S T A DSN IE II ff S.
Nienwst ij dingen.
Gemengd Nieuws.
379ste Staatsloterij.
Trekking van heden.
Ne. 4159 eu 11724 f 1000, ns. 6050, 6349, 7495,
7761. 8363 en 12617 elk f 400; ns. 1761, 1783 en
15916 elk f 200.
den fiscus op medewerking mogen gerekend worden
opdat een oorzaak van een in veler oogen thans bestaande
schromelijke onbillijkheid worde weggenomen,
De Arnh. Ct. verzekert ten stelligstedat in de af-
deelingen der Tweede Kamer ook ter linkerzjjde het
voorstel tot opheftiag van opcenten op de vermogens- en
bedrijfsbelasting verre van algemeene instemming heeft
gevonden.
Provinciale Staten van Woord-Holland,
Ged. Staten adviseeren om in het reglement op de
jacht en visscherij de peur op te nemen onder de ge
oorloofde vischtuigen en voor het visschen met de peur
geen gesloten tijd vast te stellen.
Ged. Staten stellen voor, aan de Maatschappij van
Nijverheid voor hare in 1906 te Amsterdam te houden
tentoonstelling van ambachtswerktuigen een subsidie
uit de prov. kas van f 1000 te verleenen.
Ongunstig luidt daarentegen hun advies op het verzoek
van den Ned. bond van gemeente-ambtenaren om sub
sidie voor een te houden tentoonstelling op administratief
gebied, daar Ged. Staten oordeelen dat het provinciaal
belang daarbij niet in die mate betrokken is dat er
termen zouden bestaan tot subsidieering.
De invoering der nieuwe tariefwet 'in Duitschland
zal den Nederlandschen koolbouw zwaar treffen. Vandaar
dat de directeur-generaal van den landbouw door de
Rijkslandbouw-leeraren van Noord-Holland en Limburg
een tweede reis wil laten maken naar sommige streken
van Duitschland, om een onderzoek in te stellen naar
den koolbouw aldaar. Die reis wil de directeur-generaal
laten meemaken door twee practische koolbouwers, en
Ged. Staten vragen nu om dit mogelijk te maken,
daarvoor 500 uit de prov. fondsen. 1
De heer F. H. Eijdman te Vlieland vroeg 2000
subsidie voor de instandhouding van den door hem
geëxploiteerden stoombootdienst VlielandHarlingen en
170 ingezetenen van Vlieland steunden dat verzoek in
een qdres, waarin tegen den gesubsidieerden dienst van
den heer Zur Midden klachten werden uitgebracht.
Ged. Staten hebben die klachten onderzocht en bevonden,
dat de heer Zur Mühlen zijn verplichtingen naleeft,
waarom zij adviseeren niet in te gaan op het verzoek
van den heer Eijdman.
Bij besluit van 6 Juli 1904 werd o. m. bepaald, dat
de provincie voor den aanleg van spoor (tramwegen)
door de Haarlemmermeer en omgeving een voorschot
zou geven van /500,000 mits het rijk 1,158,000 en de
betrokken gemeentebesturen en andere belanghebbenden
658,000 bijdroegen, zullende dit voorschot met de
achterstallige rente o. m. dadelijk opeischbaar zijn, als
liet rijk een of meer lijnen naastte.
Be regeering nu had geen bezwaar in het toestaan
der f 1,158,00, maar wel in in de bepaling van het
opeischen van het prov. voorschot als het rijk een of
meer lijnen naastte.
Een tweede bezwaar had de regeering tegen het in
rekening brengen der eenerzijds verplichte, anderzijds
toegestane afschrijvingen en stortingen in fondsen bij
het bepalen van de overwinst, die voor rentebetaling
en aflossing op voorschotten is bestemd.
Ook met het tracé der lijnen kon de regeering zich
niet geheel vereenigen, en wil zij, wat aangaat de ver
bindingen tusschen Aalsmeer, Amstelveen en Uithoorn,
die gewijzigd hebben, waardoor die verbindingen meer
rechtstreeks zullen worden. De er aan verbonden hoogere
kosten van 165,000 zal de Maatschappij zelf dragen.
Ged. Staten kunnen zich wel vereeuigen met alle
door de regeering gewenschte wijzigingen en stellen nu
voor daartoe over te gaan.
Ged. Staten stellen nog voor te bepalen dat de omslag
van bundergeld voor den Zuidpolder onder Haarlem
mei liede en Spaarnwoude zal kunnen worden afgekocht
tegen f 300 per H.A. De gronden in dien polder worden
of zullen eerdaags als bouwterrein benut worden en
Haarlem stelt daarbij den eisch, dat bij overdracht van
wegen het bewijs worde geleverd dat de lasten van de
aangelegde wegen zijn afgekocht.
1) Wij veroorloven ons hierbij aan te teekenen, dat de
beide koolbouwers reeds op reis zijn en zeker al het grootste
deel hebben uitgegeven van hetgeen er thans voor hen
wordt aangevraagd.
REDACTIE.
Veehandel met België.
Men schrijft aan de N. B. Ct.
Op de B-lgieche veemarkten heerschte deze week nog
geen aangename stemming, de markten verliepen kalm,
de kooplust was gering, zoodat telkens een groot aantal
dieren onverkocht bleven. De goede beesten bleven aan
den prijs der laatste markt, doch de verkoop van de
dieren van middelmatige soort ging zeer traag en in het
algemeen met een afslag van 2 tot 3 centiemen per kilo
levend. Naar Nederlandsch slachtvee was daarom ook
niet veel vraag. Alleen vette oasen waren voor Ant
werpen, Lnik en Gent zeer gezocht. In de week van 23
tot en met 30 September 1.1. weiden nit oes land naar
België gezonden 768 runderen, bestemd voor de slacht
bank, tegen 776 in de week daaraan voorafgaande en
wel 321 ossen, 86 stieren, 214 vaarzen, 49 koeien en 98
kalveren. De uitvoer naar Brnsael was niet groot, die
naar Brugge zeer gering. In do Brusselsche slachthuizen
werden 61 ossen en 7 koeien geslacht, te Brngge slechts
10 Nederlandsche rundoren. In Luik bedroeg de invoer
uit ons land 281 stuks. Verleden Donderdag waren op
de markt te Anderlecht aangevoerd 747 ossen, 159 stieren
en 1053 kooien, zjjude 32 meer dan verleden week. Ruim
260 runderen bleven onverkocht. De ossen van eerste
kwaliteit gelden tot fr. 0.98de gewone van ir. 0.74
tot fr. 0.96. Daar er slechts woinig stieren waren aan
gevoerd, (159) bloven de prijzen der vorigo markt ba
honden. Zy noteeren fr. 0.66 tot fr. 0.90. Koeion gingen,
met een prijsverlaging van 2 ceutiemen, van fr. 0.64 tot
fr. 0.83. Vaarzen gelden jan fr. 0.72 tot fr. 0.90. Vette
varkens waren eenigszins gevraagd en konden niet de
hooge prjjzen der vorige weken behouden. De prijzen
daalden 2 4 3 centiemen per kilo. Men noteert fr. 0.85
tot fr. 1.
Te Brussel waren aangevoerd 318, te Anderlecht 664
en te Gent 623 varkens. Biggen van 7 4 8 weken werden
verhandeld van 25 tot 30 francs per stuk. lu vette kal
veren goede handel tegen hooge prjzon. Zjj werden ver
handeld tegen fr. 1 a fr. 1.20, per kilo levend gewogen.
Naar Nederlandsche schapon was goede vraag, ovenals
naar lammeren. Te Auderlecht waren te koop gesteld
1631 schapen, meest van Hollandsch ras, welke ving
verkocht werden tegen fr. 0.72 tot fr. 0.75. De lam
meren golden van fr. 0.90 tot fr. 1.05. Het vleeseh der
Nederlandsche schipen werd in de hallen te Brussel
en Antwerpen verhandeld tegen fr. 1.45 tot fr. 1.60
dat der lammeren van fr. 1.80 tot fr. 2.
Op de botermijn te Lnik waren aangevoerd 12.880
kilo roomboter en 825 kilo gewone boter. De prijzen der
boter zjjn op al de Belgische mjjnen stijgende. Te Lnik
werd voor Nederlandsche boter, voorzien van ijjksmerk,
betaald hoogste fr. 3.14, laagste fr. 2.72, gemiddeld fr.
2.96. Gewone ging van fr. 2.25 tot fr. 2.75. Versche
eieren van fr. 2.48 tot fr. 2.80 per 26 stuks. Zeenwsche
aardappelen werden te Gent verhandeld tegen fr. 10.5
4 fr. 11 per honderd kilo.
Met geestelijk arbeidster mogen van kinderen
In den laatstea tjjd trekt in onderwijzerskringen een
nieuwe wetenschap, de paedologie, in hooge mate de
aandacht. Ze hondt zich bezig mot de bestudeering vau
het kinderleven in al zjjn uitingen en doet dit langs den
weg vau waarneming en experiment.
Te Amsterdam is men die studie, aldus echrjjft h«t,
N. v. d. D., met vesl vpgewe'iiheid begonnen. Mot verlof
van het Gemeentebestuur en ondar leiding van den
Gomeontearts Dr. G. A. M. v. Wagenburg, worden or
thans aan 30 openbare scholen proeven genomen ter be
paling van het gessteljjk arbeidsvermogen van school
kinderen.
Er was een bjjzondere aanleiding tot het nemen van
deze proeven. Een groot getal onderwjjzers meent, dat
de leerkracht van de Amstardamscbe jeugd gedurende
den langen leertjjd van half Augnstns tot aan de Kerst-
vacant,ie merkbaar afneemt. Dat bljjkt duidelijk in
November en December. Door de afdeeling «Amsterdam''
van den Bond van Nedevl. Ouderwijzers is daarom in
1904 aan het Gemeentebestuur verzocht een herfstvacantie
in te stellen. Da commissie van toezicht op het L. O
adviseerde op dit verzoek echter ongunstig. Zij schreef
aan B. en W., »dat in het batoog van adressanten het
bewjjs ontbrak, dat de mindera oplettendheid, die zjj in
November en December bjj de kinderen hadden waar
genomen, moet worden toegeschreven aan den langen
duur van den leertjjd, zonder dat deze door een vacantie
wordt afgebroken."
Het verzoek werd op grond van dit advies van de
band gewezen. Nu, meu moest ook toegeven, die mindere
oplettendheid was onvoldoende geconstateerd, ze stond
niet wetenschappelijk vast, omdat daarnaar geen opzet
telijk, systematisch onderzoek was ingesteld.
't Was daarmee echter niet nit. De commissie voor
Kinderstudie van hot Ned. Ond. Genootschap bleef zich
met het vraagstuk, of er een herfstvacantie noodig was,
Hezihhouden. Ze stelde zich de vraag, hoe ze zou kun
nen onderzoeken, of er in de laatste vier maanden van
het jaar inderdaad geesteigke vermoeidheid optreedt en
zoo ja, van welke beteekenis die is. Ze trad in over
lag met Dr. Van Wagenburg en ontwierp met hem een
plan voor een uitgebreid onderzoek. Met dat onderzoek
is me8 thans begonnen.
Dr. Wajjenburg heeft schriftjes laten maken, waarin
1000 woorden zonder eenig verband, in groepjes van
50 afgedeeld, zjjn gedrukt. Ieder kind krijgt zoo'n schrift
en moet de werkwoorden en zelfstandige naamwoorden
onderstreepen en door de andere woorden een verticale
streep trekken. De proef, die elke maand gehouden
wordt, dunrt juut een half uur. De schriften worden
gecorrigeerd en bij de correctie blgkt, hoeveel woorden
het kind in 30 minuten kan behandelen en hoeveel
fouten 't maakte. Door vergelijkingen van de resultaten
stelt men zich dan voor, een duidelijk antwoord op de
vraag of de opmerkzaamheid der leerlingen in de laatste
maanden van het jaar afneemt, te vinden.
Men is benieuwd, of deze proef de onderwijzers in het
gelijk zal stellen.
Aanklacht van Domela Nleuwenhuls.
De Vrije Socialist meldt
De volgende aanklacht is door F. Domela Nieuwenhuis
verzonden aan den Pruisischen Minister van Binnen-
landsche Zaken
Aan Zijne Excellentie den Minister
Van Binnenlandsche Zaken.
Ten gevolge van Uw telegram van Vrijdag 29 Sep
tember ben ik losgelaten uit de gevangenis te Keulen,
waar ik 18 dagen vertoefd heb Zijne Excellentie heeft
gemeend daardoor zjjn plicht te vervullen en ik breng
hem daarvoor mijn oprechten dank. Maar ook ik heb
een plicht, dien ik met dit schrijven vervul in de hoop,
dat Zijne Excellentie zijn algeheele aandacht aan deze
zaak zal schenken.
Ik klaag hierbij het Polizei-prasidium te Keulen aan
wegens onwettige en onrechtvaardige vrijheidsberooving
en vraag of een Staat zich een rechtsstaat kan noemen,
wanneer de willekeur van de politie zulke afmetingen
kan en durft aannemen, zonder daarvoor de straf van
de Regeering te voelen.
Ik zal mijn aanklacht motiveeren.
Den 11 den September ben ik in Keulen gearresteerd
en in de politie-gevangenis gebracht. Ik ben daar ge
bleven tot den 22sten September zonder verhoord te
worden, zonder te weten, waarom en waarvoor ik gearres
teerd was. En datniettegenstaande de wet iederen
gevangene het recht geeft, binnen '24 uur door den
rechter verhoord te worden. Buitenlander zijnde, was
mij dit onbekend, maar in elk geval was het, als de
wet dit verplichtend voorschrijft, plicht geweest mij
binnen 24 uur voor den rechter te doen verschijnen.
Elf dagen berooving van de vrijheid in strijd met de wet
Men heeft mij als den eersten den besten inbreker
in de gevangenis gezet, in een cel gesloten en opbewaard
en dit alles omdat ik, zooals ik elf dagen later hoorde,
over de grenzen gekomen was zonder daartoe het recht
te hebben.
Ik ben vervolgd wegens »Bannbruch", daar ik voor
15 jaar uit Pruisen gezet was Over de rechtsvraag
zwijg ik, daar de uitlegging van de wet verschillend
zijn kan.
Woensdag 27 September heeft het schepengerecht,
waarvoor ik verschijnen moest, my tot vijf dagen ge
vangenisstraf veroordeeld, welke straf, wegens den tijd
dien ik in voorarrest gezeten had, zij als afgedaan
beschouwde en waardoor ik direct op vrije voeten
gesteld werd.
De president van politie schijnt echter een persoon
te zijn, die boven de wet staat en zich niet stoort aan
do uitspraak van den rechter. Hij is almachtig, dat heeft
hij hier getoond, want in plaats van vrij gelaten te
worden, ben ik weer als politiegevangene vastgehouden.
En opnieuw had hetzelfde plaats. Zonder te weten
waarom ik gevangen bleef, heeft men mij vastgehoudon.
En om de kroon op alles te zetten heeft men nóch een
brief aan den Nederlandschen consul noch een voor
mijn advocaat aan hunne adressen bezorgd Opnieuw
een inbreuk op het recht, want het recht had ik om
te verlangen, dat in elk geval deze briesen direct afge
zonden zouden worden, zooals de wet het voorschrijft.
Mijn advocaat, de heer E. Schrammen, wist dus niets
van mijne nieuwe arrestatie en leefde in de overtuiging
dat ik naar mijn land teruggekeerd was.
Ik stuur u hierbij de bewijsstukken, namelijk de twee
brieven, die éren de voor mij gelukkige onvoorzichtigheid
gehad heeft, my ter hand te stellen. Zijne Excellentie
heeft daardoor de zeldzame gelegenheid zich te over
tuigen, dat het waar is. Men heeft mij dus weer onwettig
in de gevangenis gezet en gehouden tot het telegram
van Zijne Excellentie mij eindelijk verloste.
't Is te hopen, dat Zijne Excellentie zonder aanzien
des persoons handelt, want het geldt hier de eer van
Pruisen, ook tegenover het buitenland. Waar de bodem
van een rechtsstaat verloren gaat, is het woord aan
willekeur en tyrannie. Wat zou Zijne Excellentie gezegd
hebben, als een Duitscher in het buitenland zoo behan
deld werd, als ik in Keulen
Ik klaag het Polizei-prasidium aan wegens misbruik
maken van macht, in de hoop, dat zulke dingen niet
meer gebeuren.
En ik eisch van de Regeering een schadevergoeding
voor mijno vrijheidsberooving van zoovele dagen. Zelfs
wanneer Zijne Excellentie daartoe zou besluiten, wat
recht is en wat ik verwachten kan, blijft het onrecht
bestaan en is dit slechts een zwakke poging van zijn
kant om goed te maken, wat een ambtenaar, die de
bevoegdheid van zijne macht overschreed en misbruik
maakte van zijn macht, misdaan heeft.
Ik zal afwachten of het rechtsgevoel van Zijne Excel
lentie grooter is dan de macht van een Polizei-prasident,
wiens willekeur een gevaar is voor alle staatsburgers
van andere landen en een smaad voor Pruisen.
Achtend, F. DOMELA NIEUWENHUIS,
Hilversum, 3-10«'05. Nederl, Staatsburger.
Prins Hendrik Stichting te Elgmond aan Zee.
Zaterdag was het 30 jaar geleden, dat de Prins-
Hendrik-Stichting voor oude zeelieden te Egmoud aan
Zee namens haar beschermheer, wjjlen Prins Hendrik,
plechtig geopend werd. De heer G. E. A. van Hall, de
eenig overgebleven oprichter, herdacht des avonds in een
gezellig samenzjjn met de verpleegden het 6e lustrum
van zjjn werkzaamheid, eerst als bestuurslid, later als
directeur der inrichting, waarin sinds de opening reeds
580 oude zeerobben een toevluchtsoord hebben gevonden.
He Honrisbossche.
Naar wij uit goede bron vernemen, hebben de zee-
werken van den Hondsbossche in de afgeloopen storm
achtige week weinig schade geleden. Een vijftal hoofden
bekwamen eenige schade.
lie aardappeloogst.
Uit Heiloo wordt ons geschreven
Terwijl de aardappeloogst zich in den afgeloopen
zomer treurig liet aanzien, schijnt 't over het geheel
genomen nogal mee te vallen met de opbrengst der
velden. De hoeveelheid is meer dan voldoende, alleen de
grootte van sommige soorten laat iets te wenschen over.
IJlt ,,de Hgmonden."
Zondagnamiddag had op den weg naar Bergen een
treurig fietsongeluk plaats. Twee jongemannen kwa
men in snelle vaart van Bergen naar Egmond a/d Hoef
gereden. Vlak voor de boerderij van den heer C. Bruin
brak van een der rijders de verbindingsstang van voor
en achterwiel, met het treurige gevolg, dat de berijder
met zoo'n smak tegen den grond neerkwam, dat hij
voor dood bleef liggen. Na eenigen tijd kwam hij bij,
stond op en geheel zijn gelaat was één bloederige
massa. Na bij den heer Bruin gewasschen te zijn, bleek
hij vrij ernstig aan 't gelaat gekwetst. Zonder fiets kon
de ongelukkige rijder met de tram het Hoefje verlaten.
Hen arne zwervellnge.
De politie te Beverwijk heeft een zwervend twaalfjarig
meisje opgenomen, dat weggeloopen was van hare
ouders, die met een woonwagen te Alkmaar stonden.
Wijl de pogingen tot het opsporen vanjde ouders vruchte
loos bleken te zijn, is het kind naar Amsterdam opge
zonden naar het Leger des Heils.
He uitsluiting te Amsterdam.
In den stand van zaken is nog steeds geen verande
ring gekomen. De vrees, dat ook de timmerlieden vau
deze uitsluiting de onaangename gevolgen zouden te
dragen krijgen, indien het geschil niet spoedig tot een
oplossing werd gebracht, is niet ongegrond gebleken
er wordt toch gemeld, dat 17 leveranciers van bouw
materialen te Amsterdam besloten, geen artikelen meer
te leveren tijdens den duur der uitsluiting.
Postbestelling.
De bewoners van de Kreil, eene buurt te Barsinger-
horn en Wieringerwaard, willen beproeven eene tweede
postbestelling te verkrijgen. Nu die werd verkregen in
omliggende gelijksoortige buurten, twijfelen ze niet of
ook hun zal zulk verzoek worden toegestaan, te meer
daar zij bij alle uitbreiding der posterijen achteruit
gingen30 jaren geleden werd de Kreilbus gelicht
voor- en namiddags nu alleen 's morgens.
De heer Ant. L. Akkerhnys te Watergraafsmeer zal
bier ter stede den 7en November spreken over „Het
Orediet- vraagstuk."
Uit de Haarl. Ct, zien wjj dat de opvoering van het
„Kind van Staat" door do Haarlemsche officiereu voor
het standbeeld van Willem III ruim f 200,heeft op
gebracht. Voorts dat het tooneel hier niet zóó was in
gericht als te Haarlem >maar toch voldoende in stjjl
aangekleed".
De stationschef van de Hollaudscbe IJzeren Spoorweg
maatschappij te Alkmaar behoort bjj het personeel, dat
de Minister van Waterstaat heeft goed gevonden te benoe
men, als de in art. 121 tweed» lid sub. d. bedoelde chefs
en adjnnct-chefs, alleen belast met het honden van toe
zicht.
Van een Alkmaarder uit den ouden tijd.
Door Dr. H. A. Naber, Jeo'nar aan de Hoogere Bti'ger-
school te Hoorn, is een studio in het licht gegeven ovnr
Cornells Jaoobszoon Drebbel, die van 15721634 te
Alkmaar leefde. Over deze stadie lezen wjj in het HU:
Tjjdgenooten van Drebbel als Peiresc en Rnbens werden
geboeid door zjjn mooie vondsten, vorsten als Jacobus I
van Engeland en Rudolf II van Habsburg verzochten hem
aan hun hof, Oonstantjjn Huygens snelde zijn vriendscbnp
op dsn hoogsten prjjs, bracht uren met hem door, ver
geleek hem met Archimedes, Pythagoras en Daedalus.
Bjj het nageslacht echter heet by een «charlatan" of
wel »de Alkmaarscbe windmaker".... do hoogste waten-
sekappeljjke autoriteit, de Kon. Akademie van Weten
schappen oordeelde »minder gunstig" over hem en of
schoon bet »te ver zou leiden" dat minder gunstig oordeel,
»met biwjjzen te staven'', werd hjj «oneindig verre"
achtergesteld bij zgn tijdgeuooteu Galilei en Keppler; hg
had «weinig eehte natuurkennis", alleen een «mythisch
bespiegelenden geest."
Wat moeten wjj denken van dezen door den tjjdgeooot
hooggeroemden, door den nazaat diep gesmaden man
Dr. Naber beeft getracht hot antwoord op deze vraag
te geven. Hij hoeft ovor Drebbel een uitvoerige, sterk
gedocumenteerde studie geschreven in »Ond-Holland"
(jaargang 1904, afl. 4) om te bewijzen, dat Drebbel wel
is de groote geleerde dien zgn eenw in hem heeft gezien.
Dr. Naber geeft een Ijjst van wat Drebbel beeft ge
vonden of verbeterd«de scharlakenverf, thermometers,
koudmakende mengsels, tbermoregulateur, kunstbroederg,
bakkersoven voor bet leger en distilleertoestelien voor
de vloot; camera obseura en too verlantaarn, muziek
automaten, onderzeosche bo.it en torpedo's, microscopen
en kjjkers, perpetuum mobile en zuurstof, watermolens
en perspompen." In een scherpzinnig betoog verdedigt
hg de eer van Drebbel en zjjn de bewgzeu voor diens
uitvinderschsp niet zonder leemten, het heelt voorzeker
den vorscher niet aan jjver ontbroken om ze allen te
vullen. Veel inlichtingen heeft hij moeten ontberen en
wie hem dank wil wijteu vpor zijn arbeid, leze zijn pak
kend artikel en helpe hem zoeken, naar vermogen zoeken,
naar schakels die ontbreken.
Om belangstelling op te wekken voor dr. Naber's
arbeid en tevens cm in wijderen kring daarop de aan
dacht te vestigen, vertellen wjj iets nit zijn studie.
Het meest troffen ons de mededeelingen over Drebbel's
osderzeesche boot.
Boyle, die aan Drebbel hulde brengt om zgn kennis
der scheikunde en der mechanica, schreef er over dat
Drebbel voor koning Jacobus een schip zou hebben uit
gedacht dat onder water voer. Een proeftocht op de
Theems slaagde volkomen. De boot had twaalf toeiers;
ze legde onder water twee mijlen af in drie uur tjjds
de Koning maakte den tocht geheel of gedeelteljjk mede
en duizenden Landenaars zagen het wonder van den
waterkant. Lucht om in te ademen werd verkregen uit
flesschen of bassen waarin was opgesloten de quinta
essentia van de dampkringslucht, die alleen tot adem
haling diende. Klaarbljjkeljjk wist Drebbel deze quinta
essentia te bereiden in zgn «Elementen*, althans spreekt
bjj van «Salpeter, gebroken door die kracht des vuers,
ende also veranderdt in de natuyre des Inchts*.
Welke mag wel reden zjjn dat de roem van een man,
die zjjn tjjd zoo ver vooruit wasdie anderhalve eeuw
voor Scheels en Priestley zuurstof bereidde in groote
hoeveelheden, dia een paar eeuwen voor Jules Verne's
fantasio werkeljjk me, een boot onder water voer, geheel
verloren is
Dr. Naber wjjt dit aan de onschuldige uitdrukking
Perpetuum mobile als benaming vooreen kunstvoorwerp,
waarmee hjj boroemd is geworden.
De hardnekkige zoekers naar een Perpetuum mobile
maakten fouten, die aanleiding gaven tot een nauwere
omschrijving van het begrip Perpetuum mobile en toen
Robert Mayer de wet van het behoud van arbeids ver-
mogen had gegeven werd daaraan vastgeklonken het niet
bestaan van zulk een enger omschreven P. M.
Drebbel heeft echter nooit beweerd dat zgn toestel
zelf den arbeid leverde dien het verbruikte. Ia het oc
trooi hem op 21 Juni 1598 door de stad Alkmaar ver
leend, wordt het z.g. Perpetuum mobile omschreven als
«een horlogie of te nuyrwijser, twelken men den tjjd
van vijftigh, zestigh, ja hondert of' te moer jaeren achter
den anderen sal mogen gebroyekec, soo Jange de Raden
oft t'auder gaende werk niet versleten en sjjn".
Drebbel heeft, voor zoover na te speuren is, twee van
deze toestellen gemaakt, een er van was in het bezit van
Rudolf II van Habsburg, het andere «werd bewaard"
door koning Jacobus I.
De toestellen berustten op de verandering van het
volnrne van gassen bjj verandering van warmtegraad of
drnk, het beginsel van de lucht-barothermometers.
In een brief aan keizer Rudolf vertelt Drebbel het
volgende over een dezer wonder-toestellen
«Vooreerst", zegt hjj, «zullen de voorhangsels der
klavecimbels, zoodra de zon schjjnt, zich van zelve openen,
en de schoonste muziek zal zich laten hooren. Doch
wanneer de zon ondergaat, of zich achter een wolk ver
bergt, zal de muziek ophouden, en de voorhangselen van
zelve gesloten worden. Hierbjj zal zich eene bron be
vinden, die onophoudeljjk van zelve met twee stralen zal
springen, doch, wanneer de zon schjjnt, zullen honderd
en meer stralen Bpringen. Neptunus zal met de zeego
dinnen en Tritons uit een hol te voorschjjn komen, en
zich in de stralen des waters wasschenzoodra echter
de zon ophoudt te schjjnen, houden de buizen op te
loopen, en Neptunus begeeft zich wederom treurig naar
zgn hol. Bovendien zal ook Phoebus nit de wolken
komen en op een wagen mot vier paarden zitten en
spelen. De paarden zullen door de beweging hunner
vleugelen in de lucht zweven en den wagen voorttrekken,
ja, ook de wielen van den wagen zullen zich in de lucht
omdraaien. Zoodra echter de zon ophoudt te scbjjnen,
zal Phoebus zich weder achter de wolken vorbergen. Op
het altaar van Neptunus zal eon glas staan, waarin alle
24 uren en bjjna 40 minuten water tot een bepaalden
tjjd tweemaal rjjst en daalt, zoodat het alle uren en de
vierde deelen daarvan ten nauwkeurigste aanduidde. Alle
deze bewegingen zullen van zelve plaats hebben, en wel
door eene eeuwigdurende beweging, waaraan men nimmer
iets behoeft te helpen of te maken."
Van het andere toestel, dat koning Jacobus «bewaarde",
wordt in Tymme, »A dialogue Philosophical" medege
deeld dat in den bol die de aarde voorstelde waren geel
koperen raderen. Om roesten te voorkomen was elk
onderdeel dubbel verguld met zniver goudde raderen
konden niet sljjten, omdat het zoo langzaam ging en te
minder, omdat die raderen niet werden gedreven door
eenig gewicht. Twee wijzers ter weerszjjden van den bol
gaven het uur,'den dag, de maand en het jaar aan. Dan wees
het toestel aan de uren van zonsop- en ondergang voor
eiken dag, de schjjngestalten van de maanden afstand
van zon tot maan, hoeveel graden zon en maan op elk
uur van den dag van de aarde verwjjderd zgn, in welk
teeken van den dierenriem de zon staat, het rgzen en
dalen van het water der zee.
Dit toestel heeft geioopen, zeker tot 1629. Drebbel
toonde het den Engelsohen Koning omstreeks 1604, het
is in dien tjjd gebroken en onmiddelljjk hersteld. Later
brak het nogmaals, ging in elk geval stilstaan, wekte
toen den spot van ongeloovigen op en is zoek geraakt.
Er is nog slechts een afbeelding van over in het workje
van Tymme.
Eigenaardig is bet, dat door buitenlanders aan Drebbel
de eer wordt gegeven die zjjn landgenooton hem ont
houden. Rezzi, Wohlwill en Rye dragen hun steentjes
bjj tot zjjn eerherstel en dr. Naber doet zgn uiterste
best voor hem. Moge hjj krachtigea steun vinden bjj
ieder die hem helpen kan.
Theosophle 4e Alkmaar.
Vanwege de Nederlandsche Theosophische vereenigiug
werd gisteravond op de bovenzaal van «De Unie* door
den beer Johau van Manen een redevoering gebonden,
ton einde aan de theosophiBche idee ook in Alkmaar
meer bekendheid te geven. Het zaaltje was flink bezet.
Voorzitter van deze openbare vergadering was de heer
G. do Beer.
De heer Van Manen begon zgn rede, die kon verdeeld
woiden in een inleidende afdeeling: de monsch sóèr het
sterven en een tweedehot leven na den dood, met een
sohets te geven van de samenstelling van een menscheljjk
wezea. De theosophie maakt een onderscheiding van
lichaam, ziel eu geest, waarvan het eerste, het stoffeljjke,
afsterft, doch de beide andere niet. De mensch wordt
geboren en doet ondervinding en kennis op, hjj begaat
zonden en doet goede dingen dan sterft hjj, en zgn
ziel gaat naar een schimmenwereld. De mensch zal echter
opnienw geboren worden, want hij is een verstandswezen,
dat onstorfeljjk is en gebruikt verschillende vormen om
kennis op te doen van het bestaan in de verschillende
bestaanstoostanden van hst heelal. En de eene mensch
is reeds een stap verder tot de volmaking (want dat is
het doel van het steeds weer geboren-worden, het voort
bestaan) dan de ander. De barbaren zjjn in een andere
en lagere periodo dau de Europeanen. Eu in ieder volgend
leven zullen we van de kennis, die wjj in een vorig
opdeden iets kunnen merken. Zoo zal iemand die tjjdeus
de Romeinen leefde en het Latjjn uitstekend kende, a's
hjj later een tweede periode van leven op de aarde
doormaakt we! geen Latgn kennen terstond, maar toch
aanleg er voor hebben zoo zal 't zjjn met kunstenaars
enz. Elk mensch zal de vruchten plukken van ontwik
keling uit een vorig leven, en hjj die zgn goede gaven
verkwist zal daarvoor boete doen. Maar wat gebeurt nu
als het menschelijk lichaam afsterft Dan, zei spr., wordt
wel het lichaam tot stof en gaat de kracht er uit, maar
naar een andere wereld, een schimmenwereld zou spr.
het willen noemen, gaat over al wat is verstand en
gemoed dan leeft slechts nog het onzichtbare van
den mensch. Wat gebenrt er dan vroeg spr. De gods
dienst geeft geen voldoende verklaringpredikanten,
pastoors, rabbi's, weten niets met zekerheid en ze zeggen
daaromnaar die dingen moet men niet vragen. Eu
spr. wjjst er op dat deze redeneering een verlies is voor
de beschaving. Men moet juist studie maken van het
leven na den dood als men anders in de anedre
wereld komt, dan begrjjpt men niet en tast rond in het
duister. Spr. geeft hiervan voorbeelden.