No. 137. Honderd en zevende jaargang. 1905. DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. VRIJDAG 29 SEPTEMBER. A Contant. BUITENLAND. Deze Courant wordt eiken avond behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele Rijk f I,—. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. G roote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.jV. Boek- en Handelsdrukkerij V|h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Algemeen Overzicht. Gemengde Mededeelingen. ALKMAARSCHE COURANT. Het woord »crediet" beteekent: geloof of vertrouwen, en men bedoelt daarmede in 't algemeen, vertrouwen ten opzichte van kapitaal. Hjj die een gedeelte van zjjn kapitaal ten gebruike aan een ander toevertrouwt, wordt gezegd crediet te verleenen, terwijl hy, aan wrin het is toevertrouwd, crediet geniet. Zonder crediet kan da handel niet bestaan. Dat in den groothandel zelfs voor groote bedragen crediet moet worden gegeven, behoeft geen betoog. Maar is dat in den kleinhandel even nood- zakelpk? Wordt er bij het inkoopen van huishoudelijke artikelen niet te veel misbruik gemaakt? Ziedaar een vraag, die bjj velen bekend is en door velen bevestigend beantwoord zal worden. Maar ofschoon men bij 't stellen dezer vraag een toestemmend antwoord zal krggen, blgkt het maar al te dikwijls, dat degene, die het antwoord gaf, het volgende oogenblik jnist in strijd daarmede han delt. Het is zoo'n algemeen gebruik. Het gaat zoo ge- makkeljjk op de »beer", op de »pof" iots te koopen. Dat er technische vormen voor bestaan, bewpst wel, dat bet algemeen gewoonte is. Daarom schijnt het ons niet on dienstig eens in herinnering te brengen de nadeelen on de groote schade, die in don kleinhandel het crediet be rokkent, zoowel voor den winkelier als ook voor den kooper. Menigeen zou zuiniger leven als hjj alle inkoopen direct moest voldoenbjj menigeen bestaat uiterlijk een blin kende weelde bij innerljjke armoede. Door een Duitscher is wel eens uitgerekend, dat drie vierden van den zooge- naamden fatsoenleken stand boven hun inkomen leven; doet dit verschjjnsel zich alleen voor in Duitschland? Blijkt het niet in alle kringen der maatschappg, dat men niet het geld als geld begeert, zooals de vrek, of wel geljjk de rjjke Amerikanen, om nuttige stichtingen in t leven te roepen, maar het geld moet dionen om de booger en hooger klimmende eischen der weelde met al haar veelal onzinnige behoeften te "oldoen. Men wil op een grooten voet leven, een grooteren staat voeren, dan moge lyk is met 't oog op 't inkomende een al grooter dan de auder; men wil met nienwe hoed en jas pronken en gezien wordenmen wil vertoon maken mot een nieuwe fiets of een keurigen kinderwagen. Aangezien geen^weer- stand kan worden geboden aan de werkeljjke of vermeende behoefte, zit er niet anders op dan te koopen op crediet. Is dit de eens groep van trage betalers, te weten de personen die niet kunnen betalen 4 contant, er is een tweede groep, nl. die van die dames en boeren die uit onachtzaamheid alles op rekening laten stellen. Da een laat de betaling na, overwegende dat als men telkens een klein bedrag betaalt, de dienstboden geen fooien krjjgen, en de ander vergeet altjjd zijn beurs mee te nemen als hjj boodschappen gaat doen. Vooral deze groep is het, die noodelooze schade berokkent. Schadede winkelier heeft waarljjk al genoeg geld vast te leggen bjj moet een huis op stand hebben, hjj moet adverïeeren, hij moet veel gas verbruiken, bij moet oen ruime sor teering goederen in voorraad hebbenzwaar valt net nog bovendien als hg een bosk vol met kleine posten welke nog betaald moeten worden, en waarvan bjj geen rente geniet, er op nahondt. Hjj moet wel rente betalen. Hoe geringer het eigen vermogen is, veelal hoe hooger rente. Als hjj voor het geld, dat vastligt in debiteuren, goederen zou kunnen koopen, des te rjjker zou zjjn soi- teering zjjn. Maar dat neemt niet weg, dat de schuld niet geheel ligt bjj de klanten het is een feit, dat de winkelier van zjjn kant het den menschen te gemakkelijk maakt, om op de »beer« te koopen. Heeft men bjj on geluk geen geld bjj zich»0 mevrouw, dat is niets, dat komt wel te recht.En als mevrouw dan vraagt om de rekening zoo spoedig mogeljjk te zenden, dan ge beurt dit toch niet. Dames, die graag spoedig haar reke ningen willen betalen, moeten soms drie of viermaal om het vbriefjec vragen. Dit is niet alleen het geval met den winkelier, ook met den timmerman, den schilder, den rijwielhandelaar, den meubelmaker. De winkeliers helpen op deze wijze in geen geringe mate hun aantal debiteuren verhoogen, en dan klagen zij, veelal terecht, over de traagheid, waarmede de rekeningen voldaan worden. Is de rente, die de winkelier moet betaler, ge- woonljjk zeer hoog, nog hooger is die, welke verscholen ligt, in de koopprjjzen zjjner goederen, wanneer bjj ver plicht is aan zjjn leveranciers lange credieten te vragen. Hoe spoediger zjjn geld tot hem wederkeert, des te meer van die hooge rente kan hij uitsparen. De trage betalers veroorzaken hem zware offers. Hij koopt te daar. Hos kan hierin verandering gebracht worden? Volgens de staathuishoudkunde is het dood-eenvondigde winke liers moeten tegenover hun afnemers »karakter" toonea zjj moeten weigeren een nienwe rekening te opener zoolang de oude niet is voldaan. Maar ziedaar nn juist, wat alleen in buitengewone gevallen geschiedt. Mea moet wel bedenken, omdat het tegendeel zoo algemeen in gebruik is, hoe moeielijk het is voor een winkelier om te zeggen aan een klant: vMevrouw, of Mejuffrouw, omdat de rekening van hot vorige jaar nog niet is voldaan, kan ik niet leveren." De dame zou uit den winkel loopen, zoo sjjdig als een spin, en bjj een con current koopen. De onderlinge mededinging in den kleinhandel is zoo overmatig, dat een winkelier zelden den moed heeft met nadruk te eischen wat hom toekomt. Verder vreest hij daardoor zgn zaak in kwaden reuk to brengen, ofschoon de ondervinding leert, dat de goede naam, dien een winkelier geniet, hoofdzakeljjk bepaald wordt door de deugdelijkheid en de ruime sorteering zijner koopwarenin 't algemeen door de zorgzaamheid, waarmede hjj de belangen zjjner afnemers behartigt. Doch begiijpeljjk is, dat de winkelier te veel bevreesd is, om spoedig een rekening te zenden, bang zijnde, dal zjjn cliënt zal denken, dat men hem niet vertrouwt. De bevreesdheid is groot. Vraagt men een rekening, dan vergeet de winkolier niet, ar met groote letter op te zetten >op verzoek", met andere woorden, als ik mjju zin gedaan had, dan zondt (J de rekening nog niet gekregen hebben. Al is het waar, dat in de eerste plaats de winkelier zelf moet trachten 't kwaad te verminderen, in de tweede plaats moeten de belanghebbenden door samen werking trachten te veranderen, hetgeen voor ieder afzondorljjk niet bereikbaar is Men kan overeenkomen geen langer crediet dan b.v. één maand te geven, onverschillig aan wie ook, als algemeene maatregel. Dan wordt niemand daardoor beleedigd. Ook zulleu de voordeden van contante betaling voor den kooper niet uitblijven. Wij hebben reeds gezegd, dat zoowel de winkelier als fabrikant hooga rente moet betalen om bedrijfskapitaal te krijgen, welk geld wordt vastgelegd in de loopende rekeningen, waarvan geen rente kan gevorderd worden, omdat het veel kleine bedragen zgn en de gewoonte dit medebrengt. De winkelier kan dit renteverlies nergens op verhalen. Verhooging van den prijs zjjner goederen verjaagt zjja klanten. Vandaar dat in sommige vakken geen ander middel bestaat om de zaak staande te houden, dan om zoo Veel mogeljjk op de loonen te bezuinigen. Welk hongerloon wordt vaak uitbetaald aan modisten, die in of voor r odewinkels werken. In veel vakken zou de werkman meer verdienen, als er bjj de rijkeren niet een zucht bestond om alles zoo goedkoop mogeljjk te koopon en dan nog bovendien contant betalen onnoodig te achten. Hieruit volgt dat een groot maatschaopeljjk belang be trokken is bij deze aangelegenheid. Men moet dus een einde maken aan dezen toestand. »Deze kanker van trage betaling", alzoo zegt Mr. N. G. Pierson in zjjn werk »Grondbeginselen der Staathuishoudkunde*, schaadt niet alleen de belangen der verkoopers, maar ook zoo wjj letten op die der kooperswant achteloosheid in het nakomen van geldelijke verplichtingen is een ondeugd, die steeds haar eigen straf medebrengt. Deze kan kei- zal voortwoekeren, zoolang degenen, die het eeist en er het meest door benadeeld worden, niet met de noodige geestkracht daartegen strijden*. De winkeliers moeten dus te zamen en niet ieder afzonderljjk optreden om aan die trage betaling een einde te maken. Van algemeen be lang is het dat ieder zijn volle medewerking verleent. Men moet inzien, dat het een plicht is, als men vandaag betalen kan dit niet tot morgen te verdagen. Vooral in een kleine plaats is bet gemakkelijk zich te voreenigen. Men kan gemeenschappelijk besluiten niet anders te leveren dan èf contant èf op één maands- crediet, en niet verder te verkoopen, als de rekeningen der vorige maand niet voldaan zgn. Vooral in een kleine stad zal dit gemakkelijk gaan, omdat de trage betalers aan de vereeniging spoedig bekend zullen zgn. In een kleinen kring kan de noodige drang worden uit geoefend, dat allen medewerken tot deze regeling. Of schoon de voordeelen voor kooper en verkooper missohien niet dadeljjk treffend op den voorgrond zullen treden, kan de goede invloed niet lang uitbljjren. Meer levendig heid in den omzet zal er door ontstaan. Hoe meer het geld, het ruilmiddel wordt verwisseld, meer rouleert, hoe beter. Minder verlies wordt geleden, omdat een maand rekening niet zoo hoog loopt als de jaarrekening. Hoe kleiner bedrijfs-kapitaal men behoeft, hoe grooter winst. Iedereen geeft tegenwoordig het voorbeeld om zich bjj vereonigingen aan te slniten waarom zouden de winkeliers en werkgevers ook in dit opzicht dit voorbeeld niet vol gen Menig gezin is door 't geven en door 't genieten van te lang crediet ten gronde gericht. L. Oef 't is ertoe gekomen. Gisteren hebben te Parijs de heeren Revoil en Rosen een nieuwe samenkomst gehad en na afloop daarvan zijn de heeren Rouvier en Prins Radolin overgegaan tot de onderteekening van de Fransch-Duitsche over eenkomst betreffende de regeling en het programma van de conferentie over Marokko. Het heet, dat het verkrijgen van dit resultaat voor namelijk te danken is aan de vriendschappelijke bemid deling van Rusland. De Temps verneemt, dat de voornaamste punten van de regeling deze zijnZonder in te grijpen in de vrije beslissing der conferentie, die alleen bevoegd zal zijn de quaestie op te lossen, bevat het programma de nauw keurig uiteengezette meening der beide mogendheden over de grondslagen der hervormingspolitiek, waarbij in het bijzonder wordt uiteengezet dat die politiek en de beslissing der conferentie niet van toepassing zullen zijn op de aan Algiers grenzende deelen van Marokko. Wat deze betreft zal geen mogendheid zich tusschen den Sultan en Frankrijk kunnen plaatsen. De nota bevat dan verder de bepalingen waaronder de concessies voor den aanleg van een havenhoofd in Tanger, en voor de leening van tien millioen in het program der conferentie zullen worden opgenomen, voornamelijk wijl deze beide concessies geen precedent mogen vormen, voor het afwijken der overeenkomst van 8 Juli. De beide operaties zullen aan de op te richten nationale bank worden overgedragen. Aan den Sultan en aan de mogendheden zal Algeciras als zetel van de conferentie worden voorgesteld. De conferentie zal de noodig geachte flnancieele en politieke hervormingen met eenstemmigheid moeten vaststellen. De maatregelen, door de conferentie te besluiten, zullen gedurende een tijdvak van drie jaren van kracht zijn. Wij hebben goed voorspeldeen telegram uit Tokio meldt, dat na het bekend worden van het Engelse h- Japansche traetaat aanstonds de weerzin tegen den vrede met Rusland op den achtergrond is gedrongen en dat men beseft dat voor de winst, die aan Japan bij dezen vrede is ontgaan, rijkelijk vergoeding geboden wordt door het bondgenootschap met Engeland. In de stad, die kort te voren nog zoo rumoerig was, heerscht nu groote vreugde en ten bewijze daarvan hebben Woensdagavond tal van openbare gebouwen en groote handelshuizen een illuminatie ontstoken. De Mikado kent blijkbaar zijn volkje I De regeeringsgezinde pers in Engeland is ook in de wolken Naar de Times betoogt, is het nieuwe traetaat het noodzakelijk gevolg van het inzicht, waartoe de Britsche staatslieden langzamerhand gekomen zijn aan gaande den geheel veranderden toestand in het Verre Oosten, in afwijking van wat vele jaren Groot-Britan- n ë's traditioneel beleid geweest is. Twee verre reikende uitwerkselen eener gemeene oorzaak, zegt het blad, hebben ons er toe gedwongen de zoo lang aangenomen houding van afzondering te laten varen. Door ingewikkelde overwegingen van eco- nomischen en politieken aard gedreven, zijn de groote Mogendheden in de laatste dertig jaar voorwaarts ge drongen tot gewesten, waar voorheen nauwelijks een andere Europeesche invloed gevoeld werd buiten de Britsche. »De opslorping van de zwakkere Aziatische Staten, welke niet lang geleden over groote uitgestrekt heden van de grens onze eenige buren waren, de stel selmatige ondermijning van andere door eene sluwe vereeniging van fiscale omkooperij, vreesaanjaging en kuiperijde gestadige aanleg van strategische spoorwe gen naar punten, waar die tot niets anders dienen kunnen dan om ons te bedreigenhet samentrekken van troepen en 't aanbrengen van middelen tot aanval binnen het bereik onzer grenzen, hebben de ééne groep dier gevolgen gevormd. De andere bestond uit even stelselmatige pogingen om ons uit te sluiten van de markten van uitgestrekte gewesten in het Verre Oosten, hetzij door feitelijke inlijving van die markten zelf, of door 't afpersen van voorrechten, monopoliën en uit sluitende concessiën der ingeboren heerschers. Te zamen bedreio-en zij sommige onzer gewichtigste levensbelan gen- de rust, zoo niet de veiligheid van Indie en onzen handel met de rijkste onontgonnen markten der oude wereld Het verbond der beide valt in het oog, want zij spruiten uit hetzelfde wortelfeitde toenemende in menging van sommige Europeesche Mogendheden in Azië's politiek." Ten slotte betoogt de Times, dat de belangen van Groot-Britannië en Japan in dezen gemeen zijn en eindigt met de opmerking, dat het verdrag eerstgenoemd land geenszins ontheft van den plicht om steeds strijd vaardig te blijven. Het kan, zoo eindigt zij, »ons en onze bondgenooten nog vele jaren behoeden voor de noodzakelijkheid om zwaarden te trekken, welke het onze plicht zal zijn jegens onszelven en jegens elkander, gereed en scherp te houden. Uit den aard der zaak is de toon der Duitsche pers een geheel andere. Zij is er zeer over verbolgen, dat Engeland en Japan hebben gedaan, alsof zij alleen wat over Azië te zeggen hebben en er zijn ook al bladen, die laten doorschemeren, dat Duitschland zich niet aldus in een hoek moest laten dringen. Duitschland deelt dit lot met Rusland en eenigermate ook met Frankrijk. Wat daarvan het gevolg zal zijn lrit voor de hand nauwere aaneensluiting tusschen de miskenden. Witte moet op zijn terugreis naar Rusland te Parijs en bij Keizer Wilhelm daarover al een balletje hebben opgeworpen. 4c De berichten omtrent deChineezen-plaag in Transvaal krijgen een steeds ernstiger karakter. Er wordt nu alreeds gemeld, dat er ruim 1000 gevluchte Chineesche arbeiders moordend en plunderend het land doortrekken. Zij worden van alle kanten vervolgd en afgemaakt en de overblijvenden wreken zich op hun manier. De politie, welker sterkte onvoldoende is, organiseert drijfjachten tegen hen. De Kaffers dooden de Chineezen waar zij kunnen niet alleen omdat dezen hun het brood uit den mond nemen, maar ook omdat men hen ver denkt van allerlei slechts. De Boeren hebben nog het meest te lijden, omdat zij zoo afgezonderd wonen. Zij zijn gedwongen, telkens opnieuw met de gele benden te vechten. Nu eens verschansten de Chineezen zich in een blokhuis, waar zij een geregeld beleg doorstonden. Dan weder was er een schermutseling, waarin 38 Chineezen werden gedood. En van alle kanten hoort men gewagen van afschu welijke moorden en andere misdaden, door Chineezen bedreven. In verband hiermee hebben wjj vrijheid gevonden aan esn correspondentie in de N. Ii. Ct. nit Pretoria het volgende te ontleenen s De magistraten van districten, grenzende aan de Wit- watem-and-gondvelden, waar Chineezen als mijnwerkers gebezigd worden, hebben van de regeering order ontvangen om Martini-Henry-geweren aan da Boeren te verstrekken, tegen betaling, om zich te verdedigen tegen de Mongolen, ea men is zelfs zoo ver gegaan, om toe te staan geweren in bruikleen te geven aan bewoners van afgelegen plaatsen, indien zjj niet in staat zjjn voor een geweer te betalen. Wel heeft de wet op den invoer van Chineezen den mijneigenaar gedwongen tot groote uitgaven voor het bouwen van verblijfplaatsen op da mijnen, waar iedere Chiaess een zekere hoeveelbe d luebt heeft, een jjzeren bed en matras, een keuken, tafels en banken en wat niet al, maar toch is het lot van den Chinee ehen koelie op de mjjnen niet bengdecswaard. De zoogenaamde tolken blijken de een na den ander onbekwaam t? zgn voor hun taak; de blanke wjjnwerker, onbekend mat taal en geaardheid van den Chinees, kan niet met hem overweg; zeven percent van de Cbineezea maken zich schuldig aan het misbruik van amfioenschuiven en bot gevolg is dat de opzichters van de verblijfplaatsen van Chineezen herhaaldelijk faun toevlucht nemen tot lijf straffen. Dikwerf is de aldus gestrafte Chinees onschuldig en ia het te wjjten aan de gebrekkige wijze van vertolken dat de Chinees geen recht kan krijgen. Dat in zoo'n geval do koelie de vrjje ruimte verkie3t boven do behan deling van zjjn blanken baas, is n.ot te verwonderen. Is vriend Chinees nu aan het zwerven, dan begint de honger hem weldra te plagen. Medelijdende boereu nebben in dsn aanvang wel kost gegeven, maar weigeren dat nu te doen en het gevolg is dat de Chinees als een vogel vrij verklaarde rondzwalkt, totdat bij opgepakt wordt en naar do gevangenis verhuist. Voeg nu hierbij dat oeconomiscb het gebruik van Chineesche koelies als mjjnwerbers tegenvalt en men mag voorzien dat het Chineesche vraagstuk zich van zelf zal oplossen en Zuid-Afrika spoedig bevrijd zal worden van die gele pest. Dat er op politiek gebied munt geslagen wordt uit dezen stand van zakeu behoeft geen betoog en Sir George Farrar, de grootste agitator voor het invoeren van Chi neezen als mijnwerkers, heeft tegenwoordig maar oon har den tijd. De Ozar op reis. Het verbljjf van de keizerlijke lamilie van Rusland op de Finsche eilanden, dat volgens het oorspronkelijke plan slechts vijf dagen duren zou, wordt nog steeds gerekt. De zeereis heoft den Ozar goed gedaan en hg voelt zich weer volkomen gezond. De Ozar en de Czaritsa gaan dik wjj is met bun kinderen aan land. De Finsche bevolking': begroet hen hartoljjk, volgens een telegram aan een der Duitsche bladen, Oo hot eiland St. Johann werd een jacht gehouden. Na afloop werden de Finsche boeren op kosten van den Czar onthaa'd en vele geschenken, zooals horloges, kottingen en andere kost baarheden, werden onder hen verdeeld. Witte weer thuis! Witte is Donderdagmorgen vroeg te St.-Petersburg aangekomen. Ondanks hot vroege uur was een talrijke menigte aan bet station aanwezig, die den minister op den w?g van den wagon naar zgn equipage met gejuich begroette. Do opstand in Yomen. In de Syrische provinoie Djebel Durz is een opstand uitgebroken.; Een Turksch bataljon is volkomen in de pan gehakt. |De Sultan heeft bevolen dat onmiddellijk acht bataljons gezonden moesten worden naar het gebied van den opstand. Nu waren juist twaalf bataljons op weg van Aleppo naar Yenaon. Hiervan zgn er nu acht voor jBeiroet verscheept die van daar over Damaskus en Haurau naar Djabel-Dnrz zullen mar- cheeren. In Konstantinopel is men bevreesd dat deze ver mindering van troepen voor Yemen den opstand daar zal doen aanwakkeren, daar maafsobalk Feizi Pasja 120.000 man noodig meent te hebben tor onderdrukking van deze beweging. Dit laatste bericht is nu zeer vreemd. Officieel is toch uil Konstantinopel medegedeeld, dat na de inname van de hoofdstad Sa&na de opstand in Yemen onderdrukt was. De crisis in de e 1 e c t r i s c h e n jj v o r h e i d te Berljjn. De arbeiders in de electrischo nijverheid te Berljjn houden zich zeer kalm tegenover het besluit van hun patroons. Als de uitsluiting doorgaat, zullen Maandag 38,000 arbeiders ioegloopoo. Voor dien tijd kan de vrede misschien nog hersteld worden, maar zeker is dat zeven vergaderingen van werklieden bij de elcc- triscbe bedrijven verklaard hebben in te stommen met de weigering van do 500 stakers, om wie da directies de algemeene uitsluiting op touw hebben gezet. De Vossische Ztg. verneemt dat de leiders van de fabrieken er niet aan denken, een strijd te.ea de vak- vareenigingen van de arbeiders aan te b nden. Zjj wen- schen een draagljjke verhonding met hun arbeiders. Daar. om hoopt het blad dat er nog kans is op een verzoening^ In het 8 u e zk a n a a 1. Bij het springen van de »Chatham" werd de losbranding buitengewoon voelbaar waargenomen op de plaats, waar de uitvoerder der operatie ea het personeel dor Maatsohappjj zich bevonden, nameljjk meer dan 6 K,M. van de plek der ontploffing. Men maakte hieruit op, dat de ontploffing volledig en de gevaarljjke lading (dynamiet) geheel vernield was, De water ver plaatsing, die men zeer aanzienljjk dacht te zien, desd zich niet gevoelen op de plaats van waaruit mea de operatie volbracht. Hot personeel dor Maatsohappjj en ingenieurs zijn vertrokken, om de uitwerkselen van de ontploffing op te nemen. Het Kanaal zal vermoedelijk over vier dagen van de wrak stukken gezuiveïd zjjn. De spoorweg en bet zoetwater- kanaal hebben niets geleden. Aardbeving ia Noor d-E u r o p a. Op de aard bevingen in hot zuiden van Eurofa volgen er nu in het Noordsu. Te Lundby, op het Zwaedscbe eiland Hisinge, werd een hevige aardbeving waargenomen. Om half twee in den nacht hoorde de bevolking een onderaardseh ge rommel. Tegelijkertjjd begonnen de huizeu zoo hevig te beven, dat de muren vaneen scheurden. In den grocd ontstonden spleten. Ia het oostelijk gedeelte van het eih nd is de grond aanzienljjk gedaald. Negen huizen werden zwaar beschadigd. Een treurig bestaan. Te Clicby (Parjje) s een zeventigjarig!? vrouw die er haar beroep van maakte eindjes sigarou bjjeen to zoeken en daarom als »la mère Mógot" bekend stond, in hare kamer dood gevonden. Het lijk, reeds in staat van ontbinding, was omringd door zes katten, die de overledene er op nahield en lag achter hoopen vodden ea afval van allerlei aard. Bjj da opruiming vond men een pak mat obligatiën en bankbiljetten ter waarde van 15,0ü0 fres, Turkscbs zede». In een schouwburg te P:ra, de Europaanen-voarstad van Oonstantinopel, zgn dezer dagen hot publiek en al da acteuis met bullepezen het gebouw uitgejaagd. Redoum Pacha, Prefect van Constau- tinopel en voornaamste aandeelhouder van den schouw- burg, was verliefd op de »prima donna" van het gezelschap, eene Frai paiae. Toen hij ontdekte, dat de tenor Labany zjju medeminnaar was, liet hjj dien zanger ontslaan en een atdeten benoemen. Maar Libaoy stoorde zich, op algemeen verzoek, niet aan ziju ontslag en hjj kwam op het tooneel alsof er niets gebeurd w&s. Reche Bey, de zoon van den Prefect, trad toen naar voren en verzocht het publiek de zaal te verlaten. Maar de toeschouwers bleven en riepen: »Levo Labany 1" Men wierp hem zelfs

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 1