No. 146.
Honderd en zevende jaargang.
1905
DAGBLAD VOOR AT,KMA AR. EN OMSTREKEN.
Bergen. De weg naar Zee.
buitenland.
DINSDAG
Prijs der gewone advertentiën
ÏO OCTOBER.
BINNEN L A ND.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Kijk f I,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij
v|h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Algemeen Overzicht.
Sagt6 SId'n 'tdrr,VHek,SCh00ne °°Sen ivoorbleek
gekleed in t goudkleurige gewaad eener Bvzan
Gemengde Mededeelingen.
Uit de Pers.
AARSCHE
OURANT.
Hst Fransche dagblad Le Matin behoort tegenwoordig
wel tot de aardigste Earopessche bladen. Wjj ontvangen
't eiken dag en dikwjjls wordt ar een stnkje uit vertaald.
De redactie is schier onnitpnttelijk in bet vinden van
middelen om over haar blad te doen spreken en zij heeft
weten gedaan te krjjgen, dat Le Matin thans behoort
tot de conranten, die 't meest in de buitetslandsche pers
worden geciteerd. Of al die primeurs en al die sensatie-
wekkende onthullingen op den dnnr zullen kannen worden
aangeboden, zal de toekomst moeten leeren en ook zal
moeten bljjken, of de redactie zal kannen ontkomen aan
het groote gevaar om, door maar altijd de groote trom
te roeren, het serienso karakter te verliezen.
Op dit oogenblik heeft Le Matin weer een sneeuwbal
aan het rollen gebraoht, waarvan de omvang met den
dag toeneemt. Zjj beeft nameljjk licht ontstoken over de
omstandigheden, waaronder eenige maanden geleden de
heer Delcassé als minister van Baitenlandsche Zaken is
afgetrefen. Om maar eens iets te noemen, wordt door
haar verzekerd, dat tjjdens de jongste dagen
van spanning tnsschon Frankrjjk en Dnitscfa-
land Engeland mondeling aan de R6geeiing der Fran-
sche republiek had doen weten dat, zoo Frankrjjk ter
zake van Marokko door Daitschland aangevallen werd,
het bereid was om zjjne vloot mobiel te maken, het
kanaal van Kiel te bezetten, en 100.000 man in Sleeswjjk-
Holstein te landen. Vervolgens werd zelfs er bijgevoegd
dat zoo Frankrijk hst verlangde, de aanbieding schrif-
teljjk zon worden gedaan.
De strekking van de onthullingen is bljjkbaar eene
bevestiging van de meening, dat de beer DelcasBé vast
beraden en tot eiken prjjs Frankrjjks rechten om ten
aanzien van Marokko overeenkomsten met Engeland en
Spanje aan te gaan wilde handhaven, de heer Rouvier
en de andere ministers daarentegeno er de voorkenr aan
gaven, Daitschland te believen en dit zijn zin te geven
tot eene nieuwe conferentie der belanghebbende Mogend
heden.
In de laatste beslissende vergadering van den minis
terraad zou Delcassé aan Rouvier en zjjne vrienden het
volgende hebben toegevoegd«Op dit oogenblik moet
beslist worden, niet over het lot van een persoon, maar
over eene politiek. Het komt er op aan, te weten of
Frankrjjk, na dertig jaren, vrjj is om de politiek te voeren,
die het oorbaar acht, dan wel integendeel vervallen is
tot een staat van afhankelijkheid en onderworpenheid.
Het komt er op aan te weten of het, als grensstaat van
Marokko, de toestemming voor zich hebbende der na-
bnnrlandenEngeland, Spanje, Italië, zjjn vrede bevor-
derenden, beechnvonden invloed kan uitoefenen, dan wel
zich heeft te buigen voor de inmenging en de bevelen
van Daitscbland, welks naastliggend gebied duizenden
mjjlen van Marokko verwijderd is en waarvan voor vjjftien
jaar nog geen enkel onderdaan de Marokkaanscho grens
had overschreden. Zoo gjj u ditmaal buigt, zult gjj het
een volgende maal wedorom moeten doen, zult gij hst
altjjd weer moeten doen. En gjj weet niet, of gjj altjjd,
zooals nu, het nagenoeg eenstemmig oordeel der wereld
voor u zult hebben."
Men kan zich voorstellen, hoeveel opschudding deze
mededeelingen verwekken onder de licht ontvlambars
Fransehen. Zoodra de Kamer bijeen kGmt znlleu zij tot
verschillende interpellatiën leiden, waarbij het Kabinet
een harden dobber zal hebben.
Een deel der Russische pers is in de laatste dagen
jjverig in de weer om eene toenadering tns
schon Rusland en Engeland te bepleiten. Zoo
scbrjjft de Nowoje Wremja, dat Rusland bereid is, zich
voor een aantal jaren te verbinden, in Midden-Azië geen
aanvallende politiek te volgen, mits Engeland belooft, voor
ten minste tien jaar het evenmin in Afghanistan en Perzië
te doen. En in Oost-Azië zouden Engeland en Japan de
andere mogendheden inderdaad moeten beletten een stap
verder te gaan.
t Men zal moeten erkennen, dat de ommekeer groot is.
t Is nog maar kort geleden, dat vrij algemeen werd ge
loofd, dat, als Rusland maar eenmaal vrede met Japan
had, het zich zou storten in een oorlog met Engeland,
omdat dit Rijk beschouwd werd als do aanstichter van
den oorlog in Oost-Azië.
In Lurkjje vindt men die propaganda voor een Rassische
wel(Jra gedaan zijn: liet feest, dat zomer vierde
nheer Wft jSteP "roei en zoele geurende atmos-
onrie bereikt S a,,lg PJn hoogste schittering, zijn
wat anders, den herfst. 6" maakt pkatS V°°r
teêreToTnadïe^ r®" herfst voorstei niet als de
teêre toenaderende figuur der lente, noch als de wuln
sche van den zomer, getooid met schitterende bl olmen
en gouden korenaren in de blonde lokken, maar een
tijnsche keizerin, bezaaid met robijnen en naarlen d?e
wod» vlS oZ ZS ™™ch'n"11' ™«nd4t wvliimd
weaer van ons gaat, ons een machtige bekorine ach
terlaat doch tegelijker tijd met droefheid vervult om-
dat wij hare schoonheid niet mogen behouden En
waAr wij ook t bosch betreden, de vijvers beschouwen
dl nrachtrd- f- mdruk> die bewondering voor
Doch hef melancholie van het langzaam verdwijnen.
nnei W*T een slechte da»d van hen, die de ge-
2 ns,a™ -den zomer, meê gemaakt hebben, hunne
oogen te sluiten voor de schoonheid van den herfst,
toenadering al zeer onaangenaam en de censuur heeft
dan ook aan de bladen bevolen daarover geen berichten
eu beschouwingen op te nemen. Niet ten onrechte wordt
in Turkije begrepen, dat de naijver tnsschen Rusland en
Engeland, met name het verzet van Engeland tegen eon
vooitdringen van Rusland naar de Middellandscbc Zee,
lang een bron van kracht voor het Tnrkscha rijk is ge
weest. Als Engeland dat verzet opgeeft, ontvalt Turkije
een zijner stutten.
Tan een Fransehen avonturier.
Eenige maanden geleden hebben wij in dit blad mee
gedeeld, hoe Gal lay, de kassier van het Comptoir cf
Escoinpte te Parijs, er vandoor ging met een groot ge
stolen vermogen en een mooie vrouw. De vreugde duurde
echter niet lang, bij aankomst in Brazilië werd op de
vluchtelingen de hand gelegd. Nu zijn zij uitgeleverd
en op weg naar de gevangenis.
De Fransche bladen volgen hen bij hun terugreis als
op den voet.
Zoo wordt uit Lissabon geseind
Gisterenmorgen is de paketboot „Cordilléra" bij het
krieken van den dag op de reede van Lissabon aan
gekomen. Zij heeft aan boord Gallay en zijn glorie,
maar niet zijn fortuin, want in strijd met de in omloop
zijnde geruchten heeft Brazilië wat er overgebleven is
van den diefstal nog niet teruggegevenhet heeft zelfs
de koffers, de bagage en de vele provisie niet naar
Frankrijk gezonden en de reizigers, elders zoo uitstekend
gevoed op kosten van den Staat, hebben slechts hun
reiszak mede kunnen nemen van de heele lading van
de ïCatharina' het jacht waarmee de vlucht werd
ondernomen. Het is juist twee jaar geleden, dat op
ditzelfde tijdstip Mad. Merelli op dezelfde boot „Cordilléra"
haar eerste wittebroodsweken doorbracht. De kapitein
en de officieren waren ook dezelfde. Zij heeft geglimlacht
bij deze onvoorziene ontmoeting en zij heeft tot hare
vroegere gasten gezegd, dat de reizen elkaar opvolgen
als de dagen, maar dat zij evenals deze, niet allen op
elkaar gelijken. De zee was een weinig onstuimig,
gedurende de reis, de vijf bewakers waren ziek. Het
was een vreemd schouwspeltoen Madame Merelli, kalm
en zonder wraakzucht, als ziekenoppasseres optrad bij
haar ongelukkige bewakers. Maar nu is de verhouding
ook uitstekend tusschen de geleiders en de gevangenen.
Er is een familiariteit gekomen, geboren uit deze gemeen
schappelijke ziekte en men zou op het eerste gezicht
niet gezegd hebben, dat de drie heeren, die op het dek
heen en weer wandelden, pratend over ministers, courses,
enz., twee bewakers waren met den dief tusschen hen
in. Van het oogenblik, dat de socialisten van Bahia hen
tevergeefs over wilden halen, den gevangenen hun
vrijheid weer te geven, onder voorwendsel, dat het stelen
van een millioen niets anders was dan een begin van
een sociale hervorming en de gevangenen met bloemen
naar de boot geleidden, hebben Gallay en zijn vriendin
geen minuut hunne glimlachende tevredenheid verloren.
Na hun schitterend verleden, schijnt de toekomst hun,
hoe zij ook moge zijn, onbelangwekkend en zij zien
haar zonder angst tegemoet.
Gallay verklaart, dat hij een zeer groote verontschul
diging heeft, nl.dat hij beminde en Madame Merelli
beweert, dat zij niet geweten heeft, dat er een schurken-
hoofd was ouder den grafelijken kroon van haar schoonen
aanbidder. Zij beminde graaf Graval, zij bemint hem
nog en alsof alles maar een sprookje was, gelooft zij
niet, dat men haar kan veroordeelen voor deze dwaas
heid. Zij is nog altijd even mooi en 't zij ze het aan
de natuur of aan de kunst te danken heeft, haar haren
vormen een prachtige donkere omlijsting om het gelaat
met de beweeglijke oogen. Als zij voorbij de hut van
haar vriend gaat, werpt zij hem een kushand toe.
Het is een idylle onder de vleugelen der justitie.
De uitsluiting te Berljjn. Omtrent den strjjd
tusschen werkgevers en arbeiders in de Berljjusche elec-
triciteitsnjjverheid valt niet veel nieuws te berichten, dan
alleen dat een aantal stakende maohinisten en stokers
der »Berl. Electr. Gesellschaft'' Zaterdag het werk hebben
hervat. In die groep was van den beginne af aan weinig
eenheid en samenwerking. Onlangs ging zelfs een wacht
post, door de stakers bjj de fabriek geplaatst, in plaats
van de tot arbeiden gezinde kameraden over te halen
tot staken, zelf weder aan het werk.
om zijn koelheid en guurheid, want schoon is hij als
de schoonsten.
Wanneer wij dwalende en zonder onmiddellijk doel
ons in het bosch begeven wachten ons oog de aange
naamste verrassingen.
Alles is in één roes van goud en rose, van geel en
blauw, van zacht-groen en fel-rood herschapen. Het
mos is door den aanhoudenden regen fluweelig schit
terend geworden; het heidekruid omzoomt bloeiende
de witte zandpaden, terwül de regen of dauwdroppelen
als zoovele parels op ieder blaadje schitteren in ver
schillende kleuren gelijk de tinten, die de bladeren ge
kregen hebben.
Een van de aangenaamste en vooral een van de
schoonste wandelingen is die, welke van af de hooge
hoornen leidt naar »De Franschman" en zoo naar zee.
»De Franschman" is het bekende duin waar vroeger een
overrompeling plaats had door de Fransehen van de
Russen en drie duizend der laatsten gedood werden.
Na de hooge boomen" te hebben verlaten betreden
wij het jachtpad, dat geheel met mos is bedekt en
heuvelachtig is met slingeringen en allerlei verassingen.
Men ziet er onder zijn voeten honderden soorten van
mos, alle fijne kleuren en nuances die men zich maar kan
voorstellen, afgewisseld door hier en daar een witte of
goudgele zandvlek naarmate de zon langs de bladeren-
trossen schiet, die ons af en toe bjjna den weg ver
sperren.
Vleeschnood en drjjfriomen. Op een eigen
aardig gevolg van den vleeschnood in Daitschland wordt
in de Rh. Westf. Ztg. gewezen. Naar dit blad meldt is
in een vergadering van fabrikanten van drjjfriemon be
sloten aan hun afnemers een schrijven te richten, waarin
een verhooging van prjjzen wordt aangekondigd, als uit
vloeisel van het afgenomen aanbad van runderhuiden.
Dientengevolge zjjn de prjjzen van die hniden sedert 1
Januari 1901, toen zjj 34 tot 39 pf. per kilo bedroegen,
allengs gekomen op 48 tot 53 pf. is Sept. 1905, een
stjjging dus met ongeveer 36 pCt.
Anti-militaristen in Zwitserland. Te
Luzern is een anti-militaristische bond opgericht. In een
vergadering daarvan is de volgende verklaring aange
nomen: Voor de omverwerping van de bestaande sociale
organisatie is als eerste voorwaarde noodig de opheffing
van dat instrument, waarin de kracht van de bonrgeoisie
ligt, nameljjk het leger. Daarom zal de bond met alle
middelen, ook de politieke, streven naar opheffing van
van de militaire macht.
Stakende koolbouwers. In den omtrek van
Lyoa staken de koolbouwers. Er wordt daar veel kool
verbouwd voor de zuurkoolfabrieken en un willen de
bouwers 4 francs voor de 100 kilogram bebben, terwjjl
de tabrikanten slechts 2.50 geven willen. Zjj hebben
zich verbonden het gewas liever op het veld te laten
verrotten dan toe ie geven.
Be Minister van Oorlog.
Nu de belasting-schroef weer meer zal worden aange
draaid, wordt door velen een schuin oogje geworpen naar
het Departement van Oorlog, dat zooveel gold verslindt.
Er komt in verschillende bladen tot uiting de wensch,
dat er aan hooge, onnoodige uitgaven op Hoofdstuk VIII
der Staats'oegrooting een einde zal worden gemaakt.
Tot die bladen behoort ook de N. R. Ct. Zjj is van
oordeel, dat »tonnen gouds kunnen worden uitgespaard,
zonder dit de waarde van ons leger er ook maar eenigs-
zins onder zal ljjden."
Ter motiveering hiervan somt het blad het volgende op
Opheffing'van het korps torpedisten en overbrenging
van den gebeelen torpedo-dienst bjj de marineafschaf
fing van de inipectie der artillerie, een zeer dure, ge
heel onnoodige instelling, zooals door «Economist''
duideljjk is aangetoondopheffing van de commissie
van proefneming; vermindering van het aantal offi
cieren, die toelage en fourage ontvangen voor het
honden van dienstpaarden de hoofdofficieren der ves
ting-artillerie behoeven evenmin bereden te zjjn als
die der genie en niet alle stafofficieren hebben twee
paarden noodig; ufschaffiug van de provinciale adju
danten, daar hunne werkzaamheden zeer goed door de
commandanton in de landweerdistricton kunnen wor
den waargenomen herziening en bovenal vereenvou
diging van het reglement op den garnizoensdienst en
het aldas mogoljjk maken om den plaatsoljjken staf in
te krimpen en misschien geheel af te schaffen herziening
van de wet op het militair onderwijs, ten einde de
opheffing der Cadettenschool mogeljjk te maken, enz.
Geheel anders dan het blad met de burger-redactie ia
de toon van De Militaire Qide met een militaire redactie.
Dit orgaan wijdt eene beschouwing aan de vermoedelijke
plannen van den Minister van Oorlog.
Wjjzend op den reeds lang gevoerden strjjd tusschen
de twee richtingen: éénheideleger en tweeledig stelsel,
herinnert dit blad er aan, dat er aldoor mannen waren
gewee3t zjjn, die op velerlei gronden pleitten voor
een klein leger, met daarnaast een groote volkswape
ning en anderen, die van die volkswapening niets
wilden weten, maar toch te bedeesd waren om het
geheele volk in het leger op te nemen. De Minister,
die dezen strjjd beëindigt, zal een werk van bljjvende
waarde in het leven roepen. Daarvoor echter is
noodig het beginsel van algemeencn dienstplicht in
de wet op te nemen, kan het niet anders, dan op de
wjjze zooals door de Staatscommissie is voorgesteld,
bjj voorkeur echter door allen tot geljjkwaardigen
oelentjjd te verplichten en het, nit da militie getrokken,
kader tot langer verbljjf onder de wapenen. De tegen
woordige Minister van Oorlog hooft bljjkbaar dezen
strjjd zelf niet willen beslissen, want al doet hg zioh
kennen als voorstander van een éénheidsstelsel, dit
Wij gaan zoo op en af door, steeds droomend als in
een sprookje te wandelen, nu en dan uit onzen droom
opgeschrikt door een fladderende vogel die wegvliegt
of een haas, die over het pad rent.
Soms steken hier en daar dennen hun donkergroene
kronen en roode takken boven het kleurenspel uit,
terwijl de lucht fijn ijl blauw met donker-staalgrijze
waterwolken boven al die goud- en roestkieur uitsteekt.
Opeens staan wij op den »eeuwigen weg." De naam
is welgekozenwanneer men naar het einde ziet is het
alsof er geen einde aan komt. Hij is aan beide zijden
begrensd met denneboomen.
Na eenige minuten gewandeld te hebben zijn we bij
»de Franschman", waar ook een boerderij staat van
dien naam en hier slaan wij den duinweg in.
De weg is eerst iet-of-wat dor en droog, maar begint
als men doorloopt steeds meer de aandacht te trekken
door de buitengewone schilderachtigheid. Hij is niet
lang, deze weg, maar vol afwisseling. Dan naderen wij
het platte vlak dat zoo weeldrig begroeid isoveral ziet
men hier de witte berken, de jonkvrouwen van het
bosch, zou ik ze willen heeten, afsteken tegen de flu-
weelige boomenmassa's, die hier en daar het vlak be
grenzen en in het midden staan de duinen die het
vlak omringen in grillige bochten als kameelruggen.
Schitterend zijn hier de zandmassa's tusschen mos en
heidebloei, overal groeien heesters van eigenaardige
soort, in den zomer zelts groeit hier de asperge in 't
bindt zjjn opvolgers niet. We gevoelen ons diep te
leurgesteld, scbrjjft De Militaire Gids. Als een zoo
krachtige figuur de zaak niet aandurft, vau wie
mogen we dan verwachten, dat hjj met stalen greep
de hoornen zal vatten, die deze Hollandsche koe ons
voorhoudt
Van een volksleger zal onder dezen Minister geen
sprake zjjnwel zal het beroepskader den wensch naar
esn gewaarborgde bnrgerbetrekking na zooveel jaar
dienst vermoedeljjk bevredigd zien. Al stemt dit tot
dankbaarheid, het doet toch de vraag rjjzen: wat zal
de Minister doen om het militiekader te verbeteren,
om ons een militiekader te schenken, dat de plaatsen
kan innemen zooveel mogeljjk van het beroeps
kader? Wat zal de Minister doen om het begrip
dienstplicht scherp te doen uitkomen? De vrijwillig
heid handhaven bjj reserve- en militie-kader? En
aldus ieder jaar de bezwaren do-.n sfjjgen om tot
gezonder opvatting van plicht te komen?
Moeten we dus met diepe teleurstelling uitspreken,
dat deze Minister niet de man wil zjjn, die ons uit
het moeras zal leiden wat aangaat onze levende
strijdkrachten, er is dan toch hoop, dat hjj voor onze
doode weermiddelen krachtig zal opkomen. Dat dus,
waar de beide helften onza weerkracht door dezen
bewindsman iu zeer onvoltooiden toestand van zjjn
voorganger zjjn overgenomen: de levende en de doode
weermiddelen, waar dus twee zaken om voltooiing
riepen, de Min. aan de doode weermiddelen voorrang
schonk. De tjjd der fortenbouwers staat aan te breken,
het tjjdperk van jjzer en cement, van pantserschild en
koepel; en opgewogen moet die glorie van het doode:
hek verstijfde en onbeweegljjke, opgewogen moet zjj
worden door eenige magere bepalingen betreffende de
vooroefeningen der jeugd.
Of er zóó evenwicht zal zjjn?
Be Bedrijfsbelasting en de coöperatieve
fiandbouw vereenigingen.
De Haagsche Nieuwe Courant bespreekt de ongelijkheid
in het heffen van bedrijfsbelasting van coöperatieve land
bouw vereonigingen.
Land- en tuinbouwbedrijf worden niet getroffen door
de bedrijfsbelasting. Maar zoodra de landbouwers ter
verwerking van hun eigen ^producten een fabriek gaan
boawen en dan als industrieel gaan optreden of wanneer
zjj voor den afzet van hun waren een handelshuis
gaan oprichten, kannen er meer voordeelen genoten
worden dan uitsluitend nit het landbouwbedrijf voort
vloeien en in dit geval is bet billjjk, dat van znlk
voordeel evengoed belasting wordt betaald als van de
winst, die een industrieel of een handelaar weet te
behalen.
Men treft dan ook reeds verschillende plaatsen aan,
waar dergelijke vereonigingen worden aangeslagen
maar nituurljjk aangezien het winstcjjfer in deze
gevallen moeiljjk te bepalen is volgens een maatstaf,
die geheel willekeurig aangenomen is. Hec echjjnt wel,
of men in al die gevallen in hoofdzaak afhankelijk is
van het inzicht van de ambtenaren der belastingen,
in wier ressort een coöperatieve fabriek of zaak ge
vestigd is. Pogingen, door sommige besturen in het
werk gesteld om in hooger beroep een andere regeling
te verkrjjgen, hebben voer zoover ons bekend, weinig
of geen succes gehad.
Dat mag, meent de Nieuwe Ct., niet aldus bljjven.
Blijkt de zaak te ingewikkeld te zjjn om dadeljjk aan
bepaalde voorschriften te worden gebonden, dan traehte
men een oplossing te vinden door voor een bepaald soort
vereenigingen elk afzonderljjk een regeling te treffen, die
natuurljjk geheel verband moet honden met den juiBten
toestand en waarbjj niet zoo maar mag worden aange
nomen, dat er te allen tjjda extra-voordeel of geen extra
voordeel wordt behaald. Zonder dat zal het steeds on
mogelijk zjjn voor den belastingschuldige om een juiste
aangifte en voor den fiscus om een juisten aanslag te doen.
Het blad wil de zaak opdragen aan het «Nederl,
Landboaw-Comité",den «Federatieven Nederl. Zuivelbond"
en den «Coöperatieve Bond." Zou het, zoo vraagt het, aan
die drie lichamsn niet gelukken kannen een regeling te
ontwerpen, die zoowel de belanghebbende vereenigingen
als den fiscus kon bevredigen Of zou het spreekwoord
«Waar een wil is daar is ook een weg" in dit geval niet
gelden Dat willen w|j niet gelooven. Naar onze meening
zal, waar de ernstige wil bestaat, ook van de zjjde van
wild. Doch wat vooral schoon en schooner dan al het andere
is, ziet men, wanneer men van den gewonen weg, waar
op 't oogenblik veel gewerkt wordt, naar een der hoogst
gelegen duintoppen gaat. Overweldigend is het pano
rama, dat men dan aanschouwt, een aanblik die voor
vreemden een blij venden indruk zal achterlaten. Overal
rondom ons, die golvingen der duinen, die in lange
bochten naar het Noorden loopen, geschakeerd met
paarsche en goudachtige roestvlekken, waartusschen diep
donker-groen-blauw als een lluweelen afzetting. Aan de
zeezijde vormen deze bochten een sterk contrast met de
staalachtig spiegelende watervlakte der zee, die wij even
boven de duintoppen zien uitkomen.
Aan de landzijde heel ver weg in dampig-blauw
waas Alkmaar met zijn torens en de verschillende
dorpen er om heen, waarboven groote wolken-massa's
hangen in de ijlbiauwe lucht en men kan zien, dat het
hier en daar regent, heel fijn, ragfijn.
In de nabijheid van het platte vlak heerlijke bosch
partijen vol kleur, vol goud, vol gloed, vol leven, wed
ijverend met de schoonste kleuren-rnozaïeken die eens
's menschen handen voortbrachten, terwijl de zon onder
broken door de wolkenmassa's haar warm licht laat
glijden overal die kleuren en zelfs de zandvlekken doet
schitteren.
Wordt vervolgd.) Jan Bleijs.