centrum 350 stemmen
gewonnen, de sociaal-democratie 5750. De voor de kolen-
delvers onbevredigende mijnwet is natuurlijk niet vreemd
aan de groote toeneming van het aantal socialistische
stemmen.
De aardbeving in Italië. Kardinaal Porta-
nova, aartsbisschop van Reggio, heeft namens den Paus
in Monteleone en elders gitten uitgedeeld. De Bank van
Italië heett 75,000 lire geschonken. De ambtelijke op
gaven deelen mee, hoe tot dusver is vastgesteld, dat
4600 gebouwen vernield zijn, waaronder vier prachtige
kasteelen en negentig kerken. Men schat het aantal
dakloozen op 70,000. Het aantal dooden zou 4000 be
dragen.
De pracLische Amerikanen. In Januari
a. s. zal uit de Vereenigde Staten een stoomschip ver
trekken dat als tentoonstelling is ingericht. Het zal
ongeveer 75 havens in 46 verschillende landen in Eu
ropa, Azië, Australië, Zuid- en Centraal-Amerika en
West-Indië aandoen en in het geheel ongeveer 15
maanden uitblijven. Aan boord zjjn monsters van Ame-
rikaansche goederen derwijze verpakt, dat zij gemakkelijk
in elke haven kunnen uitgestald worden. In elke haven
die aangedaan wordt zal het schip zoolang blijven dat
er ruimschoots gelegenheid zal zijn voor kooplieden ter
plaatse om de monsters te bezichtigen. Agenten in de
verschillende landen zullen vooraf kennis bekomen van
den tijd van aankomst en dan aan belanghebbenden
uitnoodigingen uitzenden. Vertegenwoordigers der fabri
kanten zijn aan boord om de noodige inlichtingen te
geven.
Een paard van anderhalve ton. Baron Ed.
von Oppenheim, te Keulen, heeft voor een som van
ƒ150,000 het vermaarde renpaard „Cajus" gekocht van
den heer Edm. Blanc. „Cajus" behaalde van 1902—1905
den prijs in 40 wedrennen.
Een eigenaardig geschenk. De emir van
Bochara, die een groot bewonderaar van Tolstoi is, heeft
dezen onlangs een prachtig paard ten geschenke gezonden.
Ongelukkigerwijs is het beest zoo wild, dat graaf Leo,
die nu 78 jaar is, het niet kan berijden.
Een wedstrij d-s 1 a c h t o f f e r. Bij een wieler
wedstrijd te Leipzig is de 21-jarige rijder Schnutter uit
Keulen Zondag om het leven gekomen. Zijn voorband
knaptehjj viel en de vlak achter hem komende gang
makermotor overreed hem. Dood werd hij opgenomen.
De motor vloog in brand en werd geheel vernield.
Onschuldige boeven. Te Parijs heeft Dinsdag
eene bijeenkomst plaats gehad van onschuldige boeven,
d. w. z. van vier in 1875 veroordeelden, mannén van 54
tot 73 jaar, aan wier onschuld niet meer getwijfeld
wordt, maar die onder de tegenwoordige wetgeving geen
herziening van hun proces en eerherstel verkrijgen
kunnen. Zij zetten hun treurig geval voor de opgekomen
journalisten uiteen. Een besluit werd niet genomen.
De Vroonrede.
Wij hebben nu van zooveel bladen het oordeel over
de Troonrede gelezen, dat 't wel mogelijk is een totaal
indruk te geven. Deze is, dat met een zeer enkele
uitzondering (het Utr. Dagblad) het nieuwe ministerie
van de linkerzijde met waardeering is begroet en dat
er aan den kant der oppositie ook enkele organen zjjn,
met name De Nederlander, die stof tot loven gevonden
hebben.
Na die algemeene opmerking zetten wij ons verder
verslag voort.
Het Vaderland is van meening dat de troonrede
tevredenheid zal wekken vooral om de zinsnede die er
op wjjst dat geen bepaalde partjj zal bevoorrecht worden.
Die zinsnede, zegt het blad, wjjst op een streven
naar waarlijk nationale politiek, dat ook buiten de
vrjjzinnige groepen waardeering moet en zal vinden.
Goeddeels van de oppositie zal het afhangen, welke
vruchten zullen kiemen uit het uitgestrooide zaad.
De rede wordt, zoo zegt het blad voorts, gedragen
door het besef dat hard moet worden gewerkt voor de
verbetering van de vaderlandsche en koloniale toestanden.
Omtrent de financieele paragraaf heet het dat wat
daarin gezegd wordt, een wijziging der Tariefwet, naast
wjjziging der directe belastingen, niet uitsluit. Maar
zjj stelt aan een nieuwe Tariefwet zeer bepaalde gren
zen. Versterkte bescherming, d» w. z. hooger rechten op
hier te lande voortgebrachte artikelen, zal zjj niet mogen
brengen. En hooger belasting op artikelen vau algemeen
volksverbrnik evenmin.
En de conclusie van Het Vaderland is dat geen lid
der oppositie zal kunnen ontkennen, dat, met mede
werking dor Staten-Generaal, uit de voornemens der
regeering veel goeds zal kunnen geboren worden,, »voor
alle groepen van Mijn Volk, zonder onderscheid van
richting."
De Nieuwe Courant, zegt over het voornemen om zoo
veel mogelijk rekening te houden met de weuschen van
I alle groopen zonder onderscheid van richting:
Ziedaar een zinsnede die uitstekend klinkt na de
laatste regeeringsjaren die achter ons liggen. Het is
waar, dat die woorden kunnen beteekenen een laveeren
tusschen alle klippen, een schipperen met alle groepen
der meerderheidlooze Kamer, welke het ministerie zou
'kunnen maken, »la proie du premier venu." Iu dat
geval zal zjjn bestaan kort zjjn. Maar deze zinsnede
kan ook de toezegging bevatten van een bewind, dat
bezield is van »esprit de gouvernement," dat, niet
slechts wijl de feitoljjke constellatie van het parlement
daartoe dwingt, maar ook krachtens innerlijk begin
sel schawl al wat naar partijzucht lijkt en dat fins in
den be3ten zin liberaal wenscht te besinreu. Zjj kau
beteekenen, dat dit kabinet, schoon niet logisch voort
gekomen uit deu jongsten verkiezingsstrijd, ernstig
doordrongen is van den wensch om te regeeren in den
gematigden, verzoenenden, rnstigen geest, dien het
land na de buitengewone opwinding der laatste jaren
allermeest behoeft.
Hopen wij, dat zulk voornemen in dezen belang
rijken regel der Troonrede mag worden gelezen.
Het blad is voorts van meening dat 8r wel wat veel beloofd
wordt. Veel staat in de Troonrede dat goede verwach
tingen wettigt en veel dat het ministerie stellig niet zal
kannen uitvoeren.
Indien de Troonrede niet voldoende gotaigt van eeu
zelfbeperking, welke de hand weerhoudt verder te grij
pen dan naar het bereikbare, moge niettemin het be
leid van het ministerie van dion geest, doortrokken
zjjn. Het program kan dan beschouwd worden als een
hooge stapel van arbeidsmateriaal, waarvan het parle
ment onder leiding van de bewindslieden rustig, stuk
voor stuk afneemt, zorgvuldig bewerkt au met toe
passing eener beleidvolle arbeidsverdeeling, als werke-
ljjk gereed product aflevert aan de natie.
De toon van de bladed der rechterzijde luidt, zooals
voor de hand ligt, eenigszins anders. Gewezen wordt
door de jmeesten op een leegheid der Troonrede en er
wordt betoogd, dat van een ministerie dat Hare Majesteit
dergelijke zinsneden in den mond gaf, voor de toekomst
weinig goeds is te verwachten.
Al zeer sarcastisch is heigeen De Standaard schrjjft.
Zjj noemt de Troonrede, al jnist als d<s,De Telegraaf, eeu
blanco-rede. Het blad had verwacht, dat ten opzichte van
de financiën, de sociale wetten en ook van het kiesrecht
iets positiefs zou worden gezegd. Maar op alle hoofdpun
ten is het blanco.
Blanco de financieele politiek van het Ministerie.
Blanco, wat het doen zal ten opzichte van de soci
ale wetgeving.
Blanco zelfs tegenover het blanco-artikel.
Toch is er wel iets in de Troonrede, dat De Stan-
daard niet verwerpt.
Merkwaardig is de zinsnede»Bjj de uitvoering der
aangekondigde voornemens zal zooveel doenijjk reke
ning gehonden worden met de wenschen van alle
groepen van mjjn volk zonder onderscheid van richting".
Zjj het zoo. Het vorige Ministerie heeft getoond
hetzelfde na te streven. Het heeft zoo positief mogeljjk
rekening gehouden met de wenschen van alle groepen
onder het Nederlandsche volk. Alleen maar onder
het regime van da vrjjzinnigheid bespeurden we wel
eens iets anders.
Maar de hoeren zullen nu hun leven beteren.
Als werkelijkheid wordt, wat' de Troonrede toezegt,
kunnen we althans op dit stuk nog voor haar dank-
baar zjjn.
De Nederlander schrjjft, zooals reeds gezegd, op
geheel andoren toonzij zegt onder meer
De eerste Troonrede, onder verantwoordelijkheid van
het nieuwe Ministerie uitgesproken, maakt in menig
opzicht een goeden indruk,
Er loopt een draad van verzoeningsgezindheid door,
welke er op schjjnt te wijzen, dat de ministers, zich
losmakende van de onreinheid der verkiezingen, zoo
veel doenijjk de continuïteit met het vorig kabinet
willen bevorderen.
Over 't algemeen is de Troonrede van partgtendenzen
gespeend. Velen zullen dit niet onnatuurljjk achten,
met 't oog op de meerderheid der Eerste Kamer en de
minderheid van 48 in de Tweede in verband met het
gebrek aan homogeniteit onder de meerderheid der
Tweede. Niettemin kan, welk dan ook het motief zjj,
do oppositie in deze juiste opvatting van het Kabinet
te meer aanleiding vinden tot een welwillend-af-
waehtende houding.
De Tijd ziet niet veel goeds in de Troonrede. Zjj is
van meening dat vermoedelijk niemand er door zal zjjn
bevredigd, in geen geval zal ze tot dankbaarheid stemmen.
De vrjjzinnige molen zal misschien onstuimig malen,
maar zal er ook meel komen er, zoo ja, welk meel?
Blanco-artikel, blanco-Troonrede 1 Blanco-Regeering
Deze Troonrede toont nog eens ten overvloede, dat het
land door dr. Kuypor en zjjn collega's aan den dijk
te zetten, ten einde de nauwe en verre geestverwanten
van den heer Borgesins binnen te halen, een slechten
ruil heeft gedaan.
Wat dit Ministerie in de volgende periode nattigs
voornemens is te doon, lag ook in het plan der vorige
Regeering, die daarbjj de macht had om het doen.
Het nieuwe, dat beloofd wordt, is ófwel betrekkeljjk
onbeduidend, ófwel voorloopig onuitvoerbaar.
Als men na deze Troonrede iets zeker kan zeggen,
dan is het, dat de directe belastingen reeds aanstonds
zullen moeten verhoogd worden en dat van de groote
sociale wetten in deu eersten tijd niets kau komen.
Het Centrum wijst er op dat het programma, door het
.u euwe Kabinet ontwikkeld er een is voor vele jaren.
Het streven der nieuwe ministers sohgnt te zijn zoo
veel mogelijk aan geuite verlangens te voldoen.
Zichzelf bet karakter te verzekeren van een »Kabinet
vaa verzoening" is bljjkbaar de bedoeling. En dan valt
het aanstonds op, dat bjj dien verzoeningsarbaid" de
medewerking der Kamers niet slechts wordt gevraagd
voor nieawe voorstellen, maar ook voor veel, dat door
de afgetreden ministers werd voorbereid.
Snmma summarum is de belangrijkheid der Troon
rede, wat de nieuwe punten betreft, niet geëvenredigd
aan haar lengte en vertoont óok dit staatsstuk de
leemten, welke de linkerzjjde in haar houding als op
positie steeds onaangevnld liet.
Thans echter had die aanvulling niet achterwege
mogen bljjven.
Ook De Maasbode ziet niet veel loffelgks in het
ïtiiBisteriëele program. Zjj mist er elk groot regaeringa-
Ajeginael in. Voarta zegt het blad