No. 137.
Honderd en zevende jaargang.
1905.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
VRIJDAG
29 SEPTEMBER.
A Contant.
BUITENLAND.
Deze Courant wordt eiken avond behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele Rijk f I,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. G roote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.jV. Boek- en Handelsdrukkerij
V|h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Algemeen Overzicht.
Gemengde Mededeelingen.
ALKMAARSCHE COURANT.
Het woord »crediet" beteekent: geloof of vertrouwen,
en men bedoelt daarmede in 't algemeen, vertrouwen ten
opzichte van kapitaal. Hjj die een gedeelte van zjjn
kapitaal ten gebruike aan een ander toevertrouwt, wordt
gezegd crediet te verleenen, terwijl hy, aan wrin het is
toevertrouwd, crediet geniet. Zonder crediet kan da
handel niet bestaan. Dat in den groothandel zelfs voor
groote bedragen crediet moet worden gegeven, behoeft
geen betoog. Maar is dat in den kleinhandel even nood-
zakelpk? Wordt er bij het inkoopen van huishoudelijke
artikelen niet te veel misbruik gemaakt? Ziedaar een
vraag, die bjj velen bekend is en door velen bevestigend
beantwoord zal worden. Maar ofschoon men bij 't stellen
dezer vraag een toestemmend antwoord zal krggen, blgkt
het maar al te dikwijls, dat degene, die het antwoord
gaf, het volgende oogenblik jnist in strijd daarmede han
delt. Het is zoo'n algemeen gebruik. Het gaat zoo ge-
makkeljjk op de »beer", op de »pof" iots te koopen. Dat
er technische vormen voor bestaan, bewpst wel, dat bet
algemeen gewoonte is. Daarom schijnt het ons niet on
dienstig eens in herinnering te brengen de nadeelen on
de groote schade, die in don kleinhandel het crediet be
rokkent, zoowel voor den winkelier als ook voor den
kooper.
Menigeen zou zuiniger leven als hjj alle inkoopen direct
moest voldoenbjj menigeen bestaat uiterlijk een blin
kende weelde bij innerljjke armoede. Door een Duitscher
is wel eens uitgerekend, dat drie vierden van den zooge-
naamden fatsoenleken stand boven hun inkomen leven;
doet dit verschjjnsel zich alleen voor in Duitschland?
Blijkt het niet in alle kringen der maatschappg, dat men
niet het geld als geld begeert, zooals de vrek, of wel
geljjk de rjjke Amerikanen, om nuttige stichtingen in t
leven te roepen, maar het geld moet dionen om de booger
en hooger klimmende eischen der weelde met al haar
veelal onzinnige behoeften te "oldoen. Men wil op een
grooten voet leven, een grooteren staat voeren, dan moge
lyk is met 't oog op 't inkomende een al grooter dan
de auder; men wil met nienwe hoed en jas pronken en
gezien wordenmen wil vertoon maken mot een nieuwe
fiets of een keurigen kinderwagen. Aangezien geen^weer-
stand kan worden geboden aan de werkeljjke of vermeende
behoefte, zit er niet anders op dan te koopen op crediet.
Is dit de eens groep van trage betalers, te weten de
personen die niet kunnen betalen 4 contant, er is een
tweede groep, nl. die van die dames en boeren die uit
onachtzaamheid alles op rekening laten stellen. Da een
laat de betaling na, overwegende dat als men telkens
een klein bedrag betaalt, de dienstboden geen fooien
krjjgen, en de ander vergeet altjjd zijn beurs mee te
nemen als hjj boodschappen gaat doen. Vooral deze groep
is het, die noodelooze schade berokkent. Schadede
winkelier heeft waarljjk al genoeg geld vast te leggen
bjj moet een huis op stand hebben, hjj moet adverïeeren,
hij moet veel gas verbruiken, bij moet oen ruime sor
teering goederen in voorraad hebbenzwaar valt net
nog bovendien als hg een bosk vol met kleine posten
welke nog betaald moeten worden, en waarvan bjj geen
rente geniet, er op nahondt. Hjj moet wel rente betalen.
Hoe geringer het eigen vermogen is, veelal hoe hooger
rente. Als hjj voor het geld, dat vastligt in debiteuren,
goederen zou kunnen koopen, des te rjjker zou zjjn soi-
teering zjjn. Maar dat neemt niet weg, dat de schuld
niet geheel ligt bjj de klanten het is een feit, dat de
winkelier van zjjn kant het den menschen te gemakkelijk
maakt, om op de »beer« te koopen. Heeft men bjj on
geluk geen geld bjj zich»0 mevrouw, dat is niets,
dat komt wel te recht.En als mevrouw dan vraagt
om de rekening zoo spoedig mogeljjk te zenden, dan ge
beurt dit toch niet. Dames, die graag spoedig haar reke
ningen willen betalen, moeten soms drie of viermaal om
het vbriefjec vragen. Dit is niet alleen het geval met
den winkelier, ook met den timmerman, den schilder,
den rijwielhandelaar, den meubelmaker. De winkeliers
helpen op deze wijze in geen geringe mate hun aantal
debiteuren verhoogen, en dan klagen zij, veelal terecht,
over de traagheid, waarmede de rekeningen voldaan
worden. Is de rente, die de winkelier moet betaler, ge-
woonljjk zeer hoog, nog hooger is die, welke verscholen
ligt, in de koopprjjzen zjjner goederen, wanneer bjj ver
plicht is aan zjjn leveranciers lange credieten te vragen.
Hoe spoediger zjjn geld tot hem wederkeert, des te meer
van die hooge rente kan hij uitsparen. De trage betalers
veroorzaken hem zware offers. Hij koopt te daar.
Hos kan hierin verandering gebracht worden? Volgens
de staathuishoudkunde is het dood-eenvondigde winke
liers moeten tegenover hun afnemers »karakter" toonea
zjj moeten weigeren een nienwe rekening te opener
zoolang de oude niet is voldaan. Maar ziedaar nn juist,
wat alleen in buitengewone gevallen geschiedt. Mea
moet wel bedenken, omdat het tegendeel zoo algemeen
in gebruik is, hoe moeielijk het is voor een winkelier
om te zeggen aan een klant: vMevrouw, of Mejuffrouw,
omdat de rekening van hot vorige jaar nog niet is
voldaan, kan ik niet leveren." De dame zou uit den
winkel loopen, zoo sjjdig als een spin, en bjj een con
current koopen. De onderlinge mededinging in den
kleinhandel is zoo overmatig, dat een winkelier zelden
den moed heeft met nadruk te eischen wat hom toekomt.
Verder vreest hij daardoor zgn zaak in kwaden reuk to
brengen, ofschoon de ondervinding leert, dat de goede
naam, dien een winkelier geniet, hoofdzakeljjk bepaald
wordt door de deugdelijkheid en de ruime sorteering
zijner koopwarenin 't algemeen door de zorgzaamheid,
waarmede hjj de belangen zjjner afnemers behartigt.
Doch begiijpeljjk is, dat de winkelier te veel bevreesd
is, om spoedig een rekening te zenden, bang zijnde, dal
zjjn cliënt zal denken, dat men hem niet vertrouwt. De
bevreesdheid is groot. Vraagt men een rekening, dan
vergeet de winkolier niet, ar met groote letter op te
zetten >op verzoek", met andere woorden, als ik mjju
zin gedaan had, dan zondt (J de rekening nog niet
gekregen hebben.
Al is het waar, dat in de eerste plaats de winkelier
zelf moet trachten 't kwaad te verminderen, in de
tweede plaats moeten de belanghebbenden door samen
werking trachten te veranderen, hetgeen voor ieder
afzondorljjk niet bereikbaar is Men kan overeenkomen
geen langer crediet dan b.v. één maand te geven,
onverschillig aan wie ook, als algemeene maatregel.
Dan wordt niemand daardoor beleedigd.
Ook zulleu de voordeden van contante betaling voor
den kooper niet uitblijven. Wij hebben reeds gezegd, dat
zoowel de winkelier als fabrikant hooga rente moet
betalen om bedrijfskapitaal te krijgen, welk geld wordt
vastgelegd in de loopende rekeningen, waarvan geen
rente kan gevorderd worden, omdat het veel kleine
bedragen zgn en de gewoonte dit medebrengt.
De winkelier kan dit renteverlies nergens op verhalen.
Verhooging van den prijs zjjner goederen verjaagt zjja
klanten. Vandaar dat in sommige vakken geen ander
middel bestaat om de zaak staande te houden, dan om
zoo Veel mogeljjk op de loonen te bezuinigen. Welk
hongerloon wordt vaak uitbetaald aan modisten, die in
of voor r odewinkels werken. In veel vakken zou de
werkman meer verdienen, als er bjj de rijkeren niet een
zucht bestond om alles zoo goedkoop mogeljjk te koopon
en dan nog bovendien contant betalen onnoodig te achten.
Hieruit volgt dat een groot maatschaopeljjk belang be
trokken is bij deze aangelegenheid. Men moet dus een
einde maken aan dezen toestand. »Deze kanker van
trage betaling", alzoo zegt Mr. N. G. Pierson in zjjn
werk »Grondbeginselen der Staathuishoudkunde*, schaadt
niet alleen de belangen der verkoopers, maar ook zoo wjj
letten op die der kooperswant achteloosheid in het
nakomen van geldelijke verplichtingen is een ondeugd,
die steeds haar eigen straf medebrengt. Deze kan kei-
zal voortwoekeren, zoolang degenen, die het eeist en er
het meest door benadeeld worden, niet met de noodige
geestkracht daartegen strijden*. De winkeliers moeten dus
te zamen en niet ieder afzonderljjk optreden om aan die
trage betaling een einde te maken. Van algemeen be
lang is het dat ieder zijn volle medewerking verleent.
Men moet inzien, dat het een plicht is, als men vandaag
betalen kan dit niet tot morgen te verdagen.
Vooral in een kleine plaats is bet gemakkelijk zich te
voreenigen. Men kan gemeenschappelijk besluiten niet
anders te leveren dan èf contant èf op één maands-
crediet, en niet verder te verkoopen, als de rekeningen
der vorige maand niet voldaan zgn. Vooral in een
kleine stad zal dit gemakkelijk gaan, omdat de trage
betalers aan de vereeniging spoedig bekend zullen zgn.
In een kleinen kring kan de noodige drang worden uit
geoefend, dat allen medewerken tot deze regeling. Of
schoon de voordeelen voor kooper en verkooper missohien
niet dadeljjk treffend op den voorgrond zullen treden, kan
de goede invloed niet lang uitbljjren. Meer levendig
heid in den omzet zal er door ontstaan. Hoe meer het
geld, het ruilmiddel wordt verwisseld, meer rouleert, hoe
beter. Minder verlies wordt geleden, omdat een maand
rekening niet zoo hoog loopt als de jaarrekening. Hoe
kleiner bedrijfs-kapitaal men behoeft, hoe grooter winst.
Iedereen geeft tegenwoordig het voorbeeld om zich bjj
vereonigingen aan te slniten waarom zouden de winkeliers
en werkgevers ook in dit opzicht dit voorbeeld niet vol
gen Menig gezin is door 't geven en door 't genieten
van te lang crediet ten gronde gericht.
L.
Oef 't is ertoe gekomen.
Gisteren hebben te Parijs de heeren Revoil en Rosen
een nieuwe samenkomst gehad en na afloop daarvan
zijn de heeren Rouvier en Prins Radolin overgegaan
tot de onderteekening van de Fransch-Duitsche over
eenkomst betreffende de regeling en het programma
van de conferentie over Marokko.
Het heet, dat het verkrijgen van dit resultaat voor
namelijk te danken is aan de vriendschappelijke bemid
deling van Rusland.
De Temps verneemt, dat de voornaamste punten van
de regeling deze zijnZonder in te grijpen in de vrije
beslissing der conferentie, die alleen bevoegd zal zijn
de quaestie op te lossen, bevat het programma de nauw
keurig uiteengezette meening der beide mogendheden
over de grondslagen der hervormingspolitiek, waarbij
in het bijzonder wordt uiteengezet dat die politiek en
de beslissing der conferentie niet van toepassing zullen
zijn op de aan Algiers grenzende deelen van Marokko.
Wat deze betreft zal geen mogendheid zich tusschen
den Sultan en Frankrijk kunnen plaatsen.
De nota bevat dan verder de bepalingen waaronder
de concessies voor den aanleg van een havenhoofd in
Tanger, en voor de leening van tien millioen in het
program der conferentie zullen worden opgenomen,
voornamelijk wijl deze beide concessies geen precedent
mogen vormen, voor het afwijken der overeenkomst
van 8 Juli. De beide operaties zullen aan de op te
richten nationale bank worden overgedragen.
Aan den Sultan en aan de mogendheden zal Algeciras
als zetel van de conferentie worden voorgesteld. De
conferentie zal de noodig geachte flnancieele en politieke
hervormingen met eenstemmigheid moeten vaststellen.
De maatregelen, door de conferentie te besluiten, zullen
gedurende een tijdvak van drie jaren van kracht zijn.
Wij hebben goed voorspeldeen telegram uit Tokio
meldt, dat na het bekend worden van het Engelse h-
Japansche traetaat aanstonds de weerzin tegen
den vrede met Rusland op den achtergrond is gedrongen
en dat men beseft dat voor de winst, die aan Japan
bij dezen vrede is ontgaan, rijkelijk vergoeding geboden
wordt door het bondgenootschap met Engeland.
In de stad, die kort te voren nog zoo rumoerig was,
heerscht nu groote vreugde en ten bewijze daarvan
hebben Woensdagavond tal van openbare gebouwen en
groote handelshuizen een illuminatie ontstoken.
De Mikado kent blijkbaar zijn volkje I
De regeeringsgezinde pers in Engeland is ook in de
wolken Naar de Times betoogt, is het nieuwe traetaat
het noodzakelijk gevolg van het inzicht, waartoe de
Britsche staatslieden langzamerhand gekomen zijn aan
gaande den geheel veranderden toestand in het Verre
Oosten, in afwijking van wat vele jaren Groot-Britan-
n ë's traditioneel beleid geweest is.
Twee verre reikende uitwerkselen eener gemeene
oorzaak, zegt het blad, hebben ons er toe gedwongen
de zoo lang aangenomen houding van afzondering te
laten varen. Door ingewikkelde overwegingen van eco-
nomischen en politieken aard gedreven, zijn de groote
Mogendheden in de laatste dertig jaar voorwaarts ge
drongen tot gewesten, waar voorheen nauwelijks een
andere Europeesche invloed gevoeld werd buiten de
Britsche. »De opslorping van de zwakkere Aziatische
Staten, welke niet lang geleden over groote uitgestrekt
heden van de grens onze eenige buren waren, de stel
selmatige ondermijning van andere door eene sluwe
vereeniging van fiscale omkooperij, vreesaanjaging en
kuiperijde gestadige aanleg van strategische spoorwe
gen naar punten, waar die tot niets anders dienen
kunnen dan om ons te bedreigenhet samentrekken
van troepen en 't aanbrengen van middelen tot aanval
binnen het bereik onzer grenzen, hebben de ééne groep
dier gevolgen gevormd. De andere bestond uit even
stelselmatige pogingen om ons uit te sluiten van de
markten van uitgestrekte gewesten in het Verre Oosten,
hetzij door feitelijke inlijving van die markten zelf, of
door 't afpersen van voorrechten, monopoliën en uit
sluitende concessiën der ingeboren heerschers. Te zamen
bedreio-en zij sommige onzer gewichtigste levensbelan
gen- de rust, zoo niet de veiligheid van Indie en onzen
handel met de rijkste onontgonnen markten der oude
wereld Het verbond der beide valt in het oog, want
zij spruiten uit hetzelfde wortelfeitde toenemende in
menging van sommige Europeesche Mogendheden in
Azië's politiek."
Ten slotte betoogt de Times, dat de belangen van
Groot-Britannië en Japan in dezen gemeen zijn en
eindigt met de opmerking, dat het verdrag eerstgenoemd
land geenszins ontheft van den plicht om steeds strijd
vaardig te blijven. Het kan, zoo eindigt zij, »ons en
onze bondgenooten nog vele jaren behoeden voor de
noodzakelijkheid om zwaarden te trekken, welke het
onze plicht zal zijn jegens onszelven en jegens elkander,
gereed en scherp te houden.
Uit den aard der zaak is de toon der Duitsche pers
een geheel andere. Zij is er zeer over verbolgen, dat
Engeland en Japan hebben gedaan, alsof zij alleen wat
over Azië te zeggen hebben en er zijn ook al bladen,
die laten doorschemeren, dat Duitschland zich niet aldus
in een hoek moest laten dringen.
Duitschland deelt dit lot met Rusland en eenigermate
ook met Frankrijk. Wat daarvan het gevolg zal zijn
lrit voor de hand nauwere aaneensluiting tusschen de
miskenden. Witte moet op zijn terugreis naar Rusland
te Parijs en bij Keizer Wilhelm daarover al een balletje
hebben opgeworpen.
4c
De berichten omtrent deChineezen-plaag in
Transvaal krijgen een steeds ernstiger karakter. Er
wordt nu alreeds gemeld, dat er ruim 1000 gevluchte
Chineesche arbeiders moordend en plunderend het land
doortrekken. Zij worden van alle kanten vervolgd en
afgemaakt en de overblijvenden wreken zich op hun
manier.
De politie, welker sterkte onvoldoende is, organiseert
drijfjachten tegen hen. De Kaffers dooden de Chineezen
waar zij kunnen niet alleen omdat dezen hun het brood
uit den mond nemen, maar ook omdat men hen ver
denkt van allerlei slechts.
De Boeren hebben nog het meest te lijden, omdat
zij zoo afgezonderd wonen. Zij zijn gedwongen, telkens
opnieuw met de gele benden te vechten.
Nu eens verschansten de Chineezen zich in een
blokhuis, waar zij een geregeld beleg doorstonden. Dan
weder was er een schermutseling, waarin 38 Chineezen
werden gedood.
En van alle kanten hoort men gewagen van afschu
welijke moorden en andere misdaden, door Chineezen
bedreven.
In verband hiermee hebben wjj vrijheid gevonden aan
esn correspondentie in de N. Ii. Ct. nit Pretoria het
volgende te ontleenen s
De magistraten van districten, grenzende aan de Wit-
watem-and-gondvelden, waar Chineezen als mijnwerkers
gebezigd worden, hebben van de regeering order ontvangen
om Martini-Henry-geweren aan da Boeren te verstrekken,
tegen betaling, om zich te verdedigen tegen de Mongolen,
ea men is zelfs zoo ver gegaan, om toe te staan geweren
in bruikleen te geven aan bewoners van afgelegen plaatsen,
indien zjj niet in staat zjjn voor een geweer te betalen.
Wel heeft de wet op den invoer van Chineezen den
mijneigenaar gedwongen tot groote uitgaven voor het
bouwen van verblijfplaatsen op da mijnen, waar iedere
Chiaess een zekere hoeveelbe d luebt heeft, een
jjzeren bed en matras, een keuken, tafels en banken en
wat niet al, maar toch is het lot van den Chinee ehen
koelie op de mjjnen niet bengdecswaard. De zoogenaamde
tolken blijken de een na den ander onbekwaam t? zgn
voor hun taak; de blanke wjjnwerker, onbekend mat taal
en geaardheid van den Chinees, kan niet met hem
overweg; zeven percent van de Cbineezea maken zich
schuldig aan het misbruik van amfioenschuiven en bot
gevolg is dat de opzichters van de verblijfplaatsen van
Chineezen herhaaldelijk faun toevlucht nemen tot lijf
straffen. Dikwerf is de aldus gestrafte Chinees onschuldig
en ia het te wjjten aan de gebrekkige wijze van vertolken
dat de Chinees geen recht kan krijgen. Dat in zoo'n
geval do koelie de vrjje ruimte verkie3t boven do behan
deling van zjjn blanken baas, is n.ot te verwonderen. Is
vriend Chinees nu aan het zwerven, dan begint de
honger hem weldra te plagen. Medelijdende boereu nebben in
dsn aanvang wel kost gegeven, maar weigeren dat nu
te doen en het gevolg is dat de Chinees als een vogel
vrij verklaarde rondzwalkt, totdat bij opgepakt wordt
en naar do gevangenis verhuist.
Voeg nu hierbij dat oeconomiscb het gebruik van
Chineesche koelies als mjjnwerbers tegenvalt en men mag
voorzien dat het Chineesche vraagstuk zich van zelf zal
oplossen en Zuid-Afrika spoedig bevrijd zal worden van
die gele pest.
Dat er op politiek gebied munt geslagen wordt uit
dezen stand van zakeu behoeft geen betoog en Sir George
Farrar, de grootste agitator voor het invoeren van Chi
neezen als mijnwerkers, heeft tegenwoordig maar oon har
den tijd.
De Ozar op reis. Het verbljjf van de keizerlijke
lamilie van Rusland op de Finsche eilanden, dat volgens
het oorspronkelijke plan slechts vijf dagen duren zou,
wordt nog steeds gerekt. De zeereis heoft den Ozar goed
gedaan en hg voelt zich weer volkomen gezond. De Ozar
en de Czaritsa gaan dik wjj is met bun kinderen aan land.
De Finsche bevolking': begroet hen hartoljjk, volgens een
telegram aan een der Duitsche bladen, Oo hot eiland
St. Johann werd een jacht gehouden. Na afloop werden
de Finsche boeren op kosten van den Czar onthaa'd en
vele geschenken, zooals horloges, kottingen en andere kost
baarheden, werden onder hen verdeeld.
Witte weer thuis! Witte is Donderdagmorgen
vroeg te St.-Petersburg aangekomen. Ondanks hot vroege
uur was een talrijke menigte aan bet station aanwezig,
die den minister op den w?g van den wagon naar zgn
equipage met gejuich begroette.
Do opstand in Yomen. In de Syrische provinoie
Djebel Durz is een opstand uitgebroken.; Een Turksch
bataljon is volkomen in de pan gehakt. |De Sultan heeft
bevolen dat onmiddellijk acht bataljons gezonden moesten
worden naar het gebied van den opstand. Nu waren juist
twaalf bataljons op weg van Aleppo naar Yenaon. Hiervan
zgn er nu acht voor jBeiroet verscheept die van daar
over Damaskus en Haurau naar Djabel-Dnrz zullen mar-
cheeren. In Konstantinopel is men bevreesd dat deze ver
mindering van troepen voor Yemen den opstand daar zal
doen aanwakkeren, daar maafsobalk Feizi Pasja 120.000
man noodig meent te hebben tor onderdrukking van deze
beweging.
Dit laatste bericht is nu zeer vreemd. Officieel is toch
uil Konstantinopel medegedeeld, dat na de inname van
de hoofdstad Sa&na de opstand in Yemen onderdrukt was.
De crisis in de e 1 e c t r i s c h e n jj v o r h e i d
te Berljjn. De arbeiders in de electrischo nijverheid
te Berljjn houden zich zeer kalm tegenover het besluit
van hun patroons. Als de uitsluiting doorgaat, zullen
Maandag 38,000 arbeiders ioegloopoo. Voor dien tijd
kan de vrede misschien nog hersteld worden, maar zeker
is dat zeven vergaderingen van werklieden bij de elcc-
triscbe bedrijven verklaard hebben in te stommen met
de weigering van do 500 stakers, om wie da directies
de algemeene uitsluiting op touw hebben gezet.
De Vossische Ztg. verneemt dat de leiders van de
fabrieken er niet aan denken, een strijd te.ea de vak-
vareenigingen van de arbeiders aan te b nden. Zjj wen-
schen een draagljjke verhonding met hun arbeiders. Daar.
om hoopt het blad dat er nog kans is op een verzoening^
In het 8 u e zk a n a a 1. Bij het springen van de
»Chatham" werd de losbranding buitengewoon voelbaar
waargenomen op de plaats, waar de uitvoerder der operatie
ea het personeel dor Maatsohappjj zich bevonden, nameljjk
meer dan 6 K,M. van de plek der ontploffing. Men maakte
hieruit op, dat de ontploffing volledig en de gevaarljjke
lading (dynamiet) geheel vernield was, De water ver
plaatsing, die men zeer aanzienljjk dacht te zien, desd
zich niet gevoelen op de plaats van waaruit mea de
operatie volbracht. Hot personeel dor Maatsohappjj en
ingenieurs zijn vertrokken, om de uitwerkselen van de
ontploffing op te nemen.
Het Kanaal zal vermoedelijk over vier dagen van de wrak
stukken gezuiveïd zjjn. De spoorweg en bet zoetwater-
kanaal hebben niets geleden.
Aardbeving ia Noor d-E u r o p a. Op de aard
bevingen in hot zuiden van Eurofa volgen er nu in het
Noordsu. Te Lundby, op het Zwaedscbe eiland Hisinge,
werd een hevige aardbeving waargenomen. Om half twee
in den nacht hoorde de bevolking een onderaardseh ge
rommel. Tegelijkertjjd begonnen de huizeu zoo hevig te
beven, dat de muren vaneen scheurden. In den grocd
ontstonden spleten. Ia het oostelijk gedeelte van het eih nd
is de grond aanzienljjk gedaald. Negen huizen werden
zwaar beschadigd.
Een treurig bestaan. Te Clicby (Parjje) s een
zeventigjarig!? vrouw die er haar beroep van maakte
eindjes sigarou bjjeen to zoeken en daarom als »la mère
Mógot" bekend stond, in hare kamer dood gevonden.
Het lijk, reeds in staat van ontbinding, was omringd door
zes katten, die de overledene er op nahield en lag achter
hoopen vodden ea afval van allerlei aard. Bjj da opruiming
vond men een pak mat obligatiën en bankbiljetten ter
waarde van 15,0ü0 fres,
Turkscbs zede». In een schouwburg te P:ra,
de Europaanen-voarstad van Oonstantinopel, zgn dezer
dagen hot publiek en al da acteuis met bullepezen het
gebouw uitgejaagd. Redoum Pacha, Prefect van Constau-
tinopel en voornaamste aandeelhouder van den schouw-
burg, was verliefd op de »prima donna" van het gezelschap,
eene Frai paiae. Toen hij ontdekte, dat de tenor Labany
zjju medeminnaar was, liet hjj dien zanger ontslaan en
een atdeten benoemen. Maar Libaoy stoorde zich, op
algemeen verzoek, niet aan ziju ontslag en hjj kwam op
het tooneel alsof er niets gebeurd w&s. Reche Bey, de
zoon van den Prefect, trad toen naar voren en verzocht
het publiek de zaal te verlaten. Maar de toeschouwers
bleven en riepen: »Levo Labany 1" Men wierp hem zelfs