No. 146. Honderd en zevende jaargang. 1905 DAGBLAD VOOR AT,KMA AR. EN OMSTREKEN. Bergen. De weg naar Zee. buitenland. DINSDAG Prijs der gewone advertentiën ÏO OCTOBER. BINNEN L A ND. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Kijk f I,—. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.|V. Boek- en Handelsdrukkerij v|h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Algemeen Overzicht. Sagt6 SId'n 'tdrr,VHek,SCh00ne °°Sen ivoorbleek gekleed in t goudkleurige gewaad eener Bvzan Gemengde Mededeelingen. Uit de Pers. AARSCHE OURANT. Hst Fransche dagblad Le Matin behoort tegenwoordig wel tot de aardigste Earopessche bladen. Wjj ontvangen 't eiken dag en dikwjjls wordt ar een stnkje uit vertaald. De redactie is schier onnitpnttelijk in bet vinden van middelen om over haar blad te doen spreken en zij heeft weten gedaan te krjjgen, dat Le Matin thans behoort tot de conranten, die 't meest in de buitetslandsche pers worden geciteerd. Of al die primeurs en al die sensatie- wekkende onthullingen op den dnnr zullen kannen worden aangeboden, zal de toekomst moeten leeren en ook zal moeten bljjken, of de redactie zal kannen ontkomen aan het groote gevaar om, door maar altijd de groote trom te roeren, het serienso karakter te verliezen. Op dit oogenblik heeft Le Matin weer een sneeuwbal aan het rollen gebraoht, waarvan de omvang met den dag toeneemt. Zjj beeft nameljjk licht ontstoken over de omstandigheden, waaronder eenige maanden geleden de heer Delcassé als minister van Baitenlandsche Zaken is afgetrefen. Om maar eens iets te noemen, wordt door haar verzekerd, dat tjjdens de jongste dagen van spanning tnsschon Frankrjjk en Dnitscfa- land Engeland mondeling aan de R6geeiing der Fran- sche republiek had doen weten dat, zoo Frankrjjk ter zake van Marokko door Daitschland aangevallen werd, het bereid was om zjjne vloot mobiel te maken, het kanaal van Kiel te bezetten, en 100.000 man in Sleeswjjk- Holstein te landen. Vervolgens werd zelfs er bijgevoegd dat zoo Frankrijk hst verlangde, de aanbieding schrif- teljjk zon worden gedaan. De strekking van de onthullingen is bljjkbaar eene bevestiging van de meening, dat de beer DelcasBé vast beraden en tot eiken prjjs Frankrjjks rechten om ten aanzien van Marokko overeenkomsten met Engeland en Spanje aan te gaan wilde handhaven, de heer Rouvier en de andere ministers daarentegeno er de voorkenr aan gaven, Daitschland te believen en dit zijn zin te geven tot eene nieuwe conferentie der belanghebbende Mogend heden. In de laatste beslissende vergadering van den minis terraad zou Delcassé aan Rouvier en zjjne vrienden het volgende hebben toegevoegd«Op dit oogenblik moet beslist worden, niet over het lot van een persoon, maar over eene politiek. Het komt er op aan, te weten of Frankrjjk, na dertig jaren, vrjj is om de politiek te voeren, die het oorbaar acht, dan wel integendeel vervallen is tot een staat van afhankelijkheid en onderworpenheid. Het komt er op aan te weten of het, als grensstaat van Marokko, de toestemming voor zich hebbende der na- bnnrlandenEngeland, Spanje, Italië, zjjn vrede bevor- derenden, beechnvonden invloed kan uitoefenen, dan wel zich heeft te buigen voor de inmenging en de bevelen van Daitscbland, welks naastliggend gebied duizenden mjjlen van Marokko verwijderd is en waarvan voor vjjftien jaar nog geen enkel onderdaan de Marokkaanscho grens had overschreden. Zoo gjj u ditmaal buigt, zult gjj het een volgende maal wedorom moeten doen, zult gij hst altjjd weer moeten doen. En gjj weet niet, of gjj altjjd, zooals nu, het nagenoeg eenstemmig oordeel der wereld voor u zult hebben." Men kan zich voorstellen, hoeveel opschudding deze mededeelingen verwekken onder de licht ontvlambars Fransehen. Zoodra de Kamer bijeen kGmt znlleu zij tot verschillende interpellatiën leiden, waarbij het Kabinet een harden dobber zal hebben. Een deel der Russische pers is in de laatste dagen jjverig in de weer om eene toenadering tns schon Rusland en Engeland te bepleiten. Zoo scbrjjft de Nowoje Wremja, dat Rusland bereid is, zich voor een aantal jaren te verbinden, in Midden-Azië geen aanvallende politiek te volgen, mits Engeland belooft, voor ten minste tien jaar het evenmin in Afghanistan en Perzië te doen. En in Oost-Azië zouden Engeland en Japan de andere mogendheden inderdaad moeten beletten een stap verder te gaan. t Men zal moeten erkennen, dat de ommekeer groot is. t Is nog maar kort geleden, dat vrij algemeen werd ge loofd, dat, als Rusland maar eenmaal vrede met Japan had, het zich zou storten in een oorlog met Engeland, omdat dit Rijk beschouwd werd als do aanstichter van den oorlog in Oost-Azië. In Lurkjje vindt men die propaganda voor een Rassische wel(Jra gedaan zijn: liet feest, dat zomer vierde nheer Wft jSteP "roei en zoele geurende atmos- onrie bereikt S a,,lg PJn hoogste schittering, zijn wat anders, den herfst. 6" maakt pkatS V°°r teêreToTnadïe^ r®" herfst voorstei niet als de teêre toenaderende figuur der lente, noch als de wuln sche van den zomer, getooid met schitterende bl olmen en gouden korenaren in de blonde lokken, maar een tijnsche keizerin, bezaaid met robijnen en naarlen d?e wod» vlS oZ ZS ™™ch'n"11' ™«nd4t wvliimd weaer van ons gaat, ons een machtige bekorine ach terlaat doch tegelijker tijd met droefheid vervult om- dat wij hare schoonheid niet mogen behouden En waAr wij ook t bosch betreden, de vijvers beschouwen dl nrachtrd- f- mdruk> die bewondering voor Doch hef melancholie van het langzaam verdwijnen. nnei W*T een slechte da»d van hen, die de ge- 2 ns,a™ -den zomer, meê gemaakt hebben, hunne oogen te sluiten voor de schoonheid van den herfst, toenadering al zeer onaangenaam en de censuur heeft dan ook aan de bladen bevolen daarover geen berichten eu beschouwingen op te nemen. Niet ten onrechte wordt in Turkije begrepen, dat de naijver tnsschen Rusland en Engeland, met name het verzet van Engeland tegen eon vooitdringen van Rusland naar de Middellandscbc Zee, lang een bron van kracht voor het Tnrkscha rijk is ge weest. Als Engeland dat verzet opgeeft, ontvalt Turkije een zijner stutten. Tan een Fransehen avonturier. Eenige maanden geleden hebben wij in dit blad mee gedeeld, hoe Gal lay, de kassier van het Comptoir cf Escoinpte te Parijs, er vandoor ging met een groot ge stolen vermogen en een mooie vrouw. De vreugde duurde echter niet lang, bij aankomst in Brazilië werd op de vluchtelingen de hand gelegd. Nu zijn zij uitgeleverd en op weg naar de gevangenis. De Fransche bladen volgen hen bij hun terugreis als op den voet. Zoo wordt uit Lissabon geseind Gisterenmorgen is de paketboot „Cordilléra" bij het krieken van den dag op de reede van Lissabon aan gekomen. Zij heeft aan boord Gallay en zijn glorie, maar niet zijn fortuin, want in strijd met de in omloop zijnde geruchten heeft Brazilië wat er overgebleven is van den diefstal nog niet teruggegevenhet heeft zelfs de koffers, de bagage en de vele provisie niet naar Frankrijk gezonden en de reizigers, elders zoo uitstekend gevoed op kosten van den Staat, hebben slechts hun reiszak mede kunnen nemen van de heele lading van de ïCatharina' het jacht waarmee de vlucht werd ondernomen. Het is juist twee jaar geleden, dat op ditzelfde tijdstip Mad. Merelli op dezelfde boot „Cordilléra" haar eerste wittebroodsweken doorbracht. De kapitein en de officieren waren ook dezelfde. Zij heeft geglimlacht bij deze onvoorziene ontmoeting en zij heeft tot hare vroegere gasten gezegd, dat de reizen elkaar opvolgen als de dagen, maar dat zij evenals deze, niet allen op elkaar gelijken. De zee was een weinig onstuimig, gedurende de reis, de vijf bewakers waren ziek. Het was een vreemd schouwspeltoen Madame Merelli, kalm en zonder wraakzucht, als ziekenoppasseres optrad bij haar ongelukkige bewakers. Maar nu is de verhouding ook uitstekend tusschen de geleiders en de gevangenen. Er is een familiariteit gekomen, geboren uit deze gemeen schappelijke ziekte en men zou op het eerste gezicht niet gezegd hebben, dat de drie heeren, die op het dek heen en weer wandelden, pratend over ministers, courses, enz., twee bewakers waren met den dief tusschen hen in. Van het oogenblik, dat de socialisten van Bahia hen tevergeefs over wilden halen, den gevangenen hun vrijheid weer te geven, onder voorwendsel, dat het stelen van een millioen niets anders was dan een begin van een sociale hervorming en de gevangenen met bloemen naar de boot geleidden, hebben Gallay en zijn vriendin geen minuut hunne glimlachende tevredenheid verloren. Na hun schitterend verleden, schijnt de toekomst hun, hoe zij ook moge zijn, onbelangwekkend en zij zien haar zonder angst tegemoet. Gallay verklaart, dat hij een zeer groote verontschul diging heeft, nl.dat hij beminde en Madame Merelli beweert, dat zij niet geweten heeft, dat er een schurken- hoofd was ouder den grafelijken kroon van haar schoonen aanbidder. Zij beminde graaf Graval, zij bemint hem nog en alsof alles maar een sprookje was, gelooft zij niet, dat men haar kan veroordeelen voor deze dwaas heid. Zij is nog altijd even mooi en 't zij ze het aan de natuur of aan de kunst te danken heeft, haar haren vormen een prachtige donkere omlijsting om het gelaat met de beweeglijke oogen. Als zij voorbij de hut van haar vriend gaat, werpt zij hem een kushand toe. Het is een idylle onder de vleugelen der justitie. De uitsluiting te Berljjn. Omtrent den strjjd tusschen werkgevers en arbeiders in de Berljjusche elec- triciteitsnjjverheid valt niet veel nieuws te berichten, dan alleen dat een aantal stakende maohinisten en stokers der »Berl. Electr. Gesellschaft'' Zaterdag het werk hebben hervat. In die groep was van den beginne af aan weinig eenheid en samenwerking. Onlangs ging zelfs een wacht post, door de stakers bjj de fabriek geplaatst, in plaats van de tot arbeiden gezinde kameraden over te halen tot staken, zelf weder aan het werk. om zijn koelheid en guurheid, want schoon is hij als de schoonsten. Wanneer wij dwalende en zonder onmiddellijk doel ons in het bosch begeven wachten ons oog de aange naamste verrassingen. Alles is in één roes van goud en rose, van geel en blauw, van zacht-groen en fel-rood herschapen. Het mos is door den aanhoudenden regen fluweelig schit terend geworden; het heidekruid omzoomt bloeiende de witte zandpaden, terwül de regen of dauwdroppelen als zoovele parels op ieder blaadje schitteren in ver schillende kleuren gelijk de tinten, die de bladeren ge kregen hebben. Een van de aangenaamste en vooral een van de schoonste wandelingen is die, welke van af de hooge hoornen leidt naar »De Franschman" en zoo naar zee. »De Franschman" is het bekende duin waar vroeger een overrompeling plaats had door de Fransehen van de Russen en drie duizend der laatsten gedood werden. Na de hooge boomen" te hebben verlaten betreden wij het jachtpad, dat geheel met mos is bedekt en heuvelachtig is met slingeringen en allerlei verassingen. Men ziet er onder zijn voeten honderden soorten van mos, alle fijne kleuren en nuances die men zich maar kan voorstellen, afgewisseld door hier en daar een witte of goudgele zandvlek naarmate de zon langs de bladeren- trossen schiet, die ons af en toe bjjna den weg ver sperren. Vleeschnood en drjjfriomen. Op een eigen aardig gevolg van den vleeschnood in Daitschland wordt in de Rh. Westf. Ztg. gewezen. Naar dit blad meldt is in een vergadering van fabrikanten van drjjfriemon be sloten aan hun afnemers een schrijven te richten, waarin een verhooging van prjjzen wordt aangekondigd, als uit vloeisel van het afgenomen aanbad van runderhuiden. Dientengevolge zjjn de prjjzen van die hniden sedert 1 Januari 1901, toen zjj 34 tot 39 pf. per kilo bedroegen, allengs gekomen op 48 tot 53 pf. is Sept. 1905, een stjjging dus met ongeveer 36 pCt. Anti-militaristen in Zwitserland. Te Luzern is een anti-militaristische bond opgericht. In een vergadering daarvan is de volgende verklaring aange nomen: Voor de omverwerping van de bestaande sociale organisatie is als eerste voorwaarde noodig de opheffing van dat instrument, waarin de kracht van de bonrgeoisie ligt, nameljjk het leger. Daarom zal de bond met alle middelen, ook de politieke, streven naar opheffing van van de militaire macht. Stakende koolbouwers. In den omtrek van Lyoa staken de koolbouwers. Er wordt daar veel kool verbouwd voor de zuurkoolfabrieken en un willen de bouwers 4 francs voor de 100 kilogram bebben, terwjjl de tabrikanten slechts 2.50 geven willen. Zjj hebben zich verbonden het gewas liever op het veld te laten verrotten dan toe ie geven. Be Minister van Oorlog. Nu de belasting-schroef weer meer zal worden aange draaid, wordt door velen een schuin oogje geworpen naar het Departement van Oorlog, dat zooveel gold verslindt. Er komt in verschillende bladen tot uiting de wensch, dat er aan hooge, onnoodige uitgaven op Hoofdstuk VIII der Staats'oegrooting een einde zal worden gemaakt. Tot die bladen behoort ook de N. R. Ct. Zjj is van oordeel, dat »tonnen gouds kunnen worden uitgespaard, zonder dit de waarde van ons leger er ook maar eenigs- zins onder zal ljjden." Ter motiveering hiervan somt het blad het volgende op Opheffing'van het korps torpedisten en overbrenging van den gebeelen torpedo-dienst bjj de marineafschaf fing van de inipectie der artillerie, een zeer dure, ge heel onnoodige instelling, zooals door «Economist'' duideljjk is aangetoondopheffing van de commissie van proefneming; vermindering van het aantal offi cieren, die toelage en fourage ontvangen voor het honden van dienstpaarden de hoofdofficieren der ves ting-artillerie behoeven evenmin bereden te zjjn als die der genie en niet alle stafofficieren hebben twee paarden noodig; ufschaffiug van de provinciale adju danten, daar hunne werkzaamheden zeer goed door de commandanton in de landweerdistricton kunnen wor den waargenomen herziening en bovenal vereenvou diging van het reglement op den garnizoensdienst en het aldas mogoljjk maken om den plaatsoljjken staf in te krimpen en misschien geheel af te schaffen herziening van de wet op het militair onderwijs, ten einde de opheffing der Cadettenschool mogeljjk te maken, enz. Geheel anders dan het blad met de burger-redactie ia de toon van De Militaire Qide met een militaire redactie. Dit orgaan wijdt eene beschouwing aan de vermoedelijke plannen van den Minister van Oorlog. Wjjzend op den reeds lang gevoerden strjjd tusschen de twee richtingen: éénheideleger en tweeledig stelsel, herinnert dit blad er aan, dat er aldoor mannen waren gewee3t zjjn, die op velerlei gronden pleitten voor een klein leger, met daarnaast een groote volkswape ning en anderen, die van die volkswapening niets wilden weten, maar toch te bedeesd waren om het geheele volk in het leger op te nemen. De Minister, die dezen strjjd beëindigt, zal een werk van bljjvende waarde in het leven roepen. Daarvoor echter is noodig het beginsel van algemeencn dienstplicht in de wet op te nemen, kan het niet anders, dan op de wjjze zooals door de Staatscommissie is voorgesteld, bjj voorkeur echter door allen tot geljjkwaardigen oelentjjd te verplichten en het, nit da militie getrokken, kader tot langer verbljjf onder de wapenen. De tegen woordige Minister van Oorlog hooft bljjkbaar dezen strjjd zelf niet willen beslissen, want al doet hg zioh kennen als voorstander van een éénheidsstelsel, dit Wij gaan zoo op en af door, steeds droomend als in een sprookje te wandelen, nu en dan uit onzen droom opgeschrikt door een fladderende vogel die wegvliegt of een haas, die over het pad rent. Soms steken hier en daar dennen hun donkergroene kronen en roode takken boven het kleurenspel uit, terwijl de lucht fijn ijl blauw met donker-staalgrijze waterwolken boven al die goud- en roestkieur uitsteekt. Opeens staan wij op den »eeuwigen weg." De naam is welgekozenwanneer men naar het einde ziet is het alsof er geen einde aan komt. Hij is aan beide zijden begrensd met denneboomen. Na eenige minuten gewandeld te hebben zijn we bij »de Franschman", waar ook een boerderij staat van dien naam en hier slaan wij den duinweg in. De weg is eerst iet-of-wat dor en droog, maar begint als men doorloopt steeds meer de aandacht te trekken door de buitengewone schilderachtigheid. Hij is niet lang, deze weg, maar vol afwisseling. Dan naderen wij het platte vlak dat zoo weeldrig begroeid isoveral ziet men hier de witte berken, de jonkvrouwen van het bosch, zou ik ze willen heeten, afsteken tegen de flu- weelige boomenmassa's, die hier en daar het vlak be grenzen en in het midden staan de duinen die het vlak omringen in grillige bochten als kameelruggen. Schitterend zijn hier de zandmassa's tusschen mos en heidebloei, overal groeien heesters van eigenaardige soort, in den zomer zelts groeit hier de asperge in 't bindt zjjn opvolgers niet. We gevoelen ons diep te leurgesteld, scbrjjft De Militaire Gids. Als een zoo krachtige figuur de zaak niet aandurft, vau wie mogen we dan verwachten, dat hjj met stalen greep de hoornen zal vatten, die deze Hollandsche koe ons voorhoudt Van een volksleger zal onder dezen Minister geen sprake zjjnwel zal het beroepskader den wensch naar esn gewaarborgde bnrgerbetrekking na zooveel jaar dienst vermoedeljjk bevredigd zien. Al stemt dit tot dankbaarheid, het doet toch de vraag rjjzen: wat zal de Minister doen om het militiekader te verbeteren, om ons een militiekader te schenken, dat de plaatsen kan innemen zooveel mogeljjk van het beroeps kader? Wat zal de Minister doen om het begrip dienstplicht scherp te doen uitkomen? De vrijwillig heid handhaven bjj reserve- en militie-kader? En aldus ieder jaar de bezwaren do-.n sfjjgen om tot gezonder opvatting van plicht te komen? Moeten we dus met diepe teleurstelling uitspreken, dat deze Minister niet de man wil zjjn, die ons uit het moeras zal leiden wat aangaat onze levende strijdkrachten, er is dan toch hoop, dat hjj voor onze doode weermiddelen krachtig zal opkomen. Dat dus, waar de beide helften onza weerkracht door dezen bewindsman iu zeer onvoltooiden toestand van zjjn voorganger zjjn overgenomen: de levende en de doode weermiddelen, waar dus twee zaken om voltooiing riepen, de Min. aan de doode weermiddelen voorrang schonk. De tjjd der fortenbouwers staat aan te breken, het tjjdperk van jjzer en cement, van pantserschild en koepel; en opgewogen moet die glorie van het doode: hek verstijfde en onbeweegljjke, opgewogen moet zjj worden door eenige magere bepalingen betreffende de vooroefeningen der jeugd. Of er zóó evenwicht zal zjjn? Be Bedrijfsbelasting en de coöperatieve fiandbouw vereenigingen. De Haagsche Nieuwe Courant bespreekt de ongelijkheid in het heffen van bedrijfsbelasting van coöperatieve land bouw vereonigingen. Land- en tuinbouwbedrijf worden niet getroffen door de bedrijfsbelasting. Maar zoodra de landbouwers ter verwerking van hun eigen ^producten een fabriek gaan boawen en dan als industrieel gaan optreden of wanneer zjj voor den afzet van hun waren een handelshuis gaan oprichten, kannen er meer voordeelen genoten worden dan uitsluitend nit het landbouwbedrijf voort vloeien en in dit geval is bet billjjk, dat van znlk voordeel evengoed belasting wordt betaald als van de winst, die een industrieel of een handelaar weet te behalen. Men treft dan ook reeds verschillende plaatsen aan, waar dergelijke vereonigingen worden aangeslagen maar nituurljjk aangezien het winstcjjfer in deze gevallen moeiljjk te bepalen is volgens een maatstaf, die geheel willekeurig aangenomen is. Hec echjjnt wel, of men in al die gevallen in hoofdzaak afhankelijk is van het inzicht van de ambtenaren der belastingen, in wier ressort een coöperatieve fabriek of zaak ge vestigd is. Pogingen, door sommige besturen in het werk gesteld om in hooger beroep een andere regeling te verkrjjgen, hebben voer zoover ons bekend, weinig of geen succes gehad. Dat mag, meent de Nieuwe Ct., niet aldus bljjven. Blijkt de zaak te ingewikkeld te zjjn om dadeljjk aan bepaalde voorschriften te worden gebonden, dan traehte men een oplossing te vinden door voor een bepaald soort vereenigingen elk afzonderljjk een regeling te treffen, die natuurljjk geheel verband moet honden met den juiBten toestand en waarbjj niet zoo maar mag worden aange nomen, dat er te allen tjjda extra-voordeel of geen extra voordeel wordt behaald. Zonder dat zal het steeds on mogelijk zjjn voor den belastingschuldige om een juiste aangifte en voor den fiscus om een juisten aanslag te doen. Het blad wil de zaak opdragen aan het «Nederl, Landboaw-Comité",den «Federatieven Nederl. Zuivelbond" en den «Coöperatieve Bond." Zou het, zoo vraagt het, aan die drie lichamsn niet gelukken kannen een regeling te ontwerpen, die zoowel de belanghebbende vereenigingen als den fiscus kon bevredigen Of zou het spreekwoord «Waar een wil is daar is ook een weg" in dit geval niet gelden Dat willen w|j niet gelooven. Naar onze meening zal, waar de ernstige wil bestaat, ook van de zjjde van wild. Doch wat vooral schoon en schooner dan al het andere is, ziet men, wanneer men van den gewonen weg, waar op 't oogenblik veel gewerkt wordt, naar een der hoogst gelegen duintoppen gaat. Overweldigend is het pano rama, dat men dan aanschouwt, een aanblik die voor vreemden een blij venden indruk zal achterlaten. Overal rondom ons, die golvingen der duinen, die in lange bochten naar het Noorden loopen, geschakeerd met paarsche en goudachtige roestvlekken, waartusschen diep donker-groen-blauw als een lluweelen afzetting. Aan de zeezijde vormen deze bochten een sterk contrast met de staalachtig spiegelende watervlakte der zee, die wij even boven de duintoppen zien uitkomen. Aan de landzijde heel ver weg in dampig-blauw waas Alkmaar met zijn torens en de verschillende dorpen er om heen, waarboven groote wolken-massa's hangen in de ijlbiauwe lucht en men kan zien, dat het hier en daar regent, heel fijn, ragfijn. In de nabijheid van het platte vlak heerlijke bosch partijen vol kleur, vol goud, vol gloed, vol leven, wed ijverend met de schoonste kleuren-rnozaïeken die eens 's menschen handen voortbrachten, terwijl de zon onder broken door de wolkenmassa's haar warm licht laat glijden overal die kleuren en zelfs de zandvlekken doet schitteren. Wordt vervolgd.) Jan Bleijs.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1905 | | pagina 1